De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 29 maart pagina 5

29 maart 1919 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

29 Maart. '19. No. 2179 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND In afwachting Teekening voor de Amsterdammer" van Guarfje Winter Vór de Kazerne Een droeve Lach 't Was weder feest bij Hirsch. De nieuwe Parij sche modes waren aangekomen. Boven op de groote galerij waren de kostbare, breede roode loopers en tapijten gelegd, waarop de toon-dames (laat mij een Hol landse h woord gebruiken) straks de hoog gehakte voetjes zouden zetten en zonder angst voor tuimelen op den gladden vloer Maar wandeling konden volbrengen. Rondom, tafeltjes met helder witte dekj^s, waarop fel en vroolijk plekten roode tulpen en gele narcissen; vooorjaarsboden die 't was een scherp koude dag de illusie gaven van zonneschijn, natuurweelde en lentewarmte. Zou daar veel op dien rooden looper te genieten komen? Zou de wereld, nog vol van ellende en gruwelen, la nóte gaie van het grillige, gewaagd-kleurrijke vrouwenkleed weder gaan gevoelen? Zou er weer blijdschap zijn in den toon van de dracht. Blijdschap in kleu ren komen op straat, in onze huizen? Een blijdschap die onwillekeurig werkt, moet werken op de omgeving, omdat zij geeft sprankelend tintelend oogengenot? ta ville lumière, de stad van behaag zucht, van gratie en smaak heeft zij haar energische krachten weder kunnen concenreeren, om het middelpunt te blijven der mondaine wereld, het monopolie van al wat daar bekoorlijk kan zijn in de uiterlijke verschijning van de vrouw ? 't Wordt half drie, het uur van den aan vang. Een gewichtig bezig zijn, een druk heen en weer loopen en... daar verschijnen de essayeuses." Somber, kleurloos teekenen de lijnige, slanke silhouetten zich af tegen den war men goudgloed der lichtende plafond-kronen. Zoo gaat de eene meisjesgestalte na de andere langs ons heen. Nauwe, korte rokjes laten voor drie kwart de in doorzichtige kousen gehulde |beenen vrij. Er wordt be zuinigd ook door de mode. Waarom ook niet? De prijzen der stoffen zijn nog boven het middelmatige. Der menschen gestalte is in den oorlogstijd slanker geworden, de mode trekt daarvan partij en decreteert den lijn-vorm, die alle overdadige draperieën en volants over boord werpt. Maar op de fraaie lijn komt het dan ook aan. Ze was bij de meeste toiletten goed getroffen. Ze volgde getrouw de lichaams vormen tégetrouw een enkele maal om dan op eens grillig af te wijken en den iiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiirtmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii in voorrang te laten aan de stof, die in luchtige golven en bochten haar strenge machttrachtte te verzachten. En de sierkunst, die de IQn eveneens moet bijstaan...? De industrie staat stil, wenschen en be geerten zijn geknecht, het scheppingsver mogen ligt in boeien, daartoe ontbreekt het veelzijdig materiaal. De sierkunst moet zich dus uit de stof zelf opbouwen en zij deed dit met een meesterschap die slechts z groeien kan in benarde tijden als de tegen woordige. Zij teekende lijnen op de stof en bewerkte deze, als de gestreepte stoffen ontbraken. Zij bestikte saiijn en zijde geheel met kralenarabesken en slingers als de gebrocheerde daarbij passende stoffen tot het verleden behoorden. Met groote vindingrijkheid maakte zij haar galons van reepjes uitgehaalde stof en borduurde met kunstzijde haar franjes in de stofranden. De sierkurst had het hard te verantwoor den. Zij, de wufte, ongebonden kunt t, voelde zich teruggedrongen in de begrensde lijnen van haar uitgangspunt. Zij moest logisch, en doordacht worden. Doch d« Franse hèkunst heeft de sport der logica, die onze Nederlandsche klecdlngversierlng reeds bereikte, nog riet beklommen. Zij kon, op enkele kostuums met machine-borduursel na, daarin 1 niet veel leveren. En de kleur... ? Ach arme! Verleden jaar gaf men aan uw rozerood, uw hemelsblauw, uw zacht lila, uw fel geel, de doopnamen: Dixmuide, Vosges, Rousselaere, Marne, Thiaumont, als om u, uwe te schitterende kroon te ontne men. Thans moogt gij weder glanzen, men hecht aan u een etiket dat van voorspoed, geluk spreekt. Doch gij voelt nog geen levensvreugde gij met uw sombere herin neringen aan het droef verleden. G;j, rouw-zwarte, rouw-grijze, rouw-paarse kieuren, uw draagsters hebben uw Hef ge kregen. Zij doen nog geen afstand van u, ge hebt met haar zoo vél doorgemaakt. O l ville lumière, wanneer zullen uw stra lende tinten, weder juichen over het aard rijk? Wanneer zullen uw ouvriers en ouvrières, vol geest en vernuft, de lach van hun bestaan weer leggen in het werk hunner handen? Wanneer? Wanneer? ELI s. M. ROGGE EGEL De gebruiker van den grond is vrij, naar zijn persoonlijk inzicht de esi'els op zijn land te dulden cf ze te'vervolgen. De handel in ej;els is echter verb' den, tenzij met machtiging v u. u den Com missaris der Koningin. Dit noem Ik nu nog eens een leuk wets artikel, eentje van den nieuwen tijd of toch ook wel ietwat salomonisc of delphisch. De wetgever schijnt een diepgaande studie gemaakt te hebben van het leven en bedrijf der egels, heeft voor- en nadeel ge wikt en gewogen, komt, als zoo dikwijls, tot geen be sliste uilkomst en Iaat nu in beminnelijke bescheiden heid de zaak maar verder over aan het persoonlijk inzicht van den gebruiker van den grond, die zich in negen van de tien gevallen heelemaal niet om de egds bekommert. Omtrent den bloei van den handel in egels heb ik voorloopig geen gegevens. In mijn buurt is er niet veel vraag naar. Soms wil iemand ze wel hebben om de muizen Vrouwelijk doen en denken Wanneer eindelijk de vrouw zal meekiezen in het parlement, is het te verwachten dat zij den strijd zal aanbinden tegen de sleur en de laksheid, welke er heerscht ten opzichte van vele wetten, die gansch en al uit den tijd zijn geraakt, die niet meer deugen voor onze hedendaagsche maatIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIItllllllllllllllllII te bestrijden, Ook bestaan er egel eters en de Zigeunershebben een zekere berocmd-heid verworven om hun fijnen schotel porcépica la terre glaise, egel genuld in klei en dan aan het spit geroosterd. Even wel is zelfs de vleeschnood niet In staat ge weest omdezen schotel zoo populair te maken dat daard jor het bestaan onzer stekelige vrienden zou worden bedreigd. En thans genieten zij een, zij het dan ook half slachtige, bescherming bij de wet. Over het algemeen is de egel nog al in ds pas. De meeste menschen hebben hem wel eens dood bij den weg zien liggen of in een sloot of ze hebben een levenden ge vangen en in een zakdoek mee naar huis gebracht. Als je maar stoutweg de stekels neerdrukt in de richting van kop naar staart dan behoef je je niet te prikken, een geval \, A schappq. Er is in het wereldsche gebeuren de laatste jaren met den stormpas gemar cheerd, en als we niet achteraan willen komen, wat we al te dikwijls deden, zullen ook wij moeten breken met veel wat was, en wfj zullen daarvoor veel moeten inruilen, wat we tot nog toe mis schien wel als ondeugdelijke waar hadden beschouwd. Ons gansche levensinzicht is veranderd, onze oude theorlën zijn omver geworpen, en zoo we de oude palen weer zouden willen Inplanten weten we, dat ze verrot zijn en niet meer tot steun kunnen dienen. Een van de voornaamste dingen, die wijziging behoeven en zeker grondig her zien zullen worden, zijn onze klnder- en huwelijkswetten. Nu de vrouw maatschappelflk de gelijkgerechtigde van den man wordt, gaat het niet meer aan haar als ge huwde vrouw voor onmondig te verklaren en haar te stellen onder voogdij of toezicht van den man, die van zijn machtspositie maar al te dikwijls misbruik maakt. Het huwelijk zal ten slofte een geheel andere instelling moeten worden, dan het tot nog toe was, en het .biljet van toestemming" van den burgemeester, loopt ernstig gevaar veel van zijn gewicht te verliezen. Men denkt er tegenwoordig toch niet meer aan om verachtelijk den neus op te halen voor menschen die in vrije liefde samenwonen, zonder de beroemde schrifte lijke burgemeesters toestemming. Toch wordt het kind, uit dit huwelijk geboren, nog altijd beschouwd als een paria in de maatschappij. Waar reeds in het buitenland de vraag ernstig overwogen wordt hoe het getal geboorten te bevor deren, is het duidelijk, dat ook aan het bulten de wet geboren kind een recht van bestaan moet worden gegeven, temeer waar kinderen uit vr|en echt geboren vaak veel meer liefdekinderen" zQn, dan die geboren uit het burgerlijk huwelijk, dat niet zelden om bijredenen werd gesloten. Waar heb ik 't toch gelezen, en welke groote psycholoog heeft 't ook maar weer gezegd, dat kin deren geboren uit waarachtige liefde de praedispositle bezitten om betere menschen te worden, dan bQv. hartstochtkinderen, of kinderen uit een verstandshuwelijk? En juist hen, die beloven goede menschen, dat is: goede staatsburgers te worden, sluit men tot nog toe uit de gemeenschap in vele opzichten 11 Wanneer zullen zij volkomen gelijke rechten hebben? Wanneer zal het ellendige: vader onbekend" geschrapt worden van de geboorteregisters? Er bestaat mijns Inziens slechts n mid del, om te voorkomen, dat het kind al aan den naam bekend wordt als te zijn buiten echtelijk". Namelijk dit: Dat met de mondigverklaring der vrouw, zij ook haar eigen naam behoudt. Ofschoon niet voor de wet verplicht den naam van haar man te dragen, lacht men toch om de vrouw, of men vindt haar minstens excentriek, wanneer zij haar eigen naam blijft voeren. En toch zou die naam haar kind beschermen voor de inmenging der wereld omtrent zijn afstamming. Als de kinderen de naam der moeder aannemen (zooals dit meen Ik onder de Maleiers of Javanen gewoonte is), zou men nooit het gehaspel hebben van twee namen, Indien de moeder, weduwe geworden. later hertrouwt, of na scheiding, opnieuw huwt. Waarom kan deze naamkeuze niet facultatief zijn ? In de tooneelwereld is het gebeurd, dat menschen, die eerst den naam van den vader droegen, later hebben aan gevraagd den naam van de moeder te mogen aannemen, opdat de vader zijn naam onteerd had. Dit is als regel in onze maatschappij onmogelijk en moet altijd met veel kosten en moeiten gepaard gaan. Het vader-onbe kend" zou dan voor goed verbannen zijn. De moeder zou altijd voogdes zijn van de kinderen, bijgestaan door den vader als voogd. Niemand zal wel ontkennen dat de vr«uw oneindig meer n is met haar kind, dan de man, dat zQ, veel meer dan hij, het leed en de zorgen van den kleinen mensen voor haar rekening neemt, dat zij vél meer opvoedt dan hij, dat zij het in de meeste gevallen (behalve de uitzonderingen die den regel bevestigen) ook veel meer liefheeft. Dit is geen verdienste, maar natuur. Welnu, geef dan ook de natuur de volle maat, en laat het kind zijn moeder aanhangen, naar zijn moeder heeten, van zijn moeder erven. Waar de tijd niet meer zoo ver af is, dat de vrouw ook economisch van den man onafhankelijk zal worden gemaakt, moest 't huwelijk alleen daartoe bestemd zijn, dat man en vrouw elkaar kunnen helpen en steunen, dat het een vennootschap wordt met gelijke rechten voor beide partijen, met gelijke aansprake lijkheid voor de uit die vennootschep ontstane gevolgen. Zij 't dat die vennootschap worde aangegaan voor n jaar of vijftig jaar, bij lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltllllMlllllllllllllllllllllllllllllllllllllll dat wel herinnert aan het beetpakken van brandnetels. De kinderen hebben z ch ver heugd over de gretigheid, waarmee hij melk verorbert en zich verbaasd over de rapheid waarmee het gevangen egeltje alweer spoedig verdwijnt. In den tuin heeft hij zijn vaste schuilplaatsje. Ik heb er jaren lang een gehad onder mijn bijenkorven Daar kwam hij meteen makkelijk aan de kost door de doode bijen, d'e uit de korf werden gegooid of de kleumers, die de vliegplank niet meer konden bereiken en dan bij hem terecht kwamen in de kelderverdieping. Deie egel maakt ook wandelingen door den tuin op klaarlichten dag, want hij is lang zoo'n nachtelijk dier niet, als de boeken wel willen. En ook niet zoo schuw, want hij stoorde zich er niet aan, als ik rustig met hem meeliep, om te kijken wat hij alzoo uitvoerde. Zijn donker, rimpelig gezicht zag er wijs en zorgelijk uit en als hij in spanning geraakte, dan trok hij zijn zwarte lippen van een en er kw»m een tamelijk onreg«lmatig, antiek uitziend gebit voor den dag, n et vrij van ferocitelt, vooral door de beide groote buitens'e snijtanden. Dan exerceerde hij ook met de borstelharen op zijn bovenlip, die anders niet zoo in het oog vallen, want ze zijn in rust meer achterwaarts dan zijwaarts gericht. Hij was zeer bekwaam in het vangen van hommels, vooral in 't voorjaar, als de dikke koninginnen zoekend rondvliegen vlak langs den grond. De egel kuierde rustig voort, maar zoodra hij dicht In de buurt een hommel hoorde, schoot hij daar bliksemsnel op af, sloeg met een voorpoot het dier tegen den grond en ging er dan met beide pooten op trappelen, donkere pootjes niet vijf nog al sterke klauwen. De hommel kromde zich al gonzend onderlinge overeenkomst of voor een notaris (die is vél meer de man van het huwelijksreglster, niet de burgemeester), mits op zegel, dat moest voor de wet hetzelfde zijn. Dan eerst wordt m. i. het buitenechtelijk kind opgeheven tot het peil van het uit wettig huwetijk geborene. E. C. v. D. M. Het Moderne Woonhuis Margaret Kropholler, de vrouwelijke archi tect, is het de vorige week voor de Utrechtsche vereeniging van huisvrouwen komen vertellen, hoe de Ideale toekomstwoning er zal uitzien. De dienstbode, ze zal verdwijnen. In Londen betaalt men thans reeds f 12 aan een dienst bode' per week. Dergelijke sommen zijn voor de huisvrouw niet meer te betalen. In Londen doen vele huisvrouwen met behulp vaneen werkster daarom zelf reeds het werk. Zoo zal het hier k gaan. De meisjes werken liever op kantoren en in fabrieken. Dienstboden gaan tot het ver leden behooren. De electrische drijfkracht zal haar plaats komen vervangen. Electrische stofzuigers zijn er reeds, zoo zullen er ook electrische schoenpoets- en boenmachines moeten komen. Electrische machines, die stukjes inietten en die kousen stoppen. Op uitgebreide schaal zullen er machines moeten worden uitgevonden. De electrische drijf kracht zal door verbeteringen goedkooper moeten worden. Door voortdurende vraag, zei mejuf frouw Kropholler, moet de vrouw den In genieur haar verlangen hiernaar kenbaar maken. De hulsvrouw moet veel te veel sloven In haar huis. Trap op, trap af, sjouwt zfl den geheeten dag door. En door voort durende zorg voor kleine dingen, houdt zij niet voldoende tijd over voor eigen ont wikkeling. Zij kan zich niet voldoende wijden aan haar speciale aanleg. Dit is zeer jammer. Veel van het talent der huisvrouw gaat verloren. Hierin moet de moderne woning verbetering brengen. De suite-woning met zijn lange trappen, brengt veel te veel onnoodig werk voor de hulsvrouw met zich mee. Ideaal zou zijn alle kamers te hebben gelijkvloers. Het moderne huis denkt spreekster zich centraal. Een groot gebouw, gerond om de centrale keuken, vanwaaruit alle gezinnen hun eten kunnen betrekken. ledere woning zal zoo weinig mogelflk kamers bevatten; een groote huiskamer, een klein eetkamertje, eventueel een kamertje voor studie van de kinderen en de benoodigde slaapvertrekken, Alles op n verdieping door een buitendeur afgesloten van de gemeenschappelijke traphal. Het eten zal te betrekken zijn uit de centrale keuken, terwijl ieder huis een eigen keukentje zal hebben voor het bereiden van ziekenspijzen en om desgewenscht de klnderwasch in te doen en kleine schoteltjes In klaar te maken. De logeerkamers zijn cen traal gedacht in een klein, in het woning complex opgenomen, hotel, waar de bewo ners tegen dagtarief hun logé's in zullen kunnen onderbrengen. Het verband blijft bestaan, want de gasten blijven binnenshuis. Voor de huisvrouw zal het hebben van logé's geen drukte meer met zich meebrengen, De bergplaats voor koffers is eveneens centraal gedacht. Een gemeenschappelijke overdekte badinrichting zal de badkamer vervangen. Het geheele huis denkt spreek ster zich voorzien van centrale ver warming, koud- en warmwaterleiding door het geheele complex op alle verdiepingen. Vanzelf sprekend electrisch licht, gemeenschappe lijke liften enz., welker onderhoudskosten door de bewoners gezamenlijk per uurloon zullen worden betaald. De huizen zullen zoo hygiënisch mogelijk zijn ingericht met ronde hoeken voor kamers en trappen. Horizontale riggels, die bronnen zijn voor stof, zullen moeten verdwijnen. In de keukens zullen waterloozingen wor den gemaakt in den vloer. Werpschachten zullen worden aangebracht. Door trechters zal men het vuilnis naar beneden kunnen werpen, waar het in wagentjes wordt opge vangen, die de afval naar de centrale ver warming zullen brengen, waar het verbrand wordt. In het kort, alle moderne uitvindingen zullen in de toekomst-woning worden toegepast. De centrale keuken zal een eenvoudig degelijk menu maar ook de fijnste diner's moeten kunnen bereiden voor eventueel door de bewoners te geven feestjes. Men zal zich op de maaltijden kunnen abonneeren, waarbij het eten in verwarmde bussen door middel van liften en trams, naar de plaats van zijn bestem ming zal worden gevoerd en mechanisch en werkte met zijn angel, maar was toch spoedig buiten gevecht en werd dan krakend opgepeuzeld. Het leek, alsof de egel er heelemaal geen trek in had, om door de hommel te worden gestoken. Hij heet anders ongevoelig voor vergif, in 't bijzonder voor slangengif, wat aangetoond is door Lenz, die adders aan zijn egels gaf en dan dikwijls zag, hoe de adder zijn vijand beet in de snuit en zelfs in zijn tong, zonder kwade gevolgen. Toch scheen de egel wel het land aan die beten te h»bben, want terwijl hij andere slangen opat te beginnen met den staart of middenin, maakte hij bij adders er altijd een regel van, om met den kop met giftanden te beginnen. Als adderdooder dienen wij dus de egel in eere te houlen, temeer daar hij de veldmuizen, die anders door die adders zouden zijn verdelgd, toch ook weer voor zijn rekening neemt. Bij het vangen van muizen zien wij hem dezelfde spurtjes maken, als straks bij die hommels, op uw avond wandelingen zult ge het geruisch van zoo'n aanval menigmaal gehoord hebben. Ook Is hij present wanneer de meikevers uit den grond komen in 't begin van Mei in de avondschemering. De kever breekt uit de grond te voorschijn en moet dan even zijn vleugels opzetten, rekken en trillen, eer hij zijn vlucht kan nemen. Dat is zelfs voor ons heel duidelijk te hooren, de egel hoort dat tienmaal beter en smult naar hartelust. Ik heb zelfs wel gezien, dat op zoo'n avond een egel een boschmuis snapte, die zelf juist een meikever gehapt had. In die weken lij den zij geen honger, want er zijn dan ook nog vogelnesten op den grond met eieren en jonge vogeltjes, ook jonge haasjes, slak ken en wormen in overvloed. Ook worden spoedig de aardbeien rijp, dat is het begin door een hamerslag op de deur haar aan komst te kennen zal geven. Ook het afwasschen van het servies geschiedt bi) abonnement in de centrale keuken. Alleen wonende personen zullen het eten gemeen schappelijk in een restaurant kunnen ge bruiken. Een rij centrale ziekenkamers, waarover . een dokter de controle oefent zullen de drukte, die het verplegen van de huisgenooten thuis voor de huisvrouw mede brengt ondervangen, terwijl de patiënt niet ongezellig in een verafgelegen ziekenhuis behoeft te worden ondergebracht, maar hij vlak bij zijn familie binnenshuis verpleegd wordt. Een Montessori of fröbelschooltje een zangschooltje voor de kleintjes een gym nastiek lokaal en speelplaats voor de grootere kinderen en een tennisveld op het dak of in de openlucht voor de volwassenen zal dit woningcomplex voltooien. Kennissen en vrienden zullen zoo veel mogelijk mogen worden geïntroduceerd om de blik van de bewoners naar buiten toe te verruimen. Eenigste kinderen zullen altijd op de speelplaats kameraadjes vinden. Alleen wonenden vinden in een gemeen schappelijke conversatie zaal gezelligheid Wat een ideaal voor de hulsvrouw, machine's om stukjes in te zetten en kousen te stoppen! Waren ze er al maar, zullen velen denken. Geen sloven meer, geen ploeteren meer, maar vrije tijd zich te ontwikkelen zooals de huisvrouw dat zou verlangen. De bouwvereeniging Centraal" in Am sterdam, vertelde spreekster, heeft de eerste grondslagen om deze plannen te verwezen lijken reeds gelegd. Er zal een complex van 200 woningen worden gebouwd, met den huurprijs van ? 400 tot f 700 voor etagewoningen van twee tot zes kamers. Zullen deze plannen slagen ? En hoe lang zal het duren, voordat wij, alle huisvrouwen, deze ideale toekomst woning de onze mogen noemen? JOH. IDENBURG. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII Uit den Ouden Doos Een oud gedichtje op verlegen papier in den Ouden Doos" gevonden, kan wellicht voor velen nog leerzaam zijn. E. M. R. Dichtmatige Regelen om Drukkers Proeven te Corrlgeeren MlJNEHEEREN Wilt ge Leeren, Drukkers Proeven Corrigeeren, Zijt op Agt Teekens, die hier staan bedagt; Zet den Zetter Bfi geval Verkeerd een Letter, Leer den Sul Die verand'ren, door deez' Krul: g) En, dit Teeken -p Zal hem wijzen als door spreken, Dat dit Deel, In den Regel is te veel; Gij moet weeten, Is een Kleinigheid vergeeten, D..t men zet Dan deez' Schrap, daar hij op let, / En nog rasser Zal hij zien, aan deeze Passer, f\ Dat een Woord Hier te kort koomt, daar 't behoord; Aan deez' Streepen, Wordt door hem terstond begreepen, Dat de Lijn Van deez' Lettren, Recht moet zijn; En zijn' Oogen, Zullen merken aan deez' Boogen, C Dat dit Woord, Aan eikanderen behoord; Zijn 'er Letters, Door de schuld Gekneusd des Zetters, Schrijf die dan In een Cirkel, voor den Man, @ En Gebonden Woorden, die liefst enkeld stonden, Zijn abuis, Toond hem dit, door 't dubbele Kruis, tt J. E. D. W. lllllillltlllilllllll :: VERHUIZEN :: MEUBELS BEWflREN E. j, vflN SCHAICK BOOTHSTRAflT UTRECHT iiiiimiimiiiiiiiiiiiiiiii van den vruchtentijd. Soms bijten ze de toppen van asperges af en op de kweek bedden in den bloemtuin houden ze soms heel grillig huis: ik heb er eens een aan getroffen, die een groote voorliefde betoonde voor violieren, iets waar de gebruiker van den grond heele maal niet mee was inge nomen. Een andermaal talen ze weer in 't geheel niet naar plantjes of vruchten. In den liefdetijd worden ze weer zeer actief en je kunt dan alweer op klaarlichten dag het mannetje het wijfje zien achtervol gen, langs allerlei kronkelwegen over den boschgrond al knorrend en blazend, soms onvermoeid munutenlang in een kringetje. Allebei met hun eeuwenoud gezichtje en den schommelgang van hun half bolvormig li chaam. De jongen zijn aanvankelijk kaaien hulpeloos maar krijgen gauw witte stekeltjes die je eerst in de huid kunt zien liggen. In het najaar maken ze een winternest van veel dorre bladen en bleeke grassprieten. Er is een verhaal, dat ze de bladeren op hun stekels naar de nestplaats zouden brengen, maar zoo iets heb ik nooit gezien. Wel het nest zelf, en dat is keurig ne'jes. Alleen blijft de egel bij ons het nooit den heelen winter door onafgebroken bewonen. Als het niet hard en aanhoudend vriest, dan kunt ge iedere week van den winter rondwande lende egels aantreffen en 't is altijd een aardige ontmoeting. Zeker zouden we dezen vrind, die tot de alleroudste en meest oor spronkelijke zoogdieren behoort, niet gaarne willen missen en zoolang we nog maar wildernissen hebben, groot en klein, is daar ook geen gevaar voor, temeer daar thans ook de wet een handje helpt. I A C. P.. T H IJ S S E

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl