Historisch Archief 1877-1940
K*. 8180
Zaterdaer ti April
A°1919
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ONDER REDACTIE VAN Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en H. SALOMONSON
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
[Prijs per No. f 0.20. Per 3 mnd. f 2.50. Abonn. loopen per jaar | | Redactie en Administratie; Keizersgr cht 333, Amsterdam | [ Advertentiën omslag f 0.40 p. regei, binnenpag. f 0.50 p. regel
INHOUD: Bladz. 1: De Tweestrijd in den Vrede
door v.H. Buitenl. Overzicht Figuren en Noten
door dr. W. G. O. Byvanok.?De Opara-Pijjsv asg.
Do Nieuwe Tsjeoho-slowakisehe Bepnbliek. door
Minister Ben es. 2: Htt Vcoistel de Visser,
door dr. 1. Q. Schroeder. - Krekelzang,
door J. H. Speenhoff De Lichtstad, door
dr. Frederik van Eeden, met teekening van
ien architect J. London. 3: Spretkzaai: Het
i»ndeel in de campagne tegen ons, door Lotus
'MI Outh iorn. Feuilleton: Lieueke's Schat, door
Lnnie Bosch. 5: Voor Vrtnwen (red. Elis.
I. Bogge) Het Bolsjewisme en de Vrouw, door
Vladimir. Een kijkje in het
Keclasseerinsrerk, door Beitha Ledeboer Mededeling.
rit de Natuar: Hoef blad, do ir Jao. P. Thysse.
: Het Zi-ke Dnitschland, teekening van George
&n Baemdonok. - De Therese
Schwattze-tcntoontelling, door dr. Frederik van Eeden. Kwatrijnen,
oor mr. Jacob Israël de Haan. Rijmkioiyck,
oor Melig Stoke. Nienwe Engelsche boeien,
oor Willem van Doorn. *? 8: Amsterdam in
orlogstijd, door P. J. van Wagtend ut.
oziek in de Hoofdstad, door H. J. den Hertog.
roote Schoonmaak, teekening van Jordaan.
Dllandsohe Knnstenaarskr.ng, door Plassohaett
l: Financiën en Economie: Nog eens da N. U. M,
digatiën, donr J. D. Santilhano. Uit het
Kladbrift van Jantje. 'tSchieteat, door Melis Stoke.
ize Pnzzle. 11: De Belletjes te Amsterdam,
Ikening van Joh Braakensiek. Bridge en Royal
acüon Bridge, donr Bridger.
Bgvoegsel; De Zetel van den Volkerenbond,
ekening van Johan Braakensiek.
iniiiiiifiiiiii iimiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiniiniiiiiitiiii nul
DE TWEESTRIJD IN DEN
VREDE
Nooit misschien is een zoo groote
arijd te zien geweest, als die in deze
Yedesconferentie is belichaamd. Wij
hdoelen geen strijd van personen,
nhtingen of van kleine oogmerken.
Ie is er niet zoozeer. Maar het is een
sijd van twee krachten, twee
natuurementen, die voortdurend om elkander
hen spoken, gelijk de twee
hoofdprsonen in een eindeloos wajong-spe\,
dor 't eeuwigdurende gwne/ang'-motief
bgeleid.
Deze heele vredesconferentie i s
eigenIk niets anders dan zoo'n strijd.
Net is de strijd tusschen het Absolute
e het Practisch mogelijke.
Natuurlijk, dit is ook 't conflict dat in
et menschenleven zijn rol speelt.
Doch hier beleeft men het in een
sik wereldhistorie. Daar is de man van
per de zee gekomen, met de Beginselen
ir de hand. Hij en de kring om hem
hen hebben de blijde boodschap van
ht Absolute gebracht; van het niet
vagen naar nut of voordeel of profijt,
raar alleen naar datgene, Wat Recht
i, en Behoort. Dit is juist het
shrikkelijke, dat men in de Duitschers
heft ten top zien stijgen: het alles doen
cm er wat mee te behalen,
t(t aan de verheerlijking van God, ideaal
o wetenschap toe. In den geheelen oorlog
hteft de menscheid aan allen kant
Nang gevoeld, van hooger of lager orde.
Daartegenover heeft Wilson het
onb4angrijke Beginsel gesteld. En niet
Vilson alleen, 't Verschil tusschen hem
er Lloyd George en Clemenceau is er
gootendeels slechts een van temperament
er van tempo. Hiervan zijn alle groote
stiatslieden immers wel overtuigd, dat
de groote menigte nog maar in n ding
gestelijke redding voelt van de
terugzacking naar 't oude gedoe, of
vooro\erzakking in 't bolsjewisme: in de
Ccnsequentie van de groote beginselen.
? IIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIII1IIIIIIIIIIIM
*
Illllli l
FIGUREN EN NOTfcN
JOHN ROBERT CLYNES
Vijf maanden bijna reeds verloopen sinds
den wapenstilstand, en, voor ons gevoel,
de vrede nog niet in zicht! Integendeel,
tracht vooruit te kijken, en ontloop eens
een rilling van onzekerheid. De IQn van
onrust, omkeer en opstand teekent den om
trek van den toestand der dingen voor onze
oogen en die lijn hindert het voortgaan.
Het bolchevisme belemmert den weg.
Ik luister naar een stem uit een streek
in onze nabijheid.
Waarom geeft ge ons geen industrieel
Parlement, zegt een van de eerste leiders
der Arbeidersbeweging in Engeland, het is
het eenige middel om aan de gevaarlijke
prikkelbaarheid die in de wertld der werk
lieden heerscht een einde te maken. Ik be
hoor nog tot de oudere generatie die van
idee is om aan tafel tegenover elkander
met z'n verlangens voor den dag te komen
en re te bespreken; thans na den oorlog
zijn veelal de jongeren aan 't woord, zij
dreigen dadelijk en stellen hun eisenen.
Want de oorlog heeft de macht van het
getal leeren kennen, en het is een groote
kracht. Waarom zou men er geen gebruik
van maken, mits men bedenkt dat de
voordeelen in de eene tak van nijverheid door
dwang verkregen ook dadelijk door andere
worden gevraagd, waar zij misschien minder
Op dezen grondslag is dan ook deze
geheele Vredesconferentie opgezet. Dit
zoeken de deelnemers zich en elkander
bij voortduring pp te leggen. Met 't oog
daarop gericht zijn zij voor Volkerenbond
en Wereldvrede, voor Nationaliteits
beginsel en Zelfbeschikking, voor
wederkeerige belangeloosheid en overwinning
der ouderwetsche politiek in zee gegaan.
Wij beweren, dat dit alles ook goed
gemeend is. Een kleingeestige druiloor,
die 't anders denkt!
Maar ziet daar nu, dat het Betrekkelijke,
in honderdenlei vormen, ten tooneele is
gekomen, en alom rondwaart l
Daar is de leer van den Bond der Natiën.
Men begeert een nieuwe aera in te
zetten van openbare diplomatie en mede
zeggenschap der volkeren in hun
buitenlandsch beleid...
en tegelijkertijd moet men zijn ver
handelingen steeds enger tusschen de
muren voeren, met inkrimping van zijn
Raad van Tien, tot Vijf, tot Vier, weg
lating van alle secretarissen en protokol,
tot ongenoegen van al wat met publi
citeit samenhangt...
tegelijkertijd wordt de onmogelijkhefd
gevoeld, dat de groote mogendheden
zich aan eene verstemming door de
kleinen bloot stellen
tegelijkertijd willen de Amerikaansche
kringen, dat de pentateuch van hun
geheele bestaan, de Monroeleer, onge
rept blijve, en dus Europeesche inmen
ging uitgesloten zij
tegelijkertijd vraagt Zwitserland voort
zetting van zijne neutraliteit....
tegelijkertijd hoort ge in zelfbewusten
en sympathieken Tsecho-Slowakischen
kring met volle overtuiging uiteen
zetten, dat de nieuwe
Tsecho-Slowakische staat de veiligheidsspil van
de rust in 't nieuwe Europa moet zijn
en dus door de mogendheden krachtig
moet worden toegerust met grenzen, met
militaire middelen en met een corridor"
van 't weggevoerde land naar zee.
Waarschijnlijk trouwens zal dit nieuwe
Bohème, mengelpunt van westersche en
van Slavische beschaving, thans het
troetelkind der Europeesche staatkunde
worden, evenals voor honderd jaar
Nederland is geweest.
Nationaliteitsbeginsel en zelfbeschik
kingsrecht
maar tegelijkertijd wil men de
wenschen van Duitsch-Oostenrijk, om zich
met Duitschland te vereenigen, als een
groot gevaar uit den weg gaan...
tegelijkertijd wordt steeds-duidelijker,
dat Polen, zal het wezenlijke leefbaar
heid krijgen, ook meer Duitschers in zich
pp moet nemen, tot Dantzig toe, dan
iedereen lief is...
tegelijkertijd kan Bohème niet tot stand
komen zonder eenige millioenen Oosten
rijkers in den Tsechischen staat op te
nemen, misschien Hongaren evenzoo, en
moeten aan de grenzen met geheel ge
mengd Poolsch-Tsechische bevolking de
knoopen eenvoudig doorgehakt...
tegelijkertijd stellen Fiume en Dalmatie
de harde proef, en de gemengde streken
van Sleeswijk, ja, volgens het Duitsche
sustenu, biedt zelfs Elzass-Lotharingen
een soortgelijk verward probleem.
Schadeherstel, zegt het beginsel. Maar
daar rijst de twijfel, of men bij bena
dering wel de kosten op Midden-Europa
verhalen kan, en mag!
Onverbiddelijke afrekening met den
overwonnen vijand ... maar reeds maakt
hij brutaal gebaren.
' Vrije volkswil... maar het bolsjewisme
moet eenmaal gedempt.
Eén omvattend vredestractaat, een
begin voor de nieuwe samenleving ...
doch gaandeweg wordt men tot
voorloopige en speciale overeenkomsten ge
dwongen.
Souvereine macht binnen ieders grond
gebied ...
maar daar komen bij de Verkeers
wegen-commissie internationale door
gangsrechten aan de orde :
internatipnaliseering van de Weichsel en de Elbe, inter
nationaal beheerde "Spoorwegstrooken;
ook de Schelde is immers aangeroerd!
te pas komen. Dat geeft verbittering en
wrijving.
Een industrie-parlement daarentegen zou
aan de arbeiders gelegenheid geven met
elkander de voorwaarden voor den arbeid
te behandelen, men wist welken weg men
opging, en daar de meeste bezwaren hun
oorsprong hebben in een gebrekkige orga
nisatie, is zeker het middel te vinden tot
oplossing van de groote vraagstukken.
Het is John. Robert Clynes die zich zoo
heeft uitgelaten in een rede waarwan ik
maar een enkel punt memoreer. (Times,
25 Jan. 1919). Zij noemt de oorzaken der
moeilijkheden waarvoor Engeland staat, uit
het gezichtspunt der werklieden, maar blijft
gematigd, en niemand kon het zeker met
juister kennis van den toestand d< en dan
deze man die in den laatsten tijd als
Foodcontroller lid der regeering is geweest
en met ongeëvenaard succes zijn ambt van
distributie-regelaar heeft gevoerd.
Hij hef ft het neergelegd op het eind
van het vorige jaar eer de verkiezingen
voor het nieuwe Parlement plaats hadden.
De arbeiders keurden zijn aanblijven in
de regeering onvereenigbaar met zijn positie
in de partij. Ciynes heeft zich aan hun wil
onderworpen.
Ik betreur," zeide hij, het besluit van
de Arbeiderspartij, en ik zeg het openhartig,
dat ik graag zou zijn voortgegaan met mijn
collega's te werken, totdat mijn taak was
afgeloopen; maar ik mocht het risico niet
loopen ook slechts een deel van het ver
trouwen der arbeidersklasse te verliezen.
Niemand kan goed werk verrichten in de
arbeidersbeweging als hij niet het vertrouwen
heeft van zijn eigen klasse."
]a, ze trof hem diep die afscheiding der
werklieden van de regeering; hij heeft hun
de weinige belangstelling in de verkiezingen
*?*'
Zoo doet het schipperen met de Be
ginselen, de verbreking van het Absolute,
zijn intocht. Het legt zich neder op de
tafel van alle subcommissie's, die eerst
tot het Absolute waren uitgegaan. Het
verlangt water in eiken wijn, onvolmaakt
heid in elke toekomst.
Zonder iemand laakbare bedoelingen
toe te dichten, wij zeiden het reeds, d i e
zouden heusch gauw genoeg worden
teruggewezen!
Maar eenvoudig, omdat in deze
menschenwereld alles in elkander loopt.
Het eenige, wat de menschheid kan,
en nu ook moet doen, is: deze twee
ledigheid te begrijpen, en er niet boos
over te zijn. Want dan maakt zij het
kwaad nog maar erger. Natuurlijk komt
nu weer diplomatie, en geven en nemen
aan de orde. Zelfs een Wilson geeft
gemakkelijk aan de werkelijkheid toe.
Hij is een opportunistische idealist.
Doch de menschheid, die aan 't Ab
solute hecht, staat tegenover alle
kwestie's eenigszins als de tragische
Hamletfiguur, wien de moeilijkheden der realiteit
over den kop loopen. Uitdrukkelijk wordt
het niet gezegd, maar ook in den geest
van de Vredesconferentie moet iets ver
luiden als het:
The world is out of joint. O, cursed
s p U e
That I was ever born to set it right".
Zoo te zien, houdt men er echter
voorloopig de opgewektheid nog al in!
* *
En te midden van dit alles staat ook
Holland, het onbewogen, wenschlooze
kleine land, de beweging gade te slaan.
Het blijft bedaard. Het doet niet mee.
Toch is het wijs, de toestanden duchtig
gade te slaan, en ons niet alleen aan 't
absolute, maar ook aan het betrekkelijke
te houden.
Dit geldt niet alleen ons directe belang.
Ook verder moet goed uit de oogen worden
gezien. Andere landen stellen zich even
zeer op den bodem van het aanpakken.
Zwitserland is ons in zake de
Volkerenbondsvoorstellen voorgegaan en kwam
meer beslagen ten ijs dan onze commissie,
die door de plotselinge oproeping ter
conferentie, niet die voorbereidingen had
kunnen treffen als bijv. Zwitserland had
kunnen doen. Ook de tegemoetkoming
aan Noord-Frankrijk is van dien kant
reeds veel krachtiger ten uitvoer gelegd.
In andere opzichten staan wij er goed
voor. Ons sterreteeken ter conferentie
is vooralsnog gunstig. De gezonde nieuwe
staten, als Polen en Bohème, willen
gaarne relatie's aanknoopen, van staat
kundigen en van cornmercieelen aard.
Zij begeeren zeer sterk voeling met
Holland, vooral op economisch gebied.
Laatstgenoemde, die een der meest be
gunstigde in het nieuwe Europa zal zijn,
voor het Parlement van December laatst
scherp verweten. Zij hebben de gelegenheid
gehad een revoluiie te maken", zeo drukt
hij zich uit, en zij hebben niet gewild".
Maar nog scherper is zijn oordeel over
den minisier die bij de vredesconferentie te
Parijs waar zulke belangrijke onderwerpen,
j als volkerenbond, ontwapening en interna
tionale arbeidsregeling voorkwamen, slechts J
aan een geheel onvoldoende vertegenwoor- '
diging had gedacht van degenen wien het
in de eerste plaats aanging.
,Hïj heeft zijn woord gebroken", zeide
htj (18 januari 1919), en daardoor zware
vermoedens opwekt bij de arbeiders. Het is
een onvergefelijk stuk dwaasheid en het
rechte middel om het bolchevisme even snel
aan te kweeken als wij ons best zouden
willen doen het te verdiijven." 1)
De kloof tusschen arbeiders en regeering
beschouwt Clynes als de op'nirig waardoor
het verderf kan binnentreden van den
algemeenen verniet'genden omkeer.
Hijzelf in zijn gezindheid en in zijn talent
is wel een mooi type van den Westelijken
werkman, die in zijn succes niet noodig
vindt boven den werkman uittegaan.
Letterlijk alles heeft hij aan zichzelf te
danken.
Een klein nietig kereltje, meer gevoed
met slagen, vooral op school, dan met
brood. Maar er moet spirit in hem hebben
gezeten.
Doorloop eens in gedachte dat leven
zooals het ons is geschetst in Trom
Millbay to Minister en denk aan de
*) In dezen tijd komt, zoover mij bekend,
de eerste operbare vermelding van de Ar
beiders- en Soldatenraad op Engelschen
grond voor: S. Sand W. & C. d. i. Sol
dier s, Sailors and Workmens
i C o u n c i 1.
PRIJSVRAAG
VOOR EEN
Oorspronkelijk Nederlandsch Operawerk
Ingekomen waren de Operawerken: ESTHER, DE SCHEVENINGERS en
DON QUICHOTTE.
Deze Prijsvraag, waarvan de bedoeling was: een muzikaal tooneelwerk
te verkrijgen, dat als voortbrengsel van oorspronkelijke Nederlandsche kunst kan
gelden en genot kan schenken aan het groote muziekminnende Nederlandsche
publiek" heeft niet, helaas niet, tot de verwachte resultaten geleid. En de Amster
dammer" betreurt dit.
Het rapport van de jury, bestaande uit de heeren EVERT CORNELIS, dr.
FRED. VAN EEDEN, HERMAN ROELVINK, dr. D. F. SCHEURLEER en BERNARD
ZWEERS, luidt:
Geen der drie ingekomen werken komt door tekst of muziek in aanmerking
voor den uitgeloofden prijs van ? 1000.?, aangezien geen der drie werken wat
tekst en muziek betreffen, bijzondere of loffelijke kwaliteiten bezit.
Onzes inziens verdient het geene aanbeveling het minst onbelangrijke der
drie werken te bekronen, aangezien het hier geldt het steunen van werkelijke
kunst, of tenminste het aanmoedigen van een kunstenaar die in zijn werk toont
kwaliteiten te bezitten.
Aangezien geen der drie ingekomen operawerken aan deze voorwaarden
voldoet, meenen wij, gebruik makend van al. 2 punt 4 der regels voor de deel
neming, dat geen der werken voor bekroning in aanmerking komt.
Evert Cornelis.
Frederik van Eeden.
Herman Roelvink.
D. F. Scheurleer.
Bernard Zweer s.
De manuscripten liggen tot 15 April 1919 ter beschikking van de
inzenders, ten redactiebureele 333, Keizersgracht Amsterdam en kunnen tegen
overlegging van het aanteeken-recu van verzending worden afgehaald.
* *
*
De Amsterdammer" betuigt haar bijzonderen dank aan de jury voor haren
moeiiijken en omvattenden arbeid. Het doet,,de Amsterdammer" leed dat een prijsvraag als
deze zoo weinig belangrijks heeft opgeleverd. Intusschen blijft zij er van overtuigd, dat
er onder ons volk wel degelijk libretto-schrijvers en componisten zijn uit wier samen
werking een muzikaal tooneelwerk ontstaan kan. De groote moeilijkheid ligt
echter in de vraag hoe deze schrijvers en musici in contact, en dan nog wel in
de meest gunstige verhouding, tot elkaar te brengen. In overleg met de Jury heeft
zij het navolgende plan opgevat:
De Amsterdammer" stelt, in samenwerking met eenige
kunstvrienden een prijs van/ 400.?beschikbaar voor den
schrijver van den besten tekst voor een Operette"
Wanneer deze tekst bekroond zal z ij n stelt z ij wederom.
een prijs van ? 600.?beschikbaar voor den componist
die gebruik makend van dezen tekst, het beste muzikale
tooneelwerk vervaardigt.
De nadere voorwaarden van deze prijsvraag zullen in een volgend nummer
van de Amsterdammer" bekend worden gemaakt.
Voor de Amsterdammer" Weekblad voor Nederland,
VAN HOLKEMA EN WARENDORF
lllllllllllltlllllllHIIIHIIIHIIlUIIIIIIII
IMIIIIIItllllllHIIBflinilllllll
zal waarschijnlijk binnenkort eenen j
Minister naar den Haag afvaardigen. '
Voor Holland is er alle aanleiding zich j
voor die nieuw gevormde volken in- j
teresseeren.
De zee wordt weder vrij.
Ook wij moeten op alle gelegenheden
attent zijn, en evengoed de w e r k
e1 ij k h e i d grijpen, als wij in de
wenschelijkheden blijven gelooven.
P a r ij s. v. H.
MMiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiEiiiiiiiniiniiiiiiiiiiiiiii
DE NIEUWE
TSJECHOSLOWAKISCHE REPUBLIEK
door EDUARD BENHS
Minister van Ruitenlandsche Zaken van de
Ts/echo-Slowak'sche Republiek 1)
Weinig staatkundige gebeurtenissen zijn
zeker zoo treffend als het plotselinge tot \
1i Dit iirtikpl vormt de inleiding voor e^ne dezer
daizen verschijnende studie over het ontstaun der
'IVjeehoSlowtikis hèKeputiüek, \vuarvan wij Hnr.t'nk'Tt
iet*; naders hi.]if-n ineile te dceien /ie: Lmii-e UVicfi,
La lïpubii'MieT.-jéelM-Slov: M'ie .l':n i -.l';iyot et l'ie.1','17.
standkomen van den nieuwen Boheemschen
staat, aan men in het nieuwe Europa van
alle kanten zoo'n bijzondere gunstige positie
wordt toegekend. Enkele patriotten, waar
onder de uit een eenvoudige boerenfamilie
voortgekomen Prager professor Benès, zijn
erin geslaagd tijdens den oorlog de aandacht
van het Boheemsche nationalisme te wekken
en door de mogendheden erkend te zien. De
heer Benès, die zijn hardnekkig streven nu
ten schoonste ziet bekroond, zet hieronder
de beteekenis van zijn land uiteen.
brave moeder hoe trotsch ze is op haar
oudste wanneer hij op zijn tiende jaar (hij
is van 186(J) parmantig met vader mee
naar de fabriek slapt om daar den halven
dag te werken. De andere heift is hij op
school.
Hij is daar maar n dag gelukkig ge
weest. Dat was de laatste, toen hij, twaalf
jaar oud geworden, rijp was om den heelen
dag in e miil" te werken. Dien dag had hij
het zeker bont gemaakt, want er werd hem
een dubbele dosis slagen toebedeeld; maar
hoe warmer de meester zich maakte, hoe
meer hij moest lachen tot de man woedend
uitriep: Wat voor duivel bezielt je, jongen!
Geen duivel! riep de knaap, maar ik ben
twaalf. En meteen sprong hij weg en als
afscheid riep hij van buiten door het raam:
Als je me nog hebben moet, kom op de
fabriek!
De fabriek, die andere kindermarteling,
dat was vooreerst de onafhankelijkheid, het
geldverdieren. het mysterie van de machines.
Langzamerhand kwam daar de
zeifopvoeding van het instinct; de confuse eigen
kracht die in den jongeling school, liet zich
gelden. Het waren woorden die oprezen,
en beelden en gedachten werden, om als
een belofte van macht voor zijn geest te
staan. O dat is een wonderbare geschie
denis welke wij imèbeleven, van een brein
dat zichzelf geen rust Iaat aleer het tot
bewustzijn is gekomen.
Van een vriend die de gaaf heeft, leert
hij in 't openbaar te spreken. Aan het eind
van de studie repeteeren zij een heftig de
bat, en het wordt op den avond der ver
gadering een geweldige aanval tegen elkander.
Het publiek denkt waarlijk dat het tot
k!oppen zal komen, maar eensklaps barsten zij
beiden in lachen uit en wandelen gearmd weg.
Dat zijn Clynes' verrassingen.
De weg gaat opwaarts.
(vert. de Amsterdammet".)
De geheele evolutie van het koninkrijk
Bohème wordt door n feit beheerscht:
door den strijd tegen de verduitsching. In
allerlei vormen heeft zich onze vaderlands
liefde en zelfstandlgheidswil gemanifesteerd,
zoogoed in muziek als in kunst, letter
kunde en politieke geschriften, zoogoed in
het school-onderwijs als in handel en in
dustrie. In dat opzicht werkten schrijvers,
dichters, hoogleraren en bankiers samen.
Gedurende eeuwen reeds zochten wij
sterIIMIIIIItlllltllllllllltHIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIillllllllllHltllflIInlllllllllnlIIII
Hij werdp sreker, secretaris van
vakvereenigingen, lid van gemeentebestuur, afge
vaardigd naar het Parlement.
Dit immers is zijn vaste overtuiging ge
worden: de arbeidswetten moeten door
arbeiders worden gemaakt. Tijdens den
oorlog heeft hij dan getoond een steun voor
de regeering te kunnen zijn. Hij heeft de
redenen van de ontevredenheid van ver
schillende klassen van arbeiders in een
enquête blootgelegd en de stechtestemming
heeft hij kunnen bedaren; toen de rantsoe
neering spaak was geloopen is het dan weer
Clynes geweest die haar redelijk heeft ge
organiseerd en de rust in de gemoederen
heeft hersteld. En waren er in zijn optreden
daarbij niet oogenbiikken die aan de
verrasMngen van zijn jonge dagen doen denken.
Een vijandig gehoor is er dat hem ont
vangt, een enthousiast gehoor, dat hem Iaat
gaan. Die kleine, in 't geheel niet impo
sante man, wint door zijn rustige kordaat
heid de harten. Zijn ministerschap is hem
door niemand misgund.
Het was maar voor korten tijd. Thans is
hij onder-voorzitter van de Arbeiderspartij.
De arheidersomgeving is hij in zijn ge
woonten getrouw gebleven. Geen gelukki
ger einde voor zijn dag dan de avond bij
het vuur tegenover zijn vrouw, met pijp
en pint bier als trouwe gezellen.
Een land waar mannen als Clynes ets
Smiilie, ? deze een veel nijdiger kerel, maar
voor den arbeid vol waarde, aan het
hoofd der arbedersbeweging staan, daarin
mag de lijn die de beweging af teekent soms
strubbelig worden, maar de beroering zal
eerder leiden tot een noodige, ingrflpende
hervorming dan tot een volgen van
Oostersche modellen. Die passen bij een geheel
verschillende volksgezindheid. Daarover
echter een ander maal.
W. G. C. B Y v A N c K