De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 22 maart pagina 10

22 maart 1919 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 22 Maart. '19. - No. 2178 DE REK'ENING Teekenlng voor de Amsterdammer" van Oeorge van Raemdonck V^UXD^i_cX touZ'VvoUjvtjC^ . Meer dan dat schijnt zij niet in haar beurs te hebben lllllllililllllllllllllliiillliiiiiiiliiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMMiiiiiitiiiiiiiiHiiiiinttMiiiiiiiinii MiiimiiiiiiiiiimiiMMiimi iiimiimmi mini ?iiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiii iiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiii addlttonal tax'' op te vorderen. Mocht daar aan door die houders niet voldaan worden dan mogen door de Administratiekantoren aan hen geene volgende dividenten betaald worden, alvorens de addittonal tax" over het (of de) vorige jaar (jaren) aangezuiverd is. Verder gaat de verplichting van de Admini stratiekantoren niet en in geval een houder, die de addtttonal tax" niet betaald heeft, zich inmiddels door verkoop van zijne certificaten ontdaan heeft, behoeft het be trokken Adminlstrtiekantoor geene verdere maatregelen tegen hem te nemen. Ook is een Administratiekantoor alleen verplicht de ,addltional tax" te vorderen, zoo aan eenig individueel certificaat houder in eenig jaar door dat bepaalde kantoor meer dan S5000 aan dividend betaald is. Met mogelijke gevallen, waarbij individueele certificaathouders bij verschillende Administratiekantoren gezamenlijk meer dan $? 5000 aan dividend geïncasseerd hebben maar het door hen bij elk afzonderlijk kantoor ontvangen bedrag, daar beneden is gebleven hebben de Administratiekantoren zich niet te bemoeien. Zooals reeds boven opge merkt, moet de Amerikaansche fiscus dat maar uitvinden uit de ingeleverde Ownercertificates" en casu qno zoodanigen DE RUSSISCHE LETTERKUNDE VAN DEN LAATSTE TIJD Vertaling De Amsterdammer" De Russische letterkunde, waaruit vele groote namen in Europa bekend zijn, heeft altijd een aparte plaats ingenomen. Hoewel zQ deelnam aan de groote kunst-stroomingen en kunstscholen, hoewel zij soms ook deel nam aan de Europeesche letterkunde en artistieke gedachte, wist zij toch altijd zich het belangrijkste daaruit eigen te maken, en te verwerpen wat voor haar on bruikbaar was, terwijl zij immer de draagster bleef van eigen denkbeelden en Idealen. Reeds in 1830?35, na den grooten invloed van de Europeesche romantiek en vooral dien van Lord Byron, bevonden de groote Rus sische schrijvers zich tegenover een inge wikkelder en grooter vraagstuk dan hunne overige Europeesche collega's. In dien tijd begint in Europa de democratiseering en de invloed der intellectueelen een belangrijke rol te spelen, tegen het eind van de helft der 19de eeuw. Het parlementarisme begint meer en meer het leven der volken te door dringen, en de hooge vlucht van het nati onalisme komt, als reactie op de verkeerde toestanden die het Congres van Weenen had bewerkstelligd, over de wereld. En, terwijl persoonlijke vrijheid en nationale geest zich ontwikkelen gingen, konden de schrijvers nieuwe beelden en vormen onbe lemmerd ontwikkelen. De Fransche intellec tueelen hebben hun politleken en socialen taak volbracht gedurende de lange storm achtige episode van hun revolutie. De Duitschers hebben hun krachten kunnen geven aan de stichting en ontwikkeling van Jung-Deutschland; Engeland en de klei nere staten leefden en ontwikkelden zich op normale en gezonde wijze, zelfs in tijden van zwaren strfld. Alleen Rusland, dat na de Napoleontische oorlogen eenigen tijd een grooten invloed had uitgeoefend bevond zich weer alleen, en van de wereld afge sloten door zijn ouderwetsche politiek en reactionair regiem. En naarmate Europa zich ontwikkelde en vooruitging ontwikkelden zich ook de idealen en geesten der Russische intellectueelen, die, bij de geweldige tegenstelling van het menschelQk beschavingspeil en de slavernij In hun land, zich verplicht achtten met al hun kracht op te komen, tegen de macht die de ontwikkeling van hun land tegen werkte, en de menschen dwong tot arbeid, die er slechts toe diende de heerschappij en voorspoed van het Tsarlsme te versterken. Wanneer wij Bielinsky en Toargaieniev of Tolstoïen Dostoïewsky willen begrijpen kunnen wij hunne aesthetische concepties houders aanspreken en zoo mogelijk de belasting op hen trachten te verhalen. Het in dezen door de Administratiekantoren, na een moeiiijken arbeid van bijna twee jaren, verkregen resultaat is dus in alle opzichten zeer bevredigend. Het toont boven dien aan, dat wanneer dergelijke aangelegen heden maar flink en goed aangepakt worden, de Amerikaansche autoriteiten wel voor rede vatbaar zijn, vooral ook omdat het meerendeel van wat ons vexatoire maatregelen schijnen te zijn niet voortvloeien uit de bedoeling om het den buitenlanders lastig te maken, maar uit onkunde met de in het buitenland bestaande toe standen. Dit moge tevens tot leering strekken om ook in de toekomst niet in allerlei hinderlijke bepalingen te berusten met een het helpt toch niets", maar handen uit de mouwen te steken en bij de betrokken autoriteiten den werkelijken toestand klaar en duidelijk uiteen te zetten. Meer bepaaldelijk heb ik daarbij op het oog, het heffen van income-tax door buitenlandsche mogendheden op inkomsten uit coupons en dividenden van Nederlandsche houders. Dit vraagstuk is eenigszins moeielijker en ingewikkelder, maar indien de be sturen der Effectenbeurzen en wellicht ook de Regeering zich er eens flink wilden voorspannen, is ookten dien aanzien eene bevredi gende oplossing volstrekt niet onmogelijk. Ben ik wel ingelicht dan is men in dit opzicht reeds doende. Moge het succes der Administratiekantoren er toe leiden om ook hier bij door te tasten! J. D. SANTILHANO * * * Opdrijving van uit gaven door het Rijk en de Gemeente In het nummer van 8 dezer heb ik de gestadige belangrijke toeneming van uitgaven bij Staat en Ge meenten besproken en daar bij meer bepaaldelijk op twee punten gewezen: 1. dat sedert den wapen stilstand de zoogenaamde crisis-uitgaven niet alleen niet verminderd zijn, maar feitelijk nagenoeg verdub beld en 2. dat bij het verleenen van voorschotten voor Wo ningbouw de Staat slechts 4*4 pCt. rente in rekening brengt, terwijl hij zelf meer dan 5 pCt. moet betalen. Bij de behandeling van de begrooting in de Eerste Kamer heeft ook mr. van Nierop deze beide punten ter sprake gebracht. Ten aanzien van het laatstgenoemde punt heeft Minister de Vries in de zitting van 13 Maart de zeer bevredigende verkla ring afgelegd, dat hij het met de opmerking volko men eens is en dat hij reeds geruimen tijd met zijn ambtgenoot van Arbeid in onderhandeling Is, om er op te wijzen dat de rente noodzakelijk op 5 pCt. moet worden gebracht". Het antwoord op het tweede punt komt mij echter minder bevredigend voor. Wel gaf de minister eenige cijfers, waaruit bleek, hoe de cusis-uitgaven, die sedert Augustus 1918 65 a 66 mlllioen per maand bedroegen, Ongeveer verdeeld zijn, nml. ? 30 millioen voor militaire uitgaven, f 24 millioen voor levensmiddelenvoorziening, f 5 m'lliofn voor het Kon. Nationaal Steuncomité, f 2 millioen voor duurtebijslag en de rest voor diverse andere uitgaven. Hij ging echter niet In, op de kern der kwestie, nml. hoe het komt, dat de crisis uitgaven, die volgens zijne eigene cijfers van l Augustus 1914 tot l Augustus 1918 een mllliard 260 millioen hebben bedragen, dus ? 315 millioen per jaar, in de zes maanden van l Augustus 1918 tot l Februari 1919 tot ? 400 millioen of meer dan het dubbele gestegen zijn. J. D. SANTILHANO iiiiiimiinimiiMimimiiiMii SLUIT UW LEVENSVERZEKERING B EAMSTERDAMSCHE VERZEKERD BEDRAG 65 MILLIOEN niet scheiden van hun sociale idealen, en van den eed dien Tourguieniev aflegde bij den aanvang van zijn letterkundige loopbaan, dat hij, zoolang hij de pen voeren kon, worstelen zou tegen het Russische politieke stelsel. Daardoor is het, dat alle historici en critici der Russische letterkunde, vanaf Bielinsky, de letterkunde vanuit een sociaal oogpunt beschouwd hebben. Die geest heeft den grooten geleerde Owsianiko-Koulikowky er . toe gebracht naar hunne gegevens zijn: l geschiedenis der Russische Intellectueelen" te schrijven, of Ivanow-Kasoumnik zijn on derzoek 1) naar: het individualisme en de burgerlijke gedachte in de Russische letter kunde" met onderschrift: Geschiedenis van de Russische sociale gedichte." En alle schrijvers, Tourguieniev zoogoed als Tschechow, Gorky en Andrieew, Mierieschk«wsky en Balmont, beschouwden het als hun burgertaak en heilige plicht jegens Rusland, om hune kunstroeping te vervullen ten bate van den strijd tegen de reactionaire machten in hun land. Kort voor den oorlog, toen de dwang nog versterkte en toen het officieele Rusland er in slaagde om met behulp van censuur, gevangenschapen vestingstraf, wapengeweld en boete te onderdrukken wat er aan levends protesteerends en strevends in Rusland was, beleefde onze letterkunde zware dagen. De jonge schrijvers die na Tschechow, Tolstoïen Gorky gekomen waren (welke laatste toen zweeg) kwamen in het letterkun dige leven onder bittere sociale omstan digheden, de zon der toekomst scheen niet in de duisternis van die dagen zij was rood ondergegaan in het bloed jaar 1905. Er bleven toen maar twee wegen open voor de Russische letterkunde; daar waren vooreerst de schrijvers die op de oude wijze van zuchten en klagen voortgingen dat waren zij die in het buitenland veelal mis kend werden, zooals Baron Zaïtzen, Lagariewsky, Trieniew enz. Zij waren kindeien van een eeuw van mislukkingen, van moreelen tegenslag en mislukking, en zrj wisten niets nieuw te vinden; in een vorm die niet-realistisch en evenmin naturalistisch was, beschreven zQ ons aldoor dezelfde kleine luidjes, kleine zieltjes, die langzamerhand minder belang rijk voor ons werden. De andere weg is die welke ons de erfe nis der schrikdagen van 1905 deed vergeten; die voert naar een hooger kunstplan een romantisch en godsdienstig protest te gen de oude vormen, de oude methode, het oude publiek en de verouderde idealen. Dat was het geval met AndréBiely, Alex. Block, Balmont en met allen die navolgers 1) In twee deelen. iitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiirtiiiiliiiiiiiMiitiiiiii IIIIMIIIIII mini waren van den godsdienstzin van den groo ten Dostoïewsky; maar hun kunst verwerd, via het Nietscheanisme, en néo-romantisme, grootendeels tot een versnippering van kunst, tot een klein spel van zielkundige ont ledingen, dat uiteraard niet meer de kracht bezat om boven het middelmatige uit te stijgen. In dien tijd ook zien wij eenerzijds een reeks roman-fabrikanten" van schrijvers die bij dozijnen hun werken voor een weinig-eischend publiek leveren (Werbltzkaja, Nagrodskaja enz. 2), anderzijds een groote strooming van pessimisme, van oudere en jongere schrijvers, die gelukkig het groote gevaar van hun tijd ontgaan zijn. Gorky zwijgt. Deze opstandige kunstenaar, deze schrijver tegen de verdrukking van het Russische leven, deze zanger van hooge zielen die de moderne kleinzieligheid ver achten, hij zwijgt, want het leven om hem heen biedt hem niets dat waard is weer gegeven te worden. Hij kan niet weenen of klagen uit zwakheid daartoe is hij niet in staat en hij zwijgt. Adrieew, die oude pessimist, schrijft zijn drama Hij" of, voluit Hij die de klappen krijgt." Het is de treurige geschiedenis van een groot geleerde, een diepzinnigen geest, die de samenleving ontvlucht is, hij is in een circustroep gegaan om clown te wor den waarbij hij er specialist in is de oorvegen der anderen op te vangen; hij is gelukkig met de overtuiging dat in zijn persoon de geheele menschheid met haar verrotte beschaving, oorvegen krijgt; het publiek weet niet wie hij is en lacht, in zijn bijval, zlchzelven uit. De kleine Consuella, die paard rijdt en danst, heeft een onschuldig zieltje, en men exploiteert haar in het cirkus. Hij vergiftigt haar, want, zoo redeneert hij, zuivere zie len mogen niet meer bestaan, en dan doodt hij zichzelf. J. Bounine schrijft zijn: De Man uit San-Francisco" die naamloos is en onbekend blijft, die midden op zee stetft, aan boord van een groot vaartuig; het is een dier reusachtige schepen, die over de wijde wateren komen en geblaseerde menschen vervoeren, menschen die niets beteekenen, die uitgeput zijn door hun eigen egoïstische kleinheid. Zelfs de jonge Ilia Sourgouischow weet geen vroolijker motief in ons leven te vinden dan Heifst-violen" waarvan de dramatische bewerking (onder denzelfden naam) een groot succes heeft gehad. Dan is er nog slechts een klein groepje van brutale lieden die met alles den draak steken, 2) Heel Europa Is tegenwoordig over stroomt met dergelijke straat-litteratuur." Uit hei Kladschrift van Jantje %^y&^iA- '-K^^jx" ^^^r> ir^-.sé'*,' rfm,?^;^ 1&?1&~f'K ^L&'* ?^.M>. fózMzs^ x^ x? ^'^ fe^ 7$^/£<T5fe^%g^%; tiiiiiiiiiimiiiiiiiimiiiHi ii Biiiiimiimmii minimum Miss die tieren en schreeuwen onder den naam van futuristen en zich onder elkaar vermaken, en zij completeeren het beeld van de Rus sische letterkunde van voor den oorlog... en, zoo ge wilt, van den geheelen oorlog door. * , * Want de oorlog heeft de Russische letter kunde in het geheel niet geïnspireerd. Be halve het zwakke comediestukje (?koning, wet en vrijheid") waarin Andrieew Belgie's lot behandelt, en dat van gering letterkundig belang is, en het drama De Oorlog" van Artsibasche, dat door de censuur verboden is behalve deze beide werken is geen enkele roman of novelle door den oorlog geïnspireerd. En dat is begrijpelijk; want alleen het openbaar machtsvertoon gaf luid op van vaderlandsliefde en Russisch chauvinisme. De Maatschappij, en, vooral, de letterkunde, bleven op denzelfden grondslag van menschelijkheid en recht, en Russische schrijvers zoogoed als lezers kenden slechts De roode lach" van Andrieew en het Oarlogsdagboek" van Wieziessaeiëw, die na en RusslschJapanschen Oorlog geschreven werden, en die vol aanklachten en smart zijn, en vol haat tegen den modernen oorlog, die, instede van vermeden te zijn, des te wreedaardiger geworden Is. De oorlog was een vreeselijke noodzake lijkheid; aanvankelijk werden veler hersens vergiftigd door het feit dat de nationale geest en het maatschappelijk bewustzijn in het te bestrijden Duitsche-absolutisme een ouden tendens zagen van het door hen zoo zeer gehate Tsarisme. Maar in de diepte van de Russische ziel leefde nog immer de geest van Platon Karataiëw (?Oorlog en Vrede" van Tolstoï) en de letterkunde ging voort, als ware er geen oorlog. Zij had redenen te over om niet tegen den oorlog op te komen, maar zij verheerlijkte die niet. # * * Met de komst der revolutie scheen het wel, alsof pessimisme en ontmoediging voor Immer gingen verdwijnen; de droomen van geslachten en eeuwen gingen vervuld worden. Het scheen alsof de tijd van Tschechow voorbij was, de tijd van het eentoonige, dadenlooze, treurige slappe Rusland of de tijd van Artslbascheew ook voorbij was, van de verheerlijking der banale en platte vormelijkheid de tijden der Herfstviolf n" en der stukken als Hij die de klappen krijgt"; het scheen, alsof Balmont uit de oude ruïnen op zou gaan staan, Balmont die de zanger der natuur is, en die de ver blindende oerkracht van een Walt Whitman 3) 3) Dien hij vertaalde. wist te combineeren mef het gezond en sterk g'luid van zijn schoone en lyrische ziel. Maar die tijden van hoop duurden niet lang. Door de onoverkomelijke, droevige gebeurtenissen, waarvan wij wellicht een anderen maal zullen sprtken ging, na negen maanden van strijd en hoop deze mooie episode voorbij. Het bolschewisme met zijn verpletterenden dwang op alles wat niet met hem mee gaat, dat iedere persoonlijke gedachte en wensch onderdrukt wanneer die buiten de wreede maatregelen gaat, heeft de hoop doen ver liezen vór er gelegenheid was geweest dieuit te drukken. De Russische letterkunde van heden biedt misschien nog wel een droeviger aanblik dan de politieke en sociale toestanden. Ter wijl toch de laatste ons, door de geweldigheid der worsteling, doet hoopen op betere tijden van meerdere menschelijkheid en recht vaardigheid, lijkt de eerste ons een kerkhof. Er heerscht stilte. Het zwijgen van den kunstenaar beteekent niet den dood; wellicht is het de gruwe lijkheid en droefenis en zeer zeker de ver veling der tijden; wellicht gaat dit zwijgen aan groote productie vooraf. Rusland is niet meer het groote geheel van vroeger; het geestelijk leven is ont bonden; afgescheiden en versnipperd; daar door ziet men geen nieuwe boeken, want er zijn er zoo weinige. Een boek als TijJsdeel" dat te Moscou verscheen, kostte te Kiew in Hollandsen geld 40 a 50 gulden. Uit de schaarsche berichten die ons omtrent de weinige hedendaagsche Russische dich ters bereiken, verneemt men wel degelijk de nieuwe krachten, die uit dezen tijd van smart en ontmoediging aan het opkomen zijn. Het zijn dichters die een tijd lang met het bolsjewisme sympathiseeren, en dan weer verdwijnen, zooals Alex Blok en Andriew Biely. De anderen zwijgen nog niet alleen omdat Inter arma silent musae" maar ook omdat, aan de groote Russische ver warrin g, zich die der geheele wereld voegt. Het Europa van gisteren heeft zijn Idealen verloren, en alleen de formules ervan zijn overgebleven slechts woorden. En in de puinhoopen, die de kunstenaar om zich heen ziet, is nog niet te ontdekken wat morgen komen zal. De kunstenaar ont waakt te midden van de stilte der droefenis en zijn ziel werd bedrogen en verraden door de menschheid, die -slechts met moeite en tegenzin menschelijk is. G R O I R E Z I I. B O U R O

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl