De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 5 april pagina 1

5 april 1919 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

K*. 8180 Zaterdaer ti April A°1919 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ONDER REDACTIE VAN Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en H. SALOMONSON UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF [Prijs per No. f 0.20. Per 3 mnd. f 2.50. Abonn. loopen per jaar | | Redactie en Administratie; Keizersgr cht 333, Amsterdam | [ Advertentiën omslag f 0.40 p. regei, binnenpag. f 0.50 p. regel INHOUD: Bladz. 1: De Tweestrijd in den Vrede door v.H. Buitenl. Overzicht Figuren en Noten door dr. W. G. O. Byvanok.?De Opara-Pijjsv asg. Do Nieuwe Tsjeoho-slowakisehe Bepnbliek. door Minister Ben es. 2: Htt Vcoistel de Visser, door dr. 1. Q. Schroeder. - Krekelzang, door J. H. Speenhoff De Lichtstad, door dr. Frederik van Eeden, met teekening van ien architect J. London. 3: Spretkzaai: Het i»ndeel in de campagne tegen ons, door Lotus 'MI Outh iorn. Feuilleton: Lieueke's Schat, door Lnnie Bosch. 5: Voor Vrtnwen (red. Elis. I. Bogge) Het Bolsjewisme en de Vrouw, door Vladimir. Een kijkje in het Keclasseerinsrerk, door Beitha Ledeboer Mededeling. rit de Natuar: Hoef blad, do ir Jao. P. Thysse. : Het Zi-ke Dnitschland, teekening van George &n Baemdonok. - De Therese Schwattze-tcntoontelling, door dr. Frederik van Eeden. Kwatrijnen, oor mr. Jacob Israël de Haan. Rijmkioiyck, oor Melig Stoke. Nienwe Engelsche boeien, oor Willem van Doorn. *? 8: Amsterdam in orlogstijd, door P. J. van Wagtend ut. oziek in de Hoofdstad, door H. J. den Hertog. roote Schoonmaak, teekening van Jordaan. Dllandsohe Knnstenaarskr.ng, door Plassohaett l: Financiën en Economie: Nog eens da N. U. M, digatiën, donr J. D. Santilhano. Uit het Kladbrift van Jantje. 'tSchieteat, door Melis Stoke. ize Pnzzle. 11: De Belletjes te Amsterdam, Ikening van Joh Braakensiek. Bridge en Royal acüon Bridge, donr Bridger. Bgvoegsel; De Zetel van den Volkerenbond, ekening van Johan Braakensiek. iniiiiiifiiiiii iimiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiniiniiiiiitiiii nul DE TWEESTRIJD IN DEN VREDE Nooit misschien is een zoo groote arijd te zien geweest, als die in deze Yedesconferentie is belichaamd. Wij hdoelen geen strijd van personen, nhtingen of van kleine oogmerken. Ie is er niet zoozeer. Maar het is een sijd van twee krachten, twee natuurementen, die voortdurend om elkander hen spoken, gelijk de twee hoofdprsonen in een eindeloos wajong-spe\, dor 't eeuwigdurende gwne/ang'-motief bgeleid. Deze heele vredesconferentie i s eigenIk niets anders dan zoo'n strijd. Net is de strijd tusschen het Absolute e het Practisch mogelijke. Natuurlijk, dit is ook 't conflict dat in et menschenleven zijn rol speelt. Doch hier beleeft men het in een sik wereldhistorie. Daar is de man van per de zee gekomen, met de Beginselen ir de hand. Hij en de kring om hem hen hebben de blijde boodschap van ht Absolute gebracht; van het niet vagen naar nut of voordeel of profijt, raar alleen naar datgene, Wat Recht i, en Behoort. Dit is juist het shrikkelijke, dat men in de Duitschers heft ten top zien stijgen: het alles doen cm er wat mee te behalen, t(t aan de verheerlijking van God, ideaal o wetenschap toe. In den geheelen oorlog hteft de menscheid aan allen kant Nang gevoeld, van hooger of lager orde. Daartegenover heeft Wilson het onb4angrijke Beginsel gesteld. En niet Vilson alleen, 't Verschil tusschen hem er Lloyd George en Clemenceau is er gootendeels slechts een van temperament er van tempo. Hiervan zijn alle groote stiatslieden immers wel overtuigd, dat de groote menigte nog maar in n ding gestelijke redding voelt van de terugzacking naar 't oude gedoe, of vooro\erzakking in 't bolsjewisme: in de Ccnsequentie van de groote beginselen. ? IIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIII1IIIIIIIIIIIM * Illllli l FIGUREN EN NOTfcN JOHN ROBERT CLYNES Vijf maanden bijna reeds verloopen sinds den wapenstilstand, en, voor ons gevoel, de vrede nog niet in zicht! Integendeel, tracht vooruit te kijken, en ontloop eens een rilling van onzekerheid. De IQn van onrust, omkeer en opstand teekent den om trek van den toestand der dingen voor onze oogen en die lijn hindert het voortgaan. Het bolchevisme belemmert den weg. Ik luister naar een stem uit een streek in onze nabijheid. Waarom geeft ge ons geen industrieel Parlement, zegt een van de eerste leiders der Arbeidersbeweging in Engeland, het is het eenige middel om aan de gevaarlijke prikkelbaarheid die in de wertld der werk lieden heerscht een einde te maken. Ik be hoor nog tot de oudere generatie die van idee is om aan tafel tegenover elkander met z'n verlangens voor den dag te komen en re te bespreken; thans na den oorlog zijn veelal de jongeren aan 't woord, zij dreigen dadelijk en stellen hun eisenen. Want de oorlog heeft de macht van het getal leeren kennen, en het is een groote kracht. Waarom zou men er geen gebruik van maken, mits men bedenkt dat de voordeelen in de eene tak van nijverheid door dwang verkregen ook dadelijk door andere worden gevraagd, waar zij misschien minder Op dezen grondslag is dan ook deze geheele Vredesconferentie opgezet. Dit zoeken de deelnemers zich en elkander bij voortduring pp te leggen. Met 't oog daarop gericht zijn zij voor Volkerenbond en Wereldvrede, voor Nationaliteits beginsel en Zelfbeschikking, voor wederkeerige belangeloosheid en overwinning der ouderwetsche politiek in zee gegaan. Wij beweren, dat dit alles ook goed gemeend is. Een kleingeestige druiloor, die 't anders denkt! Maar ziet daar nu, dat het Betrekkelijke, in honderdenlei vormen, ten tooneele is gekomen, en alom rondwaart l Daar is de leer van den Bond der Natiën. Men begeert een nieuwe aera in te zetten van openbare diplomatie en mede zeggenschap der volkeren in hun buitenlandsch beleid... en tegelijkertijd moet men zijn ver handelingen steeds enger tusschen de muren voeren, met inkrimping van zijn Raad van Tien, tot Vijf, tot Vier, weg lating van alle secretarissen en protokol, tot ongenoegen van al wat met publi citeit samenhangt... tegelijkertijd wordt de onmogelijkhefd gevoeld, dat de groote mogendheden zich aan eene verstemming door de kleinen bloot stellen tegelijkertijd willen de Amerikaansche kringen, dat de pentateuch van hun geheele bestaan, de Monroeleer, onge rept blijve, en dus Europeesche inmen ging uitgesloten zij tegelijkertijd vraagt Zwitserland voort zetting van zijne neutraliteit.... tegelijkertijd hoort ge in zelfbewusten en sympathieken Tsecho-Slowakischen kring met volle overtuiging uiteen zetten, dat de nieuwe Tsecho-Slowakische staat de veiligheidsspil van de rust in 't nieuwe Europa moet zijn en dus door de mogendheden krachtig moet worden toegerust met grenzen, met militaire middelen en met een corridor" van 't weggevoerde land naar zee. Waarschijnlijk trouwens zal dit nieuwe Bohème, mengelpunt van westersche en van Slavische beschaving, thans het troetelkind der Europeesche staatkunde worden, evenals voor honderd jaar Nederland is geweest. Nationaliteitsbeginsel en zelfbeschik kingsrecht maar tegelijkertijd wil men de wenschen van Duitsch-Oostenrijk, om zich met Duitschland te vereenigen, als een groot gevaar uit den weg gaan... tegelijkertijd wordt steeds-duidelijker, dat Polen, zal het wezenlijke leefbaar heid krijgen, ook meer Duitschers in zich pp moet nemen, tot Dantzig toe, dan iedereen lief is... tegelijkertijd kan Bohème niet tot stand komen zonder eenige millioenen Oosten rijkers in den Tsechischen staat op te nemen, misschien Hongaren evenzoo, en moeten aan de grenzen met geheel ge mengd Poolsch-Tsechische bevolking de knoopen eenvoudig doorgehakt... tegelijkertijd stellen Fiume en Dalmatie de harde proef, en de gemengde streken van Sleeswijk, ja, volgens het Duitsche sustenu, biedt zelfs Elzass-Lotharingen een soortgelijk verward probleem. Schadeherstel, zegt het beginsel. Maar daar rijst de twijfel, of men bij bena dering wel de kosten op Midden-Europa verhalen kan, en mag! Onverbiddelijke afrekening met den overwonnen vijand ... maar reeds maakt hij brutaal gebaren. ' Vrije volkswil... maar het bolsjewisme moet eenmaal gedempt. Eén omvattend vredestractaat, een begin voor de nieuwe samenleving ... doch gaandeweg wordt men tot voorloopige en speciale overeenkomsten ge dwongen. Souvereine macht binnen ieders grond gebied ... maar daar komen bij de Verkeers wegen-commissie internationale door gangsrechten aan de orde : internatipnaliseering van de Weichsel en de Elbe, inter nationaal beheerde "Spoorwegstrooken; ook de Schelde is immers aangeroerd! te pas komen. Dat geeft verbittering en wrijving. Een industrie-parlement daarentegen zou aan de arbeiders gelegenheid geven met elkander de voorwaarden voor den arbeid te behandelen, men wist welken weg men opging, en daar de meeste bezwaren hun oorsprong hebben in een gebrekkige orga nisatie, is zeker het middel te vinden tot oplossing van de groote vraagstukken. Het is John. Robert Clynes die zich zoo heeft uitgelaten in een rede waarwan ik maar een enkel punt memoreer. (Times, 25 Jan. 1919). Zij noemt de oorzaken der moeilijkheden waarvoor Engeland staat, uit het gezichtspunt der werklieden, maar blijft gematigd, en niemand kon het zeker met juister kennis van den toestand d< en dan deze man die in den laatsten tijd als Foodcontroller lid der regeering is geweest en met ongeëvenaard succes zijn ambt van distributie-regelaar heeft gevoerd. Hij hef ft het neergelegd op het eind van het vorige jaar eer de verkiezingen voor het nieuwe Parlement plaats hadden. De arbeiders keurden zijn aanblijven in de regeering onvereenigbaar met zijn positie in de partij. Ciynes heeft zich aan hun wil onderworpen. Ik betreur," zeide hij, het besluit van de Arbeiderspartij, en ik zeg het openhartig, dat ik graag zou zijn voortgegaan met mijn collega's te werken, totdat mijn taak was afgeloopen; maar ik mocht het risico niet loopen ook slechts een deel van het ver trouwen der arbeidersklasse te verliezen. Niemand kan goed werk verrichten in de arbeidersbeweging als hij niet het vertrouwen heeft van zijn eigen klasse." ]a, ze trof hem diep die afscheiding der werklieden van de regeering; hij heeft hun de weinige belangstelling in de verkiezingen *?*' Zoo doet het schipperen met de Be ginselen, de verbreking van het Absolute, zijn intocht. Het legt zich neder op de tafel van alle subcommissie's, die eerst tot het Absolute waren uitgegaan. Het verlangt water in eiken wijn, onvolmaakt heid in elke toekomst. Zonder iemand laakbare bedoelingen toe te dichten, wij zeiden het reeds, d i e zouden heusch gauw genoeg worden teruggewezen! Maar eenvoudig, omdat in deze menschenwereld alles in elkander loopt. Het eenige, wat de menschheid kan, en nu ook moet doen, is: deze twee ledigheid te begrijpen, en er niet boos over te zijn. Want dan maakt zij het kwaad nog maar erger. Natuurlijk komt nu weer diplomatie, en geven en nemen aan de orde. Zelfs een Wilson geeft gemakkelijk aan de werkelijkheid toe. Hij is een opportunistische idealist. Doch de menschheid, die aan 't Ab solute hecht, staat tegenover alle kwestie's eenigszins als de tragische Hamletfiguur, wien de moeilijkheden der realiteit over den kop loopen. Uitdrukkelijk wordt het niet gezegd, maar ook in den geest van de Vredesconferentie moet iets ver luiden als het: The world is out of joint. O, cursed s p U e That I was ever born to set it right". Zoo te zien, houdt men er echter voorloopig de opgewektheid nog al in! * * En te midden van dit alles staat ook Holland, het onbewogen, wenschlooze kleine land, de beweging gade te slaan. Het blijft bedaard. Het doet niet mee. Toch is het wijs, de toestanden duchtig gade te slaan, en ons niet alleen aan 't absolute, maar ook aan het betrekkelijke te houden. Dit geldt niet alleen ons directe belang. Ook verder moet goed uit de oogen worden gezien. Andere landen stellen zich even zeer op den bodem van het aanpakken. Zwitserland is ons in zake de Volkerenbondsvoorstellen voorgegaan en kwam meer beslagen ten ijs dan onze commissie, die door de plotselinge oproeping ter conferentie, niet die voorbereidingen had kunnen treffen als bijv. Zwitserland had kunnen doen. Ook de tegemoetkoming aan Noord-Frankrijk is van dien kant reeds veel krachtiger ten uitvoer gelegd. In andere opzichten staan wij er goed voor. Ons sterreteeken ter conferentie is vooralsnog gunstig. De gezonde nieuwe staten, als Polen en Bohème, willen gaarne relatie's aanknoopen, van staat kundigen en van cornmercieelen aard. Zij begeeren zeer sterk voeling met Holland, vooral op economisch gebied. Laatstgenoemde, die een der meest be gunstigde in het nieuwe Europa zal zijn, voor het Parlement van December laatst scherp verweten. Zij hebben de gelegenheid gehad een revoluiie te maken", zeo drukt hij zich uit, en zij hebben niet gewild". Maar nog scherper is zijn oordeel over den minisier die bij de vredesconferentie te Parijs waar zulke belangrijke onderwerpen, j als volkerenbond, ontwapening en interna tionale arbeidsregeling voorkwamen, slechts J aan een geheel onvoldoende vertegenwoor- ' diging had gedacht van degenen wien het in de eerste plaats aanging. ,Hïj heeft zijn woord gebroken", zeide htj (18 januari 1919), en daardoor zware vermoedens opwekt bij de arbeiders. Het is een onvergefelijk stuk dwaasheid en het rechte middel om het bolchevisme even snel aan te kweeken als wij ons best zouden willen doen het te verdiijven." 1) De kloof tusschen arbeiders en regeering beschouwt Clynes als de op'nirig waardoor het verderf kan binnentreden van den algemeenen verniet'genden omkeer. Hijzelf in zijn gezindheid en in zijn talent is wel een mooi type van den Westelijken werkman, die in zijn succes niet noodig vindt boven den werkman uittegaan. Letterlijk alles heeft hij aan zichzelf te danken. Een klein nietig kereltje, meer gevoed met slagen, vooral op school, dan met brood. Maar er moet spirit in hem hebben gezeten. Doorloop eens in gedachte dat leven zooals het ons is geschetst in Trom Millbay to Minister en denk aan de *) In dezen tijd komt, zoover mij bekend, de eerste operbare vermelding van de Ar beiders- en Soldatenraad op Engelschen grond voor: S. Sand W. & C. d. i. Sol dier s, Sailors and Workmens i C o u n c i 1. PRIJSVRAAG VOOR EEN Oorspronkelijk Nederlandsch Operawerk Ingekomen waren de Operawerken: ESTHER, DE SCHEVENINGERS en DON QUICHOTTE. Deze Prijsvraag, waarvan de bedoeling was: een muzikaal tooneelwerk te verkrijgen, dat als voortbrengsel van oorspronkelijke Nederlandsche kunst kan gelden en genot kan schenken aan het groote muziekminnende Nederlandsche publiek" heeft niet, helaas niet, tot de verwachte resultaten geleid. En de Amster dammer" betreurt dit. Het rapport van de jury, bestaande uit de heeren EVERT CORNELIS, dr. FRED. VAN EEDEN, HERMAN ROELVINK, dr. D. F. SCHEURLEER en BERNARD ZWEERS, luidt: Geen der drie ingekomen werken komt door tekst of muziek in aanmerking voor den uitgeloofden prijs van ? 1000.?, aangezien geen der drie werken wat tekst en muziek betreffen, bijzondere of loffelijke kwaliteiten bezit. Onzes inziens verdient het geene aanbeveling het minst onbelangrijke der drie werken te bekronen, aangezien het hier geldt het steunen van werkelijke kunst, of tenminste het aanmoedigen van een kunstenaar die in zijn werk toont kwaliteiten te bezitten. Aangezien geen der drie ingekomen operawerken aan deze voorwaarden voldoet, meenen wij, gebruik makend van al. 2 punt 4 der regels voor de deel neming, dat geen der werken voor bekroning in aanmerking komt. Evert Cornelis. Frederik van Eeden. Herman Roelvink. D. F. Scheurleer. Bernard Zweer s. De manuscripten liggen tot 15 April 1919 ter beschikking van de inzenders, ten redactiebureele 333, Keizersgracht Amsterdam en kunnen tegen overlegging van het aanteeken-recu van verzending worden afgehaald. * * * De Amsterdammer" betuigt haar bijzonderen dank aan de jury voor haren moeiiijken en omvattenden arbeid. Het doet,,de Amsterdammer" leed dat een prijsvraag als deze zoo weinig belangrijks heeft opgeleverd. Intusschen blijft zij er van overtuigd, dat er onder ons volk wel degelijk libretto-schrijvers en componisten zijn uit wier samen werking een muzikaal tooneelwerk ontstaan kan. De groote moeilijkheid ligt echter in de vraag hoe deze schrijvers en musici in contact, en dan nog wel in de meest gunstige verhouding, tot elkaar te brengen. In overleg met de Jury heeft zij het navolgende plan opgevat: De Amsterdammer" stelt, in samenwerking met eenige kunstvrienden een prijs van/ 400.?beschikbaar voor den schrijver van den besten tekst voor een Operette" Wanneer deze tekst bekroond zal z ij n stelt z ij wederom. een prijs van ? 600.?beschikbaar voor den componist die gebruik makend van dezen tekst, het beste muzikale tooneelwerk vervaardigt. De nadere voorwaarden van deze prijsvraag zullen in een volgend nummer van de Amsterdammer" bekend worden gemaakt. Voor de Amsterdammer" Weekblad voor Nederland, VAN HOLKEMA EN WARENDORF lllllllllllltlllllllHIIIHIIIHIIlUIIIIIIII IMIIIIIItllllllHIIBflinilllllll zal waarschijnlijk binnenkort eenen j Minister naar den Haag afvaardigen. ' Voor Holland is er alle aanleiding zich j voor die nieuw gevormde volken in- j teresseeren. De zee wordt weder vrij. Ook wij moeten op alle gelegenheden attent zijn, en evengoed de w e r k e1 ij k h e i d grijpen, als wij in de wenschelijkheden blijven gelooven. P a r ij s. v. H. MMiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiEiiiiiiiniiniiiiiiiiiiiiiii DE NIEUWE TSJECHOSLOWAKISCHE REPUBLIEK door EDUARD BENHS Minister van Ruitenlandsche Zaken van de Ts/echo-Slowak'sche Republiek 1) Weinig staatkundige gebeurtenissen zijn zeker zoo treffend als het plotselinge tot \ 1i Dit iirtikpl vormt de inleiding voor e^ne dezer daizen verschijnende studie over het ontstaun der 'IVjeehoSlowtikis hèKeputiüek, \vuarvan wij Hnr.t'nk'Tt iet*; naders hi.]if-n ineile te dceien /ie: Lmii-e UVicfi, La lïpubii'MieT.-jéelM-Slov: M'ie .l':n i -.l';iyot et l'ie.1','17. standkomen van den nieuwen Boheemschen staat, aan men in het nieuwe Europa van alle kanten zoo'n bijzondere gunstige positie wordt toegekend. Enkele patriotten, waar onder de uit een eenvoudige boerenfamilie voortgekomen Prager professor Benès, zijn erin geslaagd tijdens den oorlog de aandacht van het Boheemsche nationalisme te wekken en door de mogendheden erkend te zien. De heer Benès, die zijn hardnekkig streven nu ten schoonste ziet bekroond, zet hieronder de beteekenis van zijn land uiteen. brave moeder hoe trotsch ze is op haar oudste wanneer hij op zijn tiende jaar (hij is van 186(J) parmantig met vader mee naar de fabriek slapt om daar den halven dag te werken. De andere heift is hij op school. Hij is daar maar n dag gelukkig ge weest. Dat was de laatste, toen hij, twaalf jaar oud geworden, rijp was om den heelen dag in e miil" te werken. Dien dag had hij het zeker bont gemaakt, want er werd hem een dubbele dosis slagen toebedeeld; maar hoe warmer de meester zich maakte, hoe meer hij moest lachen tot de man woedend uitriep: Wat voor duivel bezielt je, jongen! Geen duivel! riep de knaap, maar ik ben twaalf. En meteen sprong hij weg en als afscheid riep hij van buiten door het raam: Als je me nog hebben moet, kom op de fabriek! De fabriek, die andere kindermarteling, dat was vooreerst de onafhankelijkheid, het geldverdieren. het mysterie van de machines. Langzamerhand kwam daar de zeifopvoeding van het instinct; de confuse eigen kracht die in den jongeling school, liet zich gelden. Het waren woorden die oprezen, en beelden en gedachten werden, om als een belofte van macht voor zijn geest te staan. O dat is een wonderbare geschie denis welke wij imèbeleven, van een brein dat zichzelf geen rust Iaat aleer het tot bewustzijn is gekomen. Van een vriend die de gaaf heeft, leert hij in 't openbaar te spreken. Aan het eind van de studie repeteeren zij een heftig de bat, en het wordt op den avond der ver gadering een geweldige aanval tegen elkander. Het publiek denkt waarlijk dat het tot k!oppen zal komen, maar eensklaps barsten zij beiden in lachen uit en wandelen gearmd weg. Dat zijn Clynes' verrassingen. De weg gaat opwaarts. (vert. de Amsterdammet".) De geheele evolutie van het koninkrijk Bohème wordt door n feit beheerscht: door den strijd tegen de verduitsching. In allerlei vormen heeft zich onze vaderlands liefde en zelfstandlgheidswil gemanifesteerd, zoogoed in muziek als in kunst, letter kunde en politieke geschriften, zoogoed in het school-onderwijs als in handel en in dustrie. In dat opzicht werkten schrijvers, dichters, hoogleraren en bankiers samen. Gedurende eeuwen reeds zochten wij sterIIMIIIIItlllltllllllllltHIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIillllllllllHltllflIInlllllllllnlIIII Hij werdp sreker, secretaris van vakvereenigingen, lid van gemeentebestuur, afge vaardigd naar het Parlement. Dit immers is zijn vaste overtuiging ge worden: de arbeidswetten moeten door arbeiders worden gemaakt. Tijdens den oorlog heeft hij dan getoond een steun voor de regeering te kunnen zijn. Hij heeft de redenen van de ontevredenheid van ver schillende klassen van arbeiders in een enquête blootgelegd en de stechtestemming heeft hij kunnen bedaren; toen de rantsoe neering spaak was geloopen is het dan weer Clynes geweest die haar redelijk heeft ge organiseerd en de rust in de gemoederen heeft hersteld. En waren er in zijn optreden daarbij niet oogenbiikken die aan de verrasMngen van zijn jonge dagen doen denken. Een vijandig gehoor is er dat hem ont vangt, een enthousiast gehoor, dat hem Iaat gaan. Die kleine, in 't geheel niet impo sante man, wint door zijn rustige kordaat heid de harten. Zijn ministerschap is hem door niemand misgund. Het was maar voor korten tijd. Thans is hij onder-voorzitter van de Arbeiderspartij. De arheidersomgeving is hij in zijn ge woonten getrouw gebleven. Geen gelukki ger einde voor zijn dag dan de avond bij het vuur tegenover zijn vrouw, met pijp en pint bier als trouwe gezellen. Een land waar mannen als Clynes ets Smiilie, ? deze een veel nijdiger kerel, maar voor den arbeid vol waarde, aan het hoofd der arbedersbeweging staan, daarin mag de lijn die de beweging af teekent soms strubbelig worden, maar de beroering zal eerder leiden tot een noodige, ingrflpende hervorming dan tot een volgen van Oostersche modellen. Die passen bij een geheel verschillende volksgezindheid. Daarover echter een ander maal. W. G. C. B Y v A N c K

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl