De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 12 april pagina 10

12 april 1919 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 12 April. '19. ~ No. 2181 iiiiiiimiliiiiitiiiiiitiiiiMMmiiimiiiiniiiimiitMimiiHimii Illlllllllllllllllllltlllllltllllllllllllllllll RIJMKRONYCK HET VOORJAAR VAN DEN MAN-ALLEEN" Oe kent hem wel, den man-alleen, den monnik der moderne tijden, hfj is alleen omdat hfj niet van zijn zelfstandigheid kan scheiden. Oe ziet hem, in z'n restaurant dineerend in de kranten blaren, of, soms met vrienden - kaal van kruin met groote flesschen en sigaren. Oe ziet hem op z'n wandeling de meisjes op 't trottoir fixeeren, ge ziet hem, met z'n pousse-café, en wér met kranten, digereeren. Soms gaat hij netjes aangekleed uit eten bQ getrouwde vrinden, ...een bedelaar, die van deur tot deur Wat huiselijkheid tracht te vinden. Soms wordt hQ liever niet gezien, en draagt een al te jeugdig dasje, terwijl hfl zijne schreden meet naar een behaagziek dribbelpasje. Soms gaat hfj wel eens naar een bal waar meisjes-moeders hem bestoken maar na een uurtje zit hfj al beneden een sigaar te rooken. *.* Men noemt die mannen zonderling of ook wel luie egoïsten zij laten zich de vrijheid van hun tfjd en daden niet betwisten. ZQ zfjn behagelijk Ingericht met telefoon en bad en boeken, ze hebben niet gevonden en ze wilden maar niet verder zoeken. 2e zitten eenzaam aan 't ontbijt, en als ze 's avonds huiswaarts komen, dan is de kachel uitgebrand, en het ontbijt weer afgenomen. 2e koopen zelf wat bloemen want wie zou aan hen nu bloemen geven.. er komen brieven met de post . meestal getypt, haast nooit geschreven. *? * 2e zien niet dat het voorjaar zich, in de natuur gaat openbaren voordat ze, uit een tand-arts-stoel, eens in de kale boomen staren. Dan zien ze opeens dat hier en daar de knoppen aan de twijgen zwellen, maar 't Interesseert ze niet zoo erg, .. wie zouden ze het ook vertellen l ' * * Het voorjaar van den man-alleen begint, wanneer hij op een morgen eens zonder jas op straat kan gaan, en 't wintergoed wordt opgeborgen. Wanneer ze, bij z'n stam-caf de tafeltjes weer buiten zetten, en als hij op z'n kamer niet v meer op de kachel hoeft te letten. ? * ? Maar, als het dan wat warmer wordt, en als de vogels luider zingen dan komt er bij den Man alleen een raar gevoel naar boven dringen. Behalve strooien-hoed en pak is alles als voorheen... Maar... 't voo-jaar is een vreemde tijd voor zulk een Man-Alleen. MELIS STOKE PIJNLIJKE RUZIE Als soldaat ben ik eenmaal beschaamd' geweest. Dat was toen twee sergeanten, in mijn nederige presentie, twist kregen. Dat was omdat sergeanten zoo veel hooger waren dan ik. Later ben ik nog hooger ge worden dan sergeant, en heb om m'n schaamte gelachen. Maar om de schaamte, die ik nu gevoel, zal ik wel nimmer kunnen lachen, want Ik schaam me omdat ik een hoogleeraar vreeselij k te keer zie gaan... en hooger dan een hoogleeraar zal ik het wel nooit brengen. Nochtans is het een alleronaangenaamste sensatie. Z. H. O. maakt namelijk een geheele cate gorie van zijn collega's in het publiek uit voor onbenullig en onbeschaamd. Drle-en-veertig andere hoogleeraren maakt hij uit voor leugenaars. Want het zijn Dultsche hoogleeraren, en hij is professor Hector Treub. Ik vind het werkelijk allervervelendst. Toen die twee sergeanten elkaar uit scholden waar ik bij was, zei ik maar niets achteraf bleek trouwens dat ze geen van beiden gelijk hadden. Dit zal hier ook wel zoo zijn maar hoogleeraren die geen gelijk hebben zijn veel zeldzamer dan sergeanten. En daarom wil ik de ruzie toch wel met een woordje memoreeren. Zij verzoeken een neutrale medische commissie om de gevolgen der ondervoeding in Duitschland te constateeren. Wanneer professor Treub, over de Larensche hei wandelend, eens door twee deugnieten onverhoeds wordt aangegrepen, zal hij misschien moord'" roepen; intusschen is deze kreet absoluut ongemotiveerd; het was den twee boosdoeners alleen maar om z'n beurs te doen, en, hoogstens slaan ze hem bewusteloos, of een blauw oog. Waaruit blijkt dat het moordgeroep op zijn minst genomen voorbarig was. Zoodat ik maar zeggen wil, dat iemand die in de knoei zit wel eens dingen roept, die niet volkomen gemotiveerd zijn. De 43 collega's roepen moord" wanneer ze spreken van een voortgezette hongerblokkade. * * ? Wat de priester is van de ziel, is de geneesheer van het lichaam. Zijn beroep is een menschheldsberoep" gaan de 43 profes soren voort. Maar professor Treub hoort in deze woor den slechts list en frase, en, wanneer de collega's gewagen, van het bolsjewistisch gevaar onder de hongerige massa beschouwt H. BERSSEN BRUGGE, PORTRETFOTOGRAAF ZEESTRAAT 65, uast Panorama Mesdag, DEN HAAG. Tel. 1538. hij dit als een on-geoorloofde pressie op den neutralen medicus. Hij is van meening dat een uiteraard vluchtig onderzoek door neutrale geneesheeren geen beter uitwerking zou hebben dan dat, welk reeds heeft plaats gehad door Fransche, Engelsche en Amerlkaansche medici. En een dienaangaand verzoek noemt hij, kortweg, onbenullig en onbeschaamd. Maar het blijft toch een tragisch geval als Iemand, die je in betere dagen gekend hebt, op straat naar je toekomt en vraagt: Och toe, kom eens kijken hoe ellendig m'n kinderen d'r uit zien. Heusch, we krijgen niet genoeg. De bezoeker van het steun comitézegt van wél, maar waarachtig, straks slaan ze de boel stuk van den honger!" Zoo iemand loop je toch niet voorbij... al heeft hij dan ook vroeger z'n plichten wel eens vergeten. Je roept er de menschen toch niet omheen, om te zeggen: dat is nou die collega van me! Vroeger had hij zoo'n praats... Onbenu'lig en onbeschaamd is hij!" Neen.. ik vind zoo'n ruzie In het open baar pijnlijk. * * * 'K ZAL 'T NOOIT WEER DOEN' De woorden die een hoogleeraar in het openbaar meent te moeten uitspreken, neemt men au sérleux. Evengoed neemt men een revue au serieux, wanneer die door een lid van de Tweede Kamer der Staten Gene raal geschreven is, teneinde in het publiek opgevoerd te worden. Men verwacht, zoo al geen officieele, dan toch zeker wel eene semi-officieele vertoo ning, en heeft gegronden hoop, daar tusschen de coupletten door eens wat naders te vernemen, omtrent de politieke sfeer in den intiemeren kring van 's lands vergaderzaal. Niet iedere revue-schrijver is zópoed ingelicht als Henri ter Hall; Rido en Schröder zijn maar gewone journalisten, en Strelitsky, onze derde Nederlandsche revue-schrijver is geloof ik antiquair geweest of handelaar in diamanten. Zoodat we een revue van Henri ter Hall mogen opvatten als een politieke gebeurte nis van den eersten rang... helaas zij blijkt meer speciaal voor den hoogsten rang, in casu het schellinkje bedoeld te zijn. Ik voor mij zou den Heer ter Hall gaarne aan z'n woord houden, waar hQ deze, zijn laatste revue noemt: ,,'k Zal 't nooit weer doen!" Maar waarschijnlijk zal hij het nog wel eens meer doen, en een heeleboel keeren, meer... dat gaat er mee als met alle goede voornemens... als je het al z dikwijls gedaan hebt, kan je het niet maar zoo ineens laten. Ik begrijp den Heer ter Hall niet. Hij kan immers zoove-I schrijven als hij wil, en dan wordt het ook bekend... ik bedoel: hij kan toch nóg meer schrifte lijke vragen aan de verschillende ministers richten, als hij nu al doet; en die passeeren toch k allemaal in de couranten de revue... Een kamerlid kan gerust een revue schrij ven, en drie-en-veertig Dultsche professoren met even goed recht een petitionement voor het ondervoede volk. Voor mijn part kunnen 43 hoogleeraren zelfs een revue schrijven, SS QLRNCHE ClGRRETTES iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliilliillllllllllliiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiimiliii en kan Henri ter Hall opkomen voor hel hongerige Duitschland... zoogoed als hQ hel in z'n revue doet voor de vogels, de Joden in Polen, de trekhonden, de visschers... en waartoe z'n veelzijdige barmhartigheid zich nog meer zou wenschen uit te strekken. Maar juist de politiek, geweven door dergelijke publicaties is een groot gevaar. We zijn dan geneigd, er meer achter te zoeken, dan er achter zit. Maar deze nieuwste revue is voor niemand stuitend, ten ware het voor de politie, die er recht bekaaid afkomt... maar dat hoort nu eenmaal zoo in een revue... evenals David Winkoop, de O. W.'ers en de Ex-Majes teiten vogelvrij zijn voor alle grappenmakers die geen origineeler subject bij de hand hebben voor hunne tirades. Een kort overzicht" in het tekstboekje geeft overigens een goed beeld van den aard van de .fijne zetten" in deze revue; zoo bQ voorbeeld dit: Kareltje en Sjareltje, vermoedend dat schoonmama met 't convooi de plaat wil poetsen, komen een kijkje nemen, en hooren van een der matrozen dat 't convooi niet weggaat. Dat zou volgens den zeebonk in vroeger tijd nooit gebeurd zijn". en: met Kareltje en Sjareltje, die in hun vrijen tijd aan politiek doen, wonen we dan een vergadering bij van de Klesvereeniging De Versche Kiezer", waar ook Davld de Bolsjewiek in debat treedt, zeer tot schade van het corpus van zijn tegen-candidaat!" Deze kies-vergadering verloopt onder ge weldig tumult en een algemeen vuistgevecht. De herhaaldelijk uitgeschreeuwde leuze der kiezers is: wij moeten mannen in de kamer hebben die spreken kunnen." Even vaag is het politieke programma van... bijna schreef ik de Neutrale partij)... van Roaalientje, die ons vertelt dat vrouwen beter regeeren zouden. Ten bewijze waarvan ze ons een keur korps van Vrouwen-Ministers" toont, vol gens het tekstboekje alweer, vormend, in waarheid een Nationaal kabinet l" In dit Vrouwen Ministerie ontbreekt, als ik mfl niet vergis, de portefeuille van Justitie, terwijl, onder aanhoudend gejuich van de hoogste rangen, twee nieuwe portefeuilles ge-presenteerd worden, te weten: n voor vrouwen- en n voor kinder- bescherming. Dit zouden alvast weer twee ministers meer zijn, om schriftelijke vragen aan te richten. Maar voorloop!g verlaten ze, met de overige leden van dit in waarheid Natio naal kabinet, met danspassen het tooneelToonkamers van den KunstpottenbaUn C. J. LANOOY Papestraat24 - 's-GRAVENHAGE Permanente Tentoonstelling De Bultenlandsche politiek is eveneens van zeer licht verteerbare soort. De Belgen moeten ons dankbaar zijn voor de aangeboden gastvrijheid, en daarom niet aan annexatie denken: zij zingen: Onze macht was maar klein Doch groot was onze moed 1) En velen mijner Belgen Die offerden hun bloed ! Elzas, Lotharingen en Frankrijk, medegesleept door dit enthousiasme, laten zich vervoeren tot de volgende regelen: Victorie! Victorie l Het eind der slavernij, 2) Elzas en Lotharingen en Frankrijk zijn weer vrij! En ten slotte constateert Amerika: Een nieuwe tijd begon, Reeds gloeit de vrijneidszon. Gelijkheid breekt zich baan, Amerika, Amerika, Amerika vooraan l 3) * * ? Me dunkt Wilson kan tevreden zijn, temeer wanneer men bedenkt, dat in het Tweede Bedrijf van deze revue wordt aangetoond dat de autocratie, belichaamd in Jozef als heerscher over Egypte, toch ook wel zijn eigenaardige voordeelen en schoonheden biedt. Zijn volk zingt hem zelfs toe: O Joztf! Qij zfjt groot en wijs, Gij opent ons het Paradijs. Heil Jozef Heil l Den Heerscher in het rijk van den Nijl, (volgens ter Hall was Jozef dus de eerste Chrtsteli/ie vorst Zie het Parades.) * * Er zou nog heel wat meer van deze semiofficieele revue te vertellen zijn. Maar het zij herhaald nieuwe polilleke gezichtspunten opent zij niet.. en zij tracht ook geen couloir-canards te lanceeren.. er is eigenlek niets achter"... Zij is gebouwd volgens de principes van de Neutrale Partij..." het vermaak van de massa. Leve de kunst van het vermaak! Leve Jozef in Egypte, leve België, leve de Elzas, weg met de Trekhondenbeulen, vogelmoordenaars, hamsteraars en onder zee dr s, .. leve Henri ter Hall... MELIS STOKE. 1) Vrij naar Piet-Hein. Zetter A. 2) Vrij naar Alkmaar. Zetter B. 3) Vrij naar Butteifly. Zetter C. l "M" IIIHIIII l l' OELOF flITROEN Kalverstraat 1 l Paarlen, Brillanten - Opgericht 1850 - H_H Goud, Zilver en Horloges TELEFOON 658 N Uitsluitend eerste kwaliteit

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl