Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
12 April. 19. No. 2181
DE EÜROPEESCHE ZONDVLOED
Teekentng voor de Amsterdammer" van Jordaan
N.V. PAERELS
Meubileering MIJ.
COMPLETE MEUBILEERING
-: BETIMMERINGEN
:
Rokin 128 Telef. 4541 N
De Laatste Stuwdam
llimMlllumUIIIIIIMIinilHHIIIMMMIIimtUMntlllllltllllltllllHtllimillimilMIIUIIMMMm llllllllllilllllltlllMMMIIIHIIIItlllllllllllllllllllllllllllllllMI
DROOM EN DAAD
De sterke dichterlijke mensch is revolu
tionair, opstandig in den vollen zin des
woords. Want in zich dragend het Beeld
van het schoone, zuivere leven, is hem de
Werkelijkheid van heden een gruwel.
De zwakke dichterlijke mensch keert
zich af van die smartelijke werkelijkheid
en vlucht In de schoone wereld zijner
droomen, zich tevreden stellend met de
beeiding dier droomen in kunst.
Maar de sterke, aktieve geest voelt deze
vlucht als lafheid, hij wil niet alleen den
Droom, hij wil ook de Daad, de Verwezen
lijking van zijn Droom.
Zoo staat hij op tegen de bestaande
samenleving, in heilig verzet, en weigert
langer mede te werken tot instandhouding
van het samenstel van uitbuitings- en
dwangverhoudingen, die men de maat
schappij" noemt. In krantenartikelen en
beursgesprekken worden deze twee dikwijls
als gelijkbeteckenende woorden gebruikt:
menschheid" en maatschappij". Maar, voor
den gevoeligen mensch, welk een verschil!
LI C HTSTA D
VI DE MIDDENSTAD
In de middenstad woont de geest, die
tusschen ziel en lichaam is als het gewricht,
de bemiddelaar, machtig oover het lijf,
afhankelijk toch van de zintuigen en onder
geschikt aan de ziel. Een slaaf, wondersterk,
maar waardeloos zonder de macht der
richt in g-geevende ziel, en krachteloos zonder
den steun van het lichaam, dat wortelt in
den stoffelijken kosmos.
Zoo is de middenstad de plaats voor alle
natuur-weetenschappelrjke kennis, voor al
wat intelligentie vereischt, en wat zich
verheeven voelt booven de lagere, lichamelijke
eischen en nooden.
De middenstad is de plaats voor
weetenschap en kunst. Daar zijn de academies, elk
gewijd aan een der takken van menschelijk
weeten, van natuur-onderzoek en
schoonhelds-verlangen.
De middenstad is gescheiden van de
heilige stad, het streeven is er aardsch en
waereldlijk, maar niettemin onmiddellijk
aangesloten bij de ziel, de heilige stad, die
aan het zoeken en genieten de heilige
Richting geeft, en die ook in de schoonheid
de hoogste harmonie brengt, in samenhang
met Godsbesef en ziele-wijding.
Maar hoewel aardsch en waereldlijk, ge
heel gebouwd op het weezen onzer zintui
gen en afhankelijk van den arbeid op
stoffelijk terrein, die voor onderhoud en
krachtverdeeling en voedsel zorgt zoo is
de middenstad toch verheeven booven het
drukke verkeer en het stoffelijk streeven
der buitenstad, waar men de voedsel pro
ductie en distributie tracht tot hooger
volkoomenheid te brengen, opdat het
geestdoodende gebrek en de demoraliseerende
overdaad verdwQne en er vrije tijd ontsta
voor den zoeker naar schoonheid en geluk.
In de middenstad is eevenmin geldverkeer
als in de heilige stad. Het gebruik van geld
of ruilmiddelen is er pnnoodig. Wie er komt
is gast van de Eenheidsstaat. Hij krijgt zijn
leevensonderhoud voor niet, hetzij hij blij
vend of tijdelijk bewooner is.
In de middenstad zijn museums,
bibliotheeken, botanische en zoologische parken,
sterrewachten, academies, muziekpaleizen
en theaters, en eindelijk de wooningen voor
hoogleeraren en studenten, kunstenaars en
verder personeel. Ook hier moet een orga
nische samenhang bestaan onder alle
bewooners.
De Engelsche academies van Oxford en
Cambrldge zijn goede voorbeelden. Maar er
behooit meer eenvoud en sooberheid te
worden betracht. Een academische Raad en
een Raad van kunstenaars steunt de autori
teit der twaalf Richters, en zorgt voor de
samenwerking tusschen de verschillende
takken van weetenschap en kunst. Bij
geleegenheid b.v. van de opvoering van een groot
drama of muziekwerk, zullen de beste kun
stenaars daarvoor worden uitgekoozen tot
een volmaakte groep, en de geleerden en
technici zullen hun meedewerking geeven
tot een zoo groot moogelijke schoonheid
van decor, vertooning en kostuum.
De oopen landen in de middenstad zullen
niet zijn bloemvelden met begraafplaatsen,
maar akkers met hoeven en intensieve cul
tuur, onmiddellijk partij trekkend van de
nabijheid der museums, der boekerijen en
der natuuronderzoekers.
Het eerste gebouw dat men aantreft in de
middenstad zal zijn de academie voor
taaiweet enschap en| letterkunde in den meest
uitgebreiden zin. Daar moet men kennis
kunnen opdoen van alle talen der wereld.
Niet enkel als weetenschappelijke filologie,
maar ook als poëzie en wijsgeerige significa.
Daaraan moet een bibliotheek verbonden
zijn, waaralle talen der wereld zijn
verteegenwoordigd.
Het is onnoodig nu reeds vast te stellen
welke taal op het eiland de heerschende zal
zijn. Maar van alle bewoners of bezoekers
zal gevergd worden, dat ze zich bekwamen
in het verstaan en spreeken van de voor
naamste cultuur-talen. Die taai-academie
moet zijn het centrum van taal-weetenschap,
waar alle talen kunnen bestudeerd worden
en waar het verband der talen, het middel
van verstandhouding van alle menschen
wordt gezocht en bevorderd.
De toren van Babel heet niet voltooid te
zjjn, omdat voldoende eenheid van expressie
ontbrak. In de Lichtstad moet deeze moe
yeIfjkheid allereerst worden onderzocht en uit
den weg geruimd.
De muziek-paleizen en theaters bevinden
zich in de middenstad, maar sluiten aan bij
den heiligen Ring, daar drama en muziek
De Menschheid is het corpus mysticum,
waartoe wij allen behooren en waarin wij
allen n zijn, het groote Wezen waarvoor
wij liefde gevoelen en waarvoor de
grootsten willig hun leven hebben gelaten. De
Menschheid is niet een optelsommetje van
alle menschen, zij is ook geen abstractie
want wie zou voor een abstractie liefde
kunnen gevoelen ? de Menschheid is een
Wezen, ons begrip en voorstellingsvermo
gen verre te boven gaand, maar nochtans,
wij beseffen het, werkelijk-bestaand en
heilig. En er is een wonderbaarlijk verband
tusschen de Menschheid en God. Men kan
dit een ander niet men woorden beduiden,
maar ieder die den geheim vollen liefdedrang
tot de Menschheid heeft gevoeld, zal by
dieper schouwen tot erkentenis komen, dat
die drang voortkomt uit en een is met het
Alwezen. De Menschheid is het lichaam
waarvan wij deelen zijn, en het is de Hei
lige Geest det Menschheid, die ons tot
groote daden drijfc.
Maar de Maatschappij is het ellendige
verband waarin wij thans leven, een verband
van dwang en geweld, van moord en uit
buiting, van hebiucht, haat en wangunst.
De sterke dichterlijke mensch nu wil, uit
liefde tot de Menschheid, zijn Droom maken
tot Daad.
Droom en Daad! Het is het probleem
van ieder mensch, want elkeen heeft zijn
Ideaal, zijn Droom, die hij verwezenlijken
wil. Maar hoe grooter het Ideaal, des te
zwaarder de Daad. De droom van den
visschersjongen, die droomt, eens evenals
vader, naar zee te Kaan, kan, allicht ver
wezenlijkt worden. Maar wie droomt van
de verlossing der menschheid, zijn droom
zal zwaar en laat in vervulling gaan. Vond
niet de grootste deier Droomers zijn einde
aan het kruis, bespot en bespuwd cioor...
de maatschaopij" zijner dagen?
Droom en Daad, het is ook het probleem
van Henriëtte Roland Holst. Haar droom is
die van de beste en edelste geesten der
menschheid, zij wil tot werk;iijkheid maken
het Gericht, dat de oude bfjbeschrijver had
toen hij zag: ,,een nieuwen hemel en een
nieuwe aarde". Zij wil de Eenheid der
Menschheid, een Samenleving van Liefde
en Broederlijkheid. Haar droom is de droom
der oude christenen, alleen verwachtten
dezen het duizendjarig rijk van boven te
HEDENDAAGSCHE
HOTELREKENKUNDE
In den middag, moe en stoffig,
Komen we per rijtuig aan
Mtt de vinger aan zijn petje
Zien we den portier al staan...
Onze koffers gaan naar boven
Met den vriendelijken knecht. ..
En een keurig pikolootje
Wijst ons in de hall" terecht
Eerst een pittig glaasje sherry
Voor het lang-verbeid diner; ..
Of voor onze Echtgenoote
Een zachtzinnig kopje thee ....
Handen wasschen, nagels poetsen
In het Paradijs-?toilet",
Daarna in de garde robe'
Onze hoeden afgezet
Dan een zeer eenvoudig wijntje
Iets van aardige Bordeaux, . ..
Dan de geurige dineetjes
Maar wat schraalljes en zoo-zoo
Daarna prikkelende koffie
Met een paus/e, niet te zwaar..
Dan een simpel sigaretje
Of een nobele sigaar .
Na het eten nog een praatje
Slaperig en wel wat moe
f 3.25
0.75
050
0.25
l-10
1-25
0.50
0.75
4.50
10.
275
/?
zullen zien neerdalen, de dichteres verwacht
het als gevolg van menschtlijken strijd.
En waarlijk: das Gottesreich wird, wenn
es einmal auf Erden sich verwirklicht,
das Werk des Menschen sein". (G. Heymans,
Einführun^ in die Ethik.)
Maar de groote vraag is: langs welken
weg? En hierop antwoordt Henriëtte R jland
Holst: door de wereldrevolutie, door de
overwinning van het Proletariaat. Zij heeft
de marxistische leer eenmaal aanvaard, en,
nu werkelijk de proletarische revolutie, als
gevolg van den wereldoorlog, alom uitbrrekt,
houdt zij onwrikbaar vast aan haar geloof,
wetend dat dit geloof opgeven alles opgeven.
beteekent.
Hieruit komt voort de geweldige tragiek
harer persoonlijkheid, de ontzettende twee
spalt die haar telkens en telkens weer
verscheurt. Zij ziet hoe door de proleta
rische massa's, in naam van het socialisme,
daden worden bedreven, waarvan zij zelve
gruwt, maar zij bluft gelooven in de
verlossende macht der revolutie, in de
Mcssianiteit van het Proletariaat, omdat zij niet
anders kan. In haar open brief aan Maxim
Gorki, zegt zq het zoo onomwonden: Wij
Wel te rusten" van den ober
Met de lift naar boven toe ____ f 0.50
's Morgens vroeg al helder wakker
Door de kamer-meisjes-pret ____ 0. 75
Hoesten, mopperen en zuchten
En een kopje thee op bed ..... 1.50
Nog wat luieren en geeuwen
Dan het lieve ochtendblad ..... , 0.25
Wasschen,plassen, en verfrisschen
In het no& al vette bad ........ 2-~
Dan een niet te groot onttiijtje
Met wat koffie of wat thee ____ 3.
Dan een fooitje voor den ober
Voor de meid en de portier . . . 2.50
Door de pikolo een auto
Ergens van een hoek gehaald. . 0.50
Dan gedwee naar 7 kantoortje
En ons nachtverblijf betaald. . . 10.
f47.60
Goede reis!
J. H. SPEENHOFF
IIIIIIIIIIIIIIIIII'IIMIIIIIIIimillllllllllllimillllllllllllllMIIIIMIimmiHIIIII
DEVO
Geurigo Sigaar
FABRIKANTE
N.V. DIEVENBACH'a
Hol!. Sigarenfabriek UTRECHT
in onmiddellijk contact moeten blijven met
het heilige en gewijde.
Maar er moeten ook groote oopenlucht
theaters en muziek-gebouwen zijn waar de
meenigte uit de buitenstad kosteloos toegang
heeft. Daar worden volksconcerten en volks
voorstellingen gegeven, die ook staan onder
toezicht van de twaalf, en door hun wakende
zorg in goede richting worden geleid.
Tusschen middenstad en buitenstad be
vinden zich ook de stadions voor sport,
dans en lichaams-spel. En de groote bad
huizen (thermen) met oopen zwembassins.
Niemand mag de middenstad betreeden
zonder van de bad-inrichtingen te hebben
gebruik gemaakt.
Gewaakt moet worden teegen verwijfd
heid en onzedelijkheid in de badhuizen en
teegen wedden in de stadions.
De muziek-paleizen en theaters liggen
midden in akkers en hoeven, zoodat men,
koomende uit de buitenstad in de centra
van kunst en schoonheid, zich omringd ziet
door de voortbrengende werkzaamheid en
door de beheerschte natuur.
BUITEN-STAD
In de buitenstad is het gewoone
leeven zooals het zich ook in de ooverige
waereld voordoet. Met dit verschil dat de
autoriteit der twaalf zich doet gelden en
misbruik en misdaad door een strenge orde
wordt voorkoomen.
Een zeer zorgvuldige administratie en
registratie houdt boek van alle bewooners
en bezoekers. De groote oorlog van 1914?18
heeft geleerd hoe zulk een orde ook bij
menschengroepen van milioenen moegelijk is.
De buitenstad is de zeetel van de
tjinnenlandsche en internationale rechtspraak. In
middenstad en heilige stad zijn
gerechtshooven ooverboodig, aangezien bijna alle
geschillen en misdrijven voortkoomen uit
hebzucht, hartstocht, gebrek en ooverdaad.
Hetzelfde Recht zal natuurlijk gelden in de
geheele Eenheids-staat, maar in de midden
stad en heilige stad is er geen behoefte aan
rechtspraak, eevenmin als in een welvarend
liefdevol gezin. Ieder legt zich daar toe op
zelf-tucht en zelf-beheersching, en bestrijdt
uit eigen beweegi- g de kinderlijke neigingen
en schadelijke hartstochten die voor de
ooverige waereld nog gerechtshooven noodig
maken. Het hoogste internationale gerechts
hof moet in de Buitenstad gevestigd zijn.
De aanweezigheid van alle gebouwen die
behooren bij het gemeente-weezen eener
groote stad spreekt van zelf, leeszalen, post,
registratie en zoo voort.
Doch er is maar n Bank, en wel de
Staatsbank van de Eenheids-staat. Deeze zal
internationaal georganiseerd zijn, en onder
Teekening voor de Amsterdammer" van den architect J. London
Toegangen
revolutionaire dichters en kunstenaars kun
nen niet anders en hierin ligt onze
kracht dan in ons en buiten ons een
schoon Beeld oprichten van het proletariaat,
zooals het sta*t in zijn wereldbevrfldende
worsteling. Dat Heeld bewonderen wij, dat
hebben wij lief. Het is droom en toch diepste,
innigste, want verheerlijkende waai held".
Ja, eenmaal het marxistische socialisme
als levenslerr aanvaard hebbend, is dat de
eenige mogelijkheid voorden revolutionairen
dichter: het Proletariaat in zijn strijd te
verheerlijken. En wie Henriëtte Roland Holst's
dichtwerken kent, weet hoe zij hierin geslaagd
is als geen andere hier te lande. Weer moet
ik denken aan deze regels uit de Nieuwe
Geboorte:''
Maar onderwijl werd in beneden-lagen,
ver van 't oiistr >ostig ras dat heerschte op aurd,
met smart ontvangen en in pijn gebfia d,
de nieuwe kracht die ons omhoog zal dragen.
O hoe vaak hebben deze woorden mij ge
troost in moedelooze oogenblikken en mij
het hart weer lustig doen kloppen bij de
gedachte, dat werkelijk daaronder een nieuwe
kracht opkwam, die de wereld omhoog zou
tillen. D in geloofde ik stil in het proletariaat
iiiiiitiiiiiiiiiiiin.iiiiiiiiiiiiiiMiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiimiiii
goede leiding van eerste krachten het geld
verkeer oover de gansche waereld tot zich
trekken. Dit zal moegelijk zijn door het
vertrouwen dat zal gesteld worden in een
Bank, die niet in 't geheim maar oopenlijk
werkt, die geen belangen van aandeelhouders
maar het belang der gansche menschheid
dient, en alle winsten besteed voor het wel
zijn der gemeenschap. Dit zal ook de bron
van steeds toeneemende inkomsten zijn, een
onuitputtelijke kapitaal-voorraad doen ont
staan die de verdere organisatie van de
waereld-productie en distributie zal moege
lijk maken.
Belastingen worden in de Eenheidsstaat
dan ook niet geheeven. Alle on roerend goed
is Staats-eigendom.
Particulieren moogen geen schatting hef
fen in den vorm van pacht, huur of rente.
De Eenheidsstaat alleen heeft recht tot ver
pachten, verhuuren of rente trekken.
Ia de buitenstad is een waereld-markt en
een waereld-beurs waar de producten van
het eiland zelf en producten uit de gansche
waertld worden verhandeld. De handel is
vrij, in en uitvoerrechten worden niet ge
heeven. Doch de Staat controleert de prij
zen, grijpt in als 't belang der gemeenschap
en der gansche menschheid het noodig
maakt,en verbiedt allen onzeedrlijken handel,
met name den geldhaudel, den fondsenhandel,
eeven als alle zwendel, speculatie, dobbelarij
of woeker.
Alle handel in schuldvordering is
verbooden. De Eenheids-staat is schuld- eischer,
de burgers zijn de schuldenaars. De Staat
leent kapitaal aan de burgers, niet andersom.
De Staatsbank wordt een clearing house"
voor de gansche waereld, met oopenbare
behandeling en afdoening van zaken. Spoe
dig zal zulk een Staat, al is ze klein,
oovervloed bezitten, en het tot de stichting
benoodlgde geld terug kunnen geeven.
De bronnen van rijkdom voor de Eenheids
staat bestaan dus in zijn onroerend goed,
grond, woningen, fabrieken, hotels en zoo
voort, in den toevloed van bezoekers en
in de staatsbank. Geld wordt zuiver ruil
middel, geen machtsmiddel meer, in plaats
van een vloek een zeegen.
Ook arbeidskracht zal niet langer een
handels-artikel zijn. Men heeft thans reeds
in 1919, bij monde van de commissie voor
arbeidswetgeving, hooren constateeren, dat
arbeidskracht niet mag verhandeld worden,
ten voordeele van groote, in 't geheim wer
kende firma's, trusts of maatschappijen.
Arbeid is geen handelswaar en handelen in
arbeidskracht is eeven onzeedelQk als het
houden van slaven.
De Lichtstad zal dan ook van zelve
aangeweezen zijn om den arbeid oover de geheele
waereld te organiseeren, als een arbeids
beurs, die de bizonderheeden van productie
en behoefte kent en de arbeiders daarheen
dirigeert waar ze in 't belang der mensch
heid en dus ook van hun zei ven noodig zijn.
Ze zal den arbeid en den arbeider doen
respecteeren, op haar eigen terrein geen
werkkrachtige in leedigheid dulden, noch
hem hulpbehoevend laten als hij invalide
wordt. Ze zal de productie oover de gansche
waereld organiseeren, zoodat de landver
huizer weet waarheen hij veilig trekken kan,
en de werkeloosheid wordt voorkoomen.
Daarbij is de hulp van organiseerende
krachten van den eersten rang noodig, die
zonder aanzien des persoons worden uitge
zocht, en wie/ arbeidsveld den ganschen
aardbol omspant. Wij weeten nu, dat dit
bereikbaar is.
FREDERIK VAN EEDEN