De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 8 maart pagina 7

8 maart 1919 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

8. Maart. '19.'?No. 2176 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND D E RËMONSTRANTEN HERDENKING VAN EEN GROOTE GEBEURTENIS 1619 5 MAART 1919 door prof. dr. H. Y. O R o E N E w E G E N Hoogleeraar aan de Universiteit van Amsterdam De Schrijver van dit artikel Een klein kerk genootschap in ons vaderland herdenkt den 5en Maart een groote gebeurtenis. Het is de dag waarop drie eeu wen geleden door een tiental predi kanten en enkele vertegenwoordi gers van herder loos geworden ge meenten, heime lijk, onder groote bekommernis voor alom dreigende gevaren en reeds heftiglosgebrokenvervolgingen.de Remonstrantsche Broederschap werd gesticht. Die Broederschap heeft natuurlijk alle reden deze herdenking dankbaar te vieren. Onder zwaren strijd gesticht, heeft zij zich bij aanvankelijk steeds klimmenden nood staande gehouden. Daarna heeft zij, door de Overheid slechts geduld, in achter de woningen verborgen bedehuizen in stilte haar vredig werk voortgezet. Toen na bijna 60 jaren eerst van algemeene, daarna van plaatselijke vervolging haar bestaan van buiten niet meer bedreigd werd, scheen zij vaak innerlijk uitgeleefd, en ging in den Napoleontischen tijd bij de finantieële ruïne van ons heele volk bijna te gronde. Maar vijftig jaar geleden ontwikkelde zij weer nieuwe kracht, kreeg met denleuwestroomlngen op godsdierstig geblrd krachtens hare beginselen een nieuwe roeping en een nieuwe toekomst. Geen wonder dat zij, behalve door feestelijke gemeentesamenkomsten, in haar Algemeene Vergadering dezen zomer een gemeenschappelijk gedachtenisfeest wil vieren en een gedenkboek uitgeeft. En zeker niet het minst belangrijke deel dier her denking zal 'en historische tentoonstelling zijn. Een lichaam met zulk een historie mag de herinneringen en documenten van een.groot verleden latfn zien. Nu zou echter de gedachtenisvfering van een godsdienstige organisatie met zoo be scheiden omvang en zoo beperkten invloed op zich zelve de algemeene aandacht evenmin trekken als verdienen. Maar de wordingsge schiedenis dezer kerk hangt samen met een der meest bekende en gewichtigste periodrn uit de geschiedenis van ons volk. Die 5de Maart roept geweldig* gebeurtenissen uit ors na tionaal verleden in onzen geest terug. Boven dien, de beginselen waarover toen zoo fel werd gestreden, werken rog altfld door, voeren nog altijd strijd, zij het, gelukkig, op andere en betere wijze, en hebben hun volle beteekenis voor het godsdienstig en staat kundig leven, voor de geheele geestelflke ontwikkeling onzer natie behouden. Daarom is een terugblik van algemeen belang, feder weet dat het bekende staatsstuk in 1610 den Remonstranten hun naam hetft gegeven. Terecht. Het was hun eerste gemeenschappelljke en openlijke daad, niet slechts een rekest aan de Staten met ver zoek om een synode, maar een protest tegen J-aster en vervolging, een manifest betreffende den geest en de beginselen waarvoor zij opkwamen, en een geloofsgetuigenis. Sommigen herinneren zich misschien nog een en ander van theologische geschillen be treffende de praedestinatie, die hen volmaakt koud laten, en van Armlnius en de Arminianen. Maar daarmede is hun kennis dan ook uitgeput. Zóoppervlakkig is dikwijls de historische kennis die men mededraagt van de scholen, dat men vaak, als het geen politiek en oorlogen betreft, vrijwel on kundig blijft van de diepere dingen die iimiiimiiMiinii N.V. HET HOFSTAD-TOONEEL: Levensstroomingen, door J. A. SimonsMees. Wanneer eenmaal het nageslacht zal rich ten over de werken van mevrouw Simons Mees, een van onze zeer zeldzame auteurs die inderdaad op een dramatisch oeuvre mag bogen zal het de taaie trouw erkennen waarmede zij vasthield, niet aan eenig ideaal, maar aan een indruk, welke in haar eigen ontvankelijkste jeugd een over wegende moet zijn geweest: de botsing van de jonge leuze met het overleefd begrip. Doch zooals deze natuurwet in haar tijd de gelukkige families" ondermijnde als een sluipend gif, zonder dat het in de meeste gevallen tot bulgen of barsten kwam koppige bekrompenheid naast stomme onder werping, met aan de oppervlakte enkel de uren verzurende schermutseling bezijden den eigenlijken strijd zoo behoorde het bij een volgende generatie tot den bon ton elk natuurlijk gevoelsverschil in den huiselijken kring met wellust uit te spelen en IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII11IIIIIIIIIIMI Uit voorraad leverbaar nieuwe 12/34 P. K. ADLER" landaulette limousine, nieuwste type, modern uitgerust. Een 1028 P. K., N.A.G. limousine de luxe. Vraagt onze Voouaadlijsl Fiwa Gebi. A'DAM, Jacob Obrechtstraat 26. Tel. Z. 2507 de volksziel bewogen hebben en nog bewegen, groote gebeurtenissen in belang rijke perioden eigenlijk niet begrijpt en niets verstaat van hetgeen ze ons- hebben te zeggen. Dit geldt van deze, toch zeer bekende periode vooral. De strijd, die misschien de heftigste is geweest waardoor ooit ons volksleven is verscheurd, ging niet in hoofdzaak over de dogmatische stellingen van twee profes soren, ook niet over de kerkelijke kwestie tusschen rekkelijken en preclesen, evenmin over de oppermacht van twee politieke die zich afspiegelde in verschillende begin selen van kerkelijk en staatkundig leven, verschillende geloofsleer en theologie. Achter al dat uitwendige, het kerkelflke, politieke, theologische, lag het diepere, in den grond psychologische verschil van twee typen van Christelijk voelen, denken, leven en streven. Daarin ligt beider betrekkelijk recht, beider blijvende waarde. Daaruit verklaart zich de kracht van de botsing, de onvereenigbaarheid der ideeën, en hoe zij een gansch volk in beweging brachten, alle volkskrachten, geestelijke en stoffelijke opriepen in dien eenen strijd, alle hartstochten opzweepten, en hoe die felle kamp slechts met een dubbel treurspel kon eindigen. Het nieuwste onderzoek heeft ons beter dan te voren het zuiver religieus karakter der oorspronkelijke Remonstrantie en haar samenhang met geest en beginselen van het oud-nederlandsch Protestantisme doen inzien. Toen onder leiding van Maurits' eminenten hofprediker, Oldenbarnevelt's boezemvriend Portret van Ets van Rembrandt Wtenbognert in het Vondelmuseum partijen, belichaamd in Oldenbarnevelt en Maurits. Dat alles kwam er bij, bracht het ware verschil aan het licht en heeft de worsteling zoo lang en zoo hevig gemaakt, maar de oorzaak lag dieper. Twee religieuze geestesstroomingen, wier bronnen reeds in het oudste Christendom lagen en die reeds meermalen in botsing waren gekomen, werden in de breede bedding der Reformatie hier te lande op bijzondere wijze eerst naar elkaar toe, toen tegen elkaar in gestuwd. Gelijk reeds het Katholicisme hier in de middeleeuwen een eigen karakter had, heeft de volksziel in deze gewesten ook een eigen nationaal type van Protestantis me voortgebracht, eer zij den invloed der drie groote Hervormers onderging. Het optre den van de eerste strenge Calvinisten in ons land heeft het pas voelbaar en zichtbaar gemaakt, dat hier tweeërlei geest werkte, IIMIIIIlllIlllllllllllllllllllllmlIllllllllllllllllllltllllllllllllMMIIIIIIIIIIIIllll ? zich in gewichtige onbeduidendheid hoofd voor hoofd i outrance te doen gelden. In mevrouw Simons' Levensstroomingen," waarin de schrijfster tot op deze hoogte met den tijd meeging, vinden we de bur gerlijke helden: een vader, een moeder en twee heftig labile kinderen, wederom ten voeten uit. Doch zijn wij het uit-leef-stadium inmiddels al niet voorbij-gestroomd? Kunnen wij, sedert de laatste der Raspoetin's de eeuwige glorie inging, ons voldoende enthousiasmeeren voor een simpel profeet uit Dresden in zijn verhouding tot een Hollandsche jonge dame, en voelen wij de «bekeering" van een jongen man, met het voorkomen van een gymnasiast, tot een bepaalden godsdienst (het catholicisme) feitelijk nog als een zóingrijpende daad sinds ons het eene dogma al even ontoe reikend voor onze diepere behoeften bleek als het andere, en het individu, op het slag veld, in de strafcel op Wieringen of in het klooster, duizend aardsche dooden leerde sterven? Uit Ibsen's Bond der Jongereri1' heugen ons alle jeugdige bevliegingen, maar de jaren, die wij beleefden, brachten ons de betrekkelijke waarde dezer stroo mingen" op te gevoelige wijze bij om er op dit momrnt de, voor een tooneelspel noodzake lijke, ontroering uit te putten. Het is niet te loochenen, de oorlogsjaren tellen ten op zichte van de literatuur minstens dubbel, en veel wat ons vór deze frisch en het overdenken-waard voorkwam, blijkt verou derd, duf, en van alle zijden overtroefd. Het werk van mevrouw Simons lijdt ten zeerste onder het geweld van den tijd; het schoot geen wortel, het bloeit niet op met de nieuwe lente. En dit komt niet omdat zij persoonlijk niet spontaan zou reageeren, men zal zich herinner n hoe juist zij het was, de eenige uit het ; teraire kamp, die nog kort geleden in de N.R.Ct. haar stem verhief tegen het minderwaardig wraakgeschreeuw der bladen, dit komt door dat de jongste impressies bij haar de sterksten zijn geweest en zij haar leven lang niet los is kunnen komen van de, dicht bij huis gevonden, oorspronkelijke modellen. ZIJ kent deze menschen te goed, te gewe tensvol rust zij hen uit met de individu eelste karakteristiek, en bij zóconcreete beschouwing blijft er geen ruimte in haar werk voor veronderstelling, illusie of visie, en snijdt zij ook onze verbeelding den pas af. Al behandelde mevrouw Simons, om den Wtenbogaert, die de zeldzaam begaafde, werkzame, strijdbare, vrome leidsman der geheele partij gebleven is, 44 moedige mannen huti vertoog ontwierpen en onderteekenden, was het een zuivere geloofsdaad uit noodweer. Toen het stukongeteekend werd ingediend was het geheel omgewerkt, in anderen toon gesteld en aangevuld met een, kennelijk onder Oldenbarnevelt's invloed gesteld stuk, waarin de kerkelij k-politieke kwestie naar voren werd gebracht. Wtenbogaert heeft klaar en zuiver uitge sproken wat hem en de zijnen bewoog, toen hij in 1614 Utrecht adviseerde over de orga nisatie van het godsdienstig leven door den Staat. Een confessloneele eenheid, zegt hij bijna letterlijk, gebonden aan Belijdenis en Catechismus acht hij zoo heel noodig niet. De oorspronkelijke kerk heeft ook zonder den band van zulke menschelJjke geschriften tijd te achterhalen, de gewaarwordingen van een Walter Verveer, die tot ontsteltenis zijner ouders onverhoeds als vlieger opsteeg, haar stuk zou geen vlucht nemen, omdat zij niet het wezen van den adelaar, maar de beperktheid van den zoon van goeden huize, die, gebonden aan de oude levens vormen, met een benepen gemoed de lucht in vaart, het innigst heeft begrepen. Om het religieuse besef in Walter Verveer uit te beelden schoten haar middelen te kort, slechts n tooneel, het slot van II, gaf de aanduiding, voor het overige dwong zrj zich het te-kort aan te vullen met waanwijze en zelfs bekeerszuchtige oratie van een zich overschattend jongmensch. Mevrouw Simons mist fantasie, en alle fjjne en degelijke kwali teiten, die z?j er tegenover stelt, troosten «ns daarover niet. Doch n element, het element dat een Bernard Shaw redde, steekt, haars ondanks en tot onze verheuging, ook in deze Levensstroomingen" den spitsen kop op en vervult ons met nieuwe hoop om trent het eigenlijk talent der geboren blijspelschrijfster. Waarom toch heeft mevrouw Simons de kostelijke kiem der ironie, haar beste gave, immer ten achter gesteld bij de zucht ernstig betogende tooneelstukken te schrijven, waarom zou zij in de meeste gevallen afkeerlg blijven de dingen, waar van zij de poëzie dooddrukt, te heffen op dat andere plan, waar Ie sublime" met goed fatsoen in Ie ridicule" mag overgaan? Terwijl delevensstroomingen kabbelden langs onze gelatenheid en wij ons na het tweede, ietwat melodramatisch spannende, bedrijf afvroegen wat er nu nog voor het derde kon zijn bewaard: de profeet In- het keurig logeerbed en mevrouw Verveer, op een allerongelegenst oogenblik het leek wel of ze zonder hoed weg liep ter kerke, heb ik mij zonder gewetensbezwaar aan den kant der lachers geschaard, overtuigd dat mevrouw Simons in haar heimelijk hart mee zou lachen. Blijspelfiguren, die maar een duwtje zouden behoeven... De vader, het practisch verstand met de porte-monnaie, de moeder, die het leven aan elkaar teemde, zicrt in alle bochten wrong om het ieder naar den zin te maken, en vijf en twintig jaren verrukt" deed van het traditioneele ruikertje lelie'jes van dalen, de poede" waarmee haar man, die schat, tot zijn ongeluk op den eersten huwelrjksdag was komen aandragen, om er nooit meer af te durven. Dat er aan dit, een bedrijf lang bestaan. Zfj hebben altijd meer disputen en scheuring dan vrede en eendracht gebracht. Van den aanvang der Reformatie af heeft geen enkel gezag gehad. Men wachte zich echter voor die soort vrijheid, die altijd wat nieuws brengt. Daartoe boude men zich aan den B j bel en vermenge Gods woord niet met onneodige kwesties. Men wachte zich ook voor heerschzucht over de conscientie op gezag van sommige mees ters. Men handhave vrijheid van onder zoek, de liefde in de prediking, de verdraag zaamheid bij verschillen behoudens den eenen grondslag, en brenge verdeeldheid noch ergernis onder het volk. Ziedaar de beginselen van een anticon fessloneelen geest tegenover het confessionalisme, dat zich opdrong; van antidogmatistische vroomheid tegenover het dogmatisme, opmerkelijk in een eeuw toen er eigenlijk geen ander dan dogmatisch Christendom be stond; en van anticlericalisme, dat niets van kerkelijke heerschappij over den staat wilde weten, en slechts van de Overheid bescherming van vrijheid en vrede in de religie vroeg. Om de eenheid van het godsdienstigzedclflk volksbestaan te handhaven en te belichamen in de Kerk, streden de Remon stranten voor vrijheid en verdraagzaamheid, zoo noodig onder bescherming van den staat. Om de staatkundige eenheid van het volk, dat zich nog vrij moest vechten, te bewaren, Oldenbarnevelt heeft het zoo be slist mogelijk verklaard, steunde de Over heid die richting met haar politiek en met haar organisatie van de staatskerk. Hugo de Groot, Remonstrantscher dan de Remon stranten, droomde zelfs van een zóuni verseel Christelijke kerk, dat daarin voor Roomsen en Onroomsch plaats was, opdat de waarheid in vrijheid allen allengs zou vereenigen. Maar de werkelijkheid heeft dit idealisme beschaamd. Eenmaal vastgeketend aan het politieke rad van fortuin, is het Remonstrantisme bij zijn eerste wenteling verpletterd. Toen zij het zagen aankomen, hebben zij zich tegen wil en dank moeten organiseeren tot een afzonderlijke kerkgemeenschap. De Synode ter verzoening, waarom zo vroegen en die ook door de Staten werd begferd, is door steeds heftiger kerkelijke en politieke agitatie belet, waaibij de leus werd aange heven dat de Overheid geen gezag in gods dienstzaken had. De dwangmaatregelen tegen de scheutkerken waren natuurlijk olie in het vuur. Maar toen door de staatsgreep van Maurits bijna overal de Calvinisten op het kussen kwamen, werd het gezag der Over heid onmiddellijk gebruikt om een andere Synode samen te brengen, die geheel als partijrechtbank optrad en de Remonstranten citeerde en vonniste, op dezelfde wijze als In de politiek Oldenbarnevelt gevangen en gevonnist werd. Toen moesten zij handelen, wilden zfl niet ondergaan. Zij zeggen in het verslag dier heimelijke vergadering zei ven wat hen be woog. De Calvinisten drongen hun gevoelen aan allen op, waaronder grove ende lasterlycke opiniën"; duldden zelfs niet de bescheidenste tegenspraak; maakten van menschelijUe geschriften bindende geloofsregels; bedreven gewetensdwang met hulp der overheid, waar zij konden, maar stoorden zich niet aan de overheid, als deze verdraag zaamheid eischte; brachten overal scheuring teweeg; trachtten de Remonstranten overal uit te drlven en hun godsdienst te beletten; zetten, vór nog het synodale vonnis geveld was, Remonstranten en zelfs verdraagzame Calvinisten af; stelde een synode samen uit partijgangers; en deden nog meer onrust, scheuring en gewetensdwang voorzien. Een akte van beschuldiging, waarvan, helaas, maar al te veel waar was. Men kan dit erkennen, al ziet men niet voorbij, dat het ook vaak hard tegen hard is gegaan. En even gewelddadig als de strijd, was de beslissing: het synodale vonnis onthoofdde het Remonstrantisme, de gerechtelijke moord op Oldenbarnevelt onthoofdde de vrijzinnige ftaatspartg. Ballingschap en levenslange geafficheerd, huwelijksgeluk innerlijk wat haperen moet, begrijpen wij, maar niettemin verrast ons het groteske in de koelbloedige medcdeeling dezer dame: dat zij bij nader inzien toch wat overmatig in het materieele (haar man dus) is opgegaan en in het ver volg in den waren zin des woords meej de kerk in het midden" hoopt te houden. Zoodat wij, na deze openbaring, bepaald. fedutie krijgen in de dochter Ada, voor wie deze kerk" in elk geval den man zélf" zal zijn; het geluk van het oogenblik, de bevlieging der kinderen, prijzen boven de dure trouw der ouders, aangezien deze tot in het krampachtige stralen" moet om dingen welke haar niet kunnen schelen; en in den geroepen heer Wirtz allengs den vtrlosservia-den-verlelder leeren waardeeren. Ging bij de schrijfster de natuur nog maar iets meer boven de leer, zij zou de gave bezitten ons aan de keerzijde harer tragische conflicten, de diepe tragiek van het leven te toonen, ineen vorm waarvoor ons tooneel haar niet dankbaar genoeg zou kunnen zijn. Zooals de rol van Frits Verveer thans ligt, is het voor een vertolker moeilijk een aannemelijken toon te vinden. Een meer dichter lijk talent (Jan C. de Vos, Cor van der Lugt) zou de afmetingen hebben vergroot; Cnrispfln Jr., die eerst zichzelf mocht zijn in het cynisch gesprek met Bron in III, het best geschreven tooneel van het werk, verkortte den afstand en vond, tusschen drama en blijspel, maar een enkele maal het algemeen menschelijk accent. Ook mevrouw Chrispijn?Mulder scheen onder den druk. Een huwelijks-martelares en Mater-d»lorosa, die ons op den langen duur tot een obcessle werd. Toegegeven dat de lyriek in deze rol pover is, geloof ik toch dat een actrice, die meer dan mevrouw Ctirispijn naar het abstracte neigt, er een boeiender figuur van zou hebben gemaakt. De geëxalteerde Ada, de Kasbloem in gewijde aarde, vond in mevr. van Kerckhoven een wel tact-volle vertolkster. Zij zou goed doen nog meer op de bedoeling van de rol aan te spelen dan op den woordelijken tekst. In het absolute ligt haar wezen, en tevens haar bekoring,luar onwaarschijrlljk optreden tegenover de ouders maakt haar onnoodig tot een nest. Van Jan van E»s, een jongen uit Fr hlingserwachen" en met het oog op de zilveren IIII1IIIIIIIII1IIIIIIIJII1IIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIII gevangenschap (Loevestein) was het eind. Men moet er Vondel op nalezen om te zien, hoe diep verontwaardigd en bedroefd waarlijk niet de minste zonen onzes volks over dit einde zijn geweest. Wtenbogaert, gevlucht om niet in het lot van den Advocaat te deelen, had uit zijn ballingschap reeds de organisatie ter hand genomen, met den pittigen Rotterdammer Grevinkhoven: .willen zij bijeen blijven een drachtig en mij als hun dienaar gebruiken, hier ben ik paratusinDeum stareet cadere". In Waalwijk eerst, daarna in Antwerpen wordt de organisatie tot stand gebracht, onder eindelooze moeite en gevaren in het vaderland verwezenlijkt, met een kracht van geloof, offervaardigheid en vertrouwen, die zelfs de ramp van 1623, toen een verloopen geestverwant, die nooit tot de Broederschap was toegelaten, den schandelijken aanslag op Maurits beraamde, en zQ tot een dorschvloer geworden" waren, te boven deed komen. Frederlk Hendrik, die evenals Louise de Coligny Wtenbogaert zeer genegen was,bracht de eerste verzachting van den toestand. Kerken werden gebouwd, zij het verscholen, de vredestempels" door Vondel bezongen. In 1634 volgde destichtlng van bet Seminarium onder Episcopius, te Amsterdam. Daar heeft het gebloeid tot 1874. Het werd alleen naar Leiden overgebracht, omdat toen nog de opheffing dreigde van het Amsterdamsch Athenaeum; het zou later waarschijnlijk naar Amsterdam, waar het behoort, zijn terug gekeerd, dreigde toen weer niet ter kwader ure de opheffing der theologische faculteit, waar partijpolitiek eerst de Amsterdamsche universiteit, maar dan ook zeker de andere Universiteiten mede zou hebben .getroffen, een poging door de Regeering gelukkig gekeerd. Maar de beteekenis der Broederschap, hoe klein zij moge zijn, ligt niet vooral in de predikers en geleerden van naam die haar dienden, maar in haar geest en beginselen. Weet zfj dien schat uit haar verleden trouw te bewaren, en te gebruiken naar de be hoeften van onzen tijd, dan zal zij hare plaats naast zooveel machtiger kerken waard zijn, invloed blijven oefenen ver buiten haar bescheiden kring en in de Christenwereld iets groots en goeds vertegenwoordigen. Illllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltlll bruiloft ook bezwaarlijk te brengen op den leeftijd, welke aanspraak begint te maken op onze belangstelling in, met een handom draai opgeloste levensvragen, was het spel teer en ingeleefd. Hij gaf poëzie, en deze bleek het werk ten goede te komen. Het is in dit verband opmerkelijk zoo verschillend als Het Hofstadtooneel" twee werken van dezelfde schrijfster, die als geschreven stuk veel overeenkomst toonen, heeft ten tooneele gebracht. .Kasbloem", regie van der Lagt, was door den regisseur in een sfeer gebracht, die meer zijn eigen dan die der schrijfster, het stuk zoo veel mogelijk ophief uit de werkelijkheid. Terwijl bij de vertooning van Levensstroomingen", de regisseur (Chrispijn), plus royaliste que Ie rol, uit de vlakke realiteit het comische element naar voren bracht en ons, gelijk gezegd, deed verlangen naar een radicale transpositie van het bezwaarlijk familie-geval. "** N.V. HET NEDERLANDSCH TOONEEL: Tzingani, door J h r. A. W. G. van R i e m s d ij k. Het idealisme Verkade?van Riemsdijk overschrijdt met deze opgelapte Sphinxreprise de grenzen die de Tooneelkunst schelden van het bioscoep- vermaak, en de Stadsschouwburg compromitteert er zich mee. TOP NAEFF 05TER5EEK MEUWLEERttiOEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl