De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 8 maart pagina 10

8 maart 1919 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 8 Maart. '19. - No. 2176 SPORT NA DEN OORLOG Onze sportredacteur heeft zich M ver schillende autoriteiten in het buitenland ge vend met de vraag vat de toekomst zal zijn van de internationale sport. Wij plaatsen hieronder het antwoord van Mr. Beresford. Mr. Beresford is voorzitter van de Thames Rowing Club en een der toonaangevende figuren in de sportwereld in Engeland, in het bijzonder onder de roeiers. SPORT IN ENGELAND door Mr. J. BERESFORD Voorzitter van de Thames' Rowing Club. Uit uw vraag, of wij genegen zouden zijn wederom wedstrijden te houden met de Dultschers, blijkt onmiddellijk hoe weinig u indien ik het zoo zeggen mag de gevoelens van dit land beseft. Het houden van internationale sportwed strijden brengt mede de erkenning vaneene zekere maatschappelijke gelijkheid en verelscht dikwijls vriendschappelijk gezelschapsleven. Wij haten de Dultschers niet, maar we beschouwen hen als leugenachtig, onbetrouwbaar en minderwaardig. Hunne daden in België zijn ons bekend: hunne moorden, verkrachtingen, diefstallen, slavernijen en deportaties. De meesten van ons hebben gehoord van de Lusitania, van capt. Fiyatt, van Edlth Cavell, van vergiftige gassen en vergiftige propaganda en we weten dat al die duivel achtige wandaden van het leger en de vloot ten volle goedgekeurd werden door het geheele Dultsche volk. Die feiten zullen wij gedenken. De menschen hier hebben zich dan ook vast voprgenomen om zooveel mogelijk elke aanraking met de Huns te vermijden, en ik betwfjfel het ten zeerste of u en Ik ooit eene eenigszins vriendschappelijke omgang tusschen Engelschen en Dultschers nog zullen beleven. Hoe de gevoelens hieromtrent zijn van lieden uit alle standen der maatschappij, werd uitstekend weergegeven in het Amerlkaansche weekblad Life". In het nummer van 2 Januari 1919 ziet men op pagina 28 een transatlantischen mailboot afgebeeld. De kapitein duidt een plek aan in het water aan een aantal passagiers. Een Dultscher, leunende tegen de verschansing, staat afge zonderd van de overige passagiers, die met afschuw naar hem omzien. De tekst is: .De Atlantische Oceaan overstekende 50 jaar na den Oorlog." Daarginds werd een reddingboot, gevuld met vrouwen en kinderen, door die ellendige Huns gebombardeerd." Ik heb onze toekomstige houding tegen over de Duitschers eenigszins breedvoerig besproken, omdat ik u slechts zou misleiden indien ik niet de volle waarheid sprak. De hedertdaagsche Engelsche generatie wil niets te maken hebben met Duitschers. Als de Duitschers zich verbeelden, dat ze binnen enkele jaren weer door de Engelschen ont vangen zullen worden en deel zullen mogen nemen aan onze sportwedstrijden, dan ver gissen zij zich ten zeerste. Ik ben hiervan ten volle overtuigd. Dientengevolge zou eene neutrale sportcommissie, welke het plan mocht hebben Engelschen en Duitschers te doen wed ijveren, zich in een moeilijk parket begeven. De ultnoodiging zou beslist worden gewei gerd en de oorsprong ervan zou men als verdacht beschouwen, terwijl de beste be doelingen dier commissie op onaangename wijze zouden kunnen worden uitgelegd. Het volgende nieuws zal u, hoop ik, nog Interesseeren: Wij zullen ongetwijfeld einde Juni of b:gln Juli eene Henley Regatta organiseeren, maar om de wisselprijzen zal op deze re gatta niet geroeid worden, daar de Varsities, Leander, Thames, London en al onze roeivereenigingen te zware verliezen geleden hebben en bovendien eene algeheele re organisatie noodlg zal zijn. De races zullen bestaan uit: open 8-tallen NONIHA'S EINDE. DOOR TEN KLOOSTER Noniha maakte een luchtsprong, hij had zijn plan gereed. Noniha was zeer zeker op den slechten weg. Niet omdat hij allang tot het Christen dom was overgegaan sinds hfj Johannes heette. HQ was nu ook altijd gekleed. Hij droeg een oud jasje van me, waaraan nog maar n knoop zat. Het was van linnen en eens wit geweest, maar kleur noch stof waren meer te onderkennen. Een klein stroohoedje van Europeesche confectie, en eens door een Chinees gedragen, verliet zijn kroeskop nooit. Als eetr Chinees iets weggeeft, dan ligt het ook «p apegapen, maar voor Noniha was het Hieuw. Noniha drinkt en veel Als ? de jachttijd open is, ruilt hij handig paradijsvogels tegen jenever, maar het overige van het jaar scharrelt hij zoo maar wat om aan drank te komen. HIJ is listig en een schavuit. Op de verlaten kust van Nieuw Guinea is er altijd allerlei aanspoelsel en dikwijls bloemen. Soms ook dingen, die ge er heelemaal niet zoudt zoeken. Ditmaal was het een lang iemand uit VoorIndië, gehuld in wflde gore lappen met een grooten vlezen tulband op den fijnen kop. Een ruige zwarte honigbeer, een paar Co bra's en een klein meiske, kindvrouwtje, hooren er bij. Soms doet een mager aapje ook nog mee. De kleine ronde oogjes van den beer zQn goedig en lusteloos, de slangen zien fel en wreed, de groote oogen van het kind iztjn vol verwondering en van een waarsch(nlijk 3 klassen ; open 4-tallen; races voor onze Public Schools en races voor 8 tallen, samengesteld uit mannen van legeren vloot.ooktoeeankelrjkvoorKolonlalen en Geallieerden. Daar hebben wij goede verwachtingen van. Oxford en Gambrldge zullen waarschijnlijk een tweetal 8-tallen in training hebben, maar van een Varsity Boat race kan vór 1920 geen sprake zijn. Door eenigszins breedvoerig de meening van de Roelwereld te hebben uiteengezet, heb ik u echter tevens de opinie weerge geven van alle andere takken van sport. mum iiiiim i m miiiiiuii i i O NZE PUZZL E HET VRAAGSTUK DER BRUGGEN Ofschoon dit vraagstuk, zooals wij reeds opmerkten, uit Euler's tijd dateert, heeft het tal van lezers nog aangetrokken en werden er zeer vele goede oplossingen ontvangen. Een der inzenders getroostte zich zelfs de moeite een 150 tal kleine teekeningetjes in te zenden om nogmaals aan te toonen dal Euler gelijk had met te beweren dat de zeven bruggen van Könlngsbe'gen niet in eene doorloopende wandeling te nemen" waren. Een andere inzender paste de theorie toe van het in nen trek beschrijven van eene of andere figuur (waarover wellicht later een puzzle volgt) en nog een ander bracht het in verband met de theorie over het kleuren van kaarten met een minimum aantal kleuren (waarover ook misschien later nog iets te zeggen valt). Ik benut deze gelegenheid om bij de getrouwe puzzlers" mij aan te bevelen voor inzendingen, welke echter alleen voor plaatsing in aanmerking kunnen komen indien volledige oplossing is bijgevoegd. Goede oplossers waren J. E. W.*, F. Z. F. S.*, M. W.', Joh. H., Ter H.*, H. L. v! T., H. W., J. de B., M. B.*. Alb. v. D*, D. B., Thea. v. P., J. L. S.*, O. V.*, A. W. J*., C. J. C., mevr. H., J. B., A. B., L. J. S., mevr. S.-ten B.*, P. B.-E., Nettre de G., A. L., A. H. van R.*, Evan. J., Lotje M (oud 12 jaarl), C. v. d. P.*, J. N. J. van M. Pr^swinner bij loting was de heer C. v. d. P., Dordrecht. De namen gemerkt met een * zijn van oplossers, welke een min of meer volledige theorie omtrent de oplosbaarheid gaven. De 12-jarige oploster herinnert mij aan hetgeen La Chatolais in zijn Essai d'education nationale" zeide over de noodzakelijk heid en het nut om kinderen te onderrichten door uitspanningen. Je suppose, dit il, qu'un enfant sache dëja lire et crlre, qu'll sache même dessiner, ce que je regarde comme nécessaire, je dis que les premiers objets dont on dolt l'occuper depuis cinq ou six ans jusqu' a dix, sont l'histolre, la ge jgraphie, L histoire naturelle, des Recréations mithématlqu's et , physiques, connaissances qui sont a sa portee, parce qu'elles sont les plus agréables et par conséquent les plus propres a occuper l'enfance." Thans overgaande tot Euler's oplossing, zij het volgende vooropgesteld. 1. A, B, C, D enz. geven aan wijken of streken, gescheiden door riyiertakken. Een weg van den eene'n wijk naar een anderen, wordt aangegeven door A B, waarbij de eerste letter de wijk van vertrek, de tweede dien van aankomst aangeeft, A B D C is dus bijv. van wijk A naar wijk B, vervolgens naar wijk D en dan naar wijk C. Bij deze notatie is geen rekening gehouden met de brug, die gepasseerd is. 2. In het probleem der 7 bruggen van Königsberg zou een gang door 8 letters moeten worden aangegeven, de volgorde A B of B A moet tweemaal voorkomen, daar er twee bruggen zijn, die deze wijken vereenigen. Evenzoo A en C enz. 3. Om nu na te gaan of met A, B, C en D eene serie van 8 letters gemaakt kan worden, welke aan dezen eisch voldoet, beschouwen wij eerst alleen wijk A. Gaat de wandelaar eerst over brug a, HUI iiiiiiiiiiii iiHiiiHiiiiiiiiniiimi droom'rig verlangen. Het meisje is vol Oosterschen opschik. Een kort gazen rokje glin stering van allerlei loovertjes en felle kleu rige lappen omhangen het tengere lijf. Aan de enkels en polsen zilveren banden. Voor wat geld laat de Hindoe uit een mangapit een boompje groeien vol blad, uit een ei komen 12 kuikens en in eens zijn ze niets, een vlijmscherp mes verdwijnt door zijn keel. Op wat weemoedige tonen van zijn fluit danst de beer, de cobra's dansen het meisje danst. Dan wuift sierlijk het gazen rokje; de lappen wuiven sierlijk mee, de loovertjes ritselen en een schel stemmetje zingt een vreemd liedje. Dit lijkt wel stof van vlin dervleugels, maar de beer schuifelt langzaam voor- en achteruit, de cobra's kronkelen. Hoe kwam in hemelsnaam dit alles naar hier verzeild, en zoo juist op tijd voor Noniha? Ergens ligt een eenzaam eiland. De zending is er met vrucht werkzaam geweest en vele Papoea's dragen er nu even als Noniha kleeren. Ze heeten nu Mattheus, Maria, Magdalena, Jozef en nog vele andere schoone namen. Zes dagen van de week doen ze niets, en de zevende evenmin. Waarom ook, de zee is er vol vlsch, je ziet ze in rijke scholen en de sagopalm geeft volop, de natuur is mild en gul voor deze zachte menschen. Naar dit eiland brengt Noniha zijn prauw, zijn plan moest lukken. Onder ern scherm van gedroogde blaren zitten ineengedoken de Hindoe en het meisje en bij hen de beer, in een zak de cobraslangen en het bagage wat ze bQ zich dragen. Nog vór de rollers de prauw op het land schuiven, is Noniha al aan het strand en roept de verwonderde bevolking wat toe. Ik weet niet wat Noniha tot de bevolking zegt, maar stellig moet het zoo iets geweest zijn va», Zondige menschen en nu is de Heer opgestaan en Hij zal tot u komen en al zijne wonderen zal Hij u toonen. En nog veel meer moet hij gezegd hebben, want allen loopen verschrikt ijlings naar de donkere hutten en komen, beladen met aller lei, wederom te voorschijn. Noniha's oogen glinsteren, de buit wordt goed, dat is zijn vj l S S B L R N C H E ClCFVRETTES dan is hij er of kern t hij er over, brug a en de letter A komt slechts eenmaal voor. Oaat de reiziger over drie bruggen a, b en c (op wijk A uitkomende) dan komt de let l er A tweemaal voor in de nolatie, welke den weg aangeeft bijv. A b B a A c C C c A a B b. A Als er 5 bruggen op wijk A uitkomen zal de letter A driemaal voorkomen en in 't algemeen als er 2n + l bruggen op uit komen zal de letter A In +1 malen voorkomen. 4. Bij de bruggen van Königsberg komen uit: op wijk A.... 5 bruggen . . B 3 . . C 3 . . D 3 en de letter A moet dus voorkomen 3 maal, de letter B 2 ' ' 2 ' J-* ^ en een of anderen weg zou dus moeter worden aangegeven door 9 letters A, B;, C en D en het probleem is dus onoplosbaar. Noemt men een wijk even of oneven al naarmate er een even of oneven aanta bruggen op uitkomen, dan is de regel door Euler vastgesteld deze: 1. Is het aantal oneven wijken grooter dan 2 dan is de onafgebroken marsch on mogelQk. 2. Bedraagt het aantal oneven wijken twee, dan is de marsch alleen mogelijk als men in een der oneven wijken begint en in de andere oneven wijk eindigt. 3. Zijn er geen oneven wijken dan kan men steeds een gesloten marsch maken en beginnen waar men wil. EEKEWPlEfi VRAOENRUBRIBK voor Algemeene Wetenswaardigheden J. D. te 's-G. Onder forceeren word ook verstaan het over een vorm buigen en wringen van metaal om b.v. koperen lam pen, nikkelen trekpotten en suikerpotten en dergelijke metalen vaat werk zonder naac en soldeersel te maken. De man die di doet is een forceur". In advertenties ziet men ze wel eens gevraagd. Handel's Largo komt niet voor in het oratorium Xerxes of Serse, maar in zijn opera van dien naam. Me j. M. H. te A. Kunt u mij ook zeggen waar de Vereeniging voor Vreemdelingen verkeer zetelt; waar de Nederlandsche AlpenVereenleing en waar den A. N. W. B.? En zijn er nog dergelijke vereen/gingen als de twee eerstgenoemde'? Secretaris-penningmeester van de Alge meene Nederlandsche Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer is de heer J. J. A Knorte, Hooge Nieuwstraat 30 te 's Gravenhage; secretaris van de Nedetlandsche Alpen-Vereeniging is de heer P. Kemper te Amersfoort; secretaris van den A. N W. B. is de heer L. G. Sterfjaar te 's Gravenhage. Het Bondsbureau, Secretariaat en de Administratie van dezen bond zijn ge vestigd aldaar, Parkstraat 18. Een vereeniging welke eenigszins hetzelfde doel beoog als de beide eerstgenoemde is de Neder landsche Reisvereeniging waarvan te secre taris is de heer H. Michelsen, Gaelstraat \b te Haarlem. Het Centraal Bureau dezer vereeniging is gevestigd Kaningin Emmakade 46 te 's Gravenhage. Mevr. P. te d. H. Is het geoorloofd voor namen te veranderen? Tot wien heeft men zich daartoe te wenden en welke kosten zijn er aenverbonden? Volgens artt. 68 en 69 van het Burgerlijk Wetboek kan men, wanneer men van voor naam wil veranderen, of voornamen bQ de zijnen wil voegen, volstaan methet.inroepen van de tusschenkomst van de arrondissedeel van de Opstanding". Hij wist wel dat zijn plan moest lukken. Het gele vlak van het strand is een levend zwart van menschen geworden, en iedereen draagt iets bij. De oogen zijn vol vreemden achrik en angst staat op de gezichten. Dan, voor dien zondvloed van eerbiedig gebogen hoofden, laat de Hindoe het manggaboompje groeien, uit het enkele ei komen 12 kuikens en zijn in eens weer niets, het vlijmscherpe mes verdwijnt, de fluit klinkt weemoedig, de beer schuifelt, de cobra's kronkelen, het meisje danst. Ootmoedig buigt de schare ter aarde en gezamenlijk wordt hem ter eere een lied aangeheven. Dan vindt Noniha het oogenblik gekomen om te verdwijnen. De wijze waarop hij met de Hindoe enz. het eiland wederom verlaat, heeft iets van een groot gebaar. De prauw is rijk beladen en Noniha zorgt wel het grootste deel van den buit voor zich te houden. , 's Avonds is Noniha dronken. Zulke dingen doe je niet ongestraft! We zeilen; er is net wind genoeg om ons zachtjes voort te doen glijden over het lapus-lazulivlak van de zee. Het gaat iangzaam-aan, maar we zijn meester van den tijd en hebben geen haast. We hebben een heelen dag voor ons. Omdat we niets te doen hebben, doen we allemaal hetzelfde. We liggen languit, zoo lui mogelijk en rooken. We hangen over den rand der prauw en zien naar de diepte beneden ons. Er valt genoeg te zien, maar de houding is geen gemak'lijke en we die nen ons wel eens om te draaien. Dankeeren we ons naar het strakke blauw en een onmeedoogende zon. Noniha ligt dicht bij den voorsteven, evenals de andere Papoea's. Ik heb ze maar liefst aan lijzijde, vooral als de zon op hunne naakte ruggen brandt. Ik houd nu eenmaal meer van den zoeten geur der bloemen, die van uit het dichte bosch aan den walkant naar ons overwaait. Stellig orchideeën, die in bloei staan, want langs deze kust zijn ze in iedere boom haast te vinden. -?«*»? n*?- -*.»??.; H"-: UtrhetmKladschrift van Jantje, HEEREMGRflCHT -*ll*r LEVEhS-OMGEV/ILLEh-^riSPR/lKELUK-HEIPS ZIEKTEVERZEKERINGEN 4IIIIIIIIMIIIII ments-rechtbank zijner woonplaats. Wanneer de rechtbank de verandering of bijvoeging van voornamen toestaat, zal de uitspraak worden ter hand gesteld aan den ambtenaar van den burgerlijken stand van de geboor teplaats van den verzoeken, ten einde door dien ambtenaar in de registers te worden ingeschreven, en daarvan melding te worden gemaakt op denkant der geboorte-akte. De kosten daarvan zijn ons niet bekend. T. L. te E. Is het juist dat quitantiën voor schoolgeld boven de 10 gulden, ook van particuliere vereenigingen, steeds vrij van zeeel zijn? In de Zegetwet 1917 kon ik daaromtrent niets vinden. Ingevolge Koninkiqk Besluit van 13 Augustus 1917, Staatsblad No. 564 zijn kwitantiën voor schoolgeld, dus ook van AIS we lang genoeg gekeken hebben naar de eenzame roofvogel hoog boven ons, nu nog maar een enkele stip, gaat onze aaadacht naar het watervlak en trachten we op deze wijze te voldoen aan onze zucht naar af wis seling. Een donkere vin, die recht uit het water opsteekt, doet een haai vermoe den. Veel hamerhaaien zijn op deze kust. Dan drijft een jonge schilpad voorbij en ze heeft het hard te verantwoorden tegen over de gulzigheid van een wreeden visch, die hardnekkig volhoudt. Het is een lange worsteling en de partijen zijn ongelijk. We grijpen naar onze geweren en zullen er een eind aan maken, maar de stroom is sterk en ze zijn al ver weg, We schieten, na tuurlijk mis, maar doen ten minste wat. Een hooge luchtsprong van een visch, die met een zwaren plons weer verdwijnt, heb ben we al zoo dikwijls gezien, evenals die andere lange visschen, die als met sprongen over het water lijken te gaan, om hunne belagers te ontkomen. Het is bijna niet te harden in de zon en we moeten onze hoof den telkens nat maken, maar de Papoea's vinden dit onzinnig. We verlangen al naar het oogenblik, dat we een kleine mooie inham zullen binnenloopen, waar we het anker laten vallen, en in de koele schaduw van hooge boomen ons potje rijst zullen koken. We voelen ons slaperig, indutten kost niet de minste moeite. Het is het meest natuurlijke en het meest van zelf sprekende. Ik ben nauwelijks in slaap of Noniha wekt me. Zal ik doen of ik niets merk, maar wat geeft het, ik weet Noniha houdt toch vol. Hij wqst naar den zeebodem en dan is er altqd wel iets belangrijks te zien. Wat zou het ditmaal zijn? Als ik me over den rand der prauw buig, weet ik het al. Het zijn de groote schelpen, die wrjd-open In de diepte Hggen, ze zijn heel duidelijk te zien. Er zQn er bij, die meer dan 60 K.G. wegen. We halen er groote appen blank vleeschuit. Rauw heef t het iets van den smaak van onze oesters, maar de 'apoea's droogen het vleesch in de zon tot het keihard Is. Ze zfln er verzot op. Het leesch wordt in kleine dobbelsteenen geparticuliere vereenigingen, vrijgesteld van zegel. J. L, S. te A. Welke is de beteekenis van een schakelring? Wordt deze voor o f achter een andeten ring gedragen, en om welke reden ? Een schakelring wordt somtijds door jongelieden gedragen in den tijd dat de verloving nog niet tot stand is gekomen. Hij wordt daarom weieens lyrisch aange duid met het woord schakelring." Komt de verloving tot stand, dan laat men soms de schakels vol gieten, zoodat een stijve ring wordt verkregen, welke dan bij het huwelijk wordt vervangen door een gladden ring. Of het gewoonte is hem vór of achter een anderen ring te dragen is ons niet bekend. sneden en gekookt bij de sago genuttigd. Ik heb er eens van geproefd, maar ben niet van zins het ooit weer te doen. Dit en gedroogd Casuarisvleesch lijken me een duurzaam materiaal voor schoenzolen. Noniha kijkt met begeerige blikken, en er bestaat geen enkele reden om niet aan zijn verlangen te voldoen. We laten het zeil even vallen, en werpen het kleine anker uit. Dan neemt Noniha een kapmes, ontdoet zich vlug van jasje en stroohoed en met een sprong is hij overboord, de diepte in^ We zien alles duidelijk. Het is geen licht werk. De sluitspieren, als kabels zoo dik, moeten worden doorgekapt, dan wordt er een stevig touw om de schelp bevestigd en niet zonder moeite zullen we het vrachtje aan boord hflschen. Maar de vangst is de moeite waard en wij zijn allen even vol belangstelling. Met zijn beenen omhoog, al zwemmende, werkt Noniha als een paard met zijn kapmes. Tot er iets gebeurt, wat we geen van allen begrijpen, zeer zeker niet van een handige vent als Noniha. De schelp heeft zich gesloten. Noniha's hand zit in een tang. Hoe is het mogelijk? Hij worstelt als een bezetene, maar wat de schelp eenmaal vast heeft, laat ze niet meer los. Er is geen t$d om te denken, velen zijn al om hulp over boord. Zou het lukken, Noniha doet al niet veel meer. Er zal weinig anders op overschieten, dan de arm af te kappen of halen we de schelp met Noniha gezamenlijk naar boven? Een kabel is vlug aangebracht en we trekken uit alle macht. We moeten oppassen, dat de prauw niet kantelt, maar we krijgen toch alles boven water. Noniha geeft geen teeken van leven meer, en we zullen hard en lang moeten werken om wat lucht in de longen te krijgen. Te vergeefs. We vinden een kleine blauwe inham-en onder een hooge boom waar het altijd vol is van gele kelken met een wflnrood hart, hebben we een veilig plekje voor hem uitgezocht.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl