De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 29 maart pagina 3

29 maart 1919 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

29 Maart. '19. No. 2179 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VüR NEDERLAND Restaurant Je Oude Boelen" TOURNOOIYELD DEN HAAG PLATS DU JOUR van 12.30 tot 2 uur en van 7 uur tot 8.30 | -illMIIUIIIIIIINIIIIIIIIMHIIMIII ...... MINIMI ...... Illl ..... l ...... MIIUIMMMIIIIIIHIIIIMIMIIHMIIIIMIIIIIMMIIIIIIINIIIIIIIIIIMI. STARK'S OXYDOL" (CHLORAS KALICUS TANDPASTA) I § Niaml. Venn. STARK & Co. Chsmlschi Fabrkk ,,'s-HABE", 's-Gravtnhags | Aanvoer van COGNAC MARTELL wordt spoedig verwacht door de Agenten Koopmans & Bruinier Wijühanderaren te Amsterdam AAG ROTTERDAM AMSTERDAM Briefadrfes: Amsterdam. N. V. ALG. NED. ELECTR. MIJ. V/H GROENEVELD, RUEMPOL & Co. P. H. KADE 68 - Tel. N. 4826, 4827, 7004. Electromotoren. Generatoren. Schakeilessenaars. Hoogspanningsinrichtingeii. Schakelkasten. Electr. Sirenes. ELECTRICITEIT OP ELK GEBIED. JAC. URLUS s! HAVANA GAAR Piano's, Vleugels en Kunstspelplano'sdoortiuur in eigendom verkrijgbaar, mits in drie jaar afbetaald. Brieven No. 1431, Bureau van dit Blad, DAMES! Abonneert U op het Maandschrift DE VROUW EN : HAAR HUIS" : Prijs per jaargang f 6.franco p, post f 6.50 UITGAVE: VAN HOLKEMA ft WARENDORF AMSTERDAM HEBREN MODE-ARTIKELEN . HBKKEN8TKAAT 13, ORONWaKN ioa JOS. JACQUES WIJNHANDEL - BREDA Speciaal adres voor GOEDKOOPE CHAMPAGNE Ingericht voor Wederverkoopers iEKKLEEBIKG rULQGIUtrech! LIBCRTY DER OlÊRSIAAiC ZODEN sTOfren UIT mm neen oe voicenD MOGELIJK C6NAAKT CAI? SILK a AM5TCRDAM Het Feuilleton staat op pag. 11 iiiimiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiimiiimii deden bewegen, geschreven en gesproken is". 't Is toch, achteraf gezien, jammer dat deze Commissie niet eenige jaren eerder is Ingesteld, evenals bovengenoemde Indische vereeniging voor sociale studiën. Het groote gebrek In de bonte Indische beweging van heden Is gebrek aan kennis en inzicht der inderdaad groote vraagstukken, waar het om gaat, gebrek aan klaarheid en vastheid van lijn. In Europa is de democra tische idee gegroeid uit de historische ont wikkeling van een Westersch ras, wonend in aaneengesloten gebieden, betrekkelfjk weinig volken en staten omvattend van ongeveer gelijke ontwikkeling, waar de ver schillende productievormen elkaar zijn op gevolgd en thans een klasse van groote werkgevers staat tegenover een sterke en ontwikkelde arbeidersgroep. In Indië niets van dat alles. Eene menigte van Oostersche stammen, 'n tweehonderdtal talen sprekend; in alle graden van ontwikkeling, van naaktloopende kannibalen af tot volken met eene eigengeaarde oude verfijnde beschaving toe, door Hindoeïsme en Islam gekleurd, naast andere met eene jeugdige beschaving, onder Europeesche en Christelijke Invloeden ont staan ; alle volken van bezltloozen, levend onder primitieve productiewijzen; streken met eene uiterst schaarsche bevolking naast andere, die voor het thans nog heerschende industrielooie economische leven overbe volkt kunnen heeten; een wereld van meer dan du'zend eilanden bewonend, die zich uitstrekken langs een zevende deel vanden aequator, in een zeeëncomplex van 15 pCt. land en 85 pCt. water. Dat sommige oppo sitiegroepen onwetend en critiekloos niet beter wisten te doen dan Europeesche leuzen van democratie toe te passen op deze zoo gansch andere wereld ligt wel grootendeels aan het gemis van wél passende leuzen. De Regeering wordt door de gevolgen dier on kunde hinderlijk voor de voeten geloopen bij haar vrijzinnig werk; de kosten der staatshuishouding worden er door vergroot; er is een ongewenscht verband ontstaan tusschen politiek en politie; de economische ontplooiing, voor Indië het eerste levens belang, wordt er door belemmerd; de toestrooming der onmisbare organisatorische krachten hapert. Maar dat alles is nog het ergste niet. Het schadelijkste gevolg van het geschetste gemis aan kennis en vastheid van lijn is dat de. Volksraad, het begin eener Indische volksvertegenwoordiging, nog niet heeft kunnen presteeren wat hij zou hebben kunnen doen als zijn leden de democratische eischen voor Indië duidelijk afgebakend voor oogen hadden gehad. Het Is nu een anachronisme geworden dat thans nog de Nederlandsche Tweede Kamer de beslissing over Indië's hoogste belangen feitelijk alleen in handen heeft door haar recht tot aannemen of verwerpen der Be grooting. Een anachronisme, niet zoo zeer een ongeluk. De 100 vertegenwoordigers der Nederlandsche partijen, waaronder bij toeval wel eens eenige personen voorkomen, die Indië kennen, zullen wel geen Indische Begrooting, in Indië ineengezet, door den Volksraad besproken en door den Mi nister van Koloniën ingediend, verwerpen of principieel wijzigen in de paar dagen, die voor de behandeling dier Begrooting van een half milllard uitgaven zullen overblijven. Het houdt alleen maar wat op, dat dit Staats stuk dit lichaam moet passeeren. Dit jaar zal wel voor de helft verstreken zfjn eer de Begrooting in wetklng zal treden. Men heeft ervan gesproken een aantal degelgke kenners van Indië in de Tweede Kamer te brengen om de Begrooting des kundig te doen behandelen. Afgezien van het feit, dat dit streven bij de tegenwoor dige politieke constellatie in Nederland wel niet- zou gelukken, meen ik, dat men nu niet meer werken moet in de richting van uitbreiding van den invloed der StatenGeneraal op de Indische wetgeving, maar van toeneming van dien van den Volksraad. Had dit lichaam, uit 38 leden van alle partijen en landaarden bestaande en op 21 Mei 1918 plechtig geïnstalleerd, kennis kunnen nemen van de resultaten van de studie der Staatsregeling-commissie, dan had het meer kunnen komen op het terrein van practische politiek en van behandeling van concrete vraagstukken. Dan ook zou het eerder tot een wetgevend college kunnen worden gemaakt, waar het nu nog adviseerend is en zijn oordeel in de schaal kan leggen bfj de vaststelling van, niet beslissen over de Begrooting. Felle critiek op de Regeering is in het eerste jaar van zijn bestaan in den Raad gehoord. Men kan zich daarover in zooverre verheugen dat er uit blijkt, hoe onpartijdig die Regeering te werk is gegaan bfl hare keuze der leden. WIJ willen ons evenwel thans niet ophouden bij de vele booze en de weinige waardeerende woorden daar gesproken, maar bij zijn daden voorzoover die blijken uit het aannemen der 26 amendementen op de Begrooting 1919. Wfl vinden dan een votum: Contra toekenning van studie-toelagen voor de opleiding van rechterlijke ambtenaren in Nederland, (22 tegen 14) eene principieele uitspraak om de opleiding in Ned. Indië zelve niet langer te verschuiven. Contra de kosten van werving, opleiding en uitzending van ambtenaren (20-14). Deze werving zou door tusschenkomst der vakvereeni gingen moeten geschieden. Contra de post: Chrlstelflk Comitévoor Indlfi (28 6). Men wil niet op Landskosten deneenen godsdienst vorm boven den anderen trekken. Contra de post: leergangen o ver Indische onderwerpen voor onderwfzers (20-16). Men wil niet hoofdzakelijk Hollandsche belangen met Indisch geld dienen. Ctnfra de post: subside voor de Rijks hoogere land-, tuin- en boschbouwschool (24-14). Er zQn mér inrichtingen, die voor Indische betrekkingen opleiden zonder subsidie. Contra de post van ? 500.000 tot bevordering en ondersteuning van de fabrieksnijverheid in N. I. (36-2). Men vreesde dat het geld zou dienen tot steun der Europeesche nijver heid; men wenschte ontwikkeling eener Inlandsche grootindustrie via de Inl. kleinindustrie en niet via de Eur. grootindustrie. Pro: verschillende tractementswfl zlgingen en -verhoogingen voor groepenjambtenaren, die naar verhouding van anderen wel wat weinig hadden. Verder nog principieele uitspraken pro politiek-neutrale en technische zaken. Voe gen wij hierbij wat in de volgende zitting periode o.a. ter sprake komt: invoering van rechtstreeksch gouvernementsbestuur op de particuliere landerijen; schadeloosstelling voor heetenoiensten; personeelsopleidlng voor alle nationaliteiten ten behoeve van Fiöbelscholen voor Inlandërs; steunverleening aan speciale inrichtingen van voort gezet Inl. onderwijs; betaling van de oelama's (Mohamm. godsdienstleeraren); uitkeering van gratificatiën aan Mohamm. onderwijzers; subsidieering van de bijzondere Mohamm. scholen; vermindering van de aanvangs salarissen en gratificatiën van protestantsche en katholieke geestelijken en godsdienst onderwijzers, benevens technische onder werpen. Voor een enkel leerjaar heeft het jonge instituut al vrij wat geleverd. Zelftucht en verantwoordelijkheidsgevoel zullen groeien naarmate de macht toeneemt. De groote vraagstukken voor Indië zijn nog niet aan gesneden, maar wij zien toch al vrij dui delijk, waar de Volksraad heen wil: intel lect ueele en economische zelfstandigheid van Indië (de laatste door den oorlog al zoo sterk bevorderd), het Christendom geen voorrechten meer boven den Islam. Of de wensch naar staatsgeld voor Moh. gods dienstonderwijs veel weerklank in den Volks raad zal vinden lijkt mij twijlelachtig; de niet-Mohammedanen zullen er niet veel voor voelen, en liever aandringen op het door snijden der laatste banden, die den Staat nog met de Christelijke kerken verbinden. Omtrent de bijna unanieme afkeuring der post voor bevordering der nijverheid, uit vrees dat deze ten dienste der Europeesche n|verheid zou strekken, bezitten wij hier geen voldoende gegevens ter beoordeeling. Wij hopen dat er geen gemis uit moge blijken van het besef, dat Indië in de eerste plaats noodig heeft gelegenheden om een bestaan te scheppen voor het teveel aan miniatuurlandbouwers op Java, natuurlijk naast modern gedachte bescherming drr arbeiders inzake loonen en hygiënische ver zorging. Nieuwe nfjverheids ondernemingen in Indië zijn teere planten, die in de eerste plaats aan goede leiding en bedrijfszeker heid behoefte hebben. Een menigte vraagstukken van verre draagwijdte hangen met de bovenstaande samen. Wij noemen slechts: unificatie of convergentie van het onderwijs; de talen kwestie bij het onderwijs; hooger onderwas In Indië; unificatie van rechtspraak; coöpe ratie van Inlandërs ter bevordering van de nijverheid; decentralizatie van bestuur; het onderdaanschap en de staatsrechtelijke positie der Chineezen; benoembaarheid van alle rassen voor alle betrekkingen; de geheele rijstvoorziening van Indië van eigen bodem; emigratie van Java naar deBuitenbezittingen; Indië weerbaar. Een zee van werk wacht de Regeering. Het is inderdaad niet tot Indië's heil, dat hare aandacht wordt afgeleid en haar werkkracht verlamd door politieke agitatie en woelingen. Wij willen thans besluiten met een kort overzicht der pis bestaande partijen in het nieuwe Indië, waarbij na het bovenstaande weinig commentaar noodig is. Als grootste der zuiver Inlandsche par tijen noemen wij de Sarèkat Islam (d.i. Mohamm. Bond) nu 8 jaar oud en 800000 leden tellende. Oorspronkelijk had zij een zuiver economisch doel: voor de Inlandërs den klein- en tusschenhandel te veroveren uit de handen der nijvere en op handels gebied zooveel meer begaafde Chineezen. Dat anti-Chlneesche streven komt nu en dan nog voor den dag, zooals onlangs bij de on lusten te Kpedoes. Later kreeg zij meer een pro- Islamitisch karakter, eenigszins ook als ge volg van zekere onrust,inde Mohamedaansche wereld verwekt door de zendingspolltiek van den toenmaligen Qonverneur-Qeneraal. Dit pro-Islamlsme werd weldra eenvoudig een agitatie-middel om den grooten hoop aan haar zqde te krijgen. Door invloeden van soclaal-democratischen kant kwamen toen Westersche leuzen in de beweging. De Centrale Sarèkat Islam is thans door de Regeering erkend en stelde oo hare algemeene vergadering op 23 Oet. 1917 een programma op, waarvan de hoofdinhoud is: Met eerbiediging van alle andere gods diensten en met betrachting van verdraag zaamheid, zooals de Qoeran in de Soera Quorlja openbaart, gelooft de C. S. I. in den Islam den prediker van democratische ideeën. Met hooghouding van het gezag eischt de C. S. I. toenemenden invloed van de Indische volken en volksgroepen op het bestuur en de regeering, teneinde te geraken tot zelfbestuur. De C. S. I. verwerpt de rassenheerschappQ en eischt van de over heid gelijke bescherming der rechten en vrijheden van alle staatsburgers met krachtigen steun voor het zwakke en hulpbe hoevende, zoowel op geestelijk als op maatschappelijk terrein. De C. S. I. bestr^dt de macht van een rondig kapitalisme, welke naar hare stellige overtuiging de oorzaak is van den huldigen slechten economischen toestand van het grootste gedeelte der Inl. bevolking. Voor de behoorlijke uitoefening van staatsburger recht acht de C. S. I. naast intellectueele ook moreele ontwikkeling van het individu noodzakelijk, waarvoor zij in den godsdienst het beste middel ziet en gelooft zij in den Islam den godsdienst bij uitnemendheid voor de zedelijke opvoeding van het volk. De staat echter blijve buiten invloed van elke godsdienstinmenging, doch behandeie alle godsdiensten op gelijken voet". Dit programma verhaalt voldoende zijn wordingsgeschiedenis. Uit de Inlandsche wereld kwamen protesten tegen dit mis bruiken van het geloof als hefboom voor politieke doeleinden. Het Nationale Javaansche Comité", bestaande uit vertegen woordigers van de politieke en vakvereenigingen, noemde deze beweging valsch en misleidend, daar zij geloof en politiek ver mengde. Liter vormde zich eene meer zuiver kerkelijke vereer.iging; het comitéTentara riabi Moehammad (het Vaandel van den pro feet M). Dit telt 21 leden en besprak op de laatste mij bekende vergadering: de op richting eener Moh. Hoogeschool, het op richten van vele kleire Moh. scholen tot in de verst afgelegen desa's; Moh. godsd'enstonderwijs op alle middelbare en lagere scholen; weldadigheidsges'ichten voor behoeftlgen en weezen; volkomen vrijheid van belijdenis van den Islam. Dit laatste sloeg op het beweerde voorkomen van spionnen in de moskeen. Het comitézond een eenigszins dreigend rekest aan de Re geering. Hoe de C. S. I. zich het zelfbestuur van Indië als einddoel van haar streven denkt is niet dui lelijk. Droomt zij zich een geheel onafhankelijke»staat, de gtheele eindeloos verscheiden eilandenwereld en bevolkingen omvattend onder dat programma? S )mmigen zien in hunne verschrikte verbeelding den heksenketel al vór zich, die dan zou gaan overkoken. M. i. ten onrechte. Voor het deksel van dien ketel af was zou wel een vreemde hand gereed zijn om het er weer op te drukken, gesteld dat men tot zulk een experiment zijn toevlucht zou nemen. De ecoiomlsche pogingen van de S. L, zooals het oprichten van coöperatieve win kels e.d., zijn alle mislukt door slecht be heer; ook in de afdeelingen zijn veel slechte contributie-betalers en beheerders der geld middelen. De partij roert zich sterk, ook hier en daar op de Buitengewesten. Het optreden van S. I. en Tentara N. M. heeft onder een klein deel der bevolking geleid tot opleving van de botfening der godsdienstpractijken. De Inl. Christenen hebben ook dergelijke vereenigingen opgericht voor hut geloof. Ook versterking van het zelfbewustzijn der Inl. bevolking is duidelijk merkbaar, bij minder besc laafde individuen wel eens overslaande tot grofheid. De heftigheid der persartikelen over en weer en de vele botsingen tusschen pro-en anti-S.I.ers heb ben de Regeering genoopt een speciale wet in het leven te roepen teg'n het opwekken van haat tusschen de verschillende bevol kingsgroepen. De oudste Inlandsche min of meer poli tieke vereeniging is Boedi Oetumü(d.i. Schoon streven), opgericht in 1908, aan vankelijk onder de leerlingen der school voor Inl. artsen te Batavia. Deze kan gelden als de organisatie der intellectuels. Eerst behandelde zij alleen economische en onderwijskwesties. Thans beweegt zij zich ook op politiek terrein. Zij heeft een programma opgesteld, dat ten opzichte van de politiek zuivere neutraliteit en de javaansch-nationale gedachte met zelfbestuur als einddoel voorstaat. Over de strijd vraag Javaansch of Indisch nationalisme, waarin zij tegenover de S. I. staat, is reeds eene vrij uitgebreide litteratuur verschenen. Boedi OeUtrno. cultiveert met voorliefde de oude Javaansche beschaving en zoekt naar aansluiting daarvan met de moderne beschaving. Uit den Boedi-O;tamageest is geboren het Instituut voor Javaansche kui tuur," opgericht door het Comitévoor Javaansche kultuurontwikkelir g', onder be schermheerschap van den Soesoehoenan van Soerakarta. In Juli 1918 is het zeer belang wekkende Congres voor Javaansche kultuurontwikkeling gehouden te SDerakarta. Opmerkelijk is dat onder radicaal-demo cratisch denkende Javanen eene beweging is ontstaan, geleid door een comité, om de eerbiedige parallel-taal, het K<ama, af te schaffen en in het onderling verkeer alleen het laag-Javaansch", het Ngoko, te ge bruiken, ongeacht de onderlinge standsver houding van spreker en aangesurokfne. Daartegenover is weer een comitétot be houd van het gebruik van het haogJavaansch" gevoimd, waarin ook eenige radicale democraten zitten. Verder bestaan er vakvereenlgingen met min of meer politieke kieur onder de lilanders, zooals de R -gentenbond, die maatschappe lijke vraagstukken behandelt, eene onderwfjzersvereeniging^een van lagere en een van hoogere ambtenaren, de Prinsenbond, die naar handhaving van de oude voorrechten streeft. Op Java bestaat een bond van studeetenden aan middelbare scholen, in Neder land de Indische vereeniging" van studeerende Ir.lanöers. De laatste heeft aange kondigd, dit zij ook aan politiek zou gaan doen. Bij wijze van inleiding van deze actie zond een der leden in de verkiezingsdagen ten vorigen jare een manifest rond, getiteld: Stemt rood!" Onder de Europeesche en gemengde partijen, waarbij echter maar een klein deel der Eur. bevolking is aangesloten is de oudste Insulinde, de opvolgster der Indische parirj," die op initiatief van de afd. Semarang haar ouden naam weer zou terug krijgen. Zij Is geboren als de partij der mirder gunstig gesitueerde Indo-Europeanen, doch thans telt zij ook verscheidene Inlandërs als lid, zoodat het aantal leden al 6000 bedraagt. Zij beoogt aanrenslu tlng van alle .Indiërs ' en politieke onafhankelijkheid onder de leus: .Indië voor de Indiërs." De ziel der beweging was en is Douwes Dekker, aan wien de partij na diens ondervindingen en proces in Amerika weer haar onbeperkt vertrouwen toezegde. Haar actie en haar programma van 1916 ademen haat tegen de volbloed- Europeanen," tegen ras- en kastenonderscheid, tegen rassenwaan en rasbevoorrechting, spitst de antithese Westerling-Oosterling toe en ken merkt zich door afwezigheid van over wegingen omtrent de bereikbaarheid en mogelijkheid van het geë schte. De Indische Sociaal-democratische Ver eeniging telt 140 leden en wil een zelfstan dig Indië, los van Nederland. Zij wil vooral de Inlandërs bekeeren tot het Europeeschsocialisme, ageert onder vakvereenigingen, onder militairen en matrozen naar de hier te lande bekende methoden. De Indische Vrijzinnige Vereeniging en de Iniische Bond, omvatten die in Indië ge boren Europeanen, die ook voor de toe komst een band tusschen Nederland en Indië wenschen. De Ned. Ind. Vrijzinnige Bond, begin 1918 te Buitenzorg opgericht met het oog op de Volksraad-verkiezingen, telt zijn leden onder de meer ontwikkelde Europeanen, die haar gematigd vrijzinnig programma voorstaan. De Minahassers en andere Christen-Inlanders toonen neiging zich bij dezen Bond aan te sluiten. De Associatie-Partij wil de associatie van Europeesche en Indische beschaving, de overbrugging der verschillen tusschen Oost en West bevorderen. De Vryzinnig-democratische Bond te Semarang kan als de Indische afdeeling der gelijknamige partij in Nederland worden beschouwd. De actieve kerkelijke partijen, afspiege lingen derNederlandsche, zijndtChristelykEthische partij (anti-revolutionairen), mede opgericht voor de Volksraadverkieringen, die haar H-n partijdag hield op 25?27 Sept. '18 te Djokjakarta, de Humanistisch Ethische partij (Chrlstelijk-historischen) te Batavia en de Katholieke Vereeniging van Politieke actie. Volgens courantenberichten is pas opge richt een Broederschap van Indo-Europe anen," die moreele opheffing van den Indo, aankweeking van het solldaiiteitsbesef en onderling hulpbetoon, o.a. door instelling van een studiefonds beoogt. in verschillende deelen der Buitengewes ten, zooals Sumatra's Westkust en Tapanoeli de Mlnahasa en Ambon zijn ook nationale stroomingen ontstaan of in wording, met een duidelijk loyaal karakter. Onder de Chineezen vindt men wel nationaal-Chineesche stroomingen, maar geen eigenlflke pa tijen. Zij wenschen over 't al gemeen gelijkstelling met Europeanen en, al mogen zij nog al eens boudeeren tegen de Regeering, als werkzame, nuchtere menschen, die iets te verl ezen hebben, zijn zij rustige en ordelieverde onderdanen. Hiermede eindig ik mijn overzicht van wat er in het nieuwe Indië warrelt en woelt.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl