De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 12 april pagina 5

12 april 1919 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

12 April. '19. No. 2181 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Vrouwen in de Provinciale Staten Teekening voor de Amsterdammer" van Mevr. E. Woutersen-van Doesburgh l Mejuffrouw A. C. VAN DEN BERGH (Viijzinnig-Democrate) De Vrouwen in de Provinciale Staten De verkiezingen voor de Provinciale Staten geven reden tot verheuging: op het oogenblik dat ik dit schrijf, biqken reeds 11 vrou wen gekozen te zijn, en dat, terwijl thans de vrouw de Statenzaal alleen nog maar kan binnentreden op uitnoodigring van den tnanl De vrouw zal in de Provinciale Staten een eigen taak te hebben vervullen. Zó, waar het gaat om de behartiging van het vakonderwijs; hier zal de vrouw kunnen waken over het vakonderwijs voor meisjes. Zoo ook, waar het gaat om de plicht der Staden ten opzichte van zieken- en krankzinnigenverpleging, en van de bestrijding der tuberculose, en ten opzichte van de drinkwatervoorziening en het toezicht op levensmiddelen. En wat de electrificatie van het land aangaat: het is niet in de laatste plaats de huisvrouw ten platten lande, die gedurende de oorlogsjaren het gewicht ervan heeft leeren beseffen. Ook zullen de vrouwen thans medekiezen de leden der Eerste Kamer, zoolang die nog bestaat, en de leden der Gedeputeerde Staten, wier taak in de provincie zeer be langrijk is. In Noord-Holland werden door de bur gerlijke partijen 3 vrouwen gekozen. Mevr. A. Aukes?Timmer behoort tot den Vrijz. Democraten. Voor haar huwelijk was zij onderwijzeres; later heeft zij zich veel be wogen op maatschappelijk terrein en in de politiek. Haar staat van dienst is belangrijk. ZQ is bestuurslid van de Vereeniging voor Verbetering van Vrouwen en Kinderkleeding en van den Ned. Bond voor Vrouwenkies recht; leidster van den Urgentieraad, lid van den Armenraad en van vereenlgingen van plaatselijk belang te Alkmaar, en be st uure lid van de Vrijz. DemocratlscheVrouwenclub. En daarenboven is zij het type van de gemoedelijke, practlsche Hollandsche huisvrouw. Mej. A'. C. van den Bergh is eveneens DE SPECHTEN Van morgen daverde het in hetBloemendaalsche bosch van de spechten. Het is niet veel bosch meer en nauwelijks de onderscneidlng waardig, dat er nu nog ter elfder ure ten kapverbod op is gelegd. Ik heb een herbarium van vijf en twintig jaar geleden en daar zitten allerlei aardige dingen in, afkomstig uit het Bloemendaalsche bosch, die er van getuigen dat daar werkelijk een mooi woud bestond, mild en rijk, met een volledige vegetatie van de eerste, tweede en derde verdieping: de grond in 't voorjaar getooid met anemoontjes, in den zomer overwuifd met mooie hooge boschgrassen, altijd bedekt met fraaie mossen of prijkend met kleurige paddestoelen. Daarboven verhieven zich de bloemheesters onder het dek der hooge boomen. Doch o zoo snel is daar verandering in gekomen, thans is het bosch hol en leep, de grcnd volmaakt k<almetals eenige nog al gevaarlijke afwisseling de kaalgestoven wortels der boomen. Zoo ligt het daar, niet als natuurmonument, maar als treurig bewijsstuk van onverschilligheid, hebzucht, tactloosheid en gebrekkige gevrfjzinnig-democrate. Vroeger leerares aan de Kweekschool voor meisjes te Groningen en aan verschillende H. B. scholen, is zij sedert 1904 directrice van de H. B. S. voor meisjes te Amsterdam, Zij heeft meermalen zitting gehad in examen-commissies voor de hoofdacte en was een van de eerste bestuursleden van de af d. Amsterdam van den Ned. Bond voor Vrouwenkiesrecht. Ook in de tentoonstelling De Vrouw 1813?1913 werkte zij mede als lid van het comitévoor het Middelbaar Onderwijs, Weinig verkiezingen zullen mef zooveel ingenomenheid zijn begroet als die van Mevr. M. B. Boissevain-Pijnappel. Zij werd candidaat gesteld door den Economischen Bond, maar is niet aangesloten bij eene politieke partij. Een begaafde spreekster, zeer intelligent en toegerust met groote kennis, een aantrekkelijk voorbeeld van de krachtig-overtuigde, rustige, waardige strijd ster voor de rechten der vrouw is zij een, persoonlijkheid, wier woord gezag heeft. Zij is een der oprichtsters van den Ned. Bond voor Vrouwenkiesrecht, die zijn bloei voor een niet gering deel aan haar te danken heeft. Voorts is zij lid van het Hoofdbestuur van Het Nut", terwijl zij als ervaren en practische huisvrouw hare taak vond in het Vrouwen-Comitévoor de Distributie en in de Commissie van Alvies voor het Rijks bureau voor Suiker. Candidaturen voor de Tweede Kamer en voor den Gemeenteraad meende zij te moeten weigeren, omdat zij niet zoo veel tijd wensctite te onttrekken aan haar groot gezin. In Drente werd gekozen mevr. J. H. Bergmans-Beins, onderwijzeres te Borger. Zij behoort tot de Vrijz. Democraten. De door de S. D. A. P. gekozen vrouwen komen voort uit allerlei kringen der maat schappij. In N Holland zijn het mevrouw Caderius-van Veen, thans te Amsterdam, vroeger hoofd van de afd. Zandvoort der S.D.A.PJ, en mevr. L. J. van KuykhofKoedijk, lid van den Armenraad en van de Schoolcommissie te Amsterdam en lid van het Hoofdbestuur van den Bond van Soc. democr. Vrouwenclubs. I" Limburg de mijnwerkersvrouw mevr. S. Geys Rappange, in 0/erijsel de dochter van een lid der rechtelijke macht te Almelo mej. G. A. Ladenius, een zeer begaafd lid harer partij. In Groningen mevr. W. meente-politiek. Toch zijn er nog menschen, die het erg mooi vinden, maar die weten niet beter, want zij behooren tot de duizenden en dui zenden en duizenden stedelingen, die al geen flauw besef meer hebben van de on begrensde mogelijkheden in het natuurleven en die zijn opgegroeid zonder ooit een be hoorlijk bosch te hebben gezien. Ook vinden zij op den blooten grond vrijheid van beweglng^ wat ook wat waard is l Merkwaardig is het hoe lang de vogels nog vasthouden aan een landschap, dat ten onder gaat. Met al hun vluchtigheid zijn ze uiterst conservatief en creaturen van sleur en gewoonte. Sommige trekvogels kunt ge met tusschenpoozen van een jaar haast op den dag af precies op dezelfde plekken aantreffen, de broedvogels keeren naar hun oude nestplaats terug, dikwijls naar hetzelfde nest. Rustplaatsen en schuil plaatsen hebben hun vaste bezoekers. Zoo heeft ook het Bloemendaalsche bosch zijn bevolking en bezoekers nog lang behouden en ieder jaar komen er ook de zwermen keepen en vinken, die behooren bij een benkenbosch. Maar met het kaal worden van den bodem en de inkrimping van het struik gewas hebben velen de wijk moeten nemen, zoodat fluiters, roodborstjes, winterkoning en nachtegalen al schaarscher en schaarscher zijn geworden. De boomklevers en spechten hebben mooi stand gehouden en dat is wel in de aller eerste plaats te danken aan de aanwezigheid van abeelen, zwarte populieren en canada's, Mansholt-Andreae, vroeger leerares in de Staathuishoudkunde, thans echtgenoote van een landbouwer, in Fdesland de plattelands-onderwijzerrs mej. G. van Dijk, en mevr. Besuyen-Lindeboom, de weduwe van een bekenden leider in de arbeiders beweging. Een volgende maal iets over het verder verloop der verkiezingen. BERTHA LEDEBOER iiiiiiiiitniMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiir Een mooi Plan Den Haag belooft in den komenden zomer een belangrijk centrum te worden voor allen die belang stellen in het onderwijs en de opvoeding van de rijpere jeugd. Vooreerst krijgen we hier het Nationaal Congres voor Vakonderwijs, dat in Juni zal worden ge houden, en daarna komt, waarschijnlijk een maand later, de Tentoonstelling Opvoeding van de jeugd boven den leerplichtigen leef tijd", waaraan eveneens een driedaagsch Congres zal worden verbonden.Beide onder nemingen zijn van het allergrootste belang, vooral in dezen tijd. Zonder goed vakon derwijs voor jongelui van beide geslachten zal het voor ons volk niet mogelijk zijn den verscherpten strijd om het bestaan te midden van de concurreerende volken der oude en nieuwe wereld vol te houden. Doch evenmin zal het mogelijk zijn een lichame lijk, geestelijk en zedelijk krachtig geslacht te kweeken, een geslacht dat is opgewas sen tegen den nood der tijden en dat de nieuwe wereldorde zal moeten helpen op bouwen en een maatschappij grondvesten, beter dan de hedendaagsche, wanneer niet de uiterste zorg wordt besteed aan de op voeding en alzijdige ontwikkeling van de tegenwoordige jeugd. De voorgenomen tentoonstelling kan zeer veel doen om in dezen stuwkracht te geven. Zij kan ons een beeld geven van datgene wat reeds bestaat en bereikt is; zij kan samenwerking bevorderen van allen die zich met de taak der opvoeding belasten, zoodat geen krachten verspild worden, geen energie verloren zal gaan. Maar zij kan en moet ook aantoonen de leemten die bestaan, 'op dat tengevolge van het zien der tekortko mingen, het aantoonen der fouten, allen die er toe in staat zijn zich zullen aangrijpen om met nieuwe kracht het mooie werk der opvoeding aan te vatten en te verbeteren. Reeds wordt hier krachtig gewerkt aan de propaganda voor de tentoonstelling. Zal zij slagen, dan is er belangstelling noodig van het gansene land, van de geheele be volking uit alle maatschappelijke kringen, maar ook van alle politieke en godsdien stige richtingen. Dan moet er ook van alle kanten worden gewerkt om de noodige gel den (bijeen te brengen; want zonder geld kan nu eenmaal niets tot stand worden ge bracht, zelfs niet de meest ideale zaak. Hier in Den Haag is reeds een vrij uitge breide propaganda-commissie aan heiwerk, voor het meerendeel bestaande uit vrouwen. Is het wonder dat vrouwen vooral zich tot dezen arbeid voelen aangetrokken, zij, die steeds belangstelling hebben voor alles wat het kind betreft, en zulk een groot aandeel hebben aan de opvoeding van de jeugd, zoowel in het gezin als in de maatschappij ? Doch behalve dit moet het propageeren van zulk een belangrijke onderneming als deze tentoonstelling is, een groot genoegen zijn. Het plan is breed opgezet en zal het geheele gebied der zedelijke, lichamelijke en geestelijke opvoeding bestrijken. Leer middelen voor alie vakken van onderwijs, gebouwen in plaat of verkleind model, be nevens de meubileering, inrichting, venti latie, verwarming en versiering vanschoollokalen, het werk van leerlingen, dit alles zal in beeld worden gegeven zoowel voor het algemeen ontwikkelend als voor het vak-onderwijs. Onder dit laatste mag men dan tevens rangschikken het kunst- en nijverheids-onderwijs. Dan zal er een afdeeling zijn die van alles omvat wat de jeugdorganisatles betreft; vereenigingen en cluos, jeugdbladen en tijd schriften, excursies, spel en sport, dit alles wordt in deze rubriek ondergebracht. Aan de lichamelijke opvoeding is een afzonderlijke afdeeling gewijd, evenals aan de hygiëne, waarbij woningtoestanden, kleeding, voeding, rooken en drankbestrijding van zelf ter sprake komen. Verder wordt een plaats ingeruimd voor de tentoonstelling van alles wat de arbeid van jeugdige personen betreft; een interes sante afdeeling op zich zelf. Een ander onderdeel vormt het Tucht- en Opvoedings wezen voor de abnormale en misdadige jeugd; eveneens wordt gelegenheid gegeven voor het toonen van alles wat betrekking heeft op de opvoeding rn het onderwijs van hen die geestelijke of lichamelijke af wijkingen vertoonen. Men denke hier b.v. aan het onderwijs voor blinden en doof stommen. mm iiiiiiiiiiiiiiiiiiii IIIIHIIIMIIIIIIIH i n IIIIIIIIMIMIIIII die in een bosch als dit om hun geringe waarde met rust worden gelaten. In hun brooze hout kunnen die vogels gemakkelijk hun holen uithakken, soms wel een half dozijn achtereenvolgens in eenzelfden boom. Zoo komt het dan, dat thans op mooie morgens het bosch weergalmt van het getier der boomklevers en het getrommel der spechten. Als f en specht zijn voedsel zoekt, dan hoor je een afgemeten tik, tik", in een behoorltk tempo van drie op een seconde, maar als hij zijn vreugd of hartstocht wil uiten dan wordt dat een zeer snelle, luide roffel, kort van duur. maar uiterst intens en dikwijls herhaald. De toonhoogte en het timbre van dien roffel varieeren al naar het instrument, dat gebiuikt word. De specht Kleine bonte Specht Weer een andere rubriek omvat de godsdienst i ge, zedelijke en aesthetische opvoeding, waarbij de litteratuur voor de rijpere jeugd een voorname plaats zal innemen. Over alles wat betrekking heeft op de ontwikkeling en ontspanning men denke aan bioscoop, lectuur, padvinderij enz. enz. zal deze tentoonstelling eveneens de be zoekers inlichten, terwijl een geschiedkundige afdeeling het zeer belangrijke geheel zal komen vervolmaken. Dat de zaak de belangstelling heeft van gezaghebbende kringen, moge blijken uit het feit dat de Minister van Osderwijs, Kunsten en Wetenschappen het Eere-voorzitterschap heeft aanvaard, terwijl verschil lende ministers benevens de burgemeesters onzer drie grootste steden zitting namen in het Eere comité. Het rijk en de gemeente 's-Gravenhage, zegden reeds subsidie's toe, terwijl het gemeentebestuur van Den Haag het mooie gebouw van het gymnasium aan de Laan v. Meerdervoort voor tentoonstel lingsgebouw afstond. Men kan zijn belangstelling reeds thans toonen door zich aan te melden voor het lidmaatschap van tentoonstelling en congres; men kan ook begunstiger worden of een som storten in het waarborgfonds.*) En bovendien kan leder in eigen omgeving propaganda maken voor het welslagen van het sympatieke plan, dat in zoo ruime mate zal kunnen bijdragen tot de krachtige ont wikkeling van de jeugd in dezen tijd, waar van juist thans zooveel afhangt voor de toekomst van ons land en volk. F. S. VAN B \LEN-KLA AR *) Het adres van den len Penningmeester is: Den Haag, Korte Vijverberg l b. Penteekeningen I IJdeltuit Piepend kiert de voordeur open en in de zonnige, zoele lentelucht verschijnt een vier jarig meisje. Met moeite, op de teenen staand, trekt ze e zware deur dicht en wendt zich dan naar het plein, dat in de volle zon te blakeren ligt. Luchtig gekleed in een wit gestrekend jurkje met geborduurde strooken, zwarte kousjes in lage riemschoentjes is het blonde kind vervuld van een heimelijke blijdschap over haar keurig uiterlijk, het mooie weer. Nog eens omkijkend naar moe der die voor het open raam haar kind naoogt wuift ze met beide bloote armpjes en vol trots kijkt moeder naar het elegante popje dat het groote plein oversteekt. De wind speelt in de blonde krullen en het rokje danst om de vlugge beentjes, Het verwende, ijdele kindje voelt zich behagelijk; met een vroolijk hart tript zij doelloos over het groote eenzame plein. Ze strijkt haar jurkje glad en kijkt met behagen naar haar keurig geschoeide voetjes. Daar wordt haar aandacht getrokken door haar schaduwbeeld dat voor haar uit gaat. Daar loopt Suusje." zegt ze zacht voor zich heen en ze kijkt naar haar eigen figuurtje dat als schaduw nog slanker en eleganter lijkt. Het ronde hoedje jp de wui vende krullen, de kordaat zwaaiende armpjes, de luchtige pofmouwtjes, het fladderende rokje en de rappe beentjes houden haar aandacht geboeid en onwillekeurig ijdel vrouwtje als ze is krijgt haar loop een heupwiegenden, draaienden gang, waardoor het schaduwbeeld nog zwieriger en nog bewegelijker over het eenzame, zonnige plein schuift. Aan het eind gekomen, draait ze zich om, om nog eens het plein overstekend te genieten van haar ijdelheid. Teleurgesteld kijkt ze een paar keer om naar de schaduw, die nu zoo ongemakkelijk achter haar aan komt. De aardigheid is er nu af. Thuisko mend leunt ze met beide bloote armen op het vensterkozijn en met ondeugende, vroolijke, beschaamde blikken kijkend door haar blonde krullen zegt ze tegen moeder, die in de kamer staat: Als Suusje zoo alleen over het plein wandelt, dan vindt Suusje zichzelf zoo 'n aardig kind." II De kleine Christin Marietje l" roept een zenuwachtige stem van boven. Marietje! snij jij even mijn boterhammen en smeer ze. Ik heb me ver slapen en de tram komt zoo dadelijk." Ja," roept het twaalfjarig zusje terug, en beijvert zich de dikke pillen te snijden, de helft grijs, de helf wit, smeert met moeite de harde boter erop en in overmatige gedienstigheid snijdt ze alles in reepjes. Bonkende stappen op de trap, een driftige pas door de lange gang en daar komt hijgend en blazend de 18 jarige gymnasiast, die eiken dag heen en weer reist naar school, de kamer instuiven, vuurrood van zenuwachtige haast, onder den eenen arm een reusachtig dikke tasch met boeken, in de andere hand boord en das, die hij wel al etende zat omdoen. Marietje schenkt zijn thee in, begaan met haar broer, die nu niet even rustig kan ontbijten. zit namelijk nog al hoog in den boom en hamert 'dan tegen een tak, die hem schikt en die volgens bekende natuurwetten gaat meetrillen onder de herhaalde slagen, die hij er met zijn sterken snavel op toebrengt. Nu kan dezelfde spechtensoort verschil lende takken gebruiken en zoo komt het dan, dat ge in het bosch roffels hoort van verschillend geluid. Het lukt meestal wel spoedig om den trommelaar te vinden, wit met zwart met rood aan de buik en als 't een mannetje is, ook vlammend rood op den kop. En ge zult ontdekken, dat het wijfje, die dat rood op den kop mist, ook van tijd tot tijd een beetje meeroffelt. Soms klimmen ze boven in den boom en roepen luidkeels tjedoek, tjedoek" om te toonen, dat ze vocaal ook nog wat te beduiden hebben. Nu klonken tusschen de forsche roffels ook nog dunnere, maar even vinnig, afge wisseld met een helder en blij kli, kli, kli" tot tien of twaalf maal toe. Dit geluid wordt in de laatste jaren al meer en meer gehoord en is afkomstig van een miniatuur bonte speentje, dat niet veel grooter is dan een koolmees en in zijn manieren ook sterk aan de meezen herinnert. Zijn veerenkleed stemt in hoofdzaak overeen met dat van zijn grooteren familiegenoot en hij beitelt zich ook een nest in den boomstam, maar terwijl het nestgat van een groote bonte specht zoo groot als een rijksdaalder lijkt, is dat van de kleine nog kleiner dan een gulden. Ook wil hij wel in nestkastjes broe den en als er in het Vondelpark maar ge noeg van die dingen op veilige plaatsen 't Kindje dat lag daar zoo blozend en blij, Vader en Moeder die stonden er bij; Bloemen op tafel, ze geurden zoo zoet 'n Welkom op aarde, een lieflijke groet. Zestien jaar later, in 't zelfde gezin : Zij voor den spiegel, bekeek zich er in; 'n Doos werd voorzichtig op tafel gezet: Snoezigl Van hém l Kijk, haar eerste bouquet! Zij was de Bruid en ze stond kant enklaar Op haar klein kamertje, bloemen in 't haar; Bruidskleed en sluier van sneeuwwitte zij, Hij kwam haar halen zoo stralend en blij... @ @ @ BLOEMEN.®@»@ Eens, toen ze las in een boek uit haar jeugd, Zag ze weer voor zich die jong vrije vreugd. Toen viel een bloem, dor, verdroogd, uit het boek, Zij bracht dien middag met mijmeren zoek... Oma was jarig, ze werd tachtig jaar; Rondom haar juichte een kleinkind'renschaar. 't Jongste, van vier, had een vers opgezegd En een bouquet op haar schoot neergelegd. & S $- (§ BLOEMEN.& ^ <§ Niet heel veel later, op 'n zonnigen dag,' Was het, of Oma te sluimeren lag. Wér werd ze toen in de bloemen gezet... Eén er van zit nu nog bij haar portret. H. CLINGE DOORENBOS Wel allemachies l" roept hij uit heb je nu alles aan reepjes gesneden l Ik heb geen tijd meer", roept hij bijna stampvoetend uit en ik had de boterhammen in de tram willen eten. Wat stom nou toch ! Dat vroeg ik je toch niet ?" Marietje zet bedrukt het dampend kopje thee naast het volle bord en zegt, begin nu maar, de tram is wel eens laat". Neen, daar kan ik heusch niet op rekenen." En nu zijn boord en das om zijn, zoekt lig in driftige haast de noodige boeken uit, pakt ze in de tasch en gaat de deur uit. Marietje kijkt beduusd naar het volle bord en het kopje thee en ofschoon ze wat ge slagen was door zijn ruwen, toon en ondank baarheid, is haar hart toch vervuld van meewarigheid om zijn leege maag. Opeens rent ze naar de keuken, haalt uit de kast een leegen kruidenierszak, schvdt er het volle bord met reepjes in uit en holt de straat op. Ik zou nog liever!" bromt de meid, die de kamer doet; ze IQkent wel mal." Net op tijd kan Marietje den vollen zak in haar broers hand duwen en deze, een beetje geroerd, o ver wint zijn slungelachtige schaam te, geeft zijn zusje midden op den publieken weg een zoen: Dank je wel, hoor," zegt hij hartelijk. A. W. BLAAUW-HEERING IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII Illllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Verbetering Een Ingeslopen drukfout maakte van Het juk der Tartaren", het juk der Czaren, in het artikel: Het Bolsjewisme en de Vrouw", van Wladimir. (Zie vorig Nr). Wfl wenschen deze f jut onder den aandacht der lezers te breng ;n. E. M. R. IIIIMI imimiiiijiiiuiiiiiimiiiiiiiiiii itini intiimiiiiiiiiiiii :: VERHUIZEN :: MEUBELS BEWAREN E. J, VflN 5CHAICK BOOTHSTRflflT UTRECHT waren opgehangen, dan zouden ze zich er stellig wel vestigen, want ze komen er nu al dikwijls genoeg op hun onderzoeklngstochlen. Het is bijzonder aardig, dit bonte diertje te zien klauteren tegen den boom stam, snuffelend tusschen de korstmossen, onderzoekende tikjes gevend tegen den schors en dan opeens fel hakkend, dat de splinters rondvliegen, als hij op het geluid af een larvengang of een kever-schuilplaats heeft ontdekt. Daarbij raakt hij zoo opgeto gen, dat hij even dat helder kli, kli" moet uitglllen. Ik weet niet precies, waaraan we het te danken hebben, dat het kleine vogeltje hier langzamerhand talrijker wordt. De groote groene specht wordt gaandeweg minder tal rijk, wat zeer te bejammeren is, want hij is ook een groot lawaaimaker. Daarentegen worden wij verblijd met een intocht van zwarte spechten. Langzaam maar zeker komen zij uit het Oosten opdagen. Een jaar of tien geleden golden zij nog als groote zeldzaamheid, maar thans gaat er geen jaar voorbij of wij hooren van ettelijke zwarte spechtnesien in Overijsel en in den achter hoek van Gelderland. Wel worden zij nog dikwijls door buitengewoon oude'wetsche en slecht onderrichte menschen neergeknald als vreemde vogels", maar ook daar zal nog wel eens eind aan komen en dan wordt onze lente alweer verrijkt met een nieuw geluid. Als dat wat meer tot mij is door gedrongen, hoop ik er u nog eens van te vertellen. JAC. P. T H ij s s E '

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl