Historisch Archief 1877-1940
8. Maart. '19.'?No. 2176
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
D E RËMONSTRANTEN
HERDENKING VAN EEN GROOTE GEBEURTENIS
1619 5 MAART 1919
door prof. dr. H. Y. O R o E N E w E G E N
Hoogleeraar aan de Universiteit van Amsterdam
De Schrijver van dit artikel
Een klein kerk
genootschap in
ons vaderland
herdenkt den 5en
Maart een groote
gebeurtenis.
Het is de dag
waarop drie eeu
wen geleden door
een tiental predi
kanten en enkele
vertegenwoordi
gers van herder
loos geworden ge
meenten, heime
lijk, onder groote
bekommernis voor alom dreigende gevaren
en reeds heftiglosgebrokenvervolgingen.de
Remonstrantsche Broederschap werd gesticht.
Die Broederschap heeft natuurlijk alle
reden deze herdenking dankbaar te vieren.
Onder zwaren strijd gesticht, heeft zij zich
bij aanvankelijk steeds klimmenden nood
staande gehouden. Daarna heeft zij, door
de Overheid slechts geduld, in achter de
woningen verborgen bedehuizen in stilte
haar vredig werk voortgezet. Toen na bijna
60 jaren eerst van algemeene, daarna van
plaatselijke vervolging haar bestaan van
buiten niet meer bedreigd werd, scheen zij
vaak innerlijk uitgeleefd, en ging in den
Napoleontischen tijd bij de finantieële ruïne
van ons heele volk bijna te gronde. Maar
vijftig jaar geleden ontwikkelde zij weer
nieuwe kracht, kreeg met
denleuwestroomlngen op godsdierstig geblrd krachtens hare
beginselen een nieuwe roeping en een nieuwe
toekomst. Geen wonder dat zij, behalve
door feestelijke gemeentesamenkomsten,
in haar Algemeene Vergadering dezen zomer
een gemeenschappelijk gedachtenisfeest wil
vieren en een gedenkboek uitgeeft. En zeker
niet het minst belangrijke deel dier her
denking zal 'en historische tentoonstelling
zijn. Een lichaam met zulk een historie
mag de herinneringen en documenten van
een.groot verleden latfn zien.
Nu zou echter de gedachtenisvfering van
een godsdienstige organisatie met zoo be
scheiden omvang en zoo beperkten invloed op
zich zelve de algemeene aandacht evenmin
trekken als verdienen. Maar de wordingsge
schiedenis dezer kerk hangt samen met een der
meest bekende en gewichtigste periodrn uit
de geschiedenis van ons volk. Die 5de Maart
roept geweldig* gebeurtenissen uit ors na
tionaal verleden in onzen geest terug. Boven
dien, de beginselen waarover toen zoo fel
werd gestreden, werken rog altfld door,
voeren nog altijd strijd, zij het, gelukkig, op
andere en betere wijze, en hebben hun volle
beteekenis voor het godsdienstig en staat
kundig leven, voor de geheele geestelflke
ontwikkeling onzer natie behouden. Daarom
is een terugblik van algemeen belang,
feder weet dat het bekende staatsstuk in
1610 den Remonstranten hun naam hetft
gegeven. Terecht. Het was hun eerste
gemeenschappelljke en openlijke daad, niet
slechts een rekest aan de Staten met ver
zoek om een synode, maar een protest tegen
J-aster en vervolging, een manifest betreffende
den geest en de beginselen waarvoor zij
opkwamen, en een geloofsgetuigenis.
Sommigen herinneren zich misschien nog
een en ander van theologische geschillen be
treffende de praedestinatie, die hen volmaakt
koud laten, en van Armlnius en de
Arminianen. Maar daarmede is hun kennis dan
ook uitgeput. Zóoppervlakkig is dikwijls
de historische kennis die men mededraagt
van de scholen, dat men vaak, als het geen
politiek en oorlogen betreft, vrijwel on
kundig blijft van de diepere dingen die
iimiiimiiMiinii
N.V. HET HOFSTAD-TOONEEL:
Levensstroomingen, door J. A.
SimonsMees.
Wanneer eenmaal het nageslacht zal rich
ten over de werken van mevrouw Simons
Mees, een van onze zeer zeldzame
auteurs die inderdaad op een dramatisch
oeuvre mag bogen zal het de taaie trouw
erkennen waarmede zij vasthield, niet aan
eenig ideaal, maar aan een indruk, welke
in haar eigen ontvankelijkste jeugd een over
wegende moet zijn geweest: de botsing
van de jonge leuze met het overleefd begrip.
Doch zooals deze natuurwet in haar tijd
de gelukkige families" ondermijnde als een
sluipend gif, zonder dat het in de meeste
gevallen tot bulgen of barsten kwam
koppige bekrompenheid naast stomme onder
werping, met aan de oppervlakte enkel
de uren verzurende schermutseling bezijden
den eigenlijken strijd zoo behoorde het
bij een volgende generatie tot den bon ton
elk natuurlijk gevoelsverschil in den
huiselijken kring met wellust uit te spelen en
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII11IIIIIIIIIIMI
Uit voorraad leverbaar nieuwe
12/34 P. K. ADLER" landaulette
limousine, nieuwste type, modern
uitgerust. Een 1028 P. K., N.A.G.
limousine de luxe. Vraagt onze Voouaadlijsl
Fiwa Gebi.
A'DAM, Jacob Obrechtstraat 26. Tel. Z. 2507
de volksziel bewogen hebben en nog
bewegen, groote gebeurtenissen in belang
rijke perioden eigenlijk niet begrijpt en niets
verstaat van hetgeen ze ons- hebben te
zeggen. Dit geldt van deze, toch zeer
bekende periode vooral.
De strijd, die misschien de heftigste is
geweest waardoor ooit ons volksleven
is verscheurd, ging niet in hoofdzaak over
de dogmatische stellingen van twee profes
soren, ook niet over de kerkelijke kwestie
tusschen rekkelijken en preclesen, evenmin
over de oppermacht van twee politieke
die zich afspiegelde in verschillende begin
selen van kerkelijk en staatkundig leven,
verschillende geloofsleer en theologie. Achter
al dat uitwendige, het kerkelflke, politieke,
theologische, lag het diepere, in den grond
psychologische verschil van twee typen van
Christelijk voelen, denken, leven en streven.
Daarin ligt beider betrekkelijk recht, beider
blijvende waarde. Daaruit verklaart zich de
kracht van de botsing, de onvereenigbaarheid
der ideeën, en hoe zij een gansch volk
in beweging brachten, alle volkskrachten,
geestelijke en stoffelijke opriepen in dien
eenen strijd, alle hartstochten opzweepten,
en hoe die felle kamp slechts met een dubbel
treurspel kon eindigen.
Het nieuwste onderzoek heeft ons beter
dan te voren het zuiver religieus karakter
der oorspronkelijke Remonstrantie en haar
samenhang met geest en beginselen van het
oud-nederlandsch Protestantisme doen inzien.
Toen onder leiding van Maurits' eminenten
hofprediker, Oldenbarnevelt's boezemvriend
Portret van
Ets van Rembrandt
Wtenbognert
in het Vondelmuseum
partijen, belichaamd in Oldenbarnevelt en
Maurits. Dat alles kwam er bij, bracht het
ware verschil aan het licht en heeft de
worsteling zoo lang en zoo hevig gemaakt,
maar de oorzaak lag dieper.
Twee religieuze geestesstroomingen, wier
bronnen reeds in het oudste Christendom
lagen en die reeds meermalen in botsing
waren gekomen, werden in de breede bedding
der Reformatie hier te lande op bijzondere
wijze eerst naar elkaar toe, toen tegen elkaar
in gestuwd. Gelijk reeds het Katholicisme
hier in de middeleeuwen een eigen karakter
had, heeft de volksziel in deze gewesten ook
een eigen nationaal type van Protestantis
me voortgebracht, eer zij den invloed der
drie groote Hervormers onderging. Het optre
den van de eerste strenge Calvinisten in
ons land heeft het pas voelbaar en zichtbaar
gemaakt, dat hier tweeërlei geest werkte,
IIMIIIIlllIlllllllllllllllllllllmlIllllllllllllllllllltllllllllllllMMIIIIIIIIIIIIllll ?
zich in gewichtige onbeduidendheid hoofd
voor hoofd i outrance te doen gelden.
In mevrouw Simons' Levensstroomingen,"
waarin de schrijfster tot op deze hoogte
met den tijd meeging, vinden we de bur
gerlijke helden: een vader, een moeder en
twee heftig labile kinderen, wederom ten
voeten uit. Doch zijn wij het uit-leef-stadium
inmiddels al niet voorbij-gestroomd? Kunnen
wij, sedert de laatste der Raspoetin's de
eeuwige glorie inging, ons voldoende
enthousiasmeeren voor een simpel profeet
uit Dresden in zijn verhouding tot een
Hollandsche jonge dame, en voelen wij de
«bekeering" van een jongen man, met het
voorkomen van een gymnasiast, tot een
bepaalden godsdienst (het catholicisme)
feitelijk nog als een zóingrijpende daad
sinds ons het eene dogma al even ontoe
reikend voor onze diepere behoeften bleek
als het andere, en het individu, op het slag
veld, in de strafcel op Wieringen of in het
klooster, duizend aardsche dooden leerde
sterven? Uit Ibsen's Bond der Jongereri1'
heugen ons alle jeugdige bevliegingen,
maar de jaren, die wij beleefden, brachten
ons de betrekkelijke waarde dezer stroo
mingen" op te gevoelige wijze bij om er op dit
momrnt de, voor een tooneelspel noodzake
lijke, ontroering uit te putten. Het is niet te
loochenen, de oorlogsjaren tellen ten op
zichte van de literatuur minstens dubbel,
en veel wat ons vór deze frisch en het
overdenken-waard voorkwam, blijkt verou
derd, duf, en van alle zijden overtroefd.
Het werk van mevrouw Simons lijdt ten
zeerste onder het geweld van den tijd; het
schoot geen wortel, het bloeit niet op met
de nieuwe lente. En dit komt niet omdat
zij persoonlijk niet spontaan zou reageeren,
men zal zich herinner n hoe juist zij het
was, de eenige uit het ; teraire kamp, die
nog kort geleden in de N.R.Ct. haar stem
verhief tegen het minderwaardig
wraakgeschreeuw der bladen, dit komt door
dat de jongste impressies bij haar de
sterksten zijn geweest en zij haar leven
lang niet los is kunnen komen van de, dicht
bij huis gevonden, oorspronkelijke modellen.
ZIJ kent deze menschen te goed, te gewe
tensvol rust zij hen uit met de individu
eelste karakteristiek, en bij zóconcreete
beschouwing blijft er geen ruimte in haar
werk voor veronderstelling, illusie of visie,
en snijdt zij ook onze verbeelding den pas
af. Al behandelde mevrouw Simons, om den
Wtenbogaert, die de zeldzaam begaafde,
werkzame, strijdbare, vrome leidsman der
geheele partij gebleven is, 44 moedige mannen
huti vertoog ontwierpen en onderteekenden,
was het een zuivere geloofsdaad uit noodweer.
Toen het stukongeteekend werd ingediend
was het geheel omgewerkt, in anderen toon
gesteld en aangevuld met een, kennelijk
onder Oldenbarnevelt's invloed gesteld stuk,
waarin de kerkelij k-politieke kwestie naar
voren werd gebracht.
Wtenbogaert heeft klaar en zuiver uitge
sproken wat hem en de zijnen bewoog, toen
hij in 1614 Utrecht adviseerde over de orga
nisatie van het godsdienstig leven door den
Staat. Een confessloneele eenheid, zegt hij
bijna letterlijk, gebonden aan Belijdenis en
Catechismus acht hij zoo heel noodig niet.
De oorspronkelijke kerk heeft ook zonder
den band van zulke menschelJjke geschriften
tijd te achterhalen, de gewaarwordingen
van een Walter Verveer, die tot ontsteltenis
zijner ouders onverhoeds als vlieger opsteeg,
haar stuk zou geen vlucht nemen, omdat
zij niet het wezen van den adelaar, maar
de beperktheid van den zoon van goeden
huize, die, gebonden aan de oude levens
vormen, met een benepen gemoed de lucht
in vaart, het innigst heeft begrepen.
Om het religieuse besef in Walter Verveer
uit te beelden schoten haar middelen te kort,
slechts n tooneel, het slot van II, gaf de
aanduiding, voor het overige dwong zrj zich
het te-kort aan te vullen met waanwijze en
zelfs bekeerszuchtige oratie van een zich
overschattend jongmensch. Mevrouw Simons
mist fantasie, en alle fjjne en degelijke kwali
teiten, die z?j er tegenover stelt, troosten «ns
daarover niet. Doch n element, het element
dat een Bernard Shaw redde, steekt, haars
ondanks en tot onze verheuging, ook in
deze Levensstroomingen" den spitsen kop
op en vervult ons met nieuwe hoop om
trent het eigenlijk talent der geboren
blijspelschrijfster. Waarom toch heeft mevrouw
Simons de kostelijke kiem der ironie, haar
beste gave, immer ten achter gesteld bij
de zucht ernstig betogende tooneelstukken
te schrijven, waarom zou zij in de meeste
gevallen afkeerlg blijven de dingen, waar
van zij de poëzie dooddrukt, te heffen op
dat andere plan, waar Ie sublime" met goed
fatsoen in Ie ridicule" mag overgaan?
Terwijl delevensstroomingen kabbelden langs
onze gelatenheid en wij ons na het tweede,
ietwat melodramatisch spannende, bedrijf
afvroegen wat er nu nog voor het derde
kon zijn bewaard: de profeet In- het keurig
logeerbed en mevrouw Verveer, op een
allerongelegenst oogenblik het leek wel
of ze zonder hoed weg liep ter kerke,
heb ik mij zonder gewetensbezwaar aan
den kant der lachers geschaard, overtuigd
dat mevrouw Simons in haar heimelijk hart
mee zou lachen. Blijspelfiguren, die maar
een duwtje zouden behoeven... De vader,
het practisch verstand met de porte-monnaie,
de moeder, die het leven aan elkaar teemde,
zicrt in alle bochten wrong om het ieder
naar den zin te maken, en vijf en twintig
jaren verrukt" deed van het traditioneele
ruikertje lelie'jes van dalen, de poede"
waarmee haar man, die schat, tot zijn
ongeluk op den eersten huwelrjksdag was
komen aandragen, om er nooit meer af te
durven. Dat er aan dit, een bedrijf lang
bestaan. Zfj hebben altijd meer disputen en
scheuring dan vrede en eendracht gebracht.
Van den aanvang der Reformatie af heeft
geen enkel gezag gehad. Men wachte zich
echter voor die soort vrijheid, die altijd
wat nieuws brengt. Daartoe boude men
zich aan den B j bel en vermenge Gods
woord niet met onneodige kwesties. Men
wachte zich ook voor heerschzucht over
de conscientie op gezag van sommige mees
ters. Men handhave vrijheid van onder
zoek, de liefde in de prediking, de verdraag
zaamheid bij verschillen behoudens den
eenen grondslag, en brenge verdeeldheid
noch ergernis onder het volk.
Ziedaar de beginselen van een anticon
fessloneelen geest tegenover het
confessionalisme, dat zich opdrong; van
antidogmatistische vroomheid tegenover het dogmatisme,
opmerkelijk in een eeuw toen er eigenlijk
geen ander dan dogmatisch Christendom be
stond; en van anticlericalisme, dat niets
van kerkelijke heerschappij over den staat
wilde weten, en slechts van de Overheid
bescherming van vrijheid en vrede in de
religie vroeg.
Om de eenheid van het
godsdienstigzedclflk volksbestaan te handhaven en te
belichamen in de Kerk, streden de Remon
stranten voor vrijheid en verdraagzaamheid,
zoo noodig onder bescherming van den
staat. Om de staatkundige eenheid van het
volk, dat zich nog vrij moest vechten, te
bewaren, Oldenbarnevelt heeft het zoo be
slist mogelijk verklaard, steunde de Over
heid die richting met haar politiek en met
haar organisatie van de staatskerk. Hugo
de Groot, Remonstrantscher dan de Remon
stranten, droomde zelfs van een zóuni
verseel Christelijke kerk, dat daarin voor
Roomsen en Onroomsch plaats was, opdat
de waarheid in vrijheid allen allengs zou
vereenigen. Maar de werkelijkheid heeft dit
idealisme beschaamd. Eenmaal vastgeketend
aan het politieke rad van fortuin, is het
Remonstrantisme bij zijn eerste wenteling
verpletterd.
Toen zij het zagen aankomen, hebben zij
zich tegen wil en dank moeten organiseeren
tot een afzonderlijke kerkgemeenschap. De
Synode ter verzoening, waarom zo vroegen
en die ook door de Staten werd begferd, is
door steeds heftiger kerkelijke en politieke
agitatie belet, waaibij de leus werd aange
heven dat de Overheid geen gezag in gods
dienstzaken had. De dwangmaatregelen tegen
de scheutkerken waren natuurlijk olie in het
vuur. Maar toen door de staatsgreep van
Maurits bijna overal de Calvinisten op het
kussen kwamen, werd het gezag der Over
heid onmiddellijk gebruikt om een andere
Synode samen te brengen, die geheel als
partijrechtbank optrad en de Remonstranten
citeerde en vonniste, op dezelfde wijze als
In de politiek Oldenbarnevelt gevangen en
gevonnist werd.
Toen moesten zij handelen, wilden zfl niet
ondergaan. Zij zeggen in het verslag dier
heimelijke vergadering zei ven wat hen be
woog. De Calvinisten drongen hun gevoelen
aan allen op, waaronder grove ende
lasterlycke opiniën"; duldden zelfs niet de
bescheidenste tegenspraak; maakten van
menschelijUe geschriften bindende
geloofsregels; bedreven gewetensdwang met hulp
der overheid, waar zij konden, maar stoorden
zich niet aan de overheid, als deze verdraag
zaamheid eischte; brachten overal scheuring
teweeg; trachtten de Remonstranten overal
uit te drlven en hun godsdienst te beletten;
zetten, vór nog het synodale vonnis geveld
was, Remonstranten en zelfs verdraagzame
Calvinisten af; stelde een synode samen uit
partijgangers; en deden nog meer onrust,
scheuring en gewetensdwang voorzien. Een
akte van beschuldiging, waarvan, helaas,
maar al te veel waar was. Men kan dit
erkennen, al ziet men niet voorbij, dat het
ook vaak hard tegen hard is gegaan.
En even gewelddadig als de strijd, was de
beslissing: het synodale vonnis onthoofdde
het Remonstrantisme, de gerechtelijke moord
op Oldenbarnevelt onthoofdde de vrijzinnige
ftaatspartg. Ballingschap en levenslange
geafficheerd, huwelijksgeluk innerlijk wat
haperen moet, begrijpen wij, maar niettemin
verrast ons het groteske in de koelbloedige
medcdeeling dezer dame: dat zij bij nader
inzien toch wat overmatig in het materieele
(haar man dus) is opgegaan en in het ver
volg in den waren zin des woords meej
de kerk in het midden" hoopt te houden.
Zoodat wij, na deze openbaring, bepaald.
fedutie krijgen in de dochter Ada, voor wie
deze kerk" in elk geval den man zélf"
zal zijn; het geluk van het oogenblik, de
bevlieging der kinderen, prijzen boven de
dure trouw der ouders, aangezien deze tot
in het krampachtige stralen" moet om dingen
welke haar niet kunnen schelen; en in den
geroepen heer Wirtz allengs den
vtrlosservia-den-verlelder leeren waardeeren.
Ging bij de schrijfster de natuur nog maar
iets meer boven de leer, zij zou de gave
bezitten ons aan de keerzijde harer tragische
conflicten, de diepe tragiek van het leven
te toonen, ineen vorm waarvoor ons tooneel
haar niet dankbaar genoeg zou kunnen zijn.
Zooals de rol van Frits Verveer thans ligt,
is het voor een vertolker moeilijk een
aannemelijken toon te vinden. Een meer dichter
lijk talent (Jan C. de Vos, Cor van der Lugt)
zou de afmetingen hebben vergroot;
Cnrispfln Jr., die eerst zichzelf mocht zijn in het
cynisch gesprek met Bron in III, het best
geschreven tooneel van het werk, verkortte
den afstand en vond, tusschen drama en
blijspel, maar een enkele maal het algemeen
menschelijk accent.
Ook mevrouw Chrispijn?Mulder scheen
onder den druk. Een huwelijks-martelares
en Mater-d»lorosa, die ons op den langen
duur tot een obcessle werd. Toegegeven
dat de lyriek in deze rol pover is, geloof
ik toch dat een actrice, die meer dan
mevrouw Ctirispijn naar het abstracte neigt,
er een boeiender figuur van zou hebben
gemaakt.
De geëxalteerde Ada, de Kasbloem in
gewijde aarde, vond in mevr. van Kerckhoven
een wel tact-volle vertolkster. Zij zou goed
doen nog meer op de bedoeling van de rol
aan te spelen dan op den woordelijken tekst.
In het absolute ligt haar wezen, en tevens
haar bekoring,luar onwaarschijrlljk optreden
tegenover de ouders maakt haar onnoodig
tot een nest.
Van Jan van E»s, een jongen uit Fr
hlingserwachen" en met het oog op de zilveren
IIII1IIIIIIIII1IIIIIIIJII1IIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIII
gevangenschap (Loevestein) was het eind.
Men moet er Vondel op nalezen om te zien,
hoe diep verontwaardigd en bedroefd waarlijk
niet de minste zonen onzes volks over dit
einde zijn geweest.
Wtenbogaert, gevlucht om niet in het lot
van den Advocaat te deelen, had uit zijn
ballingschap reeds de organisatie ter hand
genomen, met den pittigen Rotterdammer
Grevinkhoven: .willen zij bijeen blijven een
drachtig en mij als hun dienaar gebruiken,
hier ben ik paratusinDeum stareet cadere".
In Waalwijk eerst, daarna in Antwerpen
wordt de organisatie tot stand gebracht,
onder eindelooze moeite en gevaren in het
vaderland verwezenlijkt, met een kracht van
geloof, offervaardigheid en vertrouwen, die
zelfs de ramp van 1623, toen een verloopen
geestverwant, die nooit tot de Broederschap
was toegelaten, den schandelijken aanslag
op Maurits beraamde, en zQ tot een
dorschvloer geworden" waren, te boven deed
komen.
Frederlk Hendrik, die evenals Louise de
Coligny Wtenbogaert zeer genegen was,bracht
de eerste verzachting van den toestand.
Kerken werden gebouwd, zij het verscholen,
de vredestempels" door Vondel bezongen.
In 1634 volgde destichtlng van bet Seminarium
onder Episcopius, te Amsterdam. Daar heeft
het gebloeid tot 1874. Het werd alleen naar
Leiden overgebracht, omdat toen nog de
opheffing dreigde van het Amsterdamsch
Athenaeum; het zou later waarschijnlijk
naar Amsterdam, waar het behoort, zijn terug
gekeerd, dreigde toen weer niet ter kwader
ure de opheffing der theologische faculteit,
waar partijpolitiek eerst de Amsterdamsche
universiteit, maar dan ook zeker de andere
Universiteiten mede zou hebben .getroffen,
een poging door de Regeering gelukkig
gekeerd.
Maar de beteekenis der Broederschap, hoe
klein zij moge zijn, ligt niet vooral in de
predikers en geleerden van naam die haar
dienden, maar in haar geest en beginselen.
Weet zfj dien schat uit haar verleden trouw
te bewaren, en te gebruiken naar de be
hoeften van onzen tijd, dan zal zij hare
plaats naast zooveel machtiger kerken waard
zijn, invloed blijven oefenen ver buiten haar
bescheiden kring en in de Christenwereld
iets groots en goeds vertegenwoordigen.
Illllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltlll
bruiloft ook bezwaarlijk te brengen op den
leeftijd, welke aanspraak begint te maken
op onze belangstelling in, met een handom
draai opgeloste levensvragen, was het spel
teer en ingeleefd. Hij gaf poëzie, en deze
bleek het werk ten goede te komen.
Het is in dit verband opmerkelijk zoo
verschillend als Het Hofstadtooneel" twee
werken van dezelfde schrijfster, die als
geschreven stuk veel overeenkomst toonen,
heeft ten tooneele gebracht.
.Kasbloem", regie van der Lagt, was door
den regisseur in een sfeer gebracht, die meer
zijn eigen dan die der schrijfster, het stuk
zoo veel mogelijk ophief uit de werkelijkheid.
Terwijl bij de vertooning van
Levensstroomingen", de regisseur (Chrispijn), plus
royaliste que Ie rol, uit de vlakke realiteit
het comische element naar voren bracht en
ons, gelijk gezegd, deed verlangen naar een
radicale transpositie van het bezwaarlijk
familie-geval.
"**
N.V. HET NEDERLANDSCH TOONEEL:
Tzingani, door J h r. A. W. G. van
R i e m s d ij k.
Het idealisme Verkade?van Riemsdijk
overschrijdt met deze opgelapte
Sphinxreprise de grenzen die de Tooneelkunst
schelden van het bioscoep- vermaak, en de
Stadsschouwburg compromitteert er zich
mee.
TOP NAEFF
05TER5EEK
MEUWLEERttiOEN