De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 1 maart pagina 9

1 maart 1919 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

TT? l Maart. '19. No. 2175 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND PROF. P. K. PEL Impressies De Maandagmorgen polikliniek Negen uur 's morgens. De collegezaal in het Binnengasthuis is reeds vrij aardig ge vuld. Studenten van alle semesters op de amphitheatersgewijs geplaatste rijen stoelen. In het midden een vrije ruimte, waarineen bed, een bord, een tafeltje, schrijfgereed schap, een paar eenvoudige leunstoelen, waarvan een voor Professor Pel, de andere voor zijn secretaris, een der oudere stu denten. Boven de middendeur het borstbeeld van. Boerhave, buiten de deur een rQ stoelen, die allen bezet worden door patiënten, die, na negen uur meekomen met Professor, die ze uitgezocht heef t uit het polikliniek gebouw, onder de klok. Professor komt binnen. Stilte. Groeten. Een der patiënten volgt met een brief je van zjjn dokter. Professor leest, wenkt dan een van de oudere studenten om plaats te nemen tegenover den patiënt. Collega, deze vriend lijdt reeds jaren aan hevige benauwdheden. Hij heeft den dokter in zijn dorp geraadpleegd en verscheidene andere geneesheeren tot nu zonder resultaat. Nu wil hij hooger op". Welk een voorrecht voor U dien patiënt van zijn Uden af te helpen, in ieder geval zijn kwaal te helpen verlichten. Gaat uw gang". De collega" vraagt, onderzoekt, vraagt weer, kijkt nog eens na, maakt;de diagnose van een bijna nooit voorkomende ziekte. Hersengezwel, want hij heeft hoofdpijn. En wel een echlnococcus, want hij had een hond. En nu moet men 't Pel hebben hooren en zien zeggen, om voor altijd te onthouden dat bij 't stellen van een diagnose die buite nissigheden slechts in de laatste plaats in aanmerking komen. Tsja, als iemand me vertelt, dat in den tuin van het B. G. een beest op vier pooten loopt, dan zou 't kunnen zijn een tijger of een olifant, maar dan denk ik toch 't eerst aan een hond of een kat." De klinische les. Alweer de college zaal. In de vrije ruimte niets. Tegen kwart over elf gaan de deuren open; een patiënt te bed word' binnen ge bracht. Prof. Pel in witte jas naaat 't bed. Noodlgt een candidaat uit den patiënt te onderzoeken. Anamnese, onderzoek, diag nose. Alles gaat vlot. Professor knikt telkens goedkeurend. De ouderen weten we) wat dat beteekent. iiiiiiiniiiiiniiiiliiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiii Nieuwe Fransche Boeken ADRIEN BERTRAND Dertig jaar geleden werd Adrien Bertrand geboren, als de zoon van een Provergaalschen predikant en ais afstammeling van een der laatste generaals die Napoleon I waren trouw gebleven. Hij bracht zijn jeugd grootendeels te Parijs, maar tijdens de vacanties in het warme en weelderige land van Pro ven ce door. Hij studeerde goed, las alles; hij zou leeraar worden en bezocht de Ecole Normale Supérieure. Maar de litteratuur eischtehem voor zich op; nog heel jong werd hfj secre taris van Catulle Mendès. Na diens on ge lukkigen dood gaf hfj een monographie over den brillanten dichter uit. Ook werd hij toen journalist en publiceerde gedichten; het waren honorabele gedichten, zooals jonge weionderwezen journalisten er meer publiceeren. Ja, hij behaalde zelfs een be scheiden succes met zijn La Première Bérénice, comédie en un acte en vers, die ter gelegenheid van een Racine-gedenkdag in het Théatre Francais werd opgevoerd en door de Académie Francaise bekroond. Met twee oude, eerwaardige instellingen stond hij dus op goeden voet. Hij was een ver dienstelijk en sympathiek schrijver met toekomst een geletterd schrijver tevens, wat niet van alle sympatleke, jonge auteurs kan worden gezegd. De Ecole Normale Sup rieure is een school van den eersten rang... Daarop kwam de oorlog. Adrien Bertrand streed mee, als luitenant bij de dragonders. Hij streed met volkomen overtuiging en totale overgave. Endit ver wonderde hem eerst zelf. Want hfj was eigenlijk een twijfelaar en een zoeker, een geest die in niets absoluuts geloofde, en ziedaar l zonder terughouding had hij zich weggeschonken.. Tevoren had hfj het toch zoo goed geweten, dat een verblflf in de kazerne niet bepaald ver heffend werkt; zQn meester Anatole France had hem zoo terecht doen opmerken dat een militaire overwinning nu juist geen genie bij den overwinnaar veronderstelt, omdat n der twee tegenstanders immers winnen moet; het begrip vaderlandsliefde had hem steeds iets, wel niet waardeloos', maar toch zeer betrekkelQks toegeschenen, en een internationale gemeenschap van ge lijkgestemden had hij leeren beschouwen als de schoonste wereldorde der toekomst. En nu voelde hij zich op zijn plaats in het leger; nu had hf vertrouwen in zijn meer deren; nu was hij daadwerkelijk patriot. Met een heerlijke en opzweepende geest drift streed hij mede in een strijd van haat en vernietiging. Geen der zoo vaak gehoorde verklaringen gaf van deze geestdrift een voldoende rekenschap. Men was aangevallen en wilde zich verdedigen, goed. Maar dat verklaart geen geestdrift.; Men kon hopen dat deze oorlog, mits door de geallieerden gewon nen, de laatste zou zQn, zeker. Maar zouden NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP MotordienstvanTetenburg DAGELIJKSCHE MOTQRDIENST UTRECHT IBDfll DEN UUfi DELFT I. HrichtickimrM. rjijékifcl. ItitWiiil VIOI. VI««* Hebt U nog een goeden raad voor den patiënt". Digitalis, professor". Digitalis, daar ben ik een groot vriend van". Volgt een lofrede op dlgitalis. Nog iets anders". .Neen, professor". Dank U". Misschien wil meneer Y den patiënt ook van goeden raad dienen. Meneer Y, zet' zich naast den patiënt. Zelfde onderzoek, doch deze collega, zou graag oogspiegelonderzoek. En dan de kritiek van prof. Pel, waarbij de fouten en tekortkomingen der studenten geducht werden tentoongesteld, maar nooit zoo dat de betreffende zich beleedigd of gekrenkt kon voelen, omdat we allen onze beurt kregen en ten slotte ook allen onzen troost van den groote Meester. Tja, als 't zoo gemakkelijk was! In leder handboek kunt U lezen wat febris typhoidea is, daar voor hebt U Strumpel of Eichhorst, maar een lijder aan febris typhoidea is toch nog anders en daarvoor hebt U mij. Onder al de klinische lessen namen die van Zaterdagochtendhalf negen een bfzondere plaats in. Dan was ondanks het vroege uur de zaal stampvol, behalve de stoelen ook de trappen van het amphitheater bezet, door studenten en artsen die zich maar even konden vrij maken. Die ochtend was gewijd aan zenuw- en kinderziekten en de artsen uit de Amsterdamsche Hoogeschool zullen in het bijzonder bfl de moeilijke gevallen in hun praktijk dikwijls hebben moeten denken aan die nuttige, gezellige prettige en leerzame Zaterdagochtend uren. Dan zagen we de tabes patiënten met verhoogde reflexen, de lijders aan hersen tomoren zonder verschtjnselen.de anaemlsche en chlorstïsche kindertjes, die er blozend uitzagen. Dat was de ochtend die uitgezocht werd om door tegenstellingen en afwezigheid der symptomen, deze in ons hoofd te prenten, en de moeilijk te volgen beschrijvingen in leerboeken door een de monstratie zoohelderalsglastot onsgecstelfjk eigendom te maken.Ochtend en van onverdeeld intellectueel genot.... behalve dan voor den student die respondeeren moest. Consult. En een van de groote voordeelen, die het gevestigd zijn in Amsterdam voor den gewezen student van de Amsterdamsche Hoogeschool meebracht, was het consult in de praktijk met prof. Pel. Altijd was 't leerzaam. Al was professor 't geheel met je diagnose en therapie eens, er was gewoonlijk nog wel tijd voor den meester om zich met zijn leerling van vroeger (van vroeger? alsof we 't niet tot 't laatst gebleven zijn!) bezig te houden. En o wee! als door eigen schuld verzuim was gepleegd ten nadeele van den patiënt. Kortaf, zooals Pel eigenlijk nooit anders was, kon hij je dan diagnose en therapie toeduwen. Of wel, hij liet zijn lorgnet aan 't koordje vallen, keek je aan, schudde zijn hoofd en voegde je toe: En dat is een discipel van de Amsterdamsche kliniek l de geallieerden winnen? Men wist het niet, en toch was men geestdriftig. Men wilde door de Duitschers niet langer getart en gesard worden, men wilde met rust worden gelaten. Natuurlijk. Maar vecht een jong geletterd scepticus, een auteur die zijn toe komst nog moet maken, om zulke redenen met geestdrift? Van waar dit lan, dit rustig en sterk enthusiasme? Hij zag om zich heen. En hij bemerkte dat alle Fransche soldaten vochten om an dere dan de redenen die zij zeif zouden hebben opgegeven; dat zfl vochten om redenen die de rede niet kent." Het was niet om een nieuwe wereldorde," het was niet om het recht en de vrijheid," dat die eenvoudige burgers en boeren zich dagelijks opofferden. Zij dachten aan zoo iets verhevens maar zelden en zeker nooit als zij koude en verveling in de eerste linies leden, als zij vooruitrukten onder Duitsche kogels. Adrien Bertrand zag hen aan, bewonderde hen, steeds meer hield hij van die eenvou dige, zoo menschelijk zwakke en tegelijk zoo menschelijk sublieme kameraden. Maar hoe kwamen ze zoo te zijn? Adrien Bertrand zelf gedroeg ztch dapper, werd twee maal gewond, en met het oorlogs kruis gesierd. En onbekwaam om verder mee te strijden, voelde hij zich nu in staat een boek samen te stellen, dat een zuivere beschrijving van den oorlog zijn zou en tevens uitdrukking zou geven aan het eigen aardige, onverklaarde enthusiasme dat hem en zijn makkers had vervuld. Hij schreef L'Appel du Sol, 1) het boek dat met Barbusse's Le Feu en Duhatnel's Vie des Martyrs, misschien het beste Fransche oorlogsboek is, een boek dat met den prix Goncourt voor 1916 werd bekroond en dat ik hier met vreugde bekend maak aan den Hollandschen lezer. Hoezeer hoop ik dat men het leze l Laten wij in dit stille land, waar wij, deze vier jaren door, alleen levens middelen te weinig en zich vervelende soldaten te over hadden, toch bedenken wat in die landen ginds is gebeurd! Daar werd wreed, afschuwelijk gevochten. Daar werd vreeselijk geleden. Maar daar werd de historie gemaakt I Grortsche gevoelens zweepten daar de menschen op tot een nooit vermoede wilskracht en de nieuwe wereldorde, waaraan ook wij deel zullen hebben, is door die wilskracht geschapen. De menschen die haar schiepen zijn men schen als wij, even zwak, even egoïstisch, even verstandig ook als wij. Even verstan dig l Laat Nederland toch niet zeggen dat het alles verdwaasdheid" was. Want waar lijk, het is een schande voor ons land dat hier soms zoo is gesproken, een schande voor de onkundigen, de schijnwijzen, de versuften onder ons, die hun land met zulke verwaande uitingen hadden kunnen compromitteeren. Wie zeide, in de jaren die nu achter ons liggen, dat de strijdenden verruwd" of verdwaasd" waren, bewees daarmede al leen, dat het hem volkomen aan verbeeldings kracht ontbrak. Een minimum verbeeldings kracht doet ons beseffen, dat die meerendeels gewone menschen, van gelijke beweging als wij, dat die Fransche, Engelsche en, ja, ook Duitsche jongens en mannen bijna allen door een nobel gevoel gedreven werden, een gevoel, dat ook ons, precies zoo, zou hebben bezield indien wij hadden moeten meedoen. La guerre," zegt Adrien Bertrand, est la honte de l'humanitë si on la considère en elle-méme; elle en est la sanctification si on la voit dans Ie coeur de ceux qui la font." DEN HAAGrUJIJGENSPARK 22 onder Garantie voor Inboedels En bulten: Mag ik U ergens heen brengen professor. Dank U, laat 't een volgend keer niet meer voorkomen." En zoo een tweede les heeft, geloof ik, niemand in zijn praktijk van prof. Pel noodig gehad, De Maart-vergadering van den Amsterdamschen Geneeskundigen Kring. Ondanks de verminderde en veranderde belangstelling van de Amsterdamsche artsen in de kringvergaderingen was er een van die bijeenkomsten, waar 't bezoek altijd 't grootst was. Dat was de Maaitvergadering. Dan werden geen of zoo goed als geen huishoudelijke en vakbelangen besproken. Deze vergadering had plaats in het clinieum van prof Pel. Doktoren die anders nooit op een vergadering kwamen, ontmoette je daar. Het was altijd een succesavond van den kring, omdat 't immer een succesavond van Pel was. Er is wel eens g? tracht het beroep van huisdokter internist in een hoek te duwen omdat de geneeskunde zich zoo specia liseert en ook de interne geneeskunde het niet doen kan zonder Röntgenstralen, hoogte zon, en andere hulpmiddelen, die gewoonlijk buiten het instrumenteren van den huisarts vallen. Maar wie 't bijgewoond heeft wat Pel deed met zijnpercussie hamer en zijn stethos coop. Hij voelde zich zoo gerugsteund tegen over de specialisten en specialisme, al besef ten we achteraf natuurlijk volkomen, dat zulke resultaten met zulke eenvoudige hulpmid delen slechts bereikt konden worden door een groot kllnicus als Pel was. In 1918 hebben we hem 't Jaatst voor ons gezien. Even levenslustig als den eer sten dag.toen we zijn klinische les bij woonden, alleen heel wat meer In staat om hem te volgen en te kunnen bewonderen, dank zij zijn vele en goede lessen. In 't eind van 't vorig jaar bleek voor 't eerst dat Pel de oude niet meer was. Tij dens een consult, moeslen we even wachten met verder spreken; na het oploopen van een trap konden we niet direct beginnen, omdat professor eerst op adern moest komen. En nadien werden de berichten steeds ongunMen ziet de Fransche soldaten in L'Appel du Sol weer goed voor ifcrtf Men ziet hun tekortkomingen, hun domheden, hun vrees soms, hun opoffering altijd, hun onbegrijpe lijke dapperheid telkens opnieuw. Men leeft de gewone, ook van elders bekende ver schrikkingen mede; ik zal ze niet hier weer noemen. Men verneemt van begane fouten, van paperassen, van netjes getikte orders, die te laat komen; van de onjuiste opvat tingen bij de thuisgebleven burgerij, van de bourrage de ciane" in de dagbladen. Het is alles blijkbaar zoo waar. Bijzonder tref fend wordt de slag aan de Marne verhaald, en de indruk dien Joffre's onsterflijke leger order op de manschappen maakte: Au moment oüs'engage une bataille d'oüdépend Ie salut du pays, il importe de rappeler a tous que Ie moment n'est plus de regarder en arrière..." Buitengewoon aardig is daar entegen weereenvoluptueuze liefdes episode, geestig zijn een paar krabbels van embusqués", boeiend de karakterschets van den mystiek-geloovigen kapitein de Quéré, van den modernen beroepsofficier Lucien. Leer zaam zijn beschouwingen over de GriekschRomeinsche beschaving, voortgezet door d« Fransche, over de staatsorganisatie der Fran°chen, nagevolgd door Duitschland, over de Franschen als soldats de l'Idée". L'Allemagne sera battue parce que c'étalent les gens de guerre, rettres et maitres de forges qui y dominaient et non, comme au kndematn d'léna, les penseurs permains". Wie zal dit niet nu beamen? Zoo is het een even leerzaam als boeiend boek; daarbij is de schrijfwijze zuiver en sober. Maar dit alles is niet de hoofdzaak. Hoofdzaak is de figuur van Vaissette. Vaissette, leeraar aan een gymnasium, nu reserve-luitenant, is een creatie Men zou kunnen zeggen, hij Is de zoon van den M. Bergeret uit Anatole France's Histoire contemporaine: spraakzaam als hij, een geestig twijfelaar als hij, een man die van paradoxen houdt, die op zijn tijd betoogt dat het toeval ons lot beheerscht en de wereld geen wetmatigheid kent; een man, tegelijk verlegen en vermetel, jacobijn, voltairiaan, bijna paganist, internationaalgezind. En gelijk M. B.'rgeret een man was als Anatole France zelf, zoo is Vaissetle een man als Adrien Bsrtrand. Maar Bertrand en Vaissette zijn jonger dan hun beider geestelijke vaders. Zij leven in een anderen tijd. Zij moeten ten oorlog. En, ziehier nu het oorspronkelijke in deze creatie: Vaissette, de scepticus, is geen scepticus meer, nu hij voor zijn land strijdt. Hij strijdt met enthusiasme voor Frankrijk, als voor iets absoluuts, met hetzelfde, vreemde enthu siasme dat Bertranöin zich en in zijn kameraden reeds had ontwaard. En evenmin als Bertrand kan Vaissette van deze geestdrift redelijke reden geven... Het eenige wat hij vindt is een mystieke verklaring. Hij en zijn makkers, gevoelt hij, hebben zich zonder beperking aan Frankrijk weggegeven, omdat zij Frankrijk zelf zijn. De natie denkt en handelt in en voor hen, zij hebben slechts te gehoorzamen. Bij den Franschen bodem behoort de Fran sche bevolking en die bodem heeft zijn bevolking opgeroepen om hem te ver dedigen: l'appel du sol... Tous, ilsavaient perdu leur individualité; ils n'ëtaient plus qu'une cellule de la nation. lis n'ëtaiert point des hommes, ils taeirt une pirtie de son sol, comme Irs hétres de h' forêt voisire et comme l'eau qui courait dans Ie vallon. La patrie entière, ses DE BOLSJEWIK Teekening voor de Amsterdammer" van George van Raemdonck Ik zou willen dat de geheele menschheid n kop had te hakken." stiger, tot Zaterdag 15 Februari de tijding kwam; bang verwacht: prof. Pel is gestorven. Aan meerbevoegden overlatend zijn leven en werken voor het nageslacht van genees heeren vast te leggen en te bewaren. Aan een van zijn vele discipelen deze bescheiden taak: te z,eggen dat hij is gebleven voor ons wat hij was van den aanvang op zijn iiiiiimiiimiiiiiiimililllliliiiiiiiilii guérets et ses champs, ses forêts et ses villes, voulalt vlvre; et ses fils la d fendaient. Ils obélssaient moin's a l'appel de leur conscience, aux arguments de leur amour et de leur raison qu'a la voix de cette terre et de ce ciel, qji leur avalent servi de berceau et leur setviraient de s pulture. lis taient un peu de la France comme sa glèbe et commes es moissons. Aux flcuves de couler indéfiniment comme l'histoire d'un peuple, aux arbres de développer a chaque printemps leur frondaison nouvelle, aux générations qui se suivent d'être les gardiennes sacrées de la Patrie." Zuo moe ten de sceptici Vaissette en Bertrand ten slotte van alle logische verklaring hunner geestdrift afzien en besluiten tot het be staan van een mystiek wezen, dat Ie sol frangais" heet, maar mér is dan een bodem en dat hen, met even geheimzinnige als onweerstaanbare stem, tot handelen dwingt. L'appel du sol"... in die weinige woor den ligt de eenige, de dichterlijke verklaring van alle vaderlandsliefde. Een verklaring die ons allen te denken en te gevoelen kan geven. Toen nu dit boek uitgegeven en bekroond was, zette Bertrand zijn litterairen arbeid voort. Want tot hervatting van den dienst in het leger bleek hij nog niet in staat; wel was hij niet zeer ziek, maar genezing bleef uit. je Ie revois encore, pale et blond, frêle et chaleureux, Ie regard vaste et clair, illumii d'une ardente flamme inférieure, me confiant ses projets, ses espoirs," schrijft een zijner vrienden. Weer gaf hij een bundel gedichten uit, dte zeer geroemd wordt, maar dien ik nog niet heb kunnen lezen. En weer trok hem het probleem van den oorlog. Van zijn vroegere, vóroorlogsche zieleleven was hem een verteederde herinnering bij gebleven aan , een zestal onsterflijke figuren uit de wereld- f litteratuur. Als van levende wezens hield i hij van Voltaire's Candide, van abbéCoig- [ nard, de geestige creatie van Anatele France, ! van Faust, van mr. Pickwick, van Don ' Quichote, van Homerus' Achilles. Van Achilles hield hij wel het minst, want in hem zag hij vooral de verpersoonlQking van militaire grootspraak. Don Quichote was voor hem, als voor ons allen, de eer; Pickwick, de Brttsche waardigheid; Faust, de dichterlijke diepzinnigheid van het betere Duitschland ; Coignard, de menschenliefde, de levenslust en het anti-dogmatisme; Can dide, de personificatie der telkens door rampen getroffen menschheid, die in het il faut cultlver son jardin", d.i. in de be perking van wenschen en gedachten een laatsten en doeltreffenden troost vindt. Bij deze zes onsteiflijke figuren voegde hij nu zelf en had niet de Académie Goucourt er hem het recht toe gegeven ? zijn eigen onsteiflijken (ofschoon gesneuvelden Vais sette, en deze zeven immortels liet hij over den oorlog een reeks gesprekken voeren. Zoo zijn Bertrand's oorlogsgedachten te zamen gekomen met z?jn litteraire voorliefden van vroeger in een alleraardigsten dialoog 2) die telkens treft, hetzij door juiste kenscheteingvan Pickwick, van Don Quichote, hetzij door geslaagde en daardoor geestige navolging van den stijl van Anatole France of Voltaire en die voortdurend interesseert. Het is onmogelijk de talrijke diepzinnige of geestige opmerkingen hier weer te geven. Dezelfde bundel bevat nog een historische novelle a la Anatole France - waarin bij de Germanen van de 1ste eeuw dezelfde fou ten worden aangewezen als bij de Duitschers om dien met n slag af (Caligula.) iiHimnmimitimHHHMmHtimmiiimiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiittMMMMtiiiiiii polikliniek, in zijn kliniek, bij zijn consult en zijn overigen omgang met ons: Een Meester. A. K R o p v F, L D J R., Arts PiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiirtiiiiiiiimiiiiiMi van nu, verder een gefingeerd dagboek," voortreffelijke pastiche van den litterairen stijl der Fransche Revolutie, en eenige fabels van La Fontaine, in proza overgebracht en veranderd naar den aard van onzen tijd. En het geheel is een zeer delicate spijs voor litteraire fijnproevers, voor hen vooral die de nagevolgde schrijvers goed kennen. Noodzakelijk is het toe te geven dat enkele trekjes, hoezeer verklaarbaar, toch betreur enswaardig zijn; zoe kan men, zonder Romain Rolland te verdedigen, het wei nige dat hier terloops tegen hem wordt gezegd excessief en Bertrand onwaardig noemen; en zoo is het wellicht onjuist te vreezen dat de Dultschers nooit geheel en al zoo beschaafd zullen worden als wij, Westerlingen: zij schijnen nu tenminste op weg... 't Is noodig dit even te zeggen. Maar oneindig belangrijker is het te wijzen op de hoofdgedachten, die hier tot uiting komen. Want zij zijn ten deele weer anders dan die van L'Appel du Sol en steeds algemeener zullen zij in de toekomst worden beaamd. Vaissette geeft den abbéCoignard toe dat men zonder bezwaar aan alles kan twijfelen; maar, voegt hij erbij, aan de rechtvaardigheid is geen twijfel toelaatbaar, zoodra men haar voor zichzelf meent ge vonden te hebben. Vaissette verkondigt luide, en opnieuw, dat het in dezen oorlog de geest is die heeft gezegevierd. En boven al: Bertrand weet nu wat dit eigenlijk wil zeggen. Vroeger had hij maar teiloops ge opperd dat de Franschen les soldats de l'Idée" waren; duidelijk ziet hij nu welke deze idee is: Ie jonr viendra," zegt de schrijver van het Revolutie-dagboek, o tous les peuples llbres s'uniront contre les derniers despotes." Duidelijk beseft Bertrand nu dat hij, zonder het te weten, gevochten heeft om de laatste militaristische macht en daarmee alle militarisme te vernietigen; dat deze vier jaar de barenstijd van een nieuwe wereldorde zijn geweest, een orde gegrond op overeenkomsten in plaats van op machtsevenwicht. Daarvoor dus, beseft hij nu, riep Frankrijks bodem Frankrijks zonen op, daarvoor dus streden zijn mak kers en hij, al wisten zij 't niet zelf. En toen hij dit had uitgesproken, is Adrien Bertrand, pas 29 jaar oud, gestorven. De genezing was niet gekomen; twee jaar na zijn verwonding bezweek hij toch nog. Het was in November 1917, nu juist een jaar geleden. Zijn Vaissette, dat was hij zelf. En toen Vaissette zeide voor Frankrijk en een nieuwe wereld te sterven, was daarmede door Adrien Bertrand dus niet te veel gezegd. Adrien Bertrand heeft zich inderdaad voor zijn land en voor de wereld geofferd. Gelukkig dat hij tevoren nog tijd gevonden had, een tweetal boeken te schrijven, waarvan n, L'Appel du Sol, waarschijnlijk blijvende waarde heeft. Frederik de Groote reeds prees die wonderlijke Franschen, qui gagnent des batailles, ayant la mort sur les lèvres, et font, a l'agonie, des ouvrages immortels." JOHANNES TIELROOY 1) Roman, Paris, Calmann-Levy, 1916. 2) L'orage sur Ie jardin de Candide, romans philosophiques. Paris, Calmann-Lévy, 1917. IIIIIIIIIIIIIIIHII IIIIIIIIIHIIIII limMiiimiiimiiiuiMiiiiiiiiiillli Levensverzekering Maatschappij H A A R L E M" Wilsonsplein 11 DE VOORDEELIGSTE TARIEVEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl