Historisch Archief 1877-1940
22 Maart. '19. No. 2178
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
l i y
' l l v'
Het Land van Belofte voor de Vrouw
Cherchez la femme: deze veel-gebruikte,
ik bedoel, misbruikte woorden zouden wel
als titel boven dit stuk hebben kunnen staan.
In een vorig artikel in de Groene toch,
heb ik aangetoond, dat er in Canada, (ook
in de Ver. Staten), veel meer mannen wonen
dan vrouwen. Het surplus van mannen heeft
tot allerlei wantoestanden en moeilijkheden
geleid; zij kunnen het alleen niet meer af,
overal hebben zij vrouwen noodlg. En niet
alleen de mannen daarginds, ook de vrouwen,
die er zijn, moeten geholpen worden.
Eene vrouw van ondervinding op dat ge
bied, Mary Irvine Robertson, (zij heeft o.a.
zitting in de Councll of Women, Saskatoon,
Sas k. Canada) schrijft, dat het er in het
Westen van Canada treurig uitziet door het
groote tekort aan vrouwen. In vele gezinnen
op het land wordt de reis van de wieg tot
het graf afgelegd bijna zonder hulp van
vrouwen of dokters; de jonge moeders zijn
overkropt met werk en hare gezondheid lijdt
onder het gemis van hulp in de huishouding".
Waarom gaan onze overtollige vrouwen
niet daarheen ? Hier hebben velen het ge
voel alsof zij mislukkelingen zijn, die nergens
terecht kunnen, terwijl men haar daar in het
overzeesche met open armen zal ontvangen
en zij hooger salarissen, meer vrijheid zuilen
genieten, mits zij ferme, bekwair e en door
tastende personen blijken te zQn.
Voor den oorlog was men reeds doende
in Ontario om opleidingscentra voor jonge
meisjes te stichten om ze later op het platte
land als dienstbode of hulp in de huishouding
eene betrekking te bezorgen.
Ook in Britsch Columbia was men in die
richting werkzaam; meisjes uit de meer
gegoede kringen zouden les krijgen in de
huishoud-economie en opgeleid worden voor
de zoogenaamde .Home helps" of Mothers
helps".
Door den oorlog werden vele van deze
plannen niet ten uitvoer gebracht, doch nu
mag men zeker aannemen, dat men alles in
het werk zal stellen om zoo snel mogelijk
in di gemis te voorzien. Ieders overal in
Canada wordt deze wanhoopskreet vernomen:
meer vrouwen"; en het is typeerend voor
den toestand, wat o. a. ter zake in n der
vergaderingen van de Dominions Commission
on Economics gezegd werd: unless the
West had women it could not have homes".
Ook onderwijzeressen heeft men
broodnoodig: hoevele jonge meisjes en vrouwen
die Lager akte hebben, wachten hier te
vergeefs op eene plaatsing en hoevelen zijn
er, die hier jaren en jaren voor een schijntje
les geven, terwijl zij daar ginds hooger
salaris en betere vooruitzichten hebben ?
Natuurlijk zouden zij een soort aanvullings
examen af moeten leggen om als onder
wijzeres in Canada aangesteld te kunnen
worden, doch met hare opleiding en be
kwaamheden zal het haar niet moeilijk
vallen, mits rij voor dien voldoende Engelsen
kennen. Voor d-.n oorlog bestond er in
Canada een soort normaalschool waar jonge
vrouwen en meisjes opgeleid werden tot
onderwijzeres op het platteland
Heeft men behoefte aan onderwijzeressen,
de vraag naar verpleegsters is niet minder
dringend: doch laten wij bedenken, dat de
verpleegster, die men noodig heeft, niet
alleen bekwame ziekenzusters zijn, maar dat
zQ ook bezitten moeten die capaciteiten,
noodig om zich aan te passen aan het
primitieve leven in de meest veraf gelegen
districten, waar men alle mogelijke comfort
mist, waar men het, ja zelf s, dik wij Is zonder
medische hulp moet stellen. Kortom, zij
moeten niet alleen een hoofd en handen,
maar ook een hart bezitten: zij moeten
inderdaad liefde"zusters zijn.
En Canada doet alles om het de
immlgreerende vrouwen zoo aangenaam mogelijk
te maken: moderne schoolgebouwen worden
opgericht, gemeente-ziekenhuizen worden
gebouwd, waaraan zuster-huizen verbonden
zijn, terwijl overal rust-huizen verrijzen,
waar de lichamelijk en geestelijk vermoeide
BEPLANTING
II
In onze polders maakte men tot nu toe
de wegen altijd maar liefst zoo recht en zoo
smal mogelijk. Het geharde gedeelte is dan
net breed genoeg voor een fllnken
boerenwagen en als t wee beladen hooikarren elkaar
moeten passeeren, dan wijken ze allebei uit
op den berm, die in verband daarmee weinig
beplanting gedoogt en in den regel dan ook
niets anders is dan een strook grasland.
Toch kunt ge zulke wegen heel mooi vinden,
vooral op Meidagen, als de aarde juicht, of
ook wanneer het landschap rondom onder
houdend genoeg is. Zoo 's de grindweg
door den polder Waal en Burg een van de
schoonste oorden ter wereld, want dan hebt
ge voor u de prachtige silhouet der Tcxelsche
duinen, achter u het schilderachtige dorpje
De Waal, links en rechts de hooilanden
geurig van klaver en bont van orchideeën,
de lucht vervuld van geroep en gefluit en
gezang van velerlei vogels en kleurige kemp
haantjes toernooien op den wegberm. Het
zou zonde en jammer zijn, om zulk een weg
te beplanten. Ook is 't niet noodig, want
't is een weg voor geduldige paarden en
stoere eilanders en de toeristen, die er
komen, hebben voor het meerendeel ongemak
van weer en wind leeren waardeeren als
dingen, die hun natuurgenot kruiden.
Doch zulke gevallen zijn zeldzaam. Maar
al te dik wijls is de kale, rechte weg troosteloos,
vervelend en vermoeiend. En merkwaardig is
het, hoe reeds een klein slingert je verademing
brengt. Een flauwe bocht in de wegsloot
geeft dadelijk verschil van oever en daarmede
verscheidenheid in den plantengroei. Het
uitzicht is eventjes veranderd, de bezwaarlijk
verpleegsters zich herstellen kunnen van de
gevolgen van te hard en te veel werken.
De vrouwen, die emigreeren, laten veel
achter, dat hen dierbaar is, zij gaan moeilijk
heden en ontberingen tegemoet; maar Canada
is een rijk land en van plan haar, die zich
deze opofferingen getroosten, rijkelijk te
beloonen met góde salarissen, gezondheid
en geluk.
Vrouwen van Nederland, gij die met uw
tijd geen raad weet, gij die u hier te veel
voelt en gij die een ruimer arbeidsveld voor
uwe capaciteiten verlangt, gaat naar de
overzijde van den Grooten Vijver, gij doet
er een goed werk mede en,.... gij helpt
uzeiven.
JOHANNA B. A. MARCUS
llllllflIllllllllIIlIlllllllllllllllIlIIIIIIIUIIIIlIIIlllllllllllllllllllllllllllllllllU
De Intellectueelen en hun Tractementen
Het waren interessante besprekingen, die
op 12 Maart in de Eerste Kamer werden
gehouden, zooals te verwachten was, wan
neer sprekers het woord voeren als de
heeren dr. A. Kuyper en Van Embden, Stork
en Van Nlerop. Het is echter niet daarop,
dat wij hier even de aandacht willen vesti
gen, maar op de slotbeschouwing, waarmee
de N. R. Ct. haar overzicht van de
Algemeene Beschouwingen" eindigt in het Och
tendblad B, van Donderdag 13 Maart.
Dr. Kuyper had gepleit voorde verheffing
van den arbeidersstand, die door een soci
ale politiek in zake woning, loon, arbeids
duur, onderwijs en benoembaarheid voor
betrekkingen de gelegenheid moest krijgen,
zich tet de hoogte van de andere standen
op te werken.
Als dit dan maar niet tot ge velg heef t,"
zegt nu de N. R. Ct., .dat de bezoldiging
van den intellectueelen arbeid gedrukt wordt
en met de maatschappelijke democratizeering
ook de vermaterializeering van het leven
haar intrede doet." Dr. Kuyper had op
Amerika gewezen, en de overzichtschrijver
zegt, dat ons Inderdaad wel eens de toestand
in Amerika als met die schaduwzij behept
wordt afgeschilderd.
De vermaterializeering zou men dus wil
len tegenhouden door aan de intellectueelen
hooge bezoldigingen toe te kennen. Is dat
niet een beetje gevaarlijk, en begeeft men
zich zoo niet op het teriein, waar de duivel
met Beëlzebub wordt uitgedreven?
Er is roep genoeg om hooger loon bQ de
intellectueelen, maar dat daarbij materiëele
belangen niet op den voorgrond staan lijkt
wel aan zeer gegronden twijfel onderhevig.
De drang naar hooger bezoldiging, uitgaande
van rijksambtenaren en crisisambtenaren,
onderwijzers, predikanten en hooge en lage
andere ambtenaren en
waardigheidsbekleeders is een zoo algemeen verschijnsel, dat
het zorgwekkend wordt In dezen benarden
tijd, en men behoeft het waarlijk niet
voor te stellen, alsof hierbij in hoofdzaak
idee Ie belangen in het spel waren tegenover
de materiëele arbelderseischen.
Tegen de vermaterializeering zou het zeker
doeltreffender zijn te redeneeren, zooals op
dienzelfdrn l Men Maart de burgemeester
in den Amsterdamschen Raad deed, toen
hij een ernstige aansporing liet hooren, om
in dezen hachelijken tQd een sobere levens
wijze te betrachten. Als de intellectueelen
met ons groote dagblad aan de spits vree
zen, dat met de maatschappelijke democra
tizeering ook de vermaterializeering haar
intrede zal doen, kunnen zij dat gevaar niet
beter bezweren, dan door zelf zich in hun
materiëele eischen aan het leven te beperken.
En wat ziet men in intellectueele kringen?
Een dolle jacht naar winstgevende postjes,
een waardebepaling van betrekkingen naar
hun materiëele voordeelen, een graaien en
grissen en g'ijpen naar de groote
tractementen, in n woord een mammondienst,
als er niet heviger thans woedt in de krin
gen der arbeiders.
Amerika behoeft ons niet als afschrikkend
voorbeeld voor oogen te worden gesteld;
ja, de arbeiders hebben er hooge loonen,
komen ook al tientallen van jaren lang veel
gemakkelijker maatschappelijk vooruit dan
in de oude wereld, maar van een druk op
het intellect is daarbij niets merkbaar; het
beweegt zich met groote vrijheid in alle
mogelijke opzichten, handhaaft zijn positie
ook tegenover den stand der naar voren
dringende arbeiders en kan in het geheele
volk bfl hoog en laag waardeering en offer
vaardigheid vinden, als er sprake is van de
imililimillllliiiiiiiiiiililllllimiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiii
groote afstand even vergeten. De bocht be
hoeft niet groot te zijn, kan zelfs zoo klein
wezen, dat hij op de stafkaart niet eens
kon worden aangegeven. Onze oude Am
stelveensche weg was in dit opzicht zeer
mooi met zijn flauwe bochten, zoo flauw,
dat een snel rijdende automobiel toch nog
altijd veilig uitzicht had, maar toch zoo,
dat telkens op niet te grooten afstand de
boomenrij het pad kwam afsluiten. Zeker
een perspectief als dat van de Middachter
allee heeft zijn verdienste, maar kent ge
het stuk van den overigens toch zeer mooien
straatweg tusschen Colmschate en Holten of
deelen van den weg tusschen Voorthuizen
en Apeldoorn ? Die zouden met een paar
flauwe bochtjes zeer gebaat zijn. Laat ons
dus ook in onze nieuwe polders de rechte
wegen niet langs de liniaal trekken, maar
vrij uit de hand langs wat mijn teeken
meester altijd noemt een gevoelig lijntje.
De Amstelveensche weg heeft dat nog hier
en daar, en dat komt dunkt mij wel daar
daar vandaan dat het niet een moderne
polderweg is, maar een oude, zeer oude
polderdijk, waar stormen en vloeden hun
deuhj«s in gedrukt hebben.
Diezelfde weg had nog een andere deugd,
hQ was allerfraaist beschermd tegen den
wind. Langs de oostzijde liggen de boer
derijen op niet te grooten afstand van
elkander, elk voorzien van een manteling
van iepen of esschen en meestal nog met
een flinken boomgaard en een perceeltje
hakhout, vaak zeer onderhoudend versierd
met mooie, ouderwetsche, soms tamelijk
ongewone voorjaarsbloemen. Naar het oosten
was de weg dus mooi windvrij, de enkele
gapingen veroorzaakten weinig last en ga
ven een prachtig uitzicht op den verren
Amsteloever.
De westijde was haast nog aardiger. Daar
ligt het breede lage bloemrijke boezemland
en naar die zijde had de weg een breede
berm of hier en daar een zeer smalle
bermsloot. Van afstand tot afstand lagen op of
langs den berm echte ouderwetsch
elzenboschjes, van kapjaar (ot kapjaar geheel aan
zichzelf overgelaten, zoodat er zich telkens
Maandkrabbel
Teekentn? voor de Amsterdammer"
van Btdau Ehrhardt
Maartsche buien
hooge belangen der wetenschap, zoowel als
van de meer bescheiden eischen, die haar
verspreiding in breede kringen meebrengt.
Neen, als wij, vrouwen niet minder dan
mannen, in quaesties van geld en materiëele
belangen iets zullen bereiken, dat raar
eenige verbetering in de mentaliteit der
groote massa van hoog en laag wijst, dan
moet van de intellectueelen het voorbeeld
der Entsagung uitgaan. De tijden zijn slecht,
ontbering dreigt, maar wie tot nu toe maat
schappelijk sterk stond, toone nu zijn
reservekracht en schikke zich in onvermij
delijk gemis.
Onze maatschappij had een schokje noo
dig naar een verschuiving in de
goederenverdeeling; wij zijn nu midden in het proces
der verandering, dat in ons land een kalm
verloop kan hebben, wanneer alle goedwil
lenden meehelpen. Een der eischen, aan de
Intellectueelen gesteld, is het met gratie
brengen van de van hen gevraagde offers,
die nu eenmaal noodig zijn en die mogelijk
zullen kunnen meehelpen, om de gevreesde
vermaterializeering verre van hen te houden l
FREDERIKEj. VAN UlLDRIKS
Huis en Tuin
De tijd breekt weer aan, dat ieder zich
voor zijn grooteren of kleineren tuin gaat
interesseeren. En menig stukje grond, ge
durende de laatste jaren, met min of meer
succes, tot boonen-, kool- en aardappelen
productie in gebruik genomen, zal nu weer
tot siertuln worden aangelegd.
Vooral in een tuintje vlak achter het huis,
ziet men liever een met het seizoen wisse
lenden bloem enschat dan zelfs de weligst
opgroeiende voedingsartikelen. Zoo'n tuin,
hoe klein misschien, is voor het gevoel van
menige huisvrouw, die er van uit haar
woonkamer het oog op heeft, een soort van
salon in de open lucht. Behalve een gele
genheid om te aller ure even lucht te
scheppen, is het een bron van min of meer
artistiek genot.
In dat opzicht moge het doen en laten
der Japanners ons interesseeren. Iemand die
goed op de hoogte van Japansche kunst Is,
vertelde mij onlargs, dat voor hen de tuin
veel minder een wandelplaats is dan wel
een achtergrond voor hunne woonkamers.
De geheele aanleg van hun doorgaans
het oerwoud van het tlzenbosch kon ont
wikkelen dat hier zelfs ondoordrrngbaar kon
worden door een weelderige vegetatie van
hop. O, wat waren dat een aardige boschjes
en wat heb ik daar veertig jaren geleden
heerlijk de rijkdommen van onze
laagveenwereld leeren genieten. Wij waren toen van
buiten" in Amsterdam komen wonen, maar
die Amstelveensche weg met het Sloter
jaagpad en ook de Zuiderzeedijk hebben gemaakt
dat ik nooit een stadsjongen of stadsmensen
heb behoeven te worden. De tegenwoordige
jongelui hebben dat alweer lastiger, want
in de laatste tientallen jaren is overal rondom
Amsterdam de rijke natuur een uur gaans
teruggedrongen. Dit tusschen twee haakjes.
Ik herinner mij nog wel, dat in de elzenzoom
bij den tol altijd in voor- en najaar hout
snippen konden worden aangetroffen en dat
er in den zomer de boschrietzanger zong.
Osk bloeiden er in de lente de meoiste
waterwilgen vlak aan den weg en de slooten,
die toen nog helder waren, zaren vol
verruklijkheden.
Als ik nu wat te zeggen had, dan zou ik
al de hoofdwegen in de nieuwe
Zuiderzeepolders maken tot nog verbeterde en vermeer
derde edities van dien ouden Amstelveenschen
weg. We zouden beginnen met het geharde
gedeelte zoo breed te maken, dat twee beladen
hooiwagens elkaar zouden passeeren, zonder
tot op den berm te moeten uitwijken. Dan
komt aan weerszijden een flink rijwielpad
en dan een paar bermen van gemiddeld een
kleine tien meter breed. Die zullen we
beplanten met boomen en struikgewas,
vooral niet te eenvormig, steeds rekening
houdend met de plaatselijke omstandig
heden Let er maar eens op, hoe aardig
het is, wanneer langs den weg de boom
soorten veranderen in verband met de
grondsgesteldheid. Een mooi voorbeeld daarvan
ziet ge, als ge van de Murkbrug wandelt
over Giekerk naar Oenkerk, waar iepen,
esschen en eiken elkaar opvolgen. Door
miji breede bermen geef ik den boomen
behoorlijk gelegenheid, om hun wortelgestel
flink te ontwikkelen, zoodat ze prachtig
kunnen opgroeien. Op de meeste van onze
kleine tuinen is er op berekend, van uit de
vensters een behaaglijk effect te verkrijgen.
Alles, tot schijnbaar toevallig aangebrachte
bijzonderheden toe, werkt daartoe mede.
In dezen zin is dus voor hen in volle mate
de tuin een voortzetting van het hui?.
Dit moge het ook voor ons zijn. Mits wij
er altijd maar aan denken, dat in beide
localiteiten met zeer verschillend materiaal
wordt gewerkt. De meeste meubelen, waar
mede wij zoo'n openlucht salon garneeren,
(heesters en planten), zijn levende wezens.
En het is dus tegen alle kunstbeginsel in,
ze (zooafs maar veel te vaak gebeurt!) te
willen onderwerpen aan de rechtlijnige
wetten van steenen gebouwen.
Laat ons nooit vergeten dat het levend
materiaal zgn eigen wetten meebrengt.
Alle pogingen om het binnen lijnen van
menschelijke willekeur te willen opsluiten,
doet afbreuk aan de heerlijkheid van zijn
eigen karakter, waarvan eindelooze gratie
de hoofdtrek is.
Als gij dus op uw buitensalonnetje een
werkelijk artistieken stempel wilt drukken,
neem u dan eens vór, (desnoods tegen
uws tuinmans opinie inl) die gratie tot
uitgangspunt te nemen.
Vraag aan uw levende vegetatieve voor
werpen hoe zij zelf het liefst wenschen
geplaatst te worden.
Als gij opmerkzaam naar hun advies
luistert, zullen de meesten u wel aan het
verstand brengen, dat zij het liefst staan
op het zonnigst plekje van uw beschikbaar
terrein. Zoek dat dus uit, en zet daar een
groepje heesters of struik«n.
Daar/oor, naar de zuidzijde, kunt gij dan
wat kleiner planten zetten, om mee van den
zonneschijn te genieten.
Sommige anderen, die met wat meer
schaduw tevreden zijn, kunnen op dergelijke
wijze in donkerder hoeken behandeld wor
den. Maar alles in groepen, niet in kunst
matige figurenleggerij.
Tusschen die groepen in, kunnen de paden
komen. En, blijft er nog wat overtollige
plaats, dan kan daar wat gras gezaaid wor
den; de omtrekken dier grasveldjes dienen
zich bescheiden naar die van de groepen
te schikken.
De muren kunnen met klimplanten bekleed
worden. In de keus daarvan kan allicht uw
tuinman u helpen. Zijn kweektechniek, zijn
kennis van bemesting en de mogelijkheden
van wat wil" en niet wil", is waarschijn
lijk grootcr dan de uwe. Wat ik u alleen
aanraad is: de teugels van den smaak in
eigen hand te nemen, en den heelen zomer
door te houden, ook bij de verwisseling
der voorjaarsplanten tegen die van een later
seizoen, GEERTRUIDA CARELSEN
Bonnenmarkt
Nu langzamerhand onze levensmiddelen
weer vrij komen, is het niet onaardig enkele
cijfers te noemen, waarvoor op de
bonr.enmarkt te Amsterdam, bons verkrijgbaar
werden gesteld.
Op het Waterloopleln en op de
Lindengracht in het hartje van den Jordaan wordt
een levendigen handel in levensmiddelen
bonnen gedreven.
De noteeringen op de Beurs-Lindengracht
(Jordaan-Bturs) zijn gelijk aan die op de
Beurs-Waterlooplein (J >den-Beurs) en als
volgt: suikerbon (Yi pond) f 0.35;
broodkaart (2600 gram) f 0.45; aardappelenbon
(worden alleen verkocht bij 4 stuks tegelijk)
a f 0.2^; jam-bon (per paar) f005;
erwtenen boonenbon (per paar) f 0.06; vischbon
(waarop van tijd tot tijd n ons
paardenvleesch beschikbaar wordt gesteld) f O 07M;
melkbon (per 4 stuks elk voor 0.1 L. m Ik)
f 0.10; klipvisch haast te geef!) f004;
haringbon (per 10 stuks tegelijk) f 0.05 (de
tien); boterbon (met br-bon) normaal f 0.25;
melange A f 0.35; melange B f 0.15; na
tuur f 0.75.
De herkomst van de bonnen is duister.
Voor een groot gedeelte worden zij voor
een appel-en-een-ei ingekocht of zijn valsch,
tenminste als er waarheid schuilt achter de
bewering van een koopman, die tot een drie
cent op een paar jam-bonnen afdingende
juffrouw zeide: Mensch, ze koste'me meer
van drukken!" v. D.
miiiiiiiiiiimi
wegen staan de boomen te dicht aan den
slootkant en dan blijven ze klein. Alleen
bij de opritten der erven hebben ze een
betere gelegenheid en daar gaan ze dan
meteen de hoogte in en zoodoende krijgt
men dan de bekende golvende kruiniijnen,
die wel heel mooi zijn, maar toch verkregen
worden doordat een aantal boomen armoe
lijden.
't Is niet altijd noodig, en dikwijls niet
eens wenschelijk, om den weg aan weers
zijden te beplanten met hoog geboomte.
Eén rij is vaak voldoende, om op het heetst
van den dag de noodige schaduw te geven
en dan is er ook meteen minder bezwaar
van gebrek aan licht voor het aangrenzend
bouwland en ook zal de weg gemakkelijker
opdrogen na regenval.
Het struikgewas dient om den weg te
beschermen tegen den wind en moet dus
vooral rijkelijk worden aangelegd naar
noord en west. Een singel van drie diep
is al wel voldoende en we kiezen alweer
van allerlei soort: elzen, berken, wilgen,
meidoorn, vogelkers, vlier, sprakel,
spaansche aak, kortom, half Boskoop, dat er dan
weer bovenop kan komen en zoodoende
zijn producten beter geplaatst ziet, dan
wanneer alles, zooals men thans wil, hutje
met mutje ijlings wordt opgeruimd en tot
een park" vereenigd. Door dit struikgewas
slingert zich een smal wandelpad en er zijn
ook doorkijkjes in en geschikte rustpunten
langs de wegsloot. Waar de wegen elkander
ontmoeten en kruisen wordt de beplanting
wat meer uitgebreid, zoodat daar
boschachtige plekjes ontstaan.
Een dergelijk wegennet zal veel kunnen
bijdragen tot verheffing van het leven der
plattelanders. Ook zal het de vestiging
bespoedigen van de wilde planten en dieren
rn vooral van de vogels. Een leerzaam
voorbeeld levert in dat opzicht alweer de
Haarlemmermeer. Daar zijn nog tal van
plaatsen, waar de meezen niet nestelen,
hoewel er op de goed beplante boerderijen
gelegenheid genoeg is. Door den schrielen
wegaanleg echter bestaat er geen contact
met het aangrenzend boschgebied der
dulnOns Kookboek
OPGEMAAKTE SCHOTELS
GEVULDEUIEN EN BRUINE BOONEN CROQUETS
Hebt ge vleeschresten en bruine boonen
over, verwerk dan het vleesch als gewoon
gehakt en vul daarmede flinke groote uit
geholde uien- Bak de gehaktzijde eerst even
fiink bruin en stoof dan de uien gevuld en
al in de jus met wat vleeschextract, totdat
ze gaar zijn.
Wrijf de boonen heel fijn, vermeng ze
met fijngehakte uien, wat zout, peper, en een
geklutst ei. Maak er crcquetsjes van, rol
deze in paneermeel of beschuit en braadt
ze mooi bruin. Plaats dan de gevulde uien
en croquetjes in< een puréeschotel en dien
alles te zamen op. E. H.-v. B.
Mededeeling
DE FEMINISTISCHE PARTIJ
De aanleiding tot de oprichting der Femi
nistische Partij is eigenlijk gelegen in het
groote wereldgebeuren den oorlog. Velen zijn
tot inzicht gekomen dat het eenige, radicale
middel om nieuwe oorlogen te voorkomen
is: het bestrijden van eiken vorm van mili
tarisme niet alleen, maar van elk geweld
waardoor levens vernietigd warden. Het
militarisme met al zijn noodlottige gevol
gen, moet velledig uitgeroeid worden en
vervangen door het gevoel van verantwoor
delijkheid voor allen, door allen.
Om dit te bereiken was het noodig een
politieke partij in het leven te roepen, daar
geen der bestaande politieke partijen zoo
ver gaat in de bestrijding van het milita
risme en het geweld, om dan, als de groei
en de invloed zoo toegenomen zouden zijn,
dat er candidaten gesteld kunnen worden,
ook leden der Feministische Partij in de
vertegenwoordigende lichamen gekozen te
krijgen.
Daar het voornamelijk vrouwen waren
die de oprichting dezer partij wenschten
en zij nog steeds wachten op de erkenning
harer gelijkwaardigheid met den man als
burgeressen van Nederland, werd als eerste
punt geplaatst: gelijkheid voor de wet van
man en vrouw" en als tweede: het ver
krijgen van het kiesbiljet en de vastlegging
daarvan in de Grondwet." Na deze beide
punten volgde het derde het bestrijden
van militarisme en elk geweld waardoor
levens vernietigd worden," omdat wij, als
vrouwen, willen opbouwen en beschermen,
niet vernietigen!
De taak der vrouw in de Maatschappij
is dezelfde als haar taak in het huisgezin,
vredestichtster bij uitnemendheid, en dat
kan zij zijn, zoodra zij haar invloed ook
buiten het gezin kan aanwenden. Ook als
verzorgster en opvoedster moet zij haar
plicht doen in de Maatschappij.
Om de zorgen der vrouw uit te kunnen
strekken tot in ieder hoekje en plaatsje der
geheele Maatschappij, daarom heeft zij het
stembiljet noodig.
Een geestelijke revolutie moet voltrokken
worden, in dien zin, dat niet langer geldt
het recht van den sterkste, het vuistrecht,
evenmin dat van den kapitaalkrachtigste;
maar het recht dat ieder Individu heeft om
een menschwaardig bestaan te leiden.
Verschillende punten van het program
wijzen vooral op de taak der vrouw, zooals
Moederschapszorg, uitbreiding van
Staatsen Gemeentezorg voor het kind tot 16
jaar; bestrijding der prostitutie; beter Lager,
Middelbaar- en Vakonderwijs en tot een
hoogere leeftijd; ruimer Staatspensiorieering;
herziening der huwelijkswetten enz. om
slechte eenige punten op te noemen.
SOPHIE W. A. WICHERS, Presidente.
HENRIETTE E. VERWEY MEJAN, Ie Secre
taresse, Wouwermanstraat 37 boven.
SOPHIE DOLMAN, 2e Secretaresse.
A. H. SCHEUTER-AALDERINK, Penning
meesteres.
H. NlEUWSTEDE-COERDES.
J. P. ODYK-WOUTERS.
M. TERPSTRA-REERINK.
HinMiiuiiitiiiiiiiiiiiiiiiiHM imiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiini
streek en zoo is er dan na ruim zestig jaren
de vogelfauna nog arm gebleven.
Er is nog iets. Ongeveer dertig jaar
geleden was men op liet platte land nog
al tegen wegbeplanting en tegen hagen,
omdat ze te veel licht ontnamen aan de
aangrenzende strooken van bouwland of
weide, wat op menige plaats ook zeer
dnidelijk te zien is. In Zeeland wilde men
toen de beroemde meidoornhagen kappen
en vervangen door paaltjes met prikkeldraad
en op grond van behoud van natuurschoon
en bescherming van de vogels is daar toen
met meer of minder succes nog al flink
tegen geageerd. Tegenwoordig weten wij
echter, dat wij die zoogenaamde
improductieve strootjes gerust kunnen opofferen,
omdat de aanwezigheid van hagen en dichte
wegbeplantirg het geheele landschap te
goede komt en de productiviteit van de niet
beschaduwde stukken sterk verhoogt en dat
geldt vooral in ons winderig landje. Een
parklandschap brengt meer op dan een steppe.
Indien ge nu vindt, dat ik door mijn breede
wegen en breede wegbermen het bebouw
baar oppervlak van den polder te zeer heb
verminderd, dan moet ik u er op wijzen,
dat ik niet anders gedaan heb, dan de
improduc'ieve schaduwstrooken bij den weg
te trekken, want mijn boomen staan nu
minstens zes meter van de wegsloot af en
de schaduw van mijn struikgewas reikt
weinig of niet over die sloot. Bovendien
kunnen die boomen en struiken toch ook
weer van tijd tot tijd verzilverd worden.
Het gebeurt niet dikwijls, dat wij de gele
genheid krijgen, om in eers iets goed te
doen. Dat is nu echter bij de drooglegging
van de Zuiderzee eens wel het geval. De
meeste der thans bestaande wegen in Hol
land leveren in allerlei opzichten een af
schrikwekkend voorbeeld. Laat ons hopen
t)at het nieuwe land een wegennet krijgt
geheel passend bij de gelukkige en onbe
krompen levende bevolking, die wij daar
verwachten.
J A C. P. T H I| S S E