De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 29 maart pagina 7

29 maart 1919 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

29 Maart. '19. No. 2179 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Fransche Opera Louis-Deru is hier Bohème" komen geven, en het was een succes. Een succes, in weerwil van verschillende tekortkomingen, waaronder zeer ernstige. Het werk is zólevend en staat zóin den glans der muziek, dat het niet zoo gauw door opvoeringsfouten zal worden gedeerd. Puccini is bij de schepping ervan het veristlsch genre trouw gebleven, maar hij heeft het opgevoerd tot een hoogen trap van veredeling, en wel door middel van een schat van lyriek. En deze bloeiende lyriek behoudt haar macht over ons, ook al wordt haar uiting minder zuiver. Dat bij deze opvoering het lyrisch element niet in volle schoonheid tot ons kwam, daarvan moet ik de schuld geven aan orkest en dirigent. Ik miste de yereischte fraaie timbres, vooral in de groep der houtblazers. Ook de stemming Het doorgaans te wenschen over; vooral trokken harptonen van een ergerlijke valschheld de aandacht. Den strij kers ontbrak glans en souplesse, en ver schillende soli klonken aarzelend. Henri Zeldenrust lijkt mij niet de man om tegen een dergelijke slordigheid en verregaande onverschilligheid op te komen. Een zekere onverschilligheid is hem zélf eigen. De plzzicati waggelen, het deert hem niet. Er vertoonen zich leegten in een legato, het is hem geen aanleiding om bQ een volgende gelegenheid zijn maatre gelen te nemen. Er is een mezzo-fort e, dat een pianissimo verbeelden moet, van teleurstelling bij den dirigent geen spoort Hij bedient zich van een zonderlingen, sllngerenden maatslag, waarin alle fijnere verzorging der rhythmiek zoek is. Wél kent hij het werk, wél toont hij een zekere routine te bezitten, die hem vermoedelijk een jarenlang repeteeren met solisten en opera-koren heeft bijgebracht. Ook weet hij zich hier en daar tot een zeker brio op te werken, maar het blijft alles oppervlakkig, en het komt alles bg vlagen, met rukken; het lijnenspel in de partitie, de ordonnantie der tinten, de verdieping der harmonische werking, dit alles ontgaat hem te eenen male. Kortom, welke ook zijn verdiensten als musicus en speciaal als opera-vakman mogen zijn, dirigent is hij niet, en vooral geen orkest-dirigent. Op het tooneel ging het aanmerkelijk betf r. Er werd daar allereerst veel goeds te zien gegeven. Waarmee echter geen compliment bedoeld wordt aan den decorateur: in het derde bedrijf was het schermenwerk wel zér primitief, en het was koddig, daar n der besneeuwde boomstammen onder Mimi's nerveusen greep heel gemoedelijk te zien omkrullen; en ook de aankleeding van het typische hoekje in het Quartier Latin (2e acte) was niet bepaald af. Neen, mijn waar deering gaat uit naar het spel, in de eerste plaats dat der hoofdpersonen, ik zou zeggen zonder eenige uitzondering. Hier was Inder daad de grillige wisseling van dartele lich'zlnnigheld en diepen levensernst, die het stuk tot thema strekt. En tot ren zuivere ontroering kwam het in het laatste bedrijf, waar de komische zwier van de danspatlij SCHOOLWERKTUINEN In het tfldperk, dat vlak achter ons ligt, heeftdeMenschheid veel kunnen leeren.De zor gen des levens hebben in schier ieder opzicht met volle zwaarte op ons gedrukt. Hieronder speelde de zorg voor het levensonderhoud wel de voornaamste rol. De stedelijke be volking heeft hieronder het meest te lijden gehad, omdat deze het minst in staat was tot zelf-verzorging. Uit het binnen- en buitenland kwamen de levens-voorraden steeds in voldoende mate, waar zij noodig waren. Het kwam a. h w. bij niemand op, dat het daarmede wel eens spaak zou kunnen loopen. Slager, bakker, melk- en groenteboer verschenen geregeld op het appèl met een keur van levensbe hoeften tegen lage prijzen. Men kocht, be taalde en verbruikte met automatische regel maat. Dit leven zonder zorgen had tot gevolg, dat de aandacht voor de bronnen van voortbrenging in ons eigenlandveiflauwde. Het speculatief element speelde zeifs een zoo overwegende rol, dat het meer winst gevend werd geacht, het Hollandsche kapi taal ter beschikking te stellen voor onder nemingen in den vreemde. Vooral wat betreft onze eigen bodemcultuur loffelijke uitzonderingen daar gelaten liet de belangstelling en mede werking tot verbetering daarvan bij de stedelijke bevolking zeer veel te wenschen. Scheepvaart, nijverheid en handel verheugden zich in de grootste belangstelling. Landbouw, veeteelt en tuinbouw e. a. takken van bodemcultuur waren ternauwer nood in tel. Als de bodemcultuur op een hooge trap van ontwikkeling staat, Is dit voornamelijk te dankemaan de toewijding, volharding en liefde tot dit beroep b IJ de landelijke bevolking. Daar het onloochen baar is, dat de welvaart der steden nauw verband houdt met die van het platteland, moet het wel verwondering baren, dat er zooveel ontbreekt aan de samenwerking en verstandhouding van beide groepen. De oorlog heeft ons den onaf wijsbaren plicht opgelegd, alle middelen aan te wenden die een gezonde samenwerking tusschen stad en land bevorderen. Immers het is gebleken, dat de rust en veiligheid van een volk geheel en al kunnen afhangen van het voortbrengend vermogen zijner eigen bronnen. Het levensbelang van ons volk vergt daarom van iedereen er toe mede te werken, dat niets wordt nagelaten om die voortbrenging te bevorderen. Vór den oorlog breidde het aantal volkstuinen zich weinig uit. Gedurende den wereldbrand wijdde de overheid in schier alle landen aandacht aan dit vraagstuk, ook in ons land. En zoo kwamen tienduizenden stukjes van de gulle Moeder Aarde in ge bruik voor het telen van groenten, aard appelen en boonen vooral, gewassen van directe waarde voor de voeding. Daarop werden met middelen, die op zichzelf onbruikbaar zijn, producten van waarde geteeld. ZQ zijn onder het onmiddellijk be reik van den voortbrenger. Deze voorraden kunnen niet door kettinghandelaars onzicht baar worden gemaakt en in prijs verhoogd, om zoodoende het lijden nog te vergrooten. Dit afschuwelijk beroep kan slechts munt slaan uit het feit, dat .iemand meer voort brengt dan voor hem en zijn gezin noodig is en dit verkoopt. Uitbreiding van het aantal volkstulnen verbetert de zelf-verzorging en verhoogt de veiligheid en de rust van het individu en van het gezin. Het vermindert tevens de zorg van de overheid voor de voedselvoorziening en de kosten, welke hiermede gepaard gaan. Hoe meer ieder gezin in de gelegenheid is, voor zich zelf te zorgen, hoe geringer het gevaar voor tekorten en ongelijke ver deeling. Iedereen, die de verbetering van het levenslot van allen ter harte gaat, zal daarom moeten erkennen, dat daartoe ook uitbreiding van klein-gtondbezit een hdlzaam niiiiiiiiiimiiifiuiiiiiiimiJiiiiiiiiiiiijimiiiiiiJiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiniiiiiii Oostersche Tapijten Indien U Oostersche tapijten bezit (Per zisch, Turksch, enz.), welke niet met Uw ander huiselijk interieur harmoniëren, of die U om welke reden ook wenscht te verkoopen, schrijft dan aan Y BAZIR, Impor teur, Zoutmanstr. 61, te 's Gravenhage, Tel. 1843, welke zich door geheel Nederland laat ontbieden en die legen zeer hooge prijzen alle soorten Oostersche tapijten koopt (nieuw of gebruikt), ongeacht de afmetingen en de prijs. Bewaar dit adres. middel is. In verschillende der oorlogvoe rende landen wordt bereids van staatswege overwogen, hoe daartoe het best zou zijn te geraken. Men erkent dat het grond-eigendom in de eerste plaats moet worden dienst baar gemaakt aan het algemeen volkswelzijn en dat ieder, die aan dezen eisch niet vol doet, handelt in strijd met dat belang en tegen zichzelf. Teneinde het daarheen te leiden, dat het grondgebruik aan dien eisch voldoet, is de kennis en vaardigheid van z|n bebouwing noodzakelijk. De uitkomsten der volkstulnen hadden veel beter kunnen zijn, als de ge bruikers, althans met de grondbeginselen der bodemcuttuur vertrouwd waren geweest. Het verschil in uitkomst hoe opvallend vaak is toe te schrijven aan onvoldoende bekwaamheid. Hoe daarin verbetering aan te brengen? In het buitenland heeft de schoolwerktuin ia tal van streken reeds burgerrecht verkregen. Oostenrijk Is het klassieke land op dit gebied. In 1901 waren hier reeds ruim 10000 tuinen, waarin kinderen van af het 10 Je of l Ie jaar zich zelven onder deskundige leiding bezig houden met groente-1 fruit- bloemen- en bijenteelt. De zorg voor vogelbesrherming neemt er een voorname plaats in. In Engeland waren in 1908 reeds 160 voorbeeldig inge richte werktuinen voor kinderen in Surrey en Staffordshire. Ze zijn hoofdzakelijk bestemd voor onderricht in groente- en fruitteelt. In Zwitserland is de schoolwerktuin eveneens populair; van staatswege werd o.a. mede gewerkt aan het uitschrijven van een prflsvraag voor model kindertulnen. Bekroond werd een ontwerp met het motto: de school een tuin, de tuin een school. Het is de Zwltsersche landbouwvereeniging, die zich voor de uitbreiding ervan veel moeite geeft. In Duitschland(s men evenzeer van het groote belang der wetktuinen voor kinderen door drongen. Hier was het de Duitsche Vrouwenvereeniglng, die er bij de Ministers van Onderwijs en Landbouw in de verschillende staten op aandrong, overal waar geschikte leerkrachten zijn, schoolwerktuinen aan te leggen. Op de tentoonstelling voor Nijverheid en Kunst U Dusseldorf vormde het onderwerp een deel van het programma van voordrachten.Vooral Dresden, München, Frankfort en Leipzig hebben mooie schoolwerktuinen. Ook Zweden, Frankrijk en Amerika be wegen zich meer en meer op dit gebied. In de meeste der genoemde landen worden cursussen en studiereizen gehouden voor de vorming en ontwikkeling der leiders, meer of minder met steun van staat, provincie en gemeente. De literatuur op dit gebied is in Oostenrijk, Dultschland, Engeland en Zweden vooral, reeds zeer uitgebreid. Ten toonstellingen en wedstrijden vormen de middelen tot verhooging der publieke be langstelling en van de uitkomsten. Afgezien van de indirecte beteekenis voor de verhooging der bodem-opbrengst, wordt het belang voor de opvoeding zeer laag geschat. Zoo neemt de waardeering voor veld, bosch en akker toe, zoodat de vernielzucht wordt beteugeld. Boomen en bloemen, korenvelden en parken staan minder bloot aan vandalisme. De openbare orde is er dus zeer mede gebaat. Het werken op vrije middagen is Dij uitstek geschikt, om de criminaliteit der jeugd tegen te gaan. De tuinarbeid is gezond voor lichaam en der vier getrouwen eensklaps verkilde bij het binnenleiden der stervende Mimi. Madame Mady Purnode spélde de Mimi bepaald voortreffelijk; haar geluid blijkt evenwel zeer onge ijk ontwikkeld, en de hooger-gelegen gedeelten harer parlij klonken nog al eens scherp. Madame Diane was als Musette in haar zingen veel gelukkiger, en ook Maurice Leroux (?Schaunard") en L. Dukers (.Colline") verdienen met bijzondere w»ardeerlng te worden vermeld. Als zangers droegen het stuk Salvaneschl en Roosen. Misschien zou ik Roosen hier eigenlijk nog wel 't eerst moeten noemen. Het is zoo kerngezond, wat hij als zanger doet. Hij heeft een mooien, vollen bariton, en de «Marcel" in Puccini's meesterwerk geeft alle gelegenheid, er mee te schitteren, in dit opzicht trof de zanger het nu wel veel beter dan onlangs, toen hij bij Toonkunst" in Romeo et juliette" den Père Laurence" had te vertolken. Met de diepere bastonen zal hij wel steeds op gespannen voet blijven. Zijn articuleeren is prachtig, ook het timbre van zijn Fransen. Om Salvaneschi eindelijk was men ge komen, en hij heeft zijn bewonderaars zeker ook ditmaal niet teleurgesteld. Voorwaar, hfl kent de geheimen van den gaven, milden, den zoeten zang. Iets pronkerigs is er wél in zijn tenor, maar wie zal er zich aan stooten ? Wie zoo waardig als hij de schoone tradities van den .bel canto*' vermag hoog te houden, dien zal men steeds gaarne en zonder voorbehoud willen huldigen. En men héft hem gehuldigd, en levendig heeft men betreurd, dat dit z|n optreden geannonceerd stond als zon afscheid. H. J. DEN HERTOG geest; de kinderen toonen daarna in de klas een frisscher geest en grooter bevattings vermogen. De omgang met, en het werken in de levende natuur verhoogt de belang stelling voor de wonderen van het Heelal. Zij leidt tot ootmoed, liefde en bewondering voor de schepping, en onvermijdelijk voor al wat leeft. Het is een uitstekend middel tot verhooging van het aesthetischen artistiek gevoel en tot het brengen van evenwicht in het gemoeds-, lichamelijk en verstandelijk leven. Voor de uitbreiding van beroepskeuze wordt aandcntulnarbeid door kinderenhooge waarde toegekend. Het talent voor dezen arbeid komt door de gelegenheid daartoe aan het licht, en heeft tot gevolg dat tal van kinderen later een beroep kiezen overeen komstig hun natuurlijken aanleg. Ook in de groote en kleine steden zullen tal van kin deren via den schoolwerktuln een beroep kiezen dat hun dierbaar is en dus tuin- of landman, boom of- bloemkweeker, tuinarchitect of planter worden. Niet alleen zij zei ven zijn daarmede gebaat, alsmede hun naaste omgeving, doch de geheele samenleving, die voor hare volmaking In de eerste plaats is aangewezen op menschen, die lust en liefde voor een eerlflk beroep gevoelen. En eerlijk is het in hooge mate. Van elementen zonder waarde voor mensch en dier, produceert het verbindingen van hooge waarde, waarvoor de belooning lang na den verrichten arbeid wordt genoten. Voor menschen, die uitsluitend streven naar stof felijke welvaart, en uiterlijken schijn boven Innerlijke bevrediging stellen, heeft het be roep geen aantrekkelijks. Het genot, dat ge legen is in persoonlijke voortbrenging is wel zeer hoog te schatten. Erkend wordt, dat tuin- en landarbeid bijdragen tot een gezellig! en tevreden leven, en daardoor terug houdt van gewoonten, die het zedelijk geluk ondermijnen. Delkin deren hunkeren op ouderen leef Jj J naar een plekje gronds, waarop ledige uren worden besteed aan verzorging van planten en dieren. En zoo ontwaakt van lieverlede het bewustzijn, hoe onbeperkt het arbeidsveld op dit gebied nog is, waardoor het morrele en sterfelijke peil van het volk met eenvoudige en weinig kostbare middelen kan worden ver hoogd. Hoe ontelbaar aantal boomen, planten, bloemen en struiken zouden in particuliere tuinen meer tot hun recht komen, als meer kennis, en daardoor meer liefde, voor natuur en cultuur ware verkregen. Bij de stedelijke jeugd zal de tuinarbeid vooral ook bijdragen tot een verpachting van de tegenstelling tusschen stad en land, die tot grootere wederzijdsche waardeeriag en achting zal leiden. De vakschool naast de leerschool; sloyd, fröbelen, toynbee en gymnastiek afgewisseld met theorie op de schoolbanken, zóverlangen het de peadagogen van alle landen; zoo brachten het Pestallozzi, Fröbel, Ligthart e.a., zoo brengen het Tagore en Montessori heden in toepassing. Waarom ook niet de verfrisschende, op wekkende en veredelende tuinarbeid? Dit is zeker de reden, waarom ook in ons land een streven is ontstaan tot het bevor deren van het gebruik van schoolwerktuinen. Te Dordrecht en Hengelo Ov. ontstonden omstreeks 1915 gelijktijdig flinke School werktuinen, de eerste gesteund door de Gemeente Dordrecht, de tweede door de firma Stork aldaar, Te Hengelo werken pl.m. 60 jongens van 11 13 jaar ieder op pl.m. 45 M- grond. Zij veibouwen groenten fruit en bloemen; en gezamelijk kool en rv Meisjes aan den tuinbouw HET WERK VAN DE VREDESCONFERENTIE Teekening voor de Amsterdammer" van Oeorge van Raemdonck Dagelyksch Communiqué: Wij naderen met rasse schreden het doel" n u HUI HUI n m iini iiiiuilii m ui " l Himiiiiiiiu HIIII iiilllllliiiiiiiiiiiniiiii boonen. Te Dordrecht werken pi m. 240 jongens en meisjes, ieder op 3 M2 grond. De jongens kweeken groenten, de meisjes bloemen. Bij verschillende particuliere scholen, als Bloemendaal, OisterwIJk Hil versum en Laren bestonden reeds goed ingerichte tuinen zonder dat hun invloei merkbaar was op de uitbreiding. De Direc tie der Leerdamsche Glasfabrieken richtte in 1916 een tuin in, voor de jongens er meisjes ecner openbare school, ten getale van 70 a 80 Ieder kweekt groenten er bloemen op pl.m. 10 M2 De opbrengst is voor de kinderen die een kleine vergoeding moeten geven voor zaad, mest en gereedschappen. Overtuigd van het groote maatschappelijke belang vanden tuinarbeid voor kinderen,werd door de Nederlandsche Heidemaatschappij in 1916 het besluit genomen den aanleg van schoolwerktuinen in Nederland te be vorderen door propaganda en advies. Het bleek spoedig, dat de idee belangstelling ondervond, zoodat op verschillende plaatsen tuinen ontstonden. In 1917 werd in samenwerking met de Ned. Maats, happfl voor Tuinbouw en Plant kunde het plan opgevat e«n centrale ver eeniglng voor school- en wrrktuinen te stichten, die 21 Februari 1918 tot stand kwam. Deze stelt zich ten doel te bevorderen de liefde voor de natuur en de bodem cultuur door den aanleg van schoolwerk tuinen en het houden van boomplantdagen met kinderen, waaraan een feestelijk karakter wordt gegeven. Als resultaat van haar werk ontstonden op de volgende plaatsen vereenigingen voor kinder- of schoolwerktuinen; Amersfoort, pl.m. 200 jongens en meisjes, ieder 10 M2, voor groente-en bloementeelt; 4 leiders-onderwijzers; de grond is gratis afgestaan en plantklaar opgeleverd door de gemeente, die voorts ? 500.- subsidie gaf voor salarieering der leiders. Er wordt ge werkt in groepen op vrje middagen. De uitkomsten zfjn uitstekend. De tuin wordt uitgebreid. Hilversum, pl.m. 200 jongens en meisjes, ieder 10 M1., voor groente-, bloemen- en fruitteelt; 2 leiders-onderwijzers; de grond is gratis afgestaan en plantklaar opgeleverd door de gemeente, die tevens een flmke bergschuur bouwde en f 500 subsidie voor salarieering geeft. Ook hier zijn de uitkomsten uitstekend en sporen tot uitbreiding van den tuin aan. Bussum pl.m. 100 jongens, elk pl.m. 35 M2, voor groente- en bloementeelt. De tuin wordt voorjaar 1919 in gebruik genomen, Arnhem pl.m. 150 jongens en meisjes, elk pl.m. 10 M2 voor groente-en bloementeelt. De tuin wordt voorjaar 1919 in gebruik ge nomen. Hier, evenals te Bussum, hoopt men subsidie te verkrijgen voor de leiders, en voor een bergschuur. Te Arnhem stond de gemeente den grond gratis af aan de Centrale vereeniging, die hem op hare beurt aan de Arnhemsche vereenigirg afstond. Zeist. Hier werd een vereeniging op gericht, met het doel in 1919 een school werktuin te openen. Evenzoo te Utrecht en Amsterdam, met hetzelfde doel. Te Am sterdam verkreeg men de beschikking over IV»H. A. onder Watergraafsmeer, waarop 150 a 200 kinderen zullen worden werkzaam gesteld. Ook hier toonen de gemeente besturen belangstelling voor het dorl. Te Almelo hoopt men in dit jaar een tuin voor pl.m. 100 jongens en meisjes in gebruik te nemen, waarvoor de gemeente reeds in 1918 f 200 subsidie verleende. Te Leiden, Warnsveld en Helmond is de op richting van vereeniglngen in voorbereiding. Te Groningen werd in Januari j.l. een Vereeniging voor Tuinsport opgericht, waar voor ruim 100 jongens en meisjes van Midd. Scholen zich hebben aangemeld, Zij krij gen elk pl.m. 15 M2 grond, en kunnen ten allen tijde zich aan den tuinbouw wijden, terwijl steeds iemand aanwezig is om even tueel met raad terzijde te staan. Die gern lust in tennissen of voetballen hebben, kun nen hier gaan tuinieren. iiiimiiiiiiiimiNiiiiiniiiiMiiiiMiiiiimMmiiiimiitiiNiiiiiNiiiiimMtiim Bovendien bestaat te Groningen ren vereeniging van kindertulnen, op initiatief van wijlen den heer J. E. Scholten opgericht. Hier werken 40 jongrns en meisjes, ieder op 10 M2 grond. De onderneming werd ge heel door den heer Scholten bekostigd. Er bestaat uitzicht, dat deschoolwerktuinen in d°ze stad van gemeentewege in 1920 zullen worden ingericht en grs'eund. Te 's-Gravenhage bestond rerds in 1916een werktuin voorpuptilen vande vererniging Pro Juventute aldaar. Er werkten 40 jongens, en de uitkomsten waren uitstekend. Thans is de tuin vergroot en werken er pi.m. 200 kinde ren van Haagsche scholen, waartoe de ge meente in 1918 een subsidie van ? 1600 bijdroeg voor salarieering der leiders, aan koop gereedschap etc. Van lieverlede breidt dus ook ten onzent de schoolwerktuin zich over ons land uit. Nog heeft dit instituut niet overal ingang gevonden, en evenmin weet men precies in welk verband het dient te staan met het onderwijs en het onderwJJsplan.Dochongetwijfeldisdebelangstelling toenemende en is men het in on derwijskringen vrij algemeen er over eens, dat de schoolwerktuin voor opvoeding en onder wijs een nuttige instelling is. Naarmate de uitkomsten onder voortreff Uke leiding worden verbeterd, zal uitbreiding van dit zoo nuttige onderricht wel vanzelf volgen. Om dit zooveel mogelijk te bevorderen, hoopt de Centrale vereeniglng een cursus te doen houden voor onderwijskrachten, die zich in de praktische leiding van schoolwerktuinen willen bekwamenDaartoe moet op het terrein der gemeente Arnhem, op het landgoïd Sonsbeek, een modeltuin worden aangelegd, waarin kin deren van Arnhemsche scholen zullen werk zaam zjr>. Door de Centrale vereeniging werd in 1918 een prijsvraag uitgeschreven voor een ontwerp-model schoolwerktuin op Sonsbeek voornoemd, waarvoor f 180 aan prijaen werden uitgekeerd. Er werden 8 ontwerpen ingediend, waarvan die van de h.h tuinarchitecten Bleeker te Bloemtndaal, de Koning te de Bilt en Cox te 's Hage wer den bekroond. Tot haar leedwezen zijn de inkomsten der vereeniglng tot heden ge heel onvoldoende, om den modeltuin te kunnen aanleggen. Zq hoopt op toenemenden steun door toetreding van leden en donateurs. Wat het houden van boomplantdagen betreft, zal voor het eerst te Zeist zulk een dag worden geregeld, terwijl de twee vol gende zullf n wordrn gehouden te Frederiksoord, en Hilvarenbeek, alle in het a.s. voor jaar. Mogen al deze pogingen bijdragen tot de liefde voor de Natuur en de verhooging van het opbrengend vermogen van onzen bodem. K. D i L L i N G, Secret ir is der Centr. Vereeniging. Innkamirs VIR den KimstpotfiiMkir C. J. LANOOY Papastraat 24 - 's-GRAVENHAGE Permanente Tentoonstelling

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl