Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
29 Maart. '19. - No. 2179
Op den Economiachen UIIKIJK
De onzekerheid dezer tijden.
Op de Jaarbeurs te Utrecht zijn ditmaal,
gelijk bekend is, niet alleen veel minder
bezoekers geweest dan in 1918, doch er zijn
daar ook, naar ik hoor, veel minder zaken
gedaan dan het vorig maal het geval was.
Uit feit bewijst natuurlijk allerminst dat de
Jaarbeurs haar tijd gehad heef t, integendeel:
haar tijd moet nog komen. Voor het ver
schijnsel van den geringeren omzet zijn
verschillende verklaringen aan de hand
gedaan* Men heeft o.a. gezegi dat de terug
houdendheid der afnemers was toe te
schril ren aan hun meening dat Nederlandsche
fabrikanten daar liefst tegen behoorlflke
prijzen bun reserves wilden opruimen, terwijl
straks uit het buitenland voordeellger aan
biedingen te wachten zijn, zoodat de ge
gadigden wijs doen door koopen nog uit
te stellen.
Het is wel aannemelijk, dat deze over
weging bij menigeen zal hebben gegolden.
ZQ is terug te brengen tot het meer algemeene
karakter, het welk ons economisch leven heden
ten dage eigen is. Wij leven in afwachting,
in onzekerheid, daarom durven wfj niet
handelen.
Er is in den laatsten tija een onmisken
baar gevoel van ongewlsheid, daardoor een
onloochenbare slapte ia zaken. Wij weten
niet waar wij heen gaan en zien om ons
heen allerlei duistere factoren, waarvan wij
niet kunnen nagaan in welke richting zij
zich kunnen ontwikkelen. Dat wekt onrust
en voegt onrust toe aan de reeds veelvuldige
onvastheid op allerlei terrein. Wat gevolg
is, wordt 'zelf weer oorzaak en kweekt
nieuwe gevolgen van dezelfde orde.
Inderdaad, men behoeft geen scherpen kijk
om te zien hoe los op 't oogenblik velerlei
staat. Meer dan eens wees ik er reeds op,
hoever het einde van den oorlog af was van
den vrede en in hoe uiterst geringe mate
de staking der vijandelijkheden al geloofde
niemand onder de gegeven omstandigheden
aan' de mogelijkheid eener hervatting ons
verademing heeft gebracht, npch ook, alles
wel beschouwd, brengen kon. Wat zal ten
slotte de houding zijn, die de geallieerden
tegenover de centralen aannemen ? Er komt
wel, steeds meer teekenlng", maar het ant
woord is nog niet bekend. En bekend is
ook nog niet, welke de houding van de
centralen tegenover de vredesvoorwaarden
van hun overwinnaars zijn zal. Misschien
wij leven snel in deze maanden en weken
zal iets of alles daarvan ons duidelijk wezen
ten dage dat deze mijne beschouwing onder
de oogen mijner lezers komt. Maar ook dan
nog blijven allerlei nijpende vragen open.l)
Laat het zoo zijn dat vredesvoorwaarden
vastgesteld en aanvaard zijn, wat al de
uitwerking daarvan zijn? Hoe zullen zij
haar ongetwijfeld belangrijken invloed
doen gelden aan 'deze en aan gene zijde van
den Rijn? Hoe zullen de binnenlandsche
toestanden in Duitschlaml zich ontwikkelen ?
En hoe elders? Welke handelspolitiek zal
in het algemeen gevolgd worden door de
staten van Europa en door de Vereenigde
Staten der nieuwe wereld ? Welke verschui
vingen in de bestaansvoorwaarden van ver
schillende nijverheidstakken in Nederland
heeft de oorlog reeds gebracht en welke
zijn voorts te wachten als gevolgen der
nieuwe orde van zaken, die straks zal
worden gevestigd? :
In welke richting de vragen vermenig
vuldigen zich voor wie de onzekerheden
van deze tijden overdenkt in welke richting
zal eene oplossing gevonden worden voor
het arbelds- en arbeiders-vraagstuk? Wq
zien, en waarlfk niet ten onzent alleen, wat
te voorzien was, n.l. dat de oorlogvoering
ginds, de mobilisatie hier een
beteekenlsvollen omkeer In de vroegere verhoudingen
heeft gebracht, niet slechts een ontwrichting
van de arbeldsmatkt, maar ook een opdrijven
van loonen gevolg en zelf weer oorzaak
van duurte waar tegenover de onder
nemer, de fabrikant, de onzekerheid stelt
van afzet der goederen, welker kostprijs
zoozeer is gestegen. Geklaagd wordt ook
en ook dat was (schrale troost I) te voor
zien over arbeidsschuwheid" van lieden,
die tijdenlang van steuncomité's en andere
(als tijdelfk bedoelde) organisaties onder
stand hebben ontvangen en daardoor verleerd
hebben arbeid voor loon te geven. Toch zal
dit noodwendig door hen weer aangeleerd
moeten werden, hoezeer tij zich daartegen
wellicht ook zullen verzetten. Althans is dit
zeker:"voordat deze les weer in praktik
wordt gebracht, zooveel als dat mogelijk
is er blijft altijd een marge van onvrij
willige werkloosheid over?zal het intreden
van eenigszlns normale verhoudingen in de
productie en op de arbeidsmarkt zijn uit
gesloten.
Naast deze stemming bij hen, die niet
werken, is er ontstemminng bij hen, die
werken. Er is een groote onrust, een deining;
men hoort van stakingen en loon-acties in
verschillende bedrijven binnen en buiten
onze grenzen. Het is er ver van af, dat de
hier Jen daar weer oplevende werkgelegen
heid zou hebben geleid tot rustige voort
zetting van het bedrijfsleven; integendeel,
er schijnt meer dan in de laatste jaren zekere
beroering op de arbeidsmarkt waarneembaar.
Misschien denkt deze of gene hierbij aan
een geest van bolsjewisme", die als 't ware
door een feilen oostenwind uit Rusland over
Duitschland is voortgedreven, tot aan de
overzijde van het Kanaal. Het kan zijn, dat
1) Zie wat inmiddels in Hongarije is ge
beurd l
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiifliimiiiiniiii
Utrechtmche Schietschuitonveor
AMSTERDAM, SINGEL 273 TEL. IMTERC. 5181 M.
Dagelijksche Motor dienst tusschen
Amsterdam - Utrecht - Zeist - De Bilt - Huis ter Heide
Bosch en Duin - Rijsenburg - Driebergen - Doorn enz.
IIIIMHIIIIIIIIimillllllllllllllllllllliiiillllltlllllllllllllMIIIMIIItliiiilliiiiiiiiiiiilll
PROEVE EENER MILITAIRE
CORRESPONDENTIE
Exposé:
De reserve tweede luitenant Gortmans is
gedurende drie mobilisatie-jaren belast met
geweest met het schoonmaakmateriaal op
het fort Klei-lust, groep Slikkerveer, stelling
der monden van de Eems. Kort na zijne
overplaatsing van daar naar het Nde regiment
Infanterie in Zeeland, blijkt, dat een
smeedDe groepscommandant die dit schrijven
ter doorzending ontvangt, voegt bij:
ijzeren ring van een gebarsten bezemsteel
mankeert, die, bij overgave van het
schoonmaakmaterieel door den luitenant Gortmans
aan zijn opvolger, door dezen niet is ver
antwoord; uit dit feit ontwikkelt zich de
volgende correspondentie:
Fort Klei-lust
Groep Slikkerveer
Stelling der monden
van de Eems
No. 161 L
Ik beb de eer Uw
Edelgestrenge mede te deelen dat do r
U niet is verantwoord e^n
smeedr' ijzeren ring tot bezemsteel, welke
J behoorde tot het onder uw beheer
f zijnd materieel op opgemeld fort.
De prijs van dezen ring is f0.26.
U wordt verz icht dit bedrag zoo
sooedig mogelijk te willen ver
effenen.
Slikkerveer. 16-12-'18.
De Kapitein Commandant
A.
Den WelEd.gestr. Heer
Reserve 2e Luitenant
Gortmans N. R. I.
Gezien, de groepscom
mandant t»Slikkerveer,
met opdracht het ver
schuldigde bedrag ten
spoedigste 'te voldoen,
teneinde onaangenaamhe
den te voorkomen.
Slikkerveer, 18-12-'18.
De Kolonel
B.
De stellingcommandant zendt deze brieven
door aan commandant N. R. Inf. met bfjschrlft:
Commandant der Stelling
v;m 4e monden
v»n de Eems.
No. 321 G.
Bijlagen 2.
Ik heb de eer U HoogEde'gestrenge
beleefd te verzoeken wel Uwe mede
werking te willen verleenen, opdat
de Res. 2e Lt. Gortmans het bedrag
van f026 ten spoedigste zal voldoen.
Dit bedrag is door dezen luitenant
verschuldigd wegens het zoekmaken
van een smeedijzeren ring tot bezem
steel en moeten deze gelden betaald
worden aan den leverancier van een
nieuwen ring als opgnmeld
Ecmstad, 19-12-'IR.
De Generaal-Majoor
De regimentscommandant zendt dit schrij
ven door aan commandant II N. Reg. Inf. met
bijschrift:
No. 231 B. O.
Ter afdoening met verzoek om be
richt ia banden gesteld van C U. II.
Zeeland, 24-12-'l8.
De Luitenant-Kolonel
C.
Commandant II N. R. I. zendt dit schrijven
door aan den commandant Ie compagnie
waar de luitenant Gortmans dienst doet
met bijschrift:
Ter afdoening aan Commandant l-II N. R. I met
verzoek den Res. 2i luitenant Gortmans op te willen
dragen om onverwijld maatregelen te willen treffen,
epdat de genoemde gelden ter vergoeding van den
smeedijzeren ri»g tet bezemsteel ten spoedigste
gerestitueerd worden. 24-12-'18
De Majoor
D.
Waarop de compagnies commandant den
luitenant Gortmans, met wien hij in n
kwartier woont, het dossier doorzendt met
een nota, luidende:
Ik heb de eer U WelEd.Gestr te verzoeken te willen
voldoen aan schrijven No 161Ld d Slikkerv.l6-12-'18,
Cdt fort Klei-lust, bijschrift d.d. Slikkerveer 18-12-'18
de Kolonel, groepscdt. Bijschrift: Cdt Stelling v. d.
monden van de Kems No. 321 G Bul gen 2 d.d.
Kemstad 19-12-'18. Bijschrift: No. 231 R O.. Cdt.
N. R I d d. Zeeland 24-12--18. Bijschrift: Cdt. II-N.
R I. (Nr. ?)') d.d. 24-12-'18, met verzoek mij schrij
ven en dossier te willen doen toekomen.
Stad, 26-12-'! 8
De Kapitein, Commandant
der Compagnie
E.
1) N. B. Deze administrateur wQst op deze
verfijnde wijze zijnen chef op diens nalatig
heid in .zake het nummeren zijner brieven.
B AT EK BURG &FO LM E R
DEN HAAG, Hüijgenspark 22 [
SPECIALITEIT:
VERHUIZINGEN onder Garantie
BERGPLAATSEN voor Inboedels
ook hierin een factor is gelegen. Verschijn
selen als de hierbedoelde zijn van zeer
samen gestelden aard en zijn het product,
meestal, van verschillende zeer onder
scheidene samenwerkende oorzaken. Over
die oorzaken spreek ik nu niet; ik stel slechts
het verschijnsel vast als oorzaak zelf weer
van onrust en onzekerheid in den
economischen toestand.
Zoo straks gewaagde ik van hier en daar
weer oplevende werkgelegenheid, maar wie
om zich heen ziet, kan den indruk niet
weren dat de werkgelegenheid over 't geheel
in den laatsten tijd lang niet in die mate
toeneemt, als menigeen zou hebben verwacht
en zeker iedereen gehoopt. Voor een deel
moet dit alweer: hier en elders worden
geweten aan het nog steeds voortduren van
de blokkade, aan het nog zoo goed als ge
heel geblokkeerd handelsverkeer tusschen
centrale en geassocieerden. Het is wel duide
lijk, dat zoolang dit verkeer gestremd blijft,
de wereldproductie, gebaseerd op Internatio
nalen ruil van grondstoffen, half- en
heelfabrikaten, niet tot haar vroeger peil kan
terugkeeren. Ook hier leven wfl In een tijd
perk van afwachting, maar dit afwachten
heeft voor ons, neutralen, iets zeer pijnlijks
en beangstigends. Want eerst als dit tijdperk
voorbij is, zullen wQ kunnen zien hoeveel
wij tijdens die (langdurige) periode hebben
verloren. Immers, terwijl wij tot stilzitten
waren veroordeeld, het ons onmogelijk was
vele van onze vroegere afnemers op de
wereldmarkt te bereiken (daarbij ook In
onze eigen koloniën), hebben anderen niet
stilgezeten, maar zich genesteld in onze
vroegere plaats. Zij voelen zich daar onge
twijfeld behagelijk en zullen het ons zeker
niet gemakkelijk, doch uiterst moeilijk, liefst
als het kan onmogelijk maken, hen weer
daaruit te verdringen. Bedenkt men, wat ik
herhaaldelijk reeds hier betoogde, hoezeer
onze nijverheid voor haar .expansie" Is
aangewezen op export, dan zal men be
grijpen voor welke moeilijkheden wij straks
zullen komen te staan, nu reeds feitelijk staan.
Ook ten aanzien van dit punt is voor ons
de toekomst onzeker. Wij weten niet, in
welke richting de beslissingen van hen, die
op dit stuk alles te zeggen hebben, zullen
uitvallen. Zal men ons een redelijke kans
geven? Zullen wfi worden toegelaten tot
mededinging op een voet, die niet reeds
vooraf voor ons de mogelijkheid van slagen
uitsluit? Of zullen de mogendheden, die
thans feitelijk de wereld als overwinnaars
beheerschen en in wier hand de regeling
der toekomstige machtsverhoudingen, dus ook
der economische verhoudingen, is gelegen,
gebruik maken (m/sbruik, zoo ge wilt) van
MISSQLRNCHE
ClEFMZETTES
Hierop zendt res. 2e It. Gortmans het
dossier terug onder bijvoeging van het
volgend schrijven:
Ik heb do eer U Hoog Kdelgestrenge te antwoorden
i.p Uw schrijven d.d. 24 December 1918, dat: ik
gedurende mijn beheer van het
pchoonmaak-materiaal in het fort Klei-lust, nimmer smeedijzeren
ringen tot bezimstelen onder mijne verantwoording
heb gehad,
dat een zoodanige ring w ui aan een der bezems
aanwfziz is geweest, doch dat deze ring aldaar door
een milicien ter versterking was aangeklonken, en
hij deze ring op een naburigen mesthoop gevonden
had. Redenen waartrn ik meen dezen ring niet
onder mijn persoonlijk beheer te hebben moeten
rekenen, en ik deze niet met de o rerige materialen
bij mijnen opvolger verantwoord heb.
Voor de kosten ad. f 026, a-ht ik mij dan ook
niet aansprakelijk, ook waar geen der voorschriften
spreekt van smeediiï*ren ringen tot bezemstelen.
Stad I7-12-'18
De Luitenant
w g. Gortmans.
Aldus wordt het dossier, vla compagnies,
commandant die bijschrijft:
Gezien, onder opmerking dat d« Luitenant Gort
mans wegens al te groote vrijmoedigheid in zijne
corresp ndentie, door my gestraft is met vierdag«n
kamerarrest,
doorgezonden aan den Bataljons-comman
dant. Deze zendt het stuk aan den Regiments
commandant met bijschrift, en deze wederom
het geheele dossier aan den heer Comman
dant der stelling van de Monden van de
Eems:
met beleefd verzoek adres te willen verleenen
aan den Heer Commandant fort Klsilust, tevens
met verzoek de bescheiden te willen retourneeren,
?n onder verwijzing naar h«t opgemerkte doord«n
res. 2e Luitenant Gortmans, aangaand»het niet
reglementair Toorgeschreven gebruik van
smeedijzeren. ringen om bezemstelen...
Genoemde commandant stuurt het dossier
via den groepscommandant (welke belde
heercn eveneens bijschriften toevoegen) aan
commandant van het fort Klei-lust.
Deze antwoordt wederom:
Fort Klei-lust
Groep Slikkerveer
Stellit g der monden
va ?! de Eems.
No. 182 L.
Onderwerp:
Smeedijzeren ring tot
bezemsteel.
Ik heb de eer U HoogEdelgestrenge
mede te deelen. naar aanleiding van
de ontvangen berichten omtrent be
taling door den Luitenant Gortmans
van een smeedijzeren ricg tot bezem
steel d'.xt:
Smeedijzeren ringen tot bezemsteel
als zoodanig niet vermeld worden als
behoorende tot bezemstelen in het
algemeen,
dat echter de onderhavige bezemsteel
sir ds 8 Augustus 1914 een barst van
circa 12 c M vertoonde, gevolge eener
stoeipartij op dien datum, waarvan
de bedrijv rs door mij bestraft zijn
met resp 6 en 8 dagen kwartierar
rest, welke straf zij hebben ondergaan,
dat ik op 9 Aug. d.a.v. den resevve
Luitenant Gortmans heb opgedragen,
opgemeiden bezemsteel buiten be
zwaar van 'slands schatkist te doen
repareeren, aan weiken last door
dezen Luitenant is gevolg gegeven
door asnzetting van meergemelden
smeedijzeren ring,
hun machtige positie om voor
onafzienbaren tijd als buit
uit den oorlog, die den over
winnaars en niet den neu
tralen toekomt, zichzelven de
beste kansen, de gunstigste
gelegenheden, de meest be
voorrechte positie op de we
reldmarkt te verzekeren?
Dit Is nu weer een van die
vragen waarvan men kan
zeggen, dat het antwoord
daarop slechts te geven valt
met een groot vraagteeken.
Of, wil men iets meer dan
dit tergende, kromme ding,
dan moet men zeggen (maar
ook dat is geen antwoord):
de zaak zal worden beslist
volgens de opvatting der
machthebbers omtrent hun
belang bij die beslissing
en men kan slechts hopen
dat die opvatting omtrent hun
belang zal overeenstemmen
met juiste en gezonde econo
mische inzichten ten aanzien
van het algemeen belang, d.i.
ten aanzien der welvaart van
heel de wereld. Of ben Ik te
sceptisch, te cynisch, wanneer
ik meen dat het belang der
groote mogendheden hier den
doorslag zal geven? Zal er
b| haar plaats zQn voor rui
mere overwegingen? Plaats
ook voor zeker idealisme?
Ach, ik weet het waarlijk
niet... Maar ik vreest
Onlangs schreef een
Amerikaansch blad, dat wfl thans
staan voor .de grootste wereld
evolutie, die het menschdom
nog ooit heeft beleefd". De
kenschetsing is volkomen
juist. Maar is het dan een
wonder, dat wij, terwijl die
grootste ooit bekende wereld
evolutie zich voltrekt, ons
ongerust gevoelen onder de
onzekerheid dezer tijden? On
gerust ook, omdat wij voor
een zoo overgroot en geheel
overheerschend deel daarte
genover slechts zijn de
belangstellend-afwachtende toe
schouwers, wien geen stem
in het kapittel is toegekend?
Ik weet wel, het is vaak reeds
gezegd ook eenlge keeren
door mij : wij moeten pa
raat zijn, op alles voorbereid,
gereed om van alle ons
bl|vende goede kansen gebruik
te maken. Meer kunnen en
minder mogen wij niet doen.
Maar tegenover de onzeker
heid dezer tijden is ook de
voldoening aan dien eisch
zwaar. De eenige troost, die
ons daarbij bluft, is, dat dit
overgangstijdperk moet....
overgaan, dat er straks zeker
heid wezen zal en wij weten
zullen, waar wij aan toe zijn.
Tot zoolang moeten wij zien
door het heden heen te komen
en voor de toekomst ons voor
te bereiden.
SMISS AERT
Uit het Kladschrift van Jantje
(L/(?et-<- ft£4ïi&flt&ri?&-t
iiiimiiuimiiiiiiiii
dat ik op grond van bovenstaande
mijn oordeel handhaaf, dat deze
Luitenant aansprakelijk was voor
bezem, bezemsteel n smeedijzeren
rinc-, en ik U Hoon Edelgestrenge
voorstel, alsnog bij dezen Luitenant
aan te dringen op onmiddellijke be
taling van f 0.26.
Slikkerveer 7-l-'19
De Kapitein Commandant
A.
Dit schrijven gaat langs groeps- en
stellings-commandant en voorts via
Regiments-, Bataljons en Compagnies-bureel
teiug naar den luitenant Gortmans. De vijf
commandanten hebben allen, in hunne vijf
bijschriften, aangedrongen op betaling van
f 0.26.
Deze ontvangt het geheele dossier, dat
nu ACHTTIEN stukken bevat, en antwoordt:
Onderwerp.
Betaling van
zasentwintigcent
vooreen smeedijzeren
ring tot bezemsteel.
In vervolge op mijn schrijven d.d.
27-12-'18, heb ik de eer U Hoog
Edelgestrenge het navolgende te berichten1.
Bij nader inzien, herinner ik mij
dal de smeedijzeren ring in qnaestie
gedemonteerd is door den milicien
Giessen, dewelke den ring nog onder
zijne berusting moet hebben...
Wanneer het dossier, aangegroeid tot 26
stukken bij den fort-commandant terugkomt,
doet deze, in verband met 8 desbetref
fende opmerkingen, onderzoek naar den
milicien Giessen...
Deze is met onbepaald klein verlof ver
trokken, en weet, bij schriftelijke aanvrage,
niets van efn ring af. Hij schrijft o. m.
As Uw mesdiien wil laate keiken in de peterne,
links, bei de bak foor het fuil, daar heef bij mein
weet»hij foor het laas geleche.
De opmerking van den milicien Giessen
heeft tot resultaat dat dering gevonden wordt.
Dit wordt langs den gebruikelljken weg
ter kennis van den luitenant Gortmans ge
bracht, die dit verneemt uit het hem toege
zonden dossier, dat nu twee-en-dertig stuk
ken bevat...
Maar, en dit blijft de vraag... wie moet
de f 0.26 cent betalen, die de nieuwe ring
gekost heeft... ?
Hieruit ontwikkelt zich een nieuwe cor
respondentie, die wij, kortheidshalve, ach
terwege zullen laten,
Trouwens, op heden, 20 Maart is zij nog
aan den gang, en bevat pas een kleine
veertig stukken., en dat zou ik nog haast
vergeten, zijn bezem, bezemsteel en
smeedijzeien ring tot bezemsteel... zoek geraakt.
Hierover is de correspondentie - nog niet
geopend, maar er is gegronde hoop dat in
dit geval een proces-verbaal-in-triplo vol
doende zal zijn.
Opmerkingen van omen militairen
medewerker:
1. In deze correspondentie is verz^rnd
raad en beslissing te vragen aan het Depar
tement van Oorlog.
2. Kosten van papier, arbeidsloon enz.
bfdragen, voor de beide correspondenten
tesamen gerekend, de somma van ? 161.26 cent.
Voor copie conform:
M.ELIS; STOK;E