Historisch Archief 1877-1940
TT?
l Maart. '19. No. 2175
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
PROF. P. K. PEL
Impressies
De Maandagmorgen polikliniek
Negen uur 's morgens. De collegezaal in
het Binnengasthuis is reeds vrij aardig ge
vuld. Studenten van alle semesters op de
amphitheatersgewijs geplaatste rijen stoelen.
In het midden een vrije ruimte, waarineen
bed, een bord, een tafeltje, schrijfgereed
schap, een paar eenvoudige leunstoelen,
waarvan een voor Professor Pel, de andere
voor zijn secretaris, een der oudere stu
denten. Boven de middendeur het borstbeeld
van. Boerhave, buiten de deur een rQ stoelen,
die allen bezet worden door patiënten, die,
na negen uur meekomen met Professor, die
ze uitgezocht heef t uit het polikliniek gebouw,
onder de klok.
Professor komt binnen. Stilte. Groeten.
Een der patiënten volgt met een brief je van
zjjn dokter. Professor leest, wenkt dan een
van de oudere studenten om plaats te nemen
tegenover den patiënt.
Collega, deze vriend lijdt reeds jaren aan
hevige benauwdheden. Hij heeft den dokter
in zijn dorp geraadpleegd en verscheidene
andere geneesheeren tot nu zonder resultaat.
Nu wil hij hooger op". Welk een voorrecht
voor U dien patiënt van zijn Uden af te
helpen, in ieder geval zijn kwaal te helpen
verlichten. Gaat uw gang".
De collega" vraagt, onderzoekt, vraagt
weer, kijkt nog eens na, maakt;de diagnose
van een bijna nooit voorkomende ziekte.
Hersengezwel, want hij heeft hoofdpijn. En
wel een echlnococcus, want hij had een hond.
En nu moet men 't Pel hebben hooren en
zien zeggen, om voor altijd te onthouden
dat bij 't stellen van een diagnose die buite
nissigheden slechts in de laatste plaats in
aanmerking komen. Tsja, als iemand me
vertelt, dat in den tuin van het B. G. een
beest op vier pooten loopt, dan zou 't
kunnen zijn een tijger of een olifant, maar
dan denk ik toch 't eerst aan een hond of
een kat."
De klinische les.
Alweer de college zaal. In de vrije ruimte
niets. Tegen kwart over elf gaan de deuren
open; een patiënt te bed word' binnen ge
bracht. Prof. Pel in witte jas naaat 't bed.
Noodlgt een candidaat uit den patiënt te
onderzoeken. Anamnese, onderzoek, diag
nose. Alles gaat vlot. Professor knikt telkens
goedkeurend. De ouderen weten we) wat
dat beteekent.
iiiiiiiniiiiiniiiiliiiiii
iiiiiiiiiiiiiiiiiii
Nieuwe
Fransche Boeken
ADRIEN BERTRAND
Dertig jaar geleden werd Adrien Bertrand
geboren, als de zoon van een Provergaalschen
predikant en ais afstammeling van een der
laatste generaals die Napoleon I waren trouw
gebleven. Hij bracht zijn jeugd grootendeels
te Parijs, maar tijdens de vacanties in het
warme en weelderige land van Pro ven ce
door. Hij studeerde goed, las alles; hij zou
leeraar worden en bezocht de Ecole Normale
Supérieure. Maar de litteratuur eischtehem
voor zich op; nog heel jong werd hfj secre
taris van Catulle Mendès. Na diens on ge
lukkigen dood gaf hfj een monographie over
den brillanten dichter uit. Ook werd hij
toen journalist en publiceerde gedichten;
het waren honorabele gedichten, zooals
jonge weionderwezen journalisten er meer
publiceeren. Ja, hij behaalde zelfs een be
scheiden succes met zijn La Première
Bérénice, comédie en un acte en vers, die
ter gelegenheid van een Racine-gedenkdag
in het Théatre Francais werd opgevoerd en
door de Académie Francaise bekroond. Met
twee oude, eerwaardige instellingen stond
hij dus op goeden voet. Hij was een ver
dienstelijk en sympathiek schrijver met
toekomst een geletterd schrijver tevens,
wat niet van alle sympatleke, jonge auteurs
kan worden gezegd. De Ecole Normale Sup
rieure is een school van den eersten rang...
Daarop kwam de oorlog. Adrien Bertrand
streed mee, als luitenant bij de dragonders.
Hij streed met volkomen overtuiging en
totale overgave. Endit ver wonderde hem eerst
zelf. Want hfj was eigenlijk een twijfelaar en
een zoeker, een geest die in niets absoluuts
geloofde, en ziedaar l zonder terughouding
had hij zich weggeschonken.. Tevoren had
hfj het toch zoo goed geweten, dat een
verblflf in de kazerne niet bepaald ver
heffend werkt; zQn meester Anatole France
had hem zoo terecht doen opmerken dat
een militaire overwinning nu juist geen
genie bij den overwinnaar veronderstelt,
omdat n der twee tegenstanders immers
winnen moet; het begrip vaderlandsliefde
had hem steeds iets, wel niet waardeloos',
maar toch zeer betrekkelQks toegeschenen,
en een internationale gemeenschap van ge
lijkgestemden had hij leeren beschouwen
als de schoonste wereldorde der toekomst.
En nu voelde hij zich op zijn plaats in het
leger; nu had hf vertrouwen in zijn meer
deren; nu was hij daadwerkelijk patriot.
Met een heerlijke en opzweepende geest
drift streed hij mede in een strijd van haat
en vernietiging.
Geen der zoo vaak gehoorde verklaringen
gaf van deze geestdrift een voldoende
rekenschap. Men was aangevallen en wilde
zich verdedigen, goed. Maar dat verklaart
geen geestdrift.; Men kon hopen dat deze
oorlog, mits door de geallieerden gewon
nen, de laatste zou zQn, zeker. Maar zouden
NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP
MotordienstvanTetenburg
DAGELIJKSCHE MOTQRDIENST
UTRECHT IBDfll DEN UUfi DELFT
I. HrichtickimrM. rjijékifcl. ItitWiiil
VIOI. VI««*
Hebt U nog een goeden raad voor den
patiënt".
Digitalis, professor".
Digitalis, daar ben ik een groot vriend
van". Volgt een lofrede op dlgitalis.
Nog iets anders".
.Neen, professor".
Dank U". Misschien wil meneer Y den
patiënt ook van goeden raad dienen.
Meneer Y, zet' zich naast den patiënt.
Zelfde onderzoek, doch deze collega, zou
graag oogspiegelonderzoek.
En dan de kritiek van prof. Pel, waarbij
de fouten en tekortkomingen der studenten
geducht werden tentoongesteld, maar nooit
zoo dat de betreffende zich beleedigd of
gekrenkt kon voelen, omdat we allen onze
beurt kregen en ten slotte ook allen onzen
troost van den groote Meester. Tja, als 't
zoo gemakkelijk was! In leder handboek
kunt U lezen wat febris typhoidea is, daar
voor hebt U Strumpel of Eichhorst, maar
een lijder aan febris typhoidea is toch nog
anders en daarvoor hebt U mij.
Onder al de klinische lessen namen die
van Zaterdagochtendhalf negen een bfzondere
plaats in. Dan was ondanks het vroege uur
de zaal stampvol, behalve de stoelen ook
de trappen van het amphitheater bezet, door
studenten en artsen die zich maar even
konden vrij maken. Die ochtend was gewijd
aan zenuw- en kinderziekten en de artsen
uit de Amsterdamsche Hoogeschool zullen
in het bijzonder bfl de moeilijke gevallen in
hun praktijk dikwijls hebben moeten denken
aan die nuttige, gezellige prettige en leerzame
Zaterdagochtend uren. Dan zagen we de
tabes patiënten met verhoogde reflexen, de
lijders aan hersen tomoren zonder
verschtjnselen.de anaemlsche en chlorstïsche kindertjes,
die er blozend uitzagen. Dat was de ochtend
die uitgezocht werd om door tegenstellingen
en afwezigheid der symptomen, deze in ons
hoofd te prenten, en de moeilijk te volgen
beschrijvingen in leerboeken door een de
monstratie zoohelderalsglastot onsgecstelfjk
eigendom te maken.Ochtend en van onverdeeld
intellectueel genot.... behalve dan voor den
student die respondeeren moest.
Consult.
En een van de groote voordeelen, die het
gevestigd zijn in Amsterdam voor den gewezen
student van de Amsterdamsche Hoogeschool
meebracht, was het consult in de praktijk
met prof. Pel. Altijd was 't leerzaam. Al
was professor 't geheel met je diagnose
en therapie eens, er was gewoonlijk nog
wel tijd voor den meester om zich met zijn
leerling van vroeger (van vroeger? alsof
we 't niet tot 't laatst gebleven zijn!)
bezig te houden. En o wee! als door eigen
schuld verzuim was gepleegd ten nadeele
van den patiënt. Kortaf, zooals Pel eigenlijk
nooit anders was, kon hij je dan diagnose
en therapie toeduwen. Of wel, hij liet zijn
lorgnet aan 't koordje vallen, keek je aan,
schudde zijn hoofd en voegde je toe: En
dat is een discipel van de Amsterdamsche
kliniek l
de geallieerden winnen? Men wist het niet,
en toch was men geestdriftig. Men wilde
door de Duitschers niet langer getart en
gesard worden, men wilde met rust worden
gelaten. Natuurlijk. Maar vecht een jong
geletterd scepticus, een auteur die zijn toe
komst nog moet maken, om zulke redenen
met geestdrift? Van waar dit lan, dit
rustig en sterk enthusiasme?
Hij zag om zich heen. En hij bemerkte
dat alle Fransche soldaten vochten om an
dere dan de redenen die zij zeif zouden
hebben opgegeven; dat zfl vochten om
redenen die de rede niet kent." Het was
niet om een nieuwe wereldorde," het was
niet om het recht en de vrijheid," dat die
eenvoudige burgers en boeren zich dagelijks
opofferden. Zij dachten aan zoo iets
verhevens maar zelden en zeker nooit als zij
koude en verveling in de eerste linies leden,
als zij vooruitrukten onder Duitsche kogels.
Adrien Bertrand zag hen aan, bewonderde
hen, steeds meer hield hij van die eenvou
dige, zoo menschelijk zwakke en tegelijk
zoo menschelijk sublieme kameraden. Maar
hoe kwamen ze zoo te zijn?
Adrien Bertrand zelf gedroeg ztch dapper,
werd twee maal gewond, en met het oorlogs
kruis gesierd. En onbekwaam om verder
mee te strijden, voelde hij zich nu in staat
een boek samen te stellen, dat een zuivere
beschrijving van den oorlog zijn zou en
tevens uitdrukking zou geven aan het eigen
aardige, onverklaarde enthusiasme dat hem
en zijn makkers had vervuld. Hij schreef
L'Appel du Sol, 1) het boek dat met
Barbusse's Le Feu en Duhatnel's Vie des
Martyrs, misschien het beste Fransche
oorlogsboek is, een boek dat met den prix
Goncourt voor 1916 werd bekroond en dat
ik hier met vreugde bekend maak aan den
Hollandschen lezer. Hoezeer hoop ik dat
men het leze l Laten wij in dit stille land,
waar wij, deze vier jaren door, alleen levens
middelen te weinig en zich vervelende
soldaten te over hadden, toch bedenken
wat in die landen ginds is gebeurd! Daar
werd wreed, afschuwelijk gevochten. Daar
werd vreeselijk geleden. Maar daar werd
de historie gemaakt I Grortsche gevoelens
zweepten daar de menschen op tot een
nooit vermoede wilskracht en de nieuwe
wereldorde, waaraan ook wij deel zullen
hebben, is door die wilskracht geschapen.
De menschen die haar schiepen zijn men
schen als wij, even zwak, even egoïstisch,
even verstandig ook als wij. Even verstan
dig l Laat Nederland toch niet zeggen dat
het alles verdwaasdheid" was. Want waar
lijk, het is een schande voor ons land dat
hier soms zoo is gesproken, een schande voor
de onkundigen, de schijnwijzen, de versuften
onder ons, die hun land met zulke verwaande
uitingen hadden kunnen compromitteeren.
Wie zeide, in de jaren die nu achter ons
liggen, dat de strijdenden verruwd" of
verdwaasd" waren, bewees daarmede al
leen, dat het hem volkomen aan verbeeldings
kracht ontbrak. Een minimum verbeeldings
kracht doet ons beseffen, dat die meerendeels
gewone menschen, van gelijke beweging
als wij, dat die Fransche, Engelsche en, ja,
ook Duitsche jongens en mannen bijna allen
door een nobel gevoel gedreven werden,
een gevoel, dat ook ons, precies zoo, zou
hebben bezield indien wij hadden moeten
meedoen. La guerre," zegt Adrien Bertrand,
est la honte de l'humanitë si on la
considère en elle-méme; elle en est la sanctification
si on la voit dans Ie coeur de ceux qui la
font."
DEN HAAGrUJIJGENSPARK 22
onder Garantie
voor Inboedels
En bulten: Mag ik U ergens heen brengen
professor.
Dank U, laat 't een volgend keer niet
meer voorkomen."
En zoo een tweede les heeft, geloof ik,
niemand in zijn praktijk van prof. Pel noodig
gehad,
De Maart-vergadering van den
Amsterdamschen Geneeskundigen Kring.
Ondanks de verminderde en veranderde
belangstelling van de Amsterdamsche artsen
in de kringvergaderingen was er een van
die bijeenkomsten, waar 't bezoek altijd 't
grootst was. Dat was de Maaitvergadering.
Dan werden geen of zoo goed als geen
huishoudelijke en vakbelangen besproken.
Deze vergadering had plaats in het clinieum
van prof Pel. Doktoren die anders nooit op
een vergadering kwamen, ontmoette je daar.
Het was altijd een succesavond van den
kring, omdat 't immer een succesavond van
Pel was. Er is wel eens g? tracht het beroep
van huisdokter internist in een hoek te
duwen omdat de geneeskunde zich zoo specia
liseert en ook de interne geneeskunde het
niet doen kan zonder Röntgenstralen, hoogte
zon, en andere hulpmiddelen, die gewoonlijk
buiten het instrumenteren van den huisarts
vallen. Maar wie 't bijgewoond heeft wat Pel
deed met zijnpercussie hamer en zijn stethos
coop. Hij voelde zich zoo gerugsteund tegen
over de specialisten en specialisme, al besef ten
we achteraf natuurlijk volkomen, dat zulke
resultaten met zulke eenvoudige hulpmid
delen slechts bereikt konden worden door
een groot kllnicus als Pel was.
In 1918 hebben we hem 't Jaatst voor
ons gezien. Even levenslustig als den eer
sten dag.toen we zijn klinische les bij woonden,
alleen heel wat meer In staat om hem te
volgen en te kunnen bewonderen, dank zij
zijn vele en goede lessen.
In 't eind van 't vorig jaar bleek voor 't
eerst dat Pel de oude niet meer was. Tij
dens een consult, moeslen we even wachten
met verder spreken; na het oploopen van een
trap konden we niet direct beginnen, omdat
professor eerst op adern moest komen. En
nadien werden de berichten steeds
ongunMen ziet de Fransche soldaten in L'Appel
du Sol weer goed voor ifcrtf Men ziet hun
tekortkomingen, hun domheden, hun vrees
soms, hun opoffering altijd, hun onbegrijpe
lijke dapperheid telkens opnieuw. Men leeft
de gewone, ook van elders bekende ver
schrikkingen mede; ik zal ze niet hier weer
noemen. Men verneemt van begane fouten,
van paperassen, van netjes getikte orders,
die te laat komen; van de onjuiste opvat
tingen bij de thuisgebleven burgerij, van de
bourrage de ciane" in de dagbladen. Het
is alles blijkbaar zoo waar. Bijzonder tref
fend wordt de slag aan de Marne verhaald,
en de indruk dien Joffre's onsterflijke leger
order op de manschappen maakte: Au
moment oüs'engage une bataille d'oüdépend
Ie salut du pays, il importe de rappeler a
tous que Ie moment n'est plus de regarder
en arrière..." Buitengewoon aardig is daar
entegen weereenvoluptueuze liefdes episode,
geestig zijn een paar krabbels van
embusqués", boeiend de karakterschets van den
mystiek-geloovigen kapitein de Quéré, van
den modernen beroepsofficier Lucien. Leer
zaam zijn beschouwingen over de
GriekschRomeinsche beschaving, voortgezet door
d« Fransche, over de staatsorganisatie der
Fran°chen, nagevolgd door Duitschland, over
de Franschen als soldats de l'Idée".
L'Allemagne sera battue parce que c'étalent
les gens de guerre, rettres et maitres de forges
qui y dominaient et non, comme au kndematn
d'léna, les penseurs permains". Wie zal
dit niet nu beamen? Zoo is het een even
leerzaam als boeiend boek; daarbij is de
schrijfwijze zuiver en sober.
Maar dit alles is niet de hoofdzaak.
Hoofdzaak is de figuur van Vaissette.
Vaissette, leeraar aan een gymnasium, nu
reserve-luitenant, is een creatie Men
zou kunnen zeggen, hij Is de zoon van den
M. Bergeret uit Anatole France's Histoire
contemporaine: spraakzaam als hij, een
geestig twijfelaar als hij, een man die van
paradoxen houdt, die op zijn tijd betoogt
dat het toeval ons lot beheerscht en de
wereld geen wetmatigheid kent; een man,
tegelijk verlegen en vermetel, jacobijn,
voltairiaan, bijna paganist,
internationaalgezind. En gelijk M. B.'rgeret een man was
als Anatole France zelf, zoo is Vaissetle
een man als Adrien Bsrtrand. Maar Bertrand
en Vaissette zijn jonger dan hun beider
geestelijke vaders. Zij leven in een anderen
tijd. Zij moeten ten oorlog. En, ziehier nu
het oorspronkelijke in deze creatie: Vaissette,
de scepticus, is geen scepticus meer, nu
hij voor zijn land strijdt. Hij strijdt met
enthusiasme voor Frankrijk, als voor iets
absoluuts, met hetzelfde, vreemde enthu
siasme dat Bertranöin zich en in zijn
kameraden reeds had ontwaard.
En evenmin als Bertrand kan Vaissette
van deze geestdrift redelijke reden geven...
Het eenige wat hij vindt is een mystieke
verklaring. Hij en zijn makkers, gevoelt hij,
hebben zich zonder beperking aan Frankrijk
weggegeven, omdat zij Frankrijk zelf zijn.
De natie denkt en handelt in en voor hen,
zij hebben slechts te gehoorzamen. Bij
den Franschen bodem behoort de Fran
sche bevolking en die bodem heeft zijn
bevolking opgeroepen om hem te ver
dedigen: l'appel du sol... Tous, ilsavaient
perdu leur individualité; ils n'ëtaient plus
qu'une cellule de la nation. lis n'ëtaiert
point des hommes, ils taeirt une pirtie
de son sol, comme Irs hétres de h'
forêt voisire et comme l'eau qui courait
dans Ie vallon. La patrie entière, ses
DE BOLSJEWIK
Teekening voor de Amsterdammer" van George van Raemdonck
Ik zou willen dat de geheele menschheid n kop had
te hakken."
stiger, tot Zaterdag 15 Februari de tijding
kwam; bang verwacht: prof. Pel is
gestorven.
Aan meerbevoegden overlatend zijn leven
en werken voor het nageslacht van genees
heeren vast te leggen en te bewaren. Aan
een van zijn vele discipelen deze bescheiden
taak: te z,eggen dat hij is gebleven voor
ons wat hij was van den aanvang op zijn
iiiiiimiiimiiiiiiimililllliliiiiiiiilii
guérets et ses champs, ses forêts et ses
villes, voulalt vlvre; et ses fils la d
fendaient. Ils obélssaient moin's a l'appel de
leur conscience, aux arguments de leur
amour et de leur raison qu'a la voix de
cette terre et de ce ciel, qji leur avalent
servi de berceau et leur setviraient de s
pulture. lis taient un peu de la France comme
sa glèbe et commes es moissons. Aux flcuves
de couler indéfiniment comme l'histoire
d'un peuple, aux arbres de développer a
chaque printemps leur frondaison nouvelle,
aux générations qui se suivent d'être les
gardiennes sacrées de la Patrie." Zuo moe
ten de sceptici Vaissette en Bertrand ten
slotte van alle logische verklaring hunner
geestdrift afzien en besluiten tot het be
staan van een mystiek wezen, dat Ie sol
frangais" heet, maar mér is dan een bodem
en dat hen, met even geheimzinnige als
onweerstaanbare stem, tot handelen dwingt.
L'appel du sol"... in die weinige woor
den ligt de eenige, de dichterlijke verklaring
van alle vaderlandsliefde. Een verklaring
die ons allen te denken en te gevoelen
kan geven.
Toen nu dit boek uitgegeven en bekroond
was, zette Bertrand zijn litterairen
arbeid voort. Want tot hervatting van
den dienst in het leger bleek hij nog
niet in staat; wel was hij niet zeer
ziek, maar genezing bleef uit. je Ie revois
encore, pale et blond, frêle et chaleureux,
Ie regard vaste et clair, illumii d'une
ardente flamme inférieure, me confiant ses
projets, ses espoirs," schrijft een zijner
vrienden. Weer gaf hij een bundel gedichten
uit, dte zeer geroemd wordt, maar dien ik
nog niet heb kunnen lezen. En weer trok
hem het probleem van den oorlog. Van zijn
vroegere, vóroorlogsche zieleleven was hem
een verteederde herinnering bij gebleven aan ,
een zestal onsterflijke figuren uit de wereld- f
litteratuur. Als van levende wezens hield i
hij van Voltaire's Candide, van abbéCoig- [
nard, de geestige creatie van Anatele France, !
van Faust, van mr. Pickwick, van Don '
Quichote, van Homerus' Achilles. Van
Achilles hield hij wel het minst, want in
hem zag hij vooral de verpersoonlQking
van militaire grootspraak. Don Quichote
was voor hem, als voor ons allen, de eer;
Pickwick, de Brttsche waardigheid; Faust,
de dichterlijke diepzinnigheid van het betere
Duitschland ; Coignard, de menschenliefde,
de levenslust en het anti-dogmatisme; Can
dide, de personificatie der telkens door
rampen getroffen menschheid, die in het
il faut cultlver son jardin", d.i. in de be
perking van wenschen en gedachten een
laatsten en doeltreffenden troost vindt. Bij
deze zes onsteiflijke figuren voegde hij nu
zelf en had niet de Académie Goucourt
er hem het recht toe gegeven ? zijn eigen
onsteiflijken (ofschoon gesneuvelden Vais
sette, en deze zeven immortels liet hij over
den oorlog een reeks gesprekken voeren.
Zoo zijn Bertrand's oorlogsgedachten te
zamen gekomen met z?jn litteraire
voorliefden van vroeger in een alleraardigsten
dialoog 2) die telkens treft, hetzij door juiste
kenscheteingvan Pickwick, van Don Quichote,
hetzij door geslaagde en daardoor geestige
navolging van den stijl van Anatole France
of Voltaire en die voortdurend interesseert.
Het is onmogelijk de talrijke diepzinnige
of geestige opmerkingen hier weer te geven.
Dezelfde bundel bevat nog een historische
novelle a la Anatole France - waarin bij
de Germanen van de 1ste eeuw dezelfde fou
ten worden aangewezen als bij de Duitschers
om dien met n slag af
(Caligula.)
iiHimnmimitimHHHMmHtimmiiimiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiittMMMMtiiiiiii
polikliniek, in zijn kliniek, bij zijn consult
en zijn overigen omgang met ons: Een
Meester. A. K R o p v F, L D J R.,
Arts
PiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiirtiiiiiiiimiiiiiMi
van nu, verder een gefingeerd dagboek,"
voortreffelijke pastiche van den litterairen
stijl der Fransche Revolutie, en eenige fabels
van La Fontaine, in proza overgebracht en
veranderd naar den aard van onzen tijd.
En het geheel is een zeer delicate spijs
voor litteraire fijnproevers, voor hen vooral
die de nagevolgde schrijvers goed kennen.
Noodzakelijk is het toe te geven dat enkele
trekjes, hoezeer verklaarbaar, toch betreur
enswaardig zijn; zoe kan men, zonder
Romain Rolland te verdedigen, het wei
nige dat hier terloops tegen hem wordt
gezegd excessief en Bertrand onwaardig
noemen; en zoo is het wellicht onjuist te
vreezen dat de Dultschers nooit geheel en
al zoo beschaafd zullen worden als wij,
Westerlingen: zij schijnen nu tenminste op
weg... 't Is noodig dit even te zeggen.
Maar oneindig belangrijker is het te wijzen
op de hoofdgedachten, die hier tot uiting
komen. Want zij zijn ten deele weer anders
dan die van L'Appel du Sol en steeds
algemeener zullen zij in de toekomst worden
beaamd. Vaissette geeft den abbéCoignard
toe dat men zonder bezwaar aan alles kan
twijfelen; maar, voegt hij erbij, aan de
rechtvaardigheid is geen twijfel toelaatbaar,
zoodra men haar voor zichzelf meent ge
vonden te hebben. Vaissette verkondigt
luide, en opnieuw, dat het in dezen oorlog
de geest is die heeft gezegevierd. En boven
al: Bertrand weet nu wat dit eigenlijk wil
zeggen. Vroeger had hij maar teiloops ge
opperd dat de Franschen les soldats de
l'Idée" waren; duidelijk ziet hij nu welke
deze idee is: Ie jonr viendra," zegt de
schrijver van het Revolutie-dagboek, o
tous les peuples llbres s'uniront contre les
derniers despotes." Duidelijk beseft Bertrand
nu dat hij, zonder het te weten, gevochten
heeft om de laatste militaristische macht
en daarmee alle militarisme te vernietigen;
dat deze vier jaar de barenstijd van een
nieuwe wereldorde zijn geweest, een orde
gegrond op overeenkomsten in plaats van
op machtsevenwicht. Daarvoor dus, beseft
hij nu, riep Frankrijks bodem Frankrijks
zonen op, daarvoor dus streden zijn mak
kers en hij, al wisten zij 't niet zelf.
En toen hij dit had uitgesproken, is Adrien
Bertrand, pas 29 jaar oud, gestorven. De
genezing was niet gekomen; twee jaar na
zijn verwonding bezweek hij toch nog.
Het was in November 1917, nu juist een
jaar geleden.
Zijn Vaissette, dat was hij zelf. En toen
Vaissette zeide voor Frankrijk en een nieuwe
wereld te sterven, was daarmede door Adrien
Bertrand dus niet te veel gezegd. Adrien
Bertrand heeft zich inderdaad voor zijn
land en voor de wereld geofferd. Gelukkig
dat hij tevoren nog tijd gevonden had, een
tweetal boeken te schrijven, waarvan n,
L'Appel du Sol, waarschijnlijk blijvende
waarde heeft. Frederik de Groote reeds
prees die wonderlijke Franschen, qui
gagnent des batailles, ayant la mort sur les
lèvres, et font, a l'agonie, des ouvrages
immortels." JOHANNES TIELROOY
1) Roman, Paris, Calmann-Levy, 1916.
2) L'orage sur Ie jardin de Candide, romans
philosophiques. Paris, Calmann-Lévy, 1917.
IIIIIIIIIIIIIIIHII IIIIIIIIIHIIIII limMiiimiiimiiiuiMiiiiiiiiiillli
Levensverzekering Maatschappij
H A A R L E M"
Wilsonsplein 11
DE VOORDEELIGSTE TARIEVEN