De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 8 maart pagina 5

8 maart 1919 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

8 Maart. '19. No. 2176 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Atbeid van de Gehuwde Vronw Het vraagstuk van den arbeid der gehuwde vrouw is in den laatsten tfld weer in zeer urgentea vorm op den voorgrond getreden, tengevolge van de plannen van den tegenwoordigen Minister van Arbeid, den heer Aalberse. Zooals te vreezen was bij het optreden van een rechtsch Kabinet, komt die arbeid wederom in het gedrang, en on danks de groote veranderingen die het economisch leren heeft ondergaan sedert het ministerie-Heemskerk met zijn bedrei ging van de vrijheid der gehuwde vrouw om arbeid buitenshuis te verrichten, aan het bewind was, bespeurt men bij de tegen woordige regeering nog geen kentering in de overheerschende meening ter rechterzijde over dit belangrijke vraagstuk. Men kent de kwestie: Minister Aalberse heeft zQn voornemen te kennen gegeven om aan de gehuwde vrouw het arbeiden in fabrieken en werkplaatsen te verbieden. Zeer zeker met goede bedoelingen, Z.Exc. en velen met hem, hopen daardoor de moe der te behouden in het gezin, voornamelijk ter verzorging van de kinderen. Wie zou er tegen zijn, indien een arbeidsverbod zou maken dat iedere moeder met jonge kinderen thuis zou kunnen blijven om zich geheel en al aan de opvoeding van baar kroost te wijden. Jammer genoeg staat echter de zaak eenigszins anders; het ver bod aan de gehuwde vrouw om in fabrieken of werkplaatsen te arbeiden brengt haar allerminst in het gezin terug maar zal veel eer oorzaak zijn dat de toestand van dat gezin slechter wordt. Om tot deze erkenning te geraken heeft men slechts de vraag te stellen: waarom zoekt de gehuwde vrouw arbeid buitens huis? Zeker niet omdat zij het zoo prettig vindt, doch wel degelijk uit nooddruft. Wie kent ze niet, de gevallen in eigen omgeving, waar de gezinsmoeder slechts in uiteiste noodzakelijkheid loonarbeid buitenshuis gaat verrichten en thuis blijft zoodra de verdien sten maar even voldoende zijn om hest zonder haar loon te kunnen stellen. Neen, de gehuwde Arbeidster gaat naar de fabriek omdat haar loon niet kan gemist worden in het gezin. In de meeste gevallen kan dat loon niet gemist worden omdat anders het spook der armoede zou binnen treden, maar ook menigmaal werkt de vrouw omdat zij kans ziet door haar verdiensten wat meer welvaart in het gezin te brengen, zoodat dientengevolge meer ten koste kan worden gelegd aan de opvoedingder kinderen. Wat zal er nu gebeuren als een wettelijk verbod van arbeiden komt voor de gehuwde vrouw? Zal zij dan rustig thuis blijven en zich in de armoede schikkend NatuurlQk niet; zij zal ander werk zoeken en wel op een wijze die haar niet verboden is. Als de goed ingerichte fabriek of werkplaats, waar controle wordt gehouden door de arbeids inspectie, voor haar gesloten is, gaat zfj op andere---wijze trachten geld te verdienen. En dan moet zij noodwendig komen tot arbeid die niet onder de gunstige bepalingen valt der arbeidswetgeving. ZQ zal tevreden moeten zQn met langer werktijden en minder loon, en in zeer vele gevallen zal het juist de ontslagen fabrieksarbeidster zijn die door den nood gedrongen, vervalt tot de zoo verderfelijke huisindustrie. Wie herinnert zich niet op de Tentoon stelling De Vrouw 1813-1913" de hokjes waar de garnalenpelsters de tabakstripsters, de erwtenleesters, de mattenvlechtsters, de naaisters voor het confectiebedrijf zwoeg den? Voor een bagatel werken ze, dergelijke sloofsters dag in dag uit, uren aan uren, jakkerend om de enkele stuivers te halen die toch oog slechts tot een schamel weekloon voeren. Geen sprake hier van een Surigen arbeidsdag, zelfs niet van een werkt g d van 12 uur l Vrouw en kinderen, alles moet helpen om maar zoo veel mogelijk gereed te krijgen van den afschuwelijken arbeid. Evenmin is er kwestie van een behoorlijke atmosfeer; slechts het ontbreken van alles wat aan hygiënische toestanden doet denken valt bQ de huisindustrie te constateeren. Toch zullen bij het verbod van arbeid aan de gehuwde vrouw honderden vrouwen tot dergelijk ellendig werk gedreven wor den, immers het gezin moet leven, de kin deren moeten eten! Of meent men dat de kinderen in een gezin waar niet genoeg verdiend wordt door den vader alleen, beter gevoed zullen wor den, al is de moeder den geheelen dag thuis, of beter verzorgd, al moet zij, thuis LJJSTtRZANG Sedert den winter van 1917 is het aantal der zanglijsters, die hier overwinteren, be langrijk verminderd. Voor dien tqd was het volstrekt niet ongewoon, om in de weilanden langs den duinkant, in januari of in December zanglijsters bij het dozijn bezig te zien tusschen het gras of in de hagen. In de beide laatste winters echter waren ze schaars en ik was al blij wanneer ik er op een zoek van verscheidene uren er eens n of twee te zien kreeg. Des te meer moest het de aandacht trekken, dat de vorst nauwelijks was geweken of overal schalde het zanglijsterlied, eerst alleen 's morgens en 's avonds, maar weldra ook den geheelen dag. Over het algemeen hadden we weer een zwakken dooi. De thermometer was niet opeens op 10°C. gesprongen, zooals dat anders wel gebeurt, maar toch hebben we n dag gehad met echt Zuid-Atlantisch weertje, zware wolken, die snel uit het Zuidwesten kwamen opcetten gedreven door een vroolijken wind met levendige cres cendo's, heel anders dan het nijdig, stadig geblaas van den Noordooster. Diezelfde zuidelijke wind heeft délijsters hier gebracht en dadelijk hebben die bezit genomen van hun oude terrein, van hun zangboom van blijvende, den ganschen dag jagen en aioven om er nog wat bij te verdienen? Zeker, het is geen ideaal dat de moeder buitenshuis werkt voor een groot deel van den dag; maar het is struisvogelpolitiek te meenen dat men beter toestanden zou ver krijgen door baar goed betaalden arbeid te verbieden, waarbij men de zekerheid heeft dat zij er in alle opzichten slechter werk voor in de plaats zal moeten zoeken. Ook het argument dat men den man zoo veel loon moet geven dat de .vrouw er niet bij behoeft te verdienen, gaat niet op. Want .hoe moet hét dan als de man ziek is, of als hij niet bekwaam genoeg of niet sterk genoeg is om voldoende in de behoeften van het gezin te voorzien ? Of ook en dit is vooral geen zeldzaamheid wanneer de man wel genoeg verdient, doch niet vol doende huishoudgeld aan zijn vrouw ver schaft ? Hoe men de zaak ook beschouwt, nooit zal men, door aan de gehuwde vrouw het verrichten van arbeid buitenshuis te ver bieden, kunnen bewerken dat zij al haar tijd en krachten aan de verzorging van het gezin kan besteden. De voornaamste vraag zal altijd blijven of de inkomsten van het gezin ook zonder het loon van de vrouw voldoende zijn. Is dit niet het geval, zoodat de moeder wel moet meeverdienen, dan zal men door allerlei sociale maatregelen dienen te zorgen dat de kinderen zoo min mogelijk onder den toestand lijden. Ia dit opzicht ligt nog een groot arbeidsveld onontgonnen en het zal in-de eerste plaats de taak der vrouwen zijn om hier de handen aan het werk te slaan en goede wetten in het leven te roepen tot bescherming van het kind. Ons vrouwelijk Kamerlid. Suze Groeneweg, heeft zich bij de behandeling van de begrooting voor Arbeid flink geweerd; miar zij kan allén niet veel bereiken. Zeer terecht heeft zij dan ook aan den Minister verzocht met zijn regeling in zake den vrouwenarbeid te wachten tot de vrou wen het kiesrecht zullen hebben verkregen, zoodat zij invlord zullen kunnen oefenen op de samenstelling onzer vertegenwoordi gende lichamen. Dit is juist gezien; want het is toch niet meer van dezen tijd, waarin men schermt met democratie en zelf beschikklngsrecht, om beslissingen te nemen die zósteik ingrijpen in de bestaans voor waai den van duizenden vrouwen en in die der betrokken gezinnen, buiten medewerking der belanghebbenden? Toen Minister Aalberse, sprekende over het OTJemen van de dienstboden onder de bepalingen van de Arbeidswet o.a. zelde dat deze materie bulten de arbeidswet moet blijven omdat het huiselijk leven hem te heilig is, het f t hij zeker niet bedacht hoe veel ruwer hij zou ingrijpen in het huise lijk leven en in de vrijheid der individuen, door eenvoudig te bepalen dat de vrouw omdat zij getrouwd is niet meer den goed b.-taalden, behoorlijk gecontroleerden en wettelijk geregelden arbeid in fabrieken en werkplaatsen mag verrichten, terwijl de nood .haar zal dwingen dan naar werk te grijpen dat fa alle opzichten slechter is voor haar zelf en de haren. Doch boven alles staat dit wel vast, dat vooral thans, nu de invoering van het vrouwenkiesrecht zónabij is, de regeering verstandig zal doen een regeling van het zoo gewichtige vraagstuk van den vrouwen arbeid uit te stellen, totdat de vrouwen daarbij zelf op meer doeltreffende wijze zullen kunnen meespreken dan nu nog het geval is. F. S. VAN BALEN-KLAAR De Vrouw op de Nederlandsche Jaarbeurs H Als deze causerie verschijnt, behoort ze alweer tot het verleden, de derde Neder landsche Jaarbeurs. Maar terwijl ik dit schrijf, is ze nog in vollen gang. De trams rijden opgeladen door de stad, allerhande reclame's worden de straten door rondgedragen, op het Stationsplein brandt lederen avond de reusachtige Philip's lamp van 50,000 kaarsen, die behalve het plein alle omliggende straten in een hel wit licht zet; de sterkste lamp van de Wereld! Ook is het Philip's die 's avonds de Dom van uit een reflector beurtelings rood en wit doet beschijnen en werpt een van haar lampen vanuit het twee verdiepingen hooge fornuis, de r.eclame van de firma van Dillen, een zoeklicht over het Vredenburg. In de straten wapperen de vlag gen, de Jaarbeurs ter eer l En toch is het in de stad, zoowel als op de beursterreinen belangrijk minder druk dan het vorige jaar. Waar het publiek zich toen, vooral des middags in de paden tus schen de monsterkamers verdrong, is het aaniiiiiMinmiiiii 't vorig jaar. En nu zingen ze overal, zelfs in het Vondelpark, in Artis en enkele plantsoenen. Iets eerder waren de merels begonnen, of liever die zongen al vór het ging vriezen vrij algemeen. Wij kunnen tegenwoordig in ons land vrij duidelijk twee of zelfs drie groepen van merels onderscheiden: l o, de merels, die zomer en winter hetzelfde gebied bewonen en die dus echte standvogels zijn; 2o. de merels, die hier komen overwinteren en 3o. de merels, die hier zomers broeden en in den winter weg trekken. De stand merels vindt men 't meest in de steden, de andere buiten en nu zQn het vooral de stedelingen, die wel den heele winter willen zingen. Intusschen zijn nu de merels van de derde r»briek ook teruggekomen en ze zin gen met de zanglijsters om het hardst. Als derde doet dan mee de groote lijster, ook onder de naam van mistellijster bekend. Deze her innert in algemeen uiterlijk wel aan den zanglijster, vooral door de gevlekte onder zijde, maar hQ is anderhalf maal zoo groot en zijn volumuneus geluid schalt driemaal zoo ver. Bijzonder indrukwekkend is het hoe die vogels 's morgens vroeg tegelijk beginnen te zingen en ook hoe ze in den avond even prompt plotseling eindigen. Het orkest staat onder goede leiding, die nimmer faalt en wel hoogstwaarschijnlijk het licht. De mor genzang begint op een zeker stadium van de morgenschemering, ongeveer een uur voor zonsopgang, het avondlied eindigt zoowat een uur na zonsondergang, vandaag 28 Februari gebeurde het "om kwart over tal bezoekers thans belangrijk minder. Ook in de verschillende restaurants is het wel, of de geanimeerde stemming, van de tweede jaarbeurs ontbreekt. Dit kan, lijkt me, niet enkel het gevolg zijn van de terreinsvergrooting met het Lucasbolwerk en de Neude, want het publiek van die terreinen verdeeld gedacht, over de vier oude jaarbeursemplacementen, dan nog zou die stroom van bezoekers van het vorige jaar, er niet zijn. Bij de deelnemers hooit men ook vele klachten want niet alleen dat er minder kijkers zijn, waarvan de oorzaak in de ver hoogde prijzen van de dagkaarten kon liggen, maar ook veel minder zakenmenschen be zoeken de beurs, terwijl het aantal orders belangrijk kleiner is dan het vorige jaar. Er is geen kooplust", hoort men de fabrikanten klagen, want algemeen wordt er een sterke prijsdaling verwacht". Enkele fabrikanten geven ronduit toe, dat deze ook weldra zal komen, maar anderen houden stQf en strak vol, dat, integendeel, de prijs nog steeds steigende is. TM beweren, dat in het buitenland schrikbarend JiQOge sommen worden bedongen en dat me», w geen orders voo<- den toekomst aanneemt. Wie gelijk zal hebben ? De toekomst zal het moeten leeren. Trouwens, in ieder bedrijf is de stemming verschillend. Zoo zfjn bijvoorbeeld, terwijl ik bij de textielfabrikanten n groote jammer klacht hoorde, de producenten van levens middelen, behalve die welke surrogaten vervaardigen, juist zeer tevreden, zijn ook de speelgoedfabrikanten bijzonder content. Zelfs de vertegenwoordigers van de parfumeriefabrieken meenden, dat gezien de om standigheden, de zaken voor hen naar wensch gaan. Ik ben er nu ingekomen. Ik heb hier gekeken en daar en heb de voornaamste dingen, die voor de Vrouw op deze Jaar beurs interessant zijn bezichtigd. Zoo komt de firma Jean Heybroek van de Bilt uit met een vinding van den heer Ofman. directeur van de Ambachtsschool te Rotterdam. Een fornuis dat het voordeel heeft maar Vs van de gewone brandstoffen hoeveelheid te verstoken. Door alle wanden van deze kachel zorgvuldig van de buiten lucht te isoleeren en een inwendig pijpensysteem aan te brengen, komt alle warmte aan het inwendige van het fornuis ten goede en wordt zij hierover gelijkmatig verdeeld. De stookketel, waar alles, behalve hout in gebruikt kan worden, bevindt zich onder den oven en staat hiermee, als bij een ge wone kachel, door een gat in verbinding. Vanzelfsprekend geschiedt de geheele spijsbereiding in de oven, omdat ook de bovenplaat van de kachel geïsoleerd dus koud is. Een klep onder de pQjïzorgt voor het opstijgen der dampen, omdat het fornuis geen uitwendige warmte geeft is het vooral aan te bevelen in hulzen en inrichtingen die centrale verwarming hebben, in kachels van n twee en drie ovens heeft de firma naar ik hoorde de fornuizen al uitgevoerd. In iedete groote zijn ze, eptjt« te maken. De kosten van een fornuis met n oven bedragen naar ik hoor ?160. Om aan te schaffen is deze kachel dus aanmerkelijk duurder dan gewone fornuizen. Maar indien hier werkelijk zooals de firma opgeeft maar V, van de normale hoeveelheid brandstof!sn verstookt wordt, dan is dit meerdere be drag er gauw uitgehaald en zal het fornuis een ideaal zijn, bij de tegenwoordige kolen* schaarschte. Bij de firma W. J. Stokvis uit Arnhem zag ik iets anders dat ook voor de huls vrouw van groot belang is: Wisa" waterkraan, die door een verbeterde constructie 's winters niet kan bevriezen en die niet lekt. Deze kraan is daarbij door het minder kostbare materiaal waarin zij is uitgevoerd goedkooper dan de koperen waterkranen. In arbeiderswoning complexen werd zij reeds veelvuldig toegepast. Met een op twee wijzen draaibare pianolamp meent deze firma het bezwaar, dat een opzijstaande vleugellamp altijd of op het blad, of op de muziek licht gaf, te hebben ondervangen. feBoldoot besproeit zijn bezoekers met zijn nieuwste parfum Aroem Dalol", Westerkamp toont de bontkraag die er van 't voorjaar in zal komen het lampenkap" model. Het chenille- en schad wborduren, onzer grootmoeders vindt weer algemeen ingang. De eenige kunstzijde fabriek die wij hebben, die van de firma Hirdes, uit 's Hertogenbosch, kan in prijs en tint naar ik van haar afnemers hoorde, al aardig met het buitenland concurreeren. Vooral haar koordzij moet al heel goed zijn, EindelQk wil ik ik heb hier helaas maar enkele inzendingen kunnen memoreeren nog Bogtman, Brouwer, Van Rij en ter Gast noemen, die naast elkaar op het Janskerkhof exposeeren.Bogtmanuit Haarlem zessen. Dan hoor je nog even wat roepen en twisten op de rustplaats en daarna vol maakte stilte. Alleen de roodborstjes houden het soms wat langer vol en die beginnen 's morgens ook eerder. Later in het jaar komen er meer avondzangers en nachtzangers bij, maar ook dan blijven de lijsters van verschillende soort zich trouw houden aan hun zangtijd: van n uur voor zonsopgang tot n uur na zonsondergang. Ze hebben ieder hun zangboom en houden er niet van dat een andrr er bij komt zitten. Merels zoowel als zanglijsters zijn eigenlijk onverdraagzame, tyrannieke, zelfzuchtige wezens. Ze liggen om een haverklap met elkaar overhoop en zelfs ais ze gezamenlijk De Zanglijster op zijn nest Foto A. Burdet is van 't jaar met zijn prachtig geschilderd glaswerk in lood voor het eerst op de jaar beurs vertegenwoordigd. Vooral expo seert hij modern werk: een fragment uit de Dierenriem in het Scheepvaarthuis, een heerlijke spierige veerkrach tige haan (die wellust van dat dier om te kraaien!) en de teere plaatjes van Jo Daemen. Van Rij en ter Gast brengt een aantal prachtige schablonen op katoen, die hij zich denkt, als vervangingsmiddel, zoolang de buitenlandsche weefsels niet aankomen. Ten slotte Brouwer die zich in den laatsten tijd bijzonderlijk op het tuinornament heeft toegelegd en hiertoe exposeert met den jongen tuinarchitect J. R. Koning uit de Bilt. Met eenige maquetten van door hem ontworpen tuinen leidt Koning hier bij het publiek het streven van de moderne tuinarchitecten in: de tuin gedacht als over gang tusschen de natuur en de architectuur. Heel veel, lijkt me toe, is er van een dergelijke samenwerking tusschen de jonge tuinarchitecten en de plateelkunstenaren te verwachten. Goed is het dat er op deze wijze eens wat mér aandacht op de tuinaanleg wordt gevestigd, die bQ den woningbouw er nog maar al te vaak bij inschiet. Het hare draagt hiertoe ook bfl de Vereenlglng van schooi en werktuinen", die de liefde van het kind voor de planten In de z.g. school- en werktuintjes tracht aan te kweeken. Brouwer maakt reeds prachtige sluitstuk ken voor hekken en gazons. Mogen andere kunstenaars zijn voorbeeld volgen. Tuinaanleg met Brouwer's Tulnvaas Hiermee moet ik dit korte overzicht van d: derde Nederlandsche Jaarbeurs besluiten. Dat ook de vierde in onze stad Utrecht plaats mag hebben. En zoo mogelijk in het eerste vaste beursgebouw. JOH. IDENBURG INGEZONDEN In aansluiting op het berichtje, dat de vorige week i tl dit b'ad verscheen, kan ik vertellen, dat een vijftig tal vrouwen zich vereenigd hebben onder den naam van Algemeene Nederlandsche Vrouwenorganisatie", welke ten doel heeft de belangen voor te staan van alle nederlandsche vrouwen, on verschillig van welke godsdienst of gezind heid zQ zijn. Deze organisatie wil niet staan tegenover andere vereenigingen van vrouwen, doch hoopt daarmee samen te gaan, in dien zin: zij verwacht en vertrouwt, dat ook de vrouwen, die lid zijn van de vereeniging van Vrouwenkiesrecht, de Bond van vrou wenkiesrecht, de Neutrale, ook zf, die zich hebben aan gesloten bQ eenige politieke partij, niet zullen talmen om ook lid te worden van de A. N. V. O. Deze organisatie klein begonnen, hoopt te groeien, en wel zoodanig, dat zij ten slotte alle Nederlandsche vrouwen zal om vatten. ZQ stelt zich voor, een candidaat te stellen voor de tweede kamer, welke vór alle part ij belangen, de belangen der vrouw zal behartigen in den meesten, algemeenen zin van het woord. Het program van actie der A. N. V. O. heeft zich op de laatste vergadering te Amsterdam eenigszins gewijzigd. Het is zoo beknopt en zoo univerzeel mogelijk opgesteld.Het bestuur stelt zich voor, een brochure te doen verschijnen, waarin dit program in bizonderheden is toegelicht. De punten zijn nu definitief vastgesteld en luiden als volgt: I. Vrouwenkiesrecht in de grondwet. II. Herziening van het burgerlijk wetboek, voornamelijk met het oog op de huwelijks wetgeving. III. Gelijke arbeid-vooiwaarden voor man en vrouw. IV. Moederschapszorg. V. Verbetering van opvoeding en onderwijs. VI. Verbetering van de volkshuisvesting. Alle verdere punten zijn vervallen, omdat zij niet direkt aan het vrouwenbelang raak ten. Het punt: verbetering van de zorg voor iliHiimmiiiimiiiutmiiiiiiiiHiiMiMmiiiiiiiu in veld en bosch aan 't werk zijn is elk omgeven door een kring van ongenaakbaar heid. Er komt in den winter bij ons n lijstersoort voor, die zich geheel anders ge draagt. Dat Is de koper wiek, een vogel kleiner dan den zanglijster, ook van onderen gevlekt, maar op zij heeft hij een groote koperroode vlek en boven het oog een duidelijke lichte wenkbrauwstreep. Die vogels broeden hier zelden of nooit, maar ze overwinteren hier in groot aantal. Ze loopen in de weiden rond in groote troepen, gezellig, net als spreeuwen en nu het lente wordt gaan ze graag in de boomen zitten, honderden bij elkaar, en zingen dan halfluid een liefelijk lied, dat door de talrijkheid der zangers soms zeer ver hoorbaar is en dan een allerbekoorlQksten indruk maakt, een van de meest bewonderenswaardige lentegelulden. Onge veer midden April verdwijnen ze, tegelijk met de bonte kraaien. Het lied van den zanglijster vertoont een zeer groote verscheidenheid. Dikwijls is het geluid vol en goed gearticuleerd zoodat men woorden kan meenen te hooren zooals: Pietje, Pietje; Frederick, Frederick; klss me qulck, kiss me quick; That's neat, that's eat. Wie pas op die dingen begint te letten, zal hieraan zijn zanglijster het makkelijkst herkennen. Maar sta nu eens een poosje stil bij zoo'n vogel, dan zult ge u verbazen over de veelheid van geluld en de verscheidenheid van kracht en timbre soms klinkt het als een klok, een andermaal maakt hij vlugge en dunne ge luidjes, hoog, tot aan de grenzen van het hoorbare, priemfijn. En dan gaat hij aan het nabootsen: meezengeroep, gefluit van den De Dorpsrnuzikante Teekening voor de Amsterdammer" van Bidati Ehrhardt Hier trek ik met mijn speellu'g voort, Gij kent mq wel, Is 't niet? Gij allen hebt mijn stem gehoord, En gaande zing ik 't lied: Ik heb u Hef het jonge kind, is bij moederschapszorg ondergebracht. Als voorloopig bestuur zijn gekozen: Mej. Mlnnema (die de vergadering leidde, en die door de aanwezigen bij acclamatie tot presidente werd benoemd), Mej. Thleme, Mevr. Smorenberg, Mevr. Goudsmit, freule Boddaert, Dr. van Tusschenbroek, Mej. Gunning, Mej. Broekman, Mevr. Willinck, Mej. v. Kooten, Mevr. v. d. Mandele. Het bestuur zal de functiën onderling verdeelen, concept-statuten zullen worden ontworpen, welke door de leden moeten worden goed gekeurd, waarna een definitief bestuur wordt gekozen. Alle aanwezigen slolen zich dadelijk als lid bij de organisatie aan, en allen offerden, gaven voor de kas ter bestrijding der eerste onkosten. De vergadering begon 21/* uur en ein digde ruim half vijf, en zelden heb ik een samenkomst van vrouwen bijgewoond, waar de geest zoo altruïstisch was, waar wel willendheid ieders gedachte leidde, waar niemands haan koning kraaide, waar eeren heerschzucht vreemd waren, waar nie mand stokpaardjes bereed, en ied'r zijn meening gaarne prijsgaf voor een betere. Weldra zullen de bladen omtrent deze organisatie meerdere bizonderheden open baar maken. Ik gaf alleen een klein over zicht, maar zeker hoop ik, dat alle vrouwen, die dit lezen, zich terstond bQ de A. N. V. O. zullen aansluiten, opdat zij worde een groote kracht ten behoeve van de be langen der vrouw in het parlement. Juist omdat deze organisatie zich geen partij stelt voor of tegen een zekere richting, heeft ze kans vrouwen in haar midden te krijgen die niet verpolitiekt zijn, die een ruime en frissche kijk op de dingen hebben, die niet in de eerste plaats in het parlement zijn om de partij, maar in de allereerste plaats om de Nederlandsche vrouw te dienen en alles te doen wat redelijkerwijs in haar vermogen is, om de Nederlandsche vrouw de plaats te doen innemen, die haar toekomt. Men geve zich op bQ de presidente Mej. Minnema te Bergen (M.-H.) of bQ ondeigeteekende. Voorburg EG B. C. v. D. MANDELE PARFUM IA ROSB DE CMRMBM iiiiiinimiiii IIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIII iiiiiiin IIHIIIIIIIIIIIIII boomklever en het velerlei gejodel van den steltloopers. De een doet het beter dan de andere; Woensdagmiddag hoorde ik er een in het Vondelpark, achterin bQ het Moordenaarslaantje aan den opgang naar het Bergje, dat was voor een parklijster al een heel knappe zanger. Het is te hopen, dat hQ er blijft, 't was een waar genot naar hem te luisteren. Intusschen worden in het Vondelpark de zanglijsters niet sterk aangemoedigd. ZQ maken hun nest in Maart heel graag in coniferen omdat ze daar beschutting vinden. Later in het jaar nemen zQ ook wel loofhout. Nu is het in het Vondelpark met de coni feren echter al heel treurig gesteld. Sparren en dennen zQn er natuurlijk, niet te ver wachten, maar van taxus en thuja, cypres en cryptomerla zou nog heel wat moois te maken zijn en als die vooral op de eilandjes werden geplant buiten bereik van die arme drommels van Amsterdamsche kinderen, die zoo weinig vertier hebben, dan kon het park nog wel een vogelbevolking krijgen, om liefhebberij in te hebben. BQ ons buiten gaat dat allemaal veel beter, daar nestelen die lijsters zelfs in kleine tuintjes. Het bou wen begint meestal half Maart, op het eind van de maand liggen in het kunstige nest reeds de prachtige blauwe eieren met weinig donkere vlekjes versierd. Half April kunnen er al jongen zijn en dan verflauwt de lijster-* zang merkbaar, om in Mei weer opnieuw te beginnen. Maar dan zijn er zooveel andere zangers, die den aandacht vergen, dat ze toch niet meer naar waarde gsschat worden. Maait is hun beste tqd. J A C. P. T H IJ S S E

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl