De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 22 maart pagina 5

22 maart 1919 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

22 Maart. '19. No. 2178 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND l i y ' l l v' Het Land van Belofte voor de Vrouw Cherchez la femme: deze veel-gebruikte, ik bedoel, misbruikte woorden zouden wel als titel boven dit stuk hebben kunnen staan. In een vorig artikel in de Groene toch, heb ik aangetoond, dat er in Canada, (ook in de Ver. Staten), veel meer mannen wonen dan vrouwen. Het surplus van mannen heeft tot allerlei wantoestanden en moeilijkheden geleid; zij kunnen het alleen niet meer af, overal hebben zij vrouwen noodlg. En niet alleen de mannen daarginds, ook de vrouwen, die er zijn, moeten geholpen worden. Eene vrouw van ondervinding op dat ge bied, Mary Irvine Robertson, (zij heeft o.a. zitting in de Councll of Women, Saskatoon, Sas k. Canada) schrijft, dat het er in het Westen van Canada treurig uitziet door het groote tekort aan vrouwen. In vele gezinnen op het land wordt de reis van de wieg tot het graf afgelegd bijna zonder hulp van vrouwen of dokters; de jonge moeders zijn overkropt met werk en hare gezondheid lijdt onder het gemis van hulp in de huishouding". Waarom gaan onze overtollige vrouwen niet daarheen ? Hier hebben velen het ge voel alsof zij mislukkelingen zijn, die nergens terecht kunnen, terwijl men haar daar in het overzeesche met open armen zal ontvangen en zij hooger salarissen, meer vrijheid zuilen genieten, mits zij ferme, bekwair e en door tastende personen blijken te zQn. Voor den oorlog was men reeds doende in Ontario om opleidingscentra voor jonge meisjes te stichten om ze later op het platte land als dienstbode of hulp in de huishouding eene betrekking te bezorgen. Ook in Britsch Columbia was men in die richting werkzaam; meisjes uit de meer gegoede kringen zouden les krijgen in de huishoud-economie en opgeleid worden voor de zoogenaamde .Home helps" of Mothers helps". Door den oorlog werden vele van deze plannen niet ten uitvoer gebracht, doch nu mag men zeker aannemen, dat men alles in het werk zal stellen om zoo snel mogelijk in di gemis te voorzien. Ieders overal in Canada wordt deze wanhoopskreet vernomen: meer vrouwen"; en het is typeerend voor den toestand, wat o. a. ter zake in n der vergaderingen van de Dominions Commission on Economics gezegd werd: unless the West had women it could not have homes". Ook onderwijzeressen heeft men broodnoodig: hoevele jonge meisjes en vrouwen die Lager akte hebben, wachten hier te vergeefs op eene plaatsing en hoevelen zijn er, die hier jaren en jaren voor een schijntje les geven, terwijl zij daar ginds hooger salaris en betere vooruitzichten hebben ? Natuurlijk zouden zij een soort aanvullings examen af moeten leggen om als onder wijzeres in Canada aangesteld te kunnen worden, doch met hare opleiding en be kwaamheden zal het haar niet moeilijk vallen, mits rij voor dien voldoende Engelsen kennen. Voor d-.n oorlog bestond er in Canada een soort normaalschool waar jonge vrouwen en meisjes opgeleid werden tot onderwijzeres op het platteland Heeft men behoefte aan onderwijzeressen, de vraag naar verpleegsters is niet minder dringend: doch laten wij bedenken, dat de verpleegster, die men noodig heeft, niet alleen bekwame ziekenzusters zijn, maar dat zQ ook bezitten moeten die capaciteiten, noodig om zich aan te passen aan het primitieve leven in de meest veraf gelegen districten, waar men alle mogelijke comfort mist, waar men het, ja zelf s, dik wij Is zonder medische hulp moet stellen. Kortom, zij moeten niet alleen een hoofd en handen, maar ook een hart bezitten: zij moeten inderdaad liefde"zusters zijn. En Canada doet alles om het de immlgreerende vrouwen zoo aangenaam mogelijk te maken: moderne schoolgebouwen worden opgericht, gemeente-ziekenhuizen worden gebouwd, waaraan zuster-huizen verbonden zijn, terwijl overal rust-huizen verrijzen, waar de lichamelijk en geestelijk vermoeide BEPLANTING II In onze polders maakte men tot nu toe de wegen altijd maar liefst zoo recht en zoo smal mogelijk. Het geharde gedeelte is dan net breed genoeg voor een fllnken boerenwagen en als t wee beladen hooikarren elkaar moeten passeeren, dan wijken ze allebei uit op den berm, die in verband daarmee weinig beplanting gedoogt en in den regel dan ook niets anders is dan een strook grasland. Toch kunt ge zulke wegen heel mooi vinden, vooral op Meidagen, als de aarde juicht, of ook wanneer het landschap rondom onder houdend genoeg is. Zoo 's de grindweg door den polder Waal en Burg een van de schoonste oorden ter wereld, want dan hebt ge voor u de prachtige silhouet der Tcxelsche duinen, achter u het schilderachtige dorpje De Waal, links en rechts de hooilanden geurig van klaver en bont van orchideeën, de lucht vervuld van geroep en gefluit en gezang van velerlei vogels en kleurige kemp haantjes toernooien op den wegberm. Het zou zonde en jammer zijn, om zulk een weg te beplanten. Ook is 't niet noodig, want 't is een weg voor geduldige paarden en stoere eilanders en de toeristen, die er komen, hebben voor het meerendeel ongemak van weer en wind leeren waardeeren als dingen, die hun natuurgenot kruiden. Doch zulke gevallen zijn zeldzaam. Maar al te dik wijls is de kale, rechte weg troosteloos, vervelend en vermoeiend. En merkwaardig is het, hoe reeds een klein slingert je verademing brengt. Een flauwe bocht in de wegsloot geeft dadelijk verschil van oever en daarmede verscheidenheid in den plantengroei. Het uitzicht is eventjes veranderd, de bezwaarlijk verpleegsters zich herstellen kunnen van de gevolgen van te hard en te veel werken. De vrouwen, die emigreeren, laten veel achter, dat hen dierbaar is, zij gaan moeilijk heden en ontberingen tegemoet; maar Canada is een rijk land en van plan haar, die zich deze opofferingen getroosten, rijkelijk te beloonen met góde salarissen, gezondheid en geluk. Vrouwen van Nederland, gij die met uw tijd geen raad weet, gij die u hier te veel voelt en gij die een ruimer arbeidsveld voor uwe capaciteiten verlangt, gaat naar de overzijde van den Grooten Vijver, gij doet er een goed werk mede en,.... gij helpt uzeiven. JOHANNA B. A. MARCUS llllllflIllllllllIIlIlllllllllllllllIlIIIIIIIUIIIIlIIIlllllllllllllllllllllllllllllllllU De Intellectueelen en hun Tractementen Het waren interessante besprekingen, die op 12 Maart in de Eerste Kamer werden gehouden, zooals te verwachten was, wan neer sprekers het woord voeren als de heeren dr. A. Kuyper en Van Embden, Stork en Van Nlerop. Het is echter niet daarop, dat wij hier even de aandacht willen vesti gen, maar op de slotbeschouwing, waarmee de N. R. Ct. haar overzicht van de Algemeene Beschouwingen" eindigt in het Och tendblad B, van Donderdag 13 Maart. Dr. Kuyper had gepleit voorde verheffing van den arbeidersstand, die door een soci ale politiek in zake woning, loon, arbeids duur, onderwijs en benoembaarheid voor betrekkingen de gelegenheid moest krijgen, zich tet de hoogte van de andere standen op te werken. Als dit dan maar niet tot ge velg heef t," zegt nu de N. R. Ct., .dat de bezoldiging van den intellectueelen arbeid gedrukt wordt en met de maatschappelijke democratizeering ook de vermaterializeering van het leven haar intrede doet." Dr. Kuyper had op Amerika gewezen, en de overzichtschrijver zegt, dat ons Inderdaad wel eens de toestand in Amerika als met die schaduwzij behept wordt afgeschilderd. De vermaterializeering zou men dus wil len tegenhouden door aan de intellectueelen hooge bezoldigingen toe te kennen. Is dat niet een beetje gevaarlijk, en begeeft men zich zoo niet op het teriein, waar de duivel met Beëlzebub wordt uitgedreven? Er is roep genoeg om hooger loon bQ de intellectueelen, maar dat daarbij materiëele belangen niet op den voorgrond staan lijkt wel aan zeer gegronden twijfel onderhevig. De drang naar hooger bezoldiging, uitgaande van rijksambtenaren en crisisambtenaren, onderwijzers, predikanten en hooge en lage andere ambtenaren en waardigheidsbekleeders is een zoo algemeen verschijnsel, dat het zorgwekkend wordt In dezen benarden tijd, en men behoeft het waarlijk niet voor te stellen, alsof hierbij in hoofdzaak idee Ie belangen in het spel waren tegenover de materiëele arbelderseischen. Tegen de vermaterializeering zou het zeker doeltreffender zijn te redeneeren, zooals op dienzelfdrn l Men Maart de burgemeester in den Amsterdamschen Raad deed, toen hij een ernstige aansporing liet hooren, om in dezen hachelijken tQd een sobere levens wijze te betrachten. Als de intellectueelen met ons groote dagblad aan de spits vree zen, dat met de maatschappelijke democra tizeering ook de vermaterializeering haar intrede zal doen, kunnen zij dat gevaar niet beter bezweren, dan door zelf zich in hun materiëele eischen aan het leven te beperken. En wat ziet men in intellectueele kringen? Een dolle jacht naar winstgevende postjes, een waardebepaling van betrekkingen naar hun materiëele voordeelen, een graaien en grissen en g'ijpen naar de groote tractementen, in n woord een mammondienst, als er niet heviger thans woedt in de krin gen der arbeiders. Amerika behoeft ons niet als afschrikkend voorbeeld voor oogen te worden gesteld; ja, de arbeiders hebben er hooge loonen, komen ook al tientallen van jaren lang veel gemakkelijker maatschappelijk vooruit dan in de oude wereld, maar van een druk op het intellect is daarbij niets merkbaar; het beweegt zich met groote vrijheid in alle mogelijke opzichten, handhaaft zijn positie ook tegenover den stand der naar voren dringende arbeiders en kan in het geheele volk bfl hoog en laag waardeering en offer vaardigheid vinden, als er sprake is van de imililimillllliiiiiiiiiiililllllimiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiii groote afstand even vergeten. De bocht be hoeft niet groot te zijn, kan zelfs zoo klein wezen, dat hij op de stafkaart niet eens kon worden aangegeven. Onze oude Am stelveensche weg was in dit opzicht zeer mooi met zijn flauwe bochten, zoo flauw, dat een snel rijdende automobiel toch nog altijd veilig uitzicht had, maar toch zoo, dat telkens op niet te grooten afstand de boomenrij het pad kwam afsluiten. Zeker een perspectief als dat van de Middachter allee heeft zijn verdienste, maar kent ge het stuk van den overigens toch zeer mooien straatweg tusschen Colmschate en Holten of deelen van den weg tusschen Voorthuizen en Apeldoorn ? Die zouden met een paar flauwe bochtjes zeer gebaat zijn. Laat ons dus ook in onze nieuwe polders de rechte wegen niet langs de liniaal trekken, maar vrij uit de hand langs wat mijn teeken meester altijd noemt een gevoelig lijntje. De Amstelveensche weg heeft dat nog hier en daar, en dat komt dunkt mij wel daar daar vandaan dat het niet een moderne polderweg is, maar een oude, zeer oude polderdijk, waar stormen en vloeden hun deuhj«s in gedrukt hebben. Diezelfde weg had nog een andere deugd, hQ was allerfraaist beschermd tegen den wind. Langs de oostzijde liggen de boer derijen op niet te grooten afstand van elkander, elk voorzien van een manteling van iepen of esschen en meestal nog met een flinken boomgaard en een perceeltje hakhout, vaak zeer onderhoudend versierd met mooie, ouderwetsche, soms tamelijk ongewone voorjaarsbloemen. Naar het oosten was de weg dus mooi windvrij, de enkele gapingen veroorzaakten weinig last en ga ven een prachtig uitzicht op den verren Amsteloever. De westijde was haast nog aardiger. Daar ligt het breede lage bloemrijke boezemland en naar die zijde had de weg een breede berm of hier en daar een zeer smalle bermsloot. Van afstand tot afstand lagen op of langs den berm echte ouderwetsch elzenboschjes, van kapjaar (ot kapjaar geheel aan zichzelf overgelaten, zoodat er zich telkens Maandkrabbel Teekentn? voor de Amsterdammer" van Btdau Ehrhardt Maartsche buien hooge belangen der wetenschap, zoowel als van de meer bescheiden eischen, die haar verspreiding in breede kringen meebrengt. Neen, als wij, vrouwen niet minder dan mannen, in quaesties van geld en materiëele belangen iets zullen bereiken, dat raar eenige verbetering in de mentaliteit der groote massa van hoog en laag wijst, dan moet van de intellectueelen het voorbeeld der Entsagung uitgaan. De tijden zijn slecht, ontbering dreigt, maar wie tot nu toe maat schappelijk sterk stond, toone nu zijn reservekracht en schikke zich in onvermij delijk gemis. Onze maatschappij had een schokje noo dig naar een verschuiving in de goederenverdeeling; wij zijn nu midden in het proces der verandering, dat in ons land een kalm verloop kan hebben, wanneer alle goedwil lenden meehelpen. Een der eischen, aan de Intellectueelen gesteld, is het met gratie brengen van de van hen gevraagde offers, die nu eenmaal noodig zijn en die mogelijk zullen kunnen meehelpen, om de gevreesde vermaterializeering verre van hen te houden l FREDERIKEj. VAN UlLDRIKS Huis en Tuin De tijd breekt weer aan, dat ieder zich voor zijn grooteren of kleineren tuin gaat interesseeren. En menig stukje grond, ge durende de laatste jaren, met min of meer succes, tot boonen-, kool- en aardappelen productie in gebruik genomen, zal nu weer tot siertuln worden aangelegd. Vooral in een tuintje vlak achter het huis, ziet men liever een met het seizoen wisse lenden bloem enschat dan zelfs de weligst opgroeiende voedingsartikelen. Zoo'n tuin, hoe klein misschien, is voor het gevoel van menige huisvrouw, die er van uit haar woonkamer het oog op heeft, een soort van salon in de open lucht. Behalve een gele genheid om te aller ure even lucht te scheppen, is het een bron van min of meer artistiek genot. In dat opzicht moge het doen en laten der Japanners ons interesseeren. Iemand die goed op de hoogte van Japansche kunst Is, vertelde mij onlargs, dat voor hen de tuin veel minder een wandelplaats is dan wel een achtergrond voor hunne woonkamers. De geheele aanleg van hun doorgaans het oerwoud van het tlzenbosch kon ont wikkelen dat hier zelfs ondoordrrngbaar kon worden door een weelderige vegetatie van hop. O, wat waren dat een aardige boschjes en wat heb ik daar veertig jaren geleden heerlijk de rijkdommen van onze laagveenwereld leeren genieten. Wij waren toen van buiten" in Amsterdam komen wonen, maar die Amstelveensche weg met het Sloter jaagpad en ook de Zuiderzeedijk hebben gemaakt dat ik nooit een stadsjongen of stadsmensen heb behoeven te worden. De tegenwoordige jongelui hebben dat alweer lastiger, want in de laatste tientallen jaren is overal rondom Amsterdam de rijke natuur een uur gaans teruggedrongen. Dit tusschen twee haakjes. Ik herinner mij nog wel, dat in de elzenzoom bij den tol altijd in voor- en najaar hout snippen konden worden aangetroffen en dat er in den zomer de boschrietzanger zong. Osk bloeiden er in de lente de meoiste waterwilgen vlak aan den weg en de slooten, die toen nog helder waren, zaren vol verruklijkheden. Als ik nu wat te zeggen had, dan zou ik al de hoofdwegen in de nieuwe Zuiderzeepolders maken tot nog verbeterde en vermeer derde edities van dien ouden Amstelveenschen weg. We zouden beginnen met het geharde gedeelte zoo breed te maken, dat twee beladen hooiwagens elkaar zouden passeeren, zonder tot op den berm te moeten uitwijken. Dan komt aan weerszijden een flink rijwielpad en dan een paar bermen van gemiddeld een kleine tien meter breed. Die zullen we beplanten met boomen en struikgewas, vooral niet te eenvormig, steeds rekening houdend met de plaatselijke omstandig heden Let er maar eens op, hoe aardig het is, wanneer langs den weg de boom soorten veranderen in verband met de grondsgesteldheid. Een mooi voorbeeld daarvan ziet ge, als ge van de Murkbrug wandelt over Giekerk naar Oenkerk, waar iepen, esschen en eiken elkaar opvolgen. Door miji breede bermen geef ik den boomen behoorlijk gelegenheid, om hun wortelgestel flink te ontwikkelen, zoodat ze prachtig kunnen opgroeien. Op de meeste van onze kleine tuinen is er op berekend, van uit de vensters een behaaglijk effect te verkrijgen. Alles, tot schijnbaar toevallig aangebrachte bijzonderheden toe, werkt daartoe mede. In dezen zin is dus voor hen in volle mate de tuin een voortzetting van het hui?. Dit moge het ook voor ons zijn. Mits wij er altijd maar aan denken, dat in beide localiteiten met zeer verschillend materiaal wordt gewerkt. De meeste meubelen, waar mede wij zoo'n openlucht salon garneeren, (heesters en planten), zijn levende wezens. En het is dus tegen alle kunstbeginsel in, ze (zooafs maar veel te vaak gebeurt!) te willen onderwerpen aan de rechtlijnige wetten van steenen gebouwen. Laat ons nooit vergeten dat het levend materiaal zgn eigen wetten meebrengt. Alle pogingen om het binnen lijnen van menschelijke willekeur te willen opsluiten, doet afbreuk aan de heerlijkheid van zijn eigen karakter, waarvan eindelooze gratie de hoofdtrek is. Als gij dus op uw buitensalonnetje een werkelijk artistieken stempel wilt drukken, neem u dan eens vór, (desnoods tegen uws tuinmans opinie inl) die gratie tot uitgangspunt te nemen. Vraag aan uw levende vegetatieve voor werpen hoe zij zelf het liefst wenschen geplaatst te worden. Als gij opmerkzaam naar hun advies luistert, zullen de meesten u wel aan het verstand brengen, dat zij het liefst staan op het zonnigst plekje van uw beschikbaar terrein. Zoek dat dus uit, en zet daar een groepje heesters of struik«n. Daar/oor, naar de zuidzijde, kunt gij dan wat kleiner planten zetten, om mee van den zonneschijn te genieten. Sommige anderen, die met wat meer schaduw tevreden zijn, kunnen op dergelijke wijze in donkerder hoeken behandeld wor den. Maar alles in groepen, niet in kunst matige figurenleggerij. Tusschen die groepen in, kunnen de paden komen. En, blijft er nog wat overtollige plaats, dan kan daar wat gras gezaaid wor den; de omtrekken dier grasveldjes dienen zich bescheiden naar die van de groepen te schikken. De muren kunnen met klimplanten bekleed worden. In de keus daarvan kan allicht uw tuinman u helpen. Zijn kweektechniek, zijn kennis van bemesting en de mogelijkheden van wat wil" en niet wil", is waarschijn lijk grootcr dan de uwe. Wat ik u alleen aanraad is: de teugels van den smaak in eigen hand te nemen, en den heelen zomer door te houden, ook bij de verwisseling der voorjaarsplanten tegen die van een later seizoen, GEERTRUIDA CARELSEN Bonnenmarkt Nu langzamerhand onze levensmiddelen weer vrij komen, is het niet onaardig enkele cijfers te noemen, waarvoor op de bonr.enmarkt te Amsterdam, bons verkrijgbaar werden gesteld. Op het Waterloopleln en op de Lindengracht in het hartje van den Jordaan wordt een levendigen handel in levensmiddelen bonnen gedreven. De noteeringen op de Beurs-Lindengracht (Jordaan-Bturs) zijn gelijk aan die op de Beurs-Waterlooplein (J >den-Beurs) en als volgt: suikerbon (Yi pond) f 0.35; broodkaart (2600 gram) f 0.45; aardappelenbon (worden alleen verkocht bij 4 stuks tegelijk) a f 0.2^; jam-bon (per paar) f005; erwtenen boonenbon (per paar) f 0.06; vischbon (waarop van tijd tot tijd n ons paardenvleesch beschikbaar wordt gesteld) f O 07M; melkbon (per 4 stuks elk voor 0.1 L. m Ik) f 0.10; klipvisch haast te geef!) f004; haringbon (per 10 stuks tegelijk) f 0.05 (de tien); boterbon (met br-bon) normaal f 0.25; melange A f 0.35; melange B f 0.15; na tuur f 0.75. De herkomst van de bonnen is duister. Voor een groot gedeelte worden zij voor een appel-en-een-ei ingekocht of zijn valsch, tenminste als er waarheid schuilt achter de bewering van een koopman, die tot een drie cent op een paar jam-bonnen afdingende juffrouw zeide: Mensch, ze koste'me meer van drukken!" v. D. miiiiiiiiiiimi wegen staan de boomen te dicht aan den slootkant en dan blijven ze klein. Alleen bij de opritten der erven hebben ze een betere gelegenheid en daar gaan ze dan meteen de hoogte in en zoodoende krijgt men dan de bekende golvende kruiniijnen, die wel heel mooi zijn, maar toch verkregen worden doordat een aantal boomen armoe lijden. 't Is niet altijd noodig, en dikwijls niet eens wenschelijk, om den weg aan weers zijden te beplanten met hoog geboomte. Eén rij is vaak voldoende, om op het heetst van den dag de noodige schaduw te geven en dan is er ook meteen minder bezwaar van gebrek aan licht voor het aangrenzend bouwland en ook zal de weg gemakkelijker opdrogen na regenval. Het struikgewas dient om den weg te beschermen tegen den wind en moet dus vooral rijkelijk worden aangelegd naar noord en west. Een singel van drie diep is al wel voldoende en we kiezen alweer van allerlei soort: elzen, berken, wilgen, meidoorn, vogelkers, vlier, sprakel, spaansche aak, kortom, half Boskoop, dat er dan weer bovenop kan komen en zoodoende zijn producten beter geplaatst ziet, dan wanneer alles, zooals men thans wil, hutje met mutje ijlings wordt opgeruimd en tot een park" vereenigd. Door dit struikgewas slingert zich een smal wandelpad en er zijn ook doorkijkjes in en geschikte rustpunten langs de wegsloot. Waar de wegen elkander ontmoeten en kruisen wordt de beplanting wat meer uitgebreid, zoodat daar boschachtige plekjes ontstaan. Een dergelijk wegennet zal veel kunnen bijdragen tot verheffing van het leven der plattelanders. Ook zal het de vestiging bespoedigen van de wilde planten en dieren rn vooral van de vogels. Een leerzaam voorbeeld levert in dat opzicht alweer de Haarlemmermeer. Daar zijn nog tal van plaatsen, waar de meezen niet nestelen, hoewel er op de goed beplante boerderijen gelegenheid genoeg is. Door den schrielen wegaanleg echter bestaat er geen contact met het aangrenzend boschgebied der dulnOns Kookboek OPGEMAAKTE SCHOTELS GEVULDEUIEN EN BRUINE BOONEN CROQUETS Hebt ge vleeschresten en bruine boonen over, verwerk dan het vleesch als gewoon gehakt en vul daarmede flinke groote uit geholde uien- Bak de gehaktzijde eerst even fiink bruin en stoof dan de uien gevuld en al in de jus met wat vleeschextract, totdat ze gaar zijn. Wrijf de boonen heel fijn, vermeng ze met fijngehakte uien, wat zout, peper, en een geklutst ei. Maak er crcquetsjes van, rol deze in paneermeel of beschuit en braadt ze mooi bruin. Plaats dan de gevulde uien en croquetjes in< een puréeschotel en dien alles te zamen op. E. H.-v. B. Mededeeling DE FEMINISTISCHE PARTIJ De aanleiding tot de oprichting der Femi nistische Partij is eigenlijk gelegen in het groote wereldgebeuren den oorlog. Velen zijn tot inzicht gekomen dat het eenige, radicale middel om nieuwe oorlogen te voorkomen is: het bestrijden van eiken vorm van mili tarisme niet alleen, maar van elk geweld waardoor levens vernietigd warden. Het militarisme met al zijn noodlottige gevol gen, moet velledig uitgeroeid worden en vervangen door het gevoel van verantwoor delijkheid voor allen, door allen. Om dit te bereiken was het noodig een politieke partij in het leven te roepen, daar geen der bestaande politieke partijen zoo ver gaat in de bestrijding van het milita risme en het geweld, om dan, als de groei en de invloed zoo toegenomen zouden zijn, dat er candidaten gesteld kunnen worden, ook leden der Feministische Partij in de vertegenwoordigende lichamen gekozen te krijgen. Daar het voornamelijk vrouwen waren die de oprichting dezer partij wenschten en zij nog steeds wachten op de erkenning harer gelijkwaardigheid met den man als burgeressen van Nederland, werd als eerste punt geplaatst: gelijkheid voor de wet van man en vrouw" en als tweede: het ver krijgen van het kiesbiljet en de vastlegging daarvan in de Grondwet." Na deze beide punten volgde het derde het bestrijden van militarisme en elk geweld waardoor levens vernietigd worden," omdat wij, als vrouwen, willen opbouwen en beschermen, niet vernietigen! De taak der vrouw in de Maatschappij is dezelfde als haar taak in het huisgezin, vredestichtster bij uitnemendheid, en dat kan zij zijn, zoodra zij haar invloed ook buiten het gezin kan aanwenden. Ook als verzorgster en opvoedster moet zij haar plicht doen in de Maatschappij. Om de zorgen der vrouw uit te kunnen strekken tot in ieder hoekje en plaatsje der geheele Maatschappij, daarom heeft zij het stembiljet noodig. Een geestelijke revolutie moet voltrokken worden, in dien zin, dat niet langer geldt het recht van den sterkste, het vuistrecht, evenmin dat van den kapitaalkrachtigste; maar het recht dat ieder Individu heeft om een menschwaardig bestaan te leiden. Verschillende punten van het program wijzen vooral op de taak der vrouw, zooals Moederschapszorg, uitbreiding van Staatsen Gemeentezorg voor het kind tot 16 jaar; bestrijding der prostitutie; beter Lager, Middelbaar- en Vakonderwijs en tot een hoogere leeftijd; ruimer Staatspensiorieering; herziening der huwelijkswetten enz. om slechte eenige punten op te noemen. SOPHIE W. A. WICHERS, Presidente. HENRIETTE E. VERWEY MEJAN, Ie Secre taresse, Wouwermanstraat 37 boven. SOPHIE DOLMAN, 2e Secretaresse. A. H. SCHEUTER-AALDERINK, Penning meesteres. H. NlEUWSTEDE-COERDES. J. P. ODYK-WOUTERS. M. TERPSTRA-REERINK. HinMiiuiiitiiiiiiiiiiiiiiiiHM imiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiini streek en zoo is er dan na ruim zestig jaren de vogelfauna nog arm gebleven. Er is nog iets. Ongeveer dertig jaar geleden was men op liet platte land nog al tegen wegbeplanting en tegen hagen, omdat ze te veel licht ontnamen aan de aangrenzende strooken van bouwland of weide, wat op menige plaats ook zeer dnidelijk te zien is. In Zeeland wilde men toen de beroemde meidoornhagen kappen en vervangen door paaltjes met prikkeldraad en op grond van behoud van natuurschoon en bescherming van de vogels is daar toen met meer of minder succes nog al flink tegen geageerd. Tegenwoordig weten wij echter, dat wij die zoogenaamde improductieve strootjes gerust kunnen opofferen, omdat de aanwezigheid van hagen en dichte wegbeplantirg het geheele landschap te goede komt en de productiviteit van de niet beschaduwde stukken sterk verhoogt en dat geldt vooral in ons winderig landje. Een parklandschap brengt meer op dan een steppe. Indien ge nu vindt, dat ik door mijn breede wegen en breede wegbermen het bebouw baar oppervlak van den polder te zeer heb verminderd, dan moet ik u er op wijzen, dat ik niet anders gedaan heb, dan de improduc'ieve schaduwstrooken bij den weg te trekken, want mijn boomen staan nu minstens zes meter van de wegsloot af en de schaduw van mijn struikgewas reikt weinig of niet over die sloot. Bovendien kunnen die boomen en struiken toch ook weer van tijd tot tijd verzilverd worden. Het gebeurt niet dikwijls, dat wij de gele genheid krijgen, om in eers iets goed te doen. Dat is nu echter bij de drooglegging van de Zuiderzee eens wel het geval. De meeste der thans bestaande wegen in Hol land leveren in allerlei opzichten een af schrikwekkend voorbeeld. Laat ons hopen t)at het nieuwe land een wegennet krijgt geheel passend bij de gelukkige en onbe krompen levende bevolking, die wij daar verwachten. J A C. P. T H I| S S E

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl