De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 15 maart pagina 8

15 maart 1919 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

8 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 15 Maart. '19. No. 2177 i Op den Economischer! Uitktyk Internationale arbeids bescherming (H) Dultschland, dat in 1900 per dag l millioen marken aan sociale verzekering opbracht, had dus goede redenen om te verlangen, dat andere landen dienzelfden weg zouden volgen, dus: om aan te dringen op inter nationalisatie der arbeidsbescherming. Nu is het wel bijzonder merkwaardig, na te gaan hoe de propaganda daarvoor werd gevoerd. Wanneer men .onder ons" was, dan klaagde men wel over het feit, dat de Concurrenz fahlgkeit" door de zware sociale lasten werd gedrukt, maar naar buiten mocht niets daar van blijken, want dan zou het voorbeeld al heet weinig tot navolging hebben gewekt. t was werkelijk in Duitschland een soort Van txport-literatuur omtrent de onvermengde zegeningen der sociale verzekering: gezegd werd dat daardoor de stoffelijke toestand der arbeiders was verbeterd, hun peil verhoogd, de rechtspositie gesterkt; er was een gunstige ethische, soclaal-paedagogische en politieke invloed; de armenzorg-lasten zijn gedaald; het gemeenschaps gevoel is krachtiger geworden; de verzekering was een sociaal-politieke leerschool voor het heele volk; de hoogere levensstandaard van den Duitschen werkman heeft het blnnenlandsch verbruik doen stijgen, waardoor de nijverheid minder opuitvoer was aan gewezen; de winst van fabrieken hangt van allerlei andere en veel gewichtiger factoren dan de verzekeringsbijdragen af; de belasting der sociale wetten was door elkaar niet meer dan 5% pCt. over het arbeidsloon; de opgelegde lasten prikkelden tot verbetering van de techniek; onder den invloed der verzekeringswetten zijn de. loonen niet ge daald, maar gestegen; de werkgevers zijn meer en meer ervan overtuigd geworden dat de Arbeltsfreudigkelt" der werklieden toenam, doordat zQ zich verzekerd wisten en deze stemming kwam aan hun arbeidsverrichting ten goede; tevens bracht de verzekering de groepen van ondernemers en arbeiders nader tot elkaar... Ziedaar enkele tonen, ontleend aan den hooggestemden lofzang, waarvan het slot couplet luidde, dat deze sociale verzekering een zeer voortreffelijk Instituut was, met louter gunstige, nauwelijks eenig ongunstig gevolg; dat een beskhaafde staat zulk een Instituut niet mocht ontberen en dus Dultschlands voorbeeld moest volgen. Ziehier nu andere tonen. In Keizer Wllhelm(II)'s Erlasr" van 1890 werd gezegd dat aan de sociale wetgeving een grens gesteld werd door de zorg voor behoud van de Konkurrenzfahigkeit". Die bezwaren, uit internationale mededinging voortspruitend konden slechts door internationale overeen stemming overwonnen of althans verminderd worden. Men ziet: hier werd reeds aan internationaliseering gedacht. Elf jaar later sprak de Minister van Binnenlandsche Zaken over de zaak nog duidelijker in den RQksdagg: wij hebben, zoo zei hij, het allergrootste belang bij de vraag of de landen, waarmee wij op de wereldmarkt concurreeren, dezelfde kosten voorsociaal-politlekeaangelegenheden maken als wij, want daarvan hangt voor ons af, of wij zelven op dien weg verder DE MOOIE DROOM Spel in l Bedr(ff, door HERMAN SALOMONSON Personen: Truus, een bar-juffrouw, Miesje, haar vriendin, Jan, een kennis". Een kleine bar", in den laten namiddag; diepe schemering. In een leunstoel zit Truus, pantoffels aan en eert breiwerk in den schoot. Zij slaapt. SCÈNE I Truus (slaapt) (Met veel geweld komt Miesje binnen. Wandeltoilet. Zij zet haar natte parapluie in een hoek). Miesje (luid) Goden! Wat een duister nis! Hei daar! Word er is wakker! Slaperige madam... T r u s (ontwakend) Hè... wat ? O, ben jij dat... Hoe laat is het in de wereld ? Miesje Veel later dan half vijf kan het niet zijn. Het spijt me heusch dat ik je wakker moet maken... mag ik het licht op doen ?... Zoo!... (Zij draait het licht aan) Truus Au f wat doet dat een pijn an je oogenl Miesje Ja, net als in de bioscope, hè? t Is kil buiten, zeg, ea nat... geef me is een groc... Truus Het water zal van de kook af zij»... Gunst, hoe lang heb ik daar nou liggen slapen... een, twee... twee en een half uur.,. De heele middag alweer voorbij... Miesje En geen mensch geweest ? Truus Moet je net hier in die dooie boel komen... alleen 's avonds na tienen is het wat... (geeuwt). Ik zal meteen es even naar het water kijken... Miesje Och nee... laat mfl maar eff e ... (zff is bezig). Truus (in gedachten)... O Mies... ik heb toch zoo zalig gedroomd... Miesje Droomen zQn bedrog... Truus Zou je denken., altijd?... Miesje Zeg maar meteen van wie het was... Truus Jan Doeve... Miesje O., die kan Ik geeneens... wie is dat? Trujts Ja.. Jan Doeve... da's een jonge, hè? een kennis van me. Miesje Dat snap ik... van mensche die je niet ken droom je niet.. (ze komt met haar groc bij Truus zitten) En kwam die je de 100.000 brengen...? Truus Neen.. dat dee die niet... God, Mies, Ik heb toch zooveel van die jongen gehouden... kunnen gaan; het zou anders kunnen ge beuren dat het Duitpche product zoo buiten gewoon belast werd met sociaal-politieke kosten, met bruto-uitgaven voor dergelQke voorzieningen, dat dit product op de wereld markt niet meer concurreeren kon en dat daardoor onze geheele uitvoernijverheid met de ernstigste benadeeling werd bedreigd. Hier werd dus al heel duidelijk gezegd: andere landen moeten meedoen, anders kunnen wij niet verder; eigenlijk loopen wfl reeds nu vast... Het was dus geen wonder dat Duitsch land (In 1902) toetrad tot de toen nog slechts kort geleden opgerichte Inter nationale Vereeniging voor wettelijke arbeids bescherming. Deze vereeniging vergaderde dat jaar te Keulen; de Duitsche R ij kf re geering was er officieel vertegenwoordigd. Het belang van Dultschland bij een gelijk making van internationale concurrentie voorwaarden door uitbreiding van sociale verzekerjng en door verzwaring van sociale lasten in andere Rijken, werd door de officleele Duitsche sprekers zee* sterk op den voorgrond gesteld. De vertegenwoordigers der verschillende buitenlandsche regeeringen op dit congres kunnen daaromtrent niet in twijtel hebben verkeerd. Merkwaardig is het, overigens, te zien, dat andere Duitsche sprekers hun best deden den mogelijk ongunstigen indruk der ambtelijke redevoe ringen van de Duitsche officieelen" weg te nemen; zij vreesden, wellicht niet ten onrechte, dat wanneer men zoo druk over zware lasten sprak, de hoorder niet bereid zou zijn dergelijke lasten op zich te nemen. Daarom stelde men van deze zijde de zaak anders voor. De arbeidsbescherming, zoo zeide men, is eene Starkung" van de nij verheid, die dan ook de bijkomstig daaruit voortvloeiende lasten gemakkelijk dragen kan. Aldus o.a. von Berlepsch en ook prof. W a x w e i l e r, welke laatste vooral onomwonden zei, dat men niemand voor sociale wetgeving winnen zou, wanneer men over de lasten klaagde. Hoe wil men zei hij industrieelen in andere landen voor sociale wetgeving stemmen, wanneer men hen er op wijst dat de Duitsche concurrrenten door die wetgeving bezwaard zijn en het voor dezen dus aangenaam zal zijn, wanneer de industrieelen elders zich ook de lasten opleggen l Ten slotte was dit, kan men zeggen, een vraag van taktiek. Het was, meen ik, wel meer tactvol (of: minder tactloos) geweest, wanneer de Duitsche Regeering op de ver gadering der internationale vereeniging te Keulen niet zoo sterk het belastings-element op den voorgrond had geschoven. Dat dit echter geschiedde, bewijst intusschen wel, dat het der Duitsche Regeering met deze opvatting ernst was, dat zQ voor zich zeer sterk doordrongen was van het de concur rentie belemmerend karakter der sociale verzekering, gelijk die in Duitschland zich had ontwikkeld.*) De vereeniging, waaraan Dultschland op grond van het zoo stellig inzicht der Regeering steun verleende, was opgericht nadat in Juli 1900 te Parijs een congres voor inter nationale arbeidsbescherming was gehouden; op dat congres begreep men, dat de zaak der internationaliseering door een vaste *) Het standpunt der Duitsche Regeering op het Keulsche congres vormde het onder werp van een belangwekkende gedachtenwisseling in onze Tweede Kamer (Decem ber 1902), welke werd geopend door den heer Van Karnebeek, en waaraan deelnamen Van der Zwaag, Goeman Borgesius, Nolens en Drucker. Miesje Dat hebben we allemaal... zoo'n Jan hebben we allemaal gehad... Truus .. Wat denk je.. zou die nog es terug kommen? Miesje God mensch... je ken me zooveel vragen... ik heb die jongen nooit gezien... (stilte). Truus Weet je wat ik droomde, Mies? Ik droomde dat ik in een groot bosch wan delde., zooals daar bij Bussum die kanten uit, je weet wel.. en allemaal van die prachtige hooge boomen.. echt eenig hoor! En daar stapte ik in m'n eentje... En daar opeens, ik zie het nog voor me, daar staat Jan Doeve... Tusschen de boomen .. En hij maar wenken, hè, of ik bij hem kwam ... maar nou was het gekke, dat wat ik liep, ik kon maar niet bij hem komen... en hij maar blijven wenken... En daar zie ik opeens Trees je weet wel, die kleine Trees met die bruine oogen, en die staat vlak bij hem... en ik probeerde al te roepen van Jan... Jan... wacht nou even... ik kom al... maar 't hielp niks... en toen kwam jij net binnen... Miesje 't Kan me heusch spijten... Truus En nou is et gekke dat ik juist es met die Jan een Zondag naar Bussum ben geweest... Hoe lang zal dat nou al niet geleden zijn... toch zeker een goeie drie jaar... en... o ja... nou moet ik je nog wat vertellen... maar niet boos worden hoor? Miesje, Nou... Truus Die Truus... zeg... die had ineens jouw gezicht... zeg... en zoo'n paar oogen... O, om naar van te worden... Miesje En vertel nog es wat van die Jan. Truus Ja... wat zal ik je vertellen... Op 'n goeie avond kwam die hier binnen, hè, met een stel vrinden... En die aan het spektakel trappen... Heere, zei mevrouw, een beetje kalm hoor... en toen kwam er zoo'n lange zwarte bij de bar zitten, en die zegt tegen me: ik kan daar nou niks voor voelen, voor al die herrie, u ?" Ik hoor het hem nog zeggen... nou... en zoo kwamen we in gesprek... Miesje En toen?... Truus Nou, een heeleboel toen... O, Mies, 't was toch zoo'n zachte jongen hè... bepaald een edel karakter... Hij heeft me toen es een dag meegenomen naar Zandvoort, en toen ook die keer naar Bussum. En dat heeft me zoo aan hem gehecht... zooals we daar samen gewandeld hebben, en gegeten hoor, echt gezellig... en toen zijn we nog vaak samen uitgeweest... Miesje En toen ? .. Truus Nou .. en toen niks meer.. Miesje Maar waar is die gebleven ? Truus Getrouwd.. hij heeft nou een zaak, in de Indische buurt.. een groote slagerij.. (zij lacht zachtjes). Miesje En moet je daar nou zoo om lachen?.. Truus Nee... maar 't is net dat ik nou bedenk dat ik nog vijftig gulden van 'em krijg.. DELICATESSENHANDEL F. G. LEBBING PRINSENGRACHT 8O5 8O7 TELEFOON N. 1253 N. 1350 en Z. 5 FranschePruimedanten per ons 60 ets. Nieuwe zachte Vijgen per ons 35 cfs. Hazelnoten per pond 95 ets., 10 pond f 8.75 iiliMiiiiimiiiMMHim organisatie moest worden bevorderd. En zoo heeft men dan van den aandrang af deze vereeniging in die richting zien wer ken. Haar vergaderingen werden bijgewoond door olficieele vertegenwoordigers van verschillende Regeeringen, die zooveel mogelijk de door de Vereeniging vastge stelde punten in de wetgeving trachtten over te brengen. Men heeft daarbij een en ander bereikt. Aan de algemeene vergade ringen gingen vergaderingen van de dele gaties in de verschillende landen vooraf; men verzamelde studie-materiaal, men onder zocht de aan de orde gestelde onderwerpen, men stelde zijn Regeering op de hoogte van wat er in de algemeene vergadering zou worden behandeld. Aldus stelselmatig werkend, kwam de Vereeniging tot wat men zou kunnen noemen: minimum-eischen", b. v. in zake verbod van nachtarbeid van vrouwen, het fosfor-verbod" enz. Aan die internationale werkzaamheid heeft natuurlijk de oorlog een einde gemaakt. Maar nu komt de vrede, of liever: het instituut van den volkerenbond en geeft aan de zaak der internationaliseering van de arbeidsbescherming den stevigen grondslag, die hierin is gelegen dat deze aangelegen heid behoort tot de Stellige regelingen, die door alle contracteerende partijen woraen aanvaard. Men zal dan nu niet weer behoeven te vragen, wat het mot:ef is, waarom eenig land verlangt dat andere zijn voorbeeld in zake sociale wetgeving volgen. De wel IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItlMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIlmilll Oostersche Tapijten Indien U Oostersche tapijten bezit (Per zisch, Turksch, enz.), welke niet met Uw ander huiselijk interieur harmoniëren, of die U om welke reden ook wenscht te verkoopen, schrijft dan aan Y. BAZIR, Impor teur, Zoutmanstr. 61, te 's Qravenhage, Tel. 1843, welke zich door geheel Nederland laat ontbieden en die tegen zeer hooge prijzen alle soorten Oostersche tapijten koopt (nieuw of gebruikt), ongeacht de afmetingen en de prijs. Bewaar dit adres. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIItllllllllllllllllllllllllHllllllllvtllllllllllllllll Miesje Een wonder dat je daar niet van gedroomd hebt.. Truus Da's gemeen .. dat mag je niet zeggen., daar was het vél te mooi voor.. maar dat kan jij ook niet weten.. Hé, als ik er nog aan denk, zeg.. dat bosch .. ik zou daar nog best eens heen willen. ? maar wie is d'r nou zoo gek om mij mee naar bosschen te nemen.. Dat was toen hè,. toen was ik nog een fatsoenlijk meisje ... maar nou .. Miesje En je zei daarnet zelf dat je hem hier.. Truus Nu .. dat zei ik er maar om .. toen was ik nog niet hier.. dat is allemaal daarna gekomen.. Toen hij van mij weg is gegaan .. Toen was alles ineens voorbij.. die mooie tijd.. en met m'n ouders groote rataplan .. en geen liefde meer.. en geen bosch.. dat zijn nou van die dingen waar je van kan zitten droomen op zoo'n stille middag als vandaag .. Gek toch., na drie jaar., ineens die Jan Doeve weer.. (z(/ staart voor zich, en glimlacht. (Stilte). Miesje Zeg! Truus En? M i e]s j e 't Is hier allemachtig suf, vlnje-niet? Truus Ja... 't is m'n beurt... ik kan nergens mee na toe... Miesje Zeg... misschien komt er straks iemand hier... Truus En? Miesje Dan moet jij even weggaan... Truus (verstrooid) o... jawel... moet je 'm lang spreken? Miesje Nee... effen maar... Moetje hooren... vanmiddag zit ik in de bioscoop.., komt daar ineens een heer naar me toe en die zegt: kan ik u even spreken?" Ja" zeg ik, en toen vraagt ie waar?" Toen vroeg ik gaat dat hier niet?" Neen" zegt ie, daarvoor moeten we ergens rustig apart zitten... om vijf uur zou die hier komen... Truus Nou goed... neem dan meteen m'n wacht over... Miesje Hoe kan dat nou,., wat moet ie dan niet van me denken, als ik zonder hoed achter de bar zit... Truus Nou wat ie nou ook van je denkt... wat ze van mij ook denken... Miesje Nou... hoor... Ik kon heel goed aan 'm zien waar ie me voor aanzag. En een gentleman hoor, in z'n heele optreden... Ik zou je danken... Truus Waar dacht je dan dat ie je voor hield? Miesje Weet ik het... maar zeker niet voor een bar-juffrouw... en dat ben ik goddank ook niet... nee... dat zou ik niet graag willen wezen... Truus Och... je bent fatsoenlijk... of je bent zooals wij... iets anders kenne j de mannen niet... Als je hier bent, dan j is het voor hun plezier en anders niet... ' En de tijd dat ze beleefd en netjes tegen je DE OUDE STRIJD Teekenlng voor de Amsterdammer" van George van Raemdonck En toch zullen ze hem niet hebben, onzen Vlaamschen Leeuw curieuse geschiedenis van Duitschland's aandrang tot uitbreiding van sociale ver zekering in andere Rijken is nu... geschie denis. Want, wanneer ik nu terugkeer tot het uitgangspunt van deze beschouwingen en herhaal, wat ik in den aanhef zeide, dat voor den zaak der internationaliseering van de arbeidsbescherming zich een nieuw, wijd en gelukkig perspectief schijnt te openen, dan zal men begrijpen waarom ik meende dit aldus te mogen uitdrukken. De internationale vereeniging was een eerlijk en goed bedoelde poging van verschillende staten om wegens welke motieven dan ook re geraken tot een zekere eenheid in zake sociale wetgeving, om gezamenlijk de wenschelijkheld van zekere maatregelen vast te stellen en die maatregelen dan tot uitvoering te brengen in de nationale wet geving. Maar er was natuurlek geen ander gezag, dat tot beraadslaging en tot gemeen schappelijk handelen noopte, dan de vrij willige geneigdheid. Om de goede gezind heid niet te verstoren, moest men alle gevoeligheden ontzien en kon men niet verder gaan, niet harder loopen dan de traagste wilde. Er zal r u zijn het gfzag van den Volke renbond. Er zal nu zijn de band, die alle tot dien bond toegetreden Staten omvat. zijn komt nooit terug, en dat ze van je hou'en kunnen... of ze moeten je d'r uithalen... en ik heb altijd nog zoo'n idee dat Jan.. Miesje En dat ze weer met je in de bosschen gaan wandelen... haha... zij is nog in d'r bosschen... hou je stil (gemorrei aan de straatdeur) SCÈNE II Jan (z'/z hoed in de oogen, kraag omhoog, nat) Brr! Nat weertje... Goeden middatr. Truus (kijkt hoe hij z'n hoed afzet, z'n jas uitdoet... schrikt dan, en verbergt zich achter de bar). Jan (In z'n handen wrijvend) Ziezoo... da's beter dan in die bioscope... Nou zullen we de kennismaking maar eens voort netten... Miesje (doet netjes) Ja, ik ben maar even gekomen... Jan Goed zoo... aangenaam... ik heet Frits.,. zeg maar Frits... nat weer anders, hè? Miesje O, ellendig, regent het nog? Jan Ja... in de stad, da's niks gedaan... ik hou van de natuur... van buiten, u ook... Miesje O ja,natuurlijk...in de bosschen,hè? Jan Haha... zij weet het! In de bosschen... da's beter dan hier... hoe oud ben je? Miesje Dat vraagt men niet aan een dame... Jan Nou zeg... een dame... een meisje, hè? Miesje Als u grof wordt l... Jan Zanik nou niet... moet je wat drmke.. ? aanneme..! wat zal 't zijn ? Miesje Kan me niet schelen ... Jan Een bier en... een groc? goed een groccie. Miesje Hoe kan u bier drinken met die kou?... Jan Hoe heet je? Miesje Waar houd u me voor? Jan La' we elkaar nou geen... potverdikkeü! (hij heeft Truus gezien) da's... da's ... potverdorie... neen ... maar... Truus (heesch lachend) ... En nou mot u toch denke... dat ik u eerst meende te herkennen... Jan Neen maar, poddome ... ik ben ... Truus Nou ik zoo vlak bij u sta zie ik het beter... maar ik dacht waarachtig eerst dat ik u ook kende... Jan Maar... fruus O nee... maar nou zie ik het heel goed ... Jan Ik heet... Truus (haastig tot Miesje) Nou moet je toch denke, dat ik op het eerste gezicht meneer hield voor Jan Doeve, je weet wel, die schoft waaar ik je van verteld heb... Miesje Die van de bossche en Zandvoort... Jan Wel poddome.. Miesje Met dat edele karakter... Truus En nou zou ik er die gentleman uit de bioscope toch op an zien... Jan Maar as ik je nou toch zeg ... Truus (met haast onmerkbaren nadruk) en waar ik die vijftig pop nog van moet hebben... iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiti Er zal zijn een bewust voortschrijden op den gebaanden weg naar het doel, dat aanvan kelijk nog ver af ligt, maar dat men steeds dichter zal willen naderen. En zoo geloof ik dat de Internationaliseering op dezen voet veel eerder zal tot stand komen en veel dieper zal inwerken in de nationale wetge vingen, dan zonder dit gezag en dien band in tientalten van jaren zou zijn denkbaar geweest. SMISSAERT IIIIIIMIinilllMMIIIIIIIIIiMlllllllllllllllllllllMllllllllllllllllllllllllllllllllIll Invalid-Portwijn DE BESTE MIODA8DRANK f2.50p. flesch i»Btrtinion, 61 AOUÜM, Miesje Je morst, zes;! Jan O, da's niks... Ja ken toch gekke dingen hebben in je leven, hè? (venijnig.) Zoo hield ik u voor een kl'in loeder... nee, da's nou niet om iets te zeggen,... dat ik vroeger eens gekend heb ... Och ja, zoo gek ber. je hè, als je een aap van een jongen bent... en die is nou de verkeerde weg op ... D'r eigen schuld... Ik heb moeite genoeg gedaan ... Met 'r na buite gegaan en allemaal zulke dingen meer... Maar denkt u dat ze d'r wat om gaf, niks hoor... Als ze maar lol had, in bar's en in kroegen... Miesje (wil helpen) Da's toch ook maar je ware!... T r u u s Ja, je ken een ploert beter in een kroeg te woord staan dan ... (opeens barst ze In snikken uit) jan... jan... jan... Jan (tot Miesje) De herinneringe hè, hoe die een meisje toch zoo machtig kenne worden! Miesje Zé... late we hier nou niet comedie zitlen spelen met z'n drieën ... T r uu s Wat comedie? Omdat ik nou zoo'n beetje an de herinneringe ben ... Nee hoor... da's alweer over... dat is alweer voorbij... Miesje Is dat dan niet? T r u u s Die meneer? Jan Ik?... Och kind ,.. ik heb een alle mans-gezicht ... dat weet ik wel... kom, ga mee... dan gaan we ergens naar toe waar muziek is... Aanneme, hoeveel is dat? T r u u s (snikkend) da's twee groc voor de juffrouw en een voor u, da's drie gulden... Jat.: JVs drie... en vijftig, d'as drie en vijftig, als-'t-u blieft... (met een duwt/e tenen haar arm) drie-en-vijftig... T r u u s Hier, u geeft vijftig gulden teveel meneer...! Jan (venijnig) O, dat is ook zoo... Nou verreken ik me toch, in plaats van drie gulden vijftig geef ik drie en vijftig gulden... Hier, daar heb je twee kwartjes fooi... da's voor jou hoor... voor je spaarpot! (Hij staat op ... tot Miesje) kom... kind... al weet ik je naam nog niet... dan gaan we ... hier is 't ook niks gedaan... Miesje (wijfelend) Nou, Truus, tot vanavond dan... misschien. Jan Ja, misschien ... ajü! Goeien mid dag samen (in de deur) Jasses, wat een beestenweer nog altijd... M i e s j e... (terugkeerend; fluisterend tot l'ruus) Zeg... hij is het, hè? Truus Béje nou heelemaal!... Miesje Daag!... (af) SCÈNE III Truus alleen, ruimtdeglaasjes op... dan gaat ze weer in haar stoeltje zitten... (Stilte) (plots snikkend in wanhoop) O... M'n mooie Droom ...!!! (Doek)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl