Historisch Archief 1877-1940
8
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
15 Maart. '19. No. 2177
i
Op den Economischer! Uitktyk
Internationale arbeids
bescherming (H)
Dultschland, dat in 1900 per dag l millioen
marken aan sociale verzekering opbracht,
had dus goede redenen om te verlangen,
dat andere landen dienzelfden weg zouden
volgen, dus: om aan te dringen op inter
nationalisatie der arbeidsbescherming. Nu
is het wel bijzonder merkwaardig, na te gaan
hoe de propaganda daarvoor werd gevoerd.
Wanneer men .onder ons" was, dan klaagde
men wel over het feit, dat de Concurrenz
fahlgkeit" door de zware sociale lasten werd
gedrukt, maar naar buiten mocht niets daar
van blijken, want dan zou het voorbeeld al
heet weinig tot navolging hebben gewekt.
t was werkelijk in Duitschland een soort
Van txport-literatuur omtrent de
onvermengde zegeningen der sociale verzekering:
gezegd werd dat daardoor de stoffelijke
toestand der arbeiders was verbeterd, hun
peil verhoogd, de rechtspositie gesterkt; er
was een gunstige ethische,
soclaal-paedagogische en politieke invloed; de
armenzorg-lasten zijn gedaald; het gemeenschaps
gevoel is krachtiger geworden; de verzekering
was een sociaal-politieke leerschool voor het
heele volk; de hoogere levensstandaard van
den Duitschen werkman heeft het
blnnenlandsch verbruik doen stijgen, waardoor de
nijverheid minder opuitvoer was aan gewezen;
de winst van fabrieken hangt van allerlei
andere en veel gewichtiger factoren dan de
verzekeringsbijdragen af; de belasting der
sociale wetten was door elkaar niet meer
dan 5% pCt. over het arbeidsloon; de
opgelegde lasten prikkelden tot verbetering
van de techniek; onder den invloed der
verzekeringswetten zijn de. loonen niet ge
daald, maar gestegen; de werkgevers zijn
meer en meer ervan overtuigd geworden
dat de Arbeltsfreudigkelt" der werklieden
toenam, doordat zQ zich verzekerd wisten
en deze stemming kwam aan hun
arbeidsverrichting ten goede; tevens bracht de
verzekering de groepen van ondernemers
en arbeiders nader tot elkaar...
Ziedaar enkele tonen, ontleend aan den
hooggestemden lofzang, waarvan het slot
couplet luidde, dat deze sociale verzekering
een zeer voortreffelijk Instituut was, met
louter gunstige, nauwelijks eenig ongunstig
gevolg; dat een beskhaafde staat zulk een
Instituut niet mocht ontberen en dus
Dultschlands voorbeeld moest volgen.
Ziehier nu andere tonen. In Keizer
Wllhelm(II)'s Erlasr" van 1890 werd gezegd
dat aan de sociale wetgeving een grens
gesteld werd door de zorg voor behoud
van de Konkurrenzfahigkeit". Die bezwaren,
uit internationale mededinging voortspruitend
konden slechts door internationale overeen
stemming overwonnen of althans verminderd
worden. Men ziet: hier werd reeds aan
internationaliseering gedacht. Elf jaar later
sprak de Minister van Binnenlandsche Zaken
over de zaak nog duidelijker in den RQksdagg:
wij hebben, zoo zei hij, het allergrootste
belang bij de vraag of de landen, waarmee
wij op de wereldmarkt concurreeren, dezelfde
kosten voorsociaal-politlekeaangelegenheden
maken als wij, want daarvan hangt voor
ons af, of wij zelven op dien weg verder
DE MOOIE DROOM
Spel in l Bedr(ff, door HERMAN SALOMONSON
Personen:
Truus, een bar-juffrouw, Miesje, haar
vriendin, Jan, een kennis".
Een kleine bar", in den laten namiddag;
diepe schemering. In een leunstoel zit
Truus, pantoffels aan en eert breiwerk
in den schoot. Zij slaapt.
SCÈNE I
Truus (slaapt) (Met veel geweld komt
Miesje binnen. Wandeltoilet. Zij zet haar
natte parapluie in een hoek).
Miesje (luid) Goden! Wat een duister
nis! Hei daar! Word er is wakker! Slaperige
madam...
T r u s (ontwakend) Hè... wat ? O, ben
jij dat... Hoe laat is het in de wereld ?
Miesje Veel later dan half vijf kan het
niet zijn. Het spijt me heusch dat ik je
wakker moet maken... mag ik het licht op
doen ?... Zoo!... (Zij draait het licht aan)
Truus Au f wat doet dat een pijn an
je oogenl
Miesje Ja, net als in de bioscope, hè?
t Is kil buiten, zeg, ea nat... geef me is
een groc...
Truus Het water zal van de kook af
zij»... Gunst, hoe lang heb ik daar nou
liggen slapen... een, twee... twee en een
half uur.,. De heele middag alweer voorbij...
Miesje En geen mensch geweest ?
Truus Moet je net hier in die dooie
boel komen... alleen 's avonds na tienen
is het wat... (geeuwt). Ik zal meteen es
even naar het water kijken...
Miesje Och nee... laat mfl maar eff e ...
(zff is bezig).
Truus (in gedachten)... O Mies... ik
heb toch zoo zalig gedroomd...
Miesje Droomen zQn bedrog...
Truus Zou je denken., altijd?...
Miesje Zeg maar meteen van wie
het was...
Truus Jan Doeve...
Miesje O., die kan Ik geeneens...
wie is dat?
Trujts Ja.. Jan Doeve... da's een
jonge, hè? een kennis van me.
Miesje Dat snap ik... van mensche
die je niet ken droom je niet.. (ze komt
met haar groc bij Truus zitten) En kwam
die je de 100.000 brengen...?
Truus Neen.. dat dee die niet... God,
Mies, Ik heb toch zooveel van die jongen
gehouden...
kunnen gaan; het zou anders kunnen ge
beuren dat het Duitpche product zoo buiten
gewoon belast werd met sociaal-politieke
kosten, met bruto-uitgaven voor dergelQke
voorzieningen, dat dit product op de wereld
markt niet meer concurreeren kon en dat
daardoor onze geheele uitvoernijverheid met
de ernstigste benadeeling werd bedreigd.
Hier werd dus al heel duidelijk gezegd:
andere landen moeten meedoen, anders
kunnen wij niet verder; eigenlijk loopen wfl
reeds nu vast...
Het was dus geen wonder dat Duitsch
land (In 1902) toetrad tot de toen nog
slechts kort geleden opgerichte Inter
nationale Vereeniging voor wettelijke arbeids
bescherming. Deze vereeniging vergaderde
dat jaar te Keulen; de Duitsche R ij kf re
geering was er officieel vertegenwoordigd.
Het belang van Dultschland bij een gelijk
making van internationale concurrentie
voorwaarden door uitbreiding van sociale
verzekerjng en door verzwaring van sociale
lasten in andere Rijken, werd door de
officleele Duitsche sprekers zee* sterk op den
voorgrond gesteld. De vertegenwoordigers
der verschillende buitenlandsche regeeringen
op dit congres kunnen daaromtrent niet in
twijtel hebben verkeerd. Merkwaardig is het,
overigens, te zien, dat andere Duitsche
sprekers hun best deden den mogelijk
ongunstigen indruk der ambtelijke redevoe
ringen van de Duitsche officieelen" weg
te nemen; zij vreesden, wellicht niet ten
onrechte, dat wanneer men zoo druk over
zware lasten sprak, de hoorder niet bereid
zou zijn dergelijke lasten op zich te nemen.
Daarom stelde men van deze zijde de zaak
anders voor. De arbeidsbescherming, zoo
zeide men, is eene Starkung" van de nij
verheid, die dan ook de bijkomstig daaruit
voortvloeiende lasten gemakkelijk dragen
kan. Aldus o.a. von Berlepsch en ook
prof. W a x w e i l e r, welke laatste vooral
onomwonden zei, dat men niemand voor
sociale wetgeving winnen zou, wanneer
men over de lasten klaagde. Hoe wil men
zei hij industrieelen in andere landen
voor sociale wetgeving stemmen, wanneer
men hen er op wijst dat de Duitsche
concurrrenten door die wetgeving bezwaard
zijn en het voor dezen dus aangenaam zal
zijn, wanneer de industrieelen elders zich
ook de lasten opleggen l
Ten slotte was dit, kan men zeggen, een
vraag van taktiek. Het was, meen ik, wel
meer tactvol (of: minder tactloos) geweest,
wanneer de Duitsche Regeering op de ver
gadering der internationale vereeniging te
Keulen niet zoo sterk het belastings-element
op den voorgrond had geschoven. Dat dit
echter geschiedde, bewijst intusschen wel,
dat het der Duitsche Regeering met deze
opvatting ernst was, dat zQ voor zich zeer
sterk doordrongen was van het de concur
rentie belemmerend karakter der sociale
verzekering, gelijk die in Duitschland zich
had ontwikkeld.*)
De vereeniging, waaraan Dultschland op
grond van het zoo stellig inzicht der Regeering
steun verleende, was opgericht nadat in
Juli 1900 te Parijs een congres voor inter
nationale arbeidsbescherming was gehouden;
op dat congres begreep men, dat de zaak
der internationaliseering door een vaste
*) Het standpunt der Duitsche Regeering
op het Keulsche congres vormde het onder
werp van een belangwekkende
gedachtenwisseling in onze Tweede Kamer (Decem
ber 1902), welke werd geopend door den
heer Van Karnebeek, en waaraan
deelnamen Van der Zwaag, Goeman
Borgesius, Nolens en Drucker.
Miesje Dat hebben we allemaal...
zoo'n Jan hebben we allemaal gehad...
Truus .. Wat denk je.. zou die nog
es terug kommen?
Miesje God mensch... je ken me
zooveel vragen... ik heb die jongen nooit
gezien... (stilte).
Truus Weet je wat ik droomde, Mies?
Ik droomde dat ik in een groot bosch wan
delde., zooals daar bij Bussum die kanten
uit, je weet wel.. en allemaal van die
prachtige hooge boomen.. echt eenig hoor!
En daar stapte ik in m'n eentje... En daar
opeens, ik zie het nog voor me, daar staat
Jan Doeve... Tusschen de boomen .. En
hij maar wenken, hè, of ik bij hem kwam ...
maar nou was het gekke, dat wat ik liep,
ik kon maar niet bij hem komen... en hij
maar blijven wenken... En daar zie ik
opeens Trees je weet wel, die kleine Trees
met die bruine oogen, en die staat vlak
bij hem... en ik probeerde al te roepen van
Jan... Jan... wacht nou even... ik kom al...
maar 't hielp niks... en toen kwam jij net
binnen...
Miesje 't Kan me heusch spijten...
Truus En nou is et gekke dat ik juist
es met die Jan een Zondag naar Bussum
ben geweest... Hoe lang zal dat nou al
niet geleden zijn... toch zeker een goeie
drie jaar... en... o ja... nou moet ik je nog
wat vertellen... maar niet boos worden hoor?
Miesje, Nou...
Truus Die Truus... zeg... die had
ineens jouw gezicht... zeg... en zoo'n paar
oogen... O, om naar van te worden...
Miesje En vertel nog es wat van die Jan.
Truus Ja... wat zal ik je vertellen...
Op 'n goeie avond kwam die hier binnen,
hè, met een stel vrinden... En die aan het
spektakel trappen... Heere, zei mevrouw,
een beetje kalm hoor... en toen kwam er
zoo'n lange zwarte bij de bar zitten, en die
zegt tegen me: ik kan daar nou niks voor
voelen, voor al die herrie, u ?" Ik hoor het
hem nog zeggen... nou... en zoo kwamen
we in gesprek...
Miesje En toen?...
Truus Nou, een heeleboel toen... O,
Mies, 't was toch zoo'n zachte jongen hè...
bepaald een edel karakter... Hij heeft me
toen es een dag meegenomen naar Zandvoort,
en toen ook die keer naar Bussum. En dat
heeft me zoo aan hem gehecht... zooals we
daar samen gewandeld hebben, en gegeten
hoor, echt gezellig... en toen zijn we nog
vaak samen uitgeweest...
Miesje En toen ? ..
Truus Nou .. en toen niks meer..
Miesje Maar waar is die gebleven ?
Truus Getrouwd.. hij heeft nou een
zaak, in de Indische buurt.. een groote
slagerij.. (zij lacht zachtjes).
Miesje En moet je daar nou zoo om
lachen?..
Truus Nee... maar 't is net dat ik nou
bedenk dat ik nog vijftig gulden van 'em
krijg..
DELICATESSENHANDEL
F. G. LEBBING
PRINSENGRACHT 8O5 8O7
TELEFOON N. 1253 N. 1350 en Z. 5
FranschePruimedanten
per ons 60 ets.
Nieuwe zachte Vijgen
per ons 35 cfs.
Hazelnoten
per pond 95 ets., 10 pond f 8.75
iiliMiiiiimiiiMMHim
organisatie moest worden bevorderd. En
zoo heeft men dan van den aandrang af
deze vereeniging in die richting zien wer
ken. Haar vergaderingen werden bijgewoond
door olficieele vertegenwoordigers van
verschillende Regeeringen, die zooveel
mogelijk de door de Vereeniging vastge
stelde punten in de wetgeving trachtten
over te brengen. Men heeft daarbij een en
ander bereikt. Aan de algemeene vergade
ringen gingen vergaderingen van de dele
gaties in de verschillende landen vooraf;
men verzamelde studie-materiaal, men onder
zocht de aan de orde gestelde onderwerpen,
men stelde zijn Regeering op de hoogte
van wat er in de algemeene vergadering
zou worden behandeld. Aldus stelselmatig
werkend, kwam de Vereeniging tot wat
men zou kunnen noemen: minimum-eischen",
b. v. in zake verbod van nachtarbeid van
vrouwen, het fosfor-verbod" enz.
Aan die internationale werkzaamheid heeft
natuurlijk de oorlog een einde gemaakt.
Maar nu komt de vrede, of liever: het
instituut van den volkerenbond en geeft aan
de zaak der internationaliseering van de
arbeidsbescherming den stevigen grondslag,
die hierin is gelegen dat deze aangelegen
heid behoort tot de Stellige regelingen, die
door alle contracteerende partijen woraen
aanvaard. Men zal dan nu niet weer behoeven
te vragen, wat het mot:ef is, waarom eenig
land verlangt dat andere zijn voorbeeld in
zake sociale wetgeving volgen. De wel
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItlMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIlmilll
Oostersche Tapijten
Indien U Oostersche tapijten bezit (Per
zisch, Turksch, enz.), welke niet met Uw
ander huiselijk interieur harmoniëren, of
die U om welke reden ook wenscht te
verkoopen, schrijft dan aan Y. BAZIR, Impor
teur, Zoutmanstr. 61, te 's Qravenhage,
Tel. 1843, welke zich door geheel Nederland
laat ontbieden en die tegen zeer hooge
prijzen alle soorten Oostersche tapijten
koopt (nieuw of gebruikt), ongeacht de
afmetingen en de prijs. Bewaar dit adres.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIItllllllllllllllllllllllllHllllllllvtllllllllllllllll
Miesje Een wonder dat je daar niet
van gedroomd hebt..
Truus Da's gemeen .. dat mag je niet
zeggen., daar was het vél te mooi voor..
maar dat kan jij ook niet weten.. Hé, als
ik er nog aan denk, zeg.. dat bosch .. ik
zou daar nog best eens heen willen. ? maar
wie is d'r nou zoo gek om mij mee naar
bosschen te nemen.. Dat was toen hè,.
toen was ik nog een fatsoenlijk meisje ...
maar nou ..
Miesje En je zei daarnet zelf dat je
hem hier..
Truus Nu .. dat zei ik er maar om ..
toen was ik nog niet hier.. dat is allemaal
daarna gekomen.. Toen hij van mij weg is
gegaan .. Toen was alles ineens voorbij..
die mooie tijd.. en met m'n ouders groote
rataplan .. en geen liefde meer.. en geen
bosch.. dat zijn nou van die dingen waar
je van kan zitten droomen op zoo'n stille
middag als vandaag ..
Gek toch., na drie jaar., ineens die Jan
Doeve weer.. (z(/ staart voor zich, en
glimlacht. (Stilte).
Miesje Zeg!
Truus En?
M i e]s j e 't Is hier allemachtig suf,
vlnje-niet?
Truus Ja... 't is m'n beurt... ik kan
nergens mee na toe...
Miesje Zeg... misschien komt er straks
iemand hier...
Truus En?
Miesje Dan moet jij even weggaan...
Truus (verstrooid) o... jawel... moet
je 'm lang spreken?
Miesje Nee... effen maar... Moetje
hooren... vanmiddag zit ik in de bioscoop..,
komt daar ineens een heer naar me toe en
die zegt: kan ik u even spreken?"
Ja" zeg ik, en toen vraagt ie waar?"
Toen vroeg ik gaat dat hier niet?" Neen"
zegt ie, daarvoor moeten we ergens rustig
apart zitten... om vijf uur zou die hier
komen...
Truus Nou goed... neem dan meteen
m'n wacht over...
Miesje Hoe kan dat nou,., wat moet
ie dan niet van me denken, als ik zonder
hoed achter de bar zit...
Truus Nou wat ie nou ook van je
denkt... wat ze van mij ook denken...
Miesje Nou... hoor... Ik kon heel
goed aan 'm zien waar ie me voor aanzag. En
een gentleman hoor, in z'n heele optreden...
Ik zou je danken...
Truus Waar dacht je dan dat ie je
voor hield?
Miesje Weet ik het... maar zeker
niet voor een bar-juffrouw... en dat ben ik
goddank ook niet... nee... dat zou ik niet
graag willen wezen...
Truus Och... je bent fatsoenlijk... of
je bent zooals wij... iets anders kenne j
de mannen niet... Als je hier bent, dan j
is het voor hun plezier en anders niet... '
En de tijd dat ze beleefd en netjes tegen je
DE OUDE STRIJD
Teekenlng voor de Amsterdammer" van George van Raemdonck
En toch zullen ze hem niet hebben, onzen Vlaamschen Leeuw
curieuse geschiedenis van Duitschland's
aandrang tot uitbreiding van sociale ver
zekering in andere Rijken is nu... geschie
denis.
Want, wanneer ik nu terugkeer tot het
uitgangspunt van deze beschouwingen en
herhaal, wat ik in den aanhef zeide, dat
voor den zaak der internationaliseering van
de arbeidsbescherming zich een nieuw,
wijd en gelukkig perspectief schijnt te
openen, dan zal men begrijpen waarom ik
meende dit aldus te mogen uitdrukken. De
internationale vereeniging was een eerlijk
en goed bedoelde poging van verschillende
staten om wegens welke motieven dan
ook re geraken tot een zekere eenheid
in zake sociale wetgeving, om gezamenlijk
de wenschelijkheld van zekere maatregelen
vast te stellen en die maatregelen dan tot
uitvoering te brengen in de nationale wet
geving. Maar er was natuurlek geen ander
gezag, dat tot beraadslaging en tot gemeen
schappelijk handelen noopte, dan de vrij
willige geneigdheid. Om de goede gezind
heid niet te verstoren, moest men alle
gevoeligheden ontzien en kon men niet
verder gaan, niet harder loopen dan de
traagste wilde.
Er zal r u zijn het gfzag van den Volke
renbond. Er zal nu zijn de band, die alle
tot dien bond toegetreden Staten omvat.
zijn komt nooit terug, en dat ze van je hou'en
kunnen... of ze moeten je d'r uithalen...
en ik heb altijd nog zoo'n idee dat Jan..
Miesje En dat ze weer met je in de
bosschen gaan wandelen... haha... zij is
nog in d'r bosschen... hou je stil
(gemorrei aan de straatdeur)
SCÈNE II
Jan (z'/z hoed in de oogen, kraag omhoog,
nat) Brr! Nat weertje... Goeden middatr.
Truus (kijkt hoe hij z'n hoed afzet,
z'n jas uitdoet... schrikt dan, en verbergt
zich achter de bar).
Jan (In z'n handen wrijvend) Ziezoo...
da's beter dan in die bioscope... Nou zullen
we de kennismaking maar eens voort netten...
Miesje (doet netjes) Ja, ik ben maar
even gekomen...
Jan Goed zoo... aangenaam... ik heet
Frits.,. zeg maar Frits... nat weer
anders, hè?
Miesje O, ellendig, regent het nog?
Jan Ja... in de stad, da's niks gedaan...
ik hou van de natuur... van buiten, u ook...
Miesje O ja,natuurlijk...in de bosschen,hè?
Jan Haha... zij weet het! In de bosschen...
da's beter dan hier... hoe oud ben je?
Miesje Dat vraagt men niet aan een
dame...
Jan Nou zeg... een dame... een meisje, hè?
Miesje Als u grof wordt l...
Jan Zanik nou niet... moet je wat
drmke.. ? aanneme..! wat zal 't zijn ?
Miesje Kan me niet schelen ...
Jan Een bier en... een groc? goed
een groccie.
Miesje Hoe kan u bier drinken met
die kou?...
Jan Hoe heet je?
Miesje Waar houd u me voor?
Jan La' we elkaar nou geen...
potverdikkeü! (hij heeft Truus gezien) da's...
da's ... potverdorie... neen ... maar...
Truus (heesch lachend) ... En nou mot
u toch denke... dat ik u eerst meende te
herkennen...
Jan Neen maar, poddome ... ik ben ...
Truus Nou ik zoo vlak bij u sta zie
ik het beter... maar ik dacht waarachtig
eerst dat ik u ook kende...
Jan Maar...
fruus O nee... maar nou zie ik het
heel goed ...
Jan Ik heet...
Truus (haastig tot Miesje) Nou moet
je toch denke, dat ik op het eerste gezicht
meneer hield voor Jan Doeve, je weet wel,
die schoft waaar ik je van verteld heb...
Miesje Die van de bossche en
Zandvoort...
Jan Wel poddome..
Miesje Met dat edele karakter...
Truus En nou zou ik er die gentleman
uit de bioscope toch op an zien...
Jan Maar as ik je nou toch zeg ...
Truus (met haast onmerkbaren nadruk)
en waar ik die vijftig pop nog van moet
hebben...
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiti
Er zal zijn een bewust voortschrijden op den
gebaanden weg naar het doel, dat aanvan
kelijk nog ver af ligt, maar dat men steeds
dichter zal willen naderen. En zoo geloof
ik dat de Internationaliseering op dezen voet
veel eerder zal tot stand komen en veel
dieper zal inwerken in de nationale wetge
vingen, dan zonder dit gezag en dien band
in tientalten van jaren zou zijn denkbaar
geweest.
SMISSAERT
IIIIIIMIinilllMMIIIIIIIIIiMlllllllllllllllllllllMllllllllllllllllllllllllllllllllIll
Invalid-Portwijn
DE BESTE MIODA8DRANK f2.50p. flesch
i»Btrtinion, 61 AOUÜM,
Miesje Je morst, zes;!
Jan O, da's niks... Ja ken toch gekke
dingen hebben in je leven, hè? (venijnig.)
Zoo hield ik u voor een kl'in loeder... nee,
da's nou niet om iets te zeggen,... dat ik
vroeger eens gekend heb ... Och ja, zoo gek
ber. je hè, als je een aap van een jongen
bent... en die is nou de verkeerde weg
op ... D'r eigen schuld... Ik heb moeite
genoeg gedaan ... Met 'r na buite gegaan
en allemaal zulke dingen meer... Maar
denkt u dat ze d'r wat om gaf, niks hoor...
Als ze maar lol had, in bar's en in kroegen...
Miesje (wil helpen) Da's toch ook maar
je ware!...
T r u u s Ja, je ken een ploert beter in
een kroeg te woord staan dan ... (opeens
barst ze In snikken uit) jan... jan... jan...
Jan (tot Miesje) De herinneringe hè, hoe
die een meisje toch zoo machtig kenne
worden!
Miesje Zé... late we hier nou niet
comedie zitlen spelen met z'n drieën ...
T r uu s Wat comedie? Omdat ik nou
zoo'n beetje an de herinneringe ben ... Nee
hoor... da's alweer over... dat is alweer
voorbij...
Miesje Is dat dan niet?
T r u u s Die meneer?
Jan Ik?... Och kind ,.. ik heb een alle
mans-gezicht ... dat weet ik wel... kom,
ga mee... dan gaan we ergens naar toe
waar muziek is... Aanneme, hoeveel is dat?
T r u u s (snikkend) da's twee groc voor
de juffrouw en een voor u, da's drie gulden...
Jat.: JVs drie... en vijftig, d'as drie en
vijftig, als-'t-u blieft... (met een duwt/e
tenen haar arm) drie-en-vijftig...
T r u u s Hier, u geeft vijftig gulden teveel
meneer...!
Jan (venijnig) O, dat is ook zoo...
Nou verreken ik me toch, in plaats van
drie gulden vijftig geef ik drie en vijftig
gulden... Hier, daar heb je twee kwartjes
fooi... da's voor jou hoor... voor je spaarpot!
(Hij staat op ... tot Miesje)
kom... kind... al weet ik je naam nog niet...
dan gaan we ... hier is 't ook niks gedaan...
Miesje (wijfelend) Nou, Truus, tot
vanavond dan... misschien.
Jan Ja, misschien ... ajü! Goeien mid
dag samen (in de deur) Jasses, wat een
beestenweer nog altijd...
M i e s j e... (terugkeerend; fluisterend
tot l'ruus) Zeg... hij is het, hè?
Truus Béje nou heelemaal!...
Miesje Daag!... (af)
SCÈNE III
Truus alleen, ruimtdeglaasjes
op... dan gaat ze weer in haar
stoeltje zitten...
(Stilte) (plots snikkend in wanhoop)
O... M'n mooie Droom ...!!!
(Doek)