Historisch Archief 1877-1940
12 April. '19. No. 2181
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Vrouwen in de Provinciale Staten
Teekening voor de Amsterdammer" van Mevr. E. Woutersen-van Doesburgh
l
Mejuffrouw A. C. VAN DEN BERGH (Viijzinnig-Democrate)
De Vrouwen in de Provinciale Staten
De verkiezingen voor de Provinciale Staten
geven reden tot verheuging: op het
oogenblik dat ik dit schrijf, biqken reeds 11 vrou
wen gekozen te zijn, en dat, terwijl thans de
vrouw de Statenzaal alleen nog maar kan
binnentreden op uitnoodigring van den tnanl
De vrouw zal in de Provinciale Staten
een eigen taak te hebben vervullen. Zó,
waar het gaat om de behartiging van het
vakonderwijs; hier zal de vrouw kunnen
waken over het vakonderwijs voor meisjes.
Zoo ook, waar het gaat om de plicht der
Staden ten opzichte van zieken- en
krankzinnigenverpleging, en van de bestrijding
der tuberculose, en ten opzichte van de
drinkwatervoorziening en het toezicht op
levensmiddelen. En wat de electrificatie
van het land aangaat: het is niet in de
laatste plaats de huisvrouw ten platten
lande, die gedurende de oorlogsjaren het
gewicht ervan heeft leeren beseffen.
Ook zullen de vrouwen thans medekiezen
de leden der Eerste Kamer, zoolang die nog
bestaat, en de leden der Gedeputeerde
Staten, wier taak in de provincie zeer be
langrijk is.
In Noord-Holland werden door de bur
gerlijke partijen 3 vrouwen gekozen. Mevr.
A. Aukes?Timmer behoort tot den Vrijz.
Democraten. Voor haar huwelijk was zij
onderwijzeres; later heeft zij zich veel be
wogen op maatschappelijk terrein en in de
politiek. Haar staat van dienst is belangrijk.
ZQ is bestuurslid van de Vereeniging voor
Verbetering van Vrouwen en Kinderkleeding
en van den Ned. Bond voor Vrouwenkies
recht; leidster van den Urgentieraad, lid
van den Armenraad en van vereenlgingen
van plaatselijk belang te Alkmaar, en be
st uure lid van de Vrijz.
DemocratlscheVrouwenclub. En daarenboven is zij het type
van de gemoedelijke, practlsche Hollandsche
huisvrouw.
Mej. A'. C. van den Bergh is eveneens
DE SPECHTEN
Van morgen daverde het in
hetBloemendaalsche bosch van de spechten. Het is niet
veel bosch meer en nauwelijks de
onderscneidlng waardig, dat er nu nog ter elfder
ure ten kapverbod op is gelegd. Ik heb een
herbarium van vijf en twintig jaar geleden
en daar zitten allerlei aardige dingen in,
afkomstig uit het Bloemendaalsche bosch,
die er van getuigen dat daar werkelijk een
mooi woud bestond, mild en rijk, met een
volledige vegetatie van de eerste, tweede en
derde verdieping: de grond in 't voorjaar
getooid met anemoontjes, in den zomer
overwuifd met mooie hooge boschgrassen, altijd
bedekt met fraaie mossen of prijkend met
kleurige paddestoelen. Daarboven verhieven
zich de bloemheesters onder het dek der
hooge boomen. Doch o zoo snel is daar
verandering in gekomen, thans is het bosch
hol en leep, de grcnd volmaakt k<almetals
eenige nog al gevaarlijke afwisseling de
kaalgestoven wortels der boomen. Zoo ligt
het daar, niet als natuurmonument, maar als
treurig bewijsstuk van onverschilligheid,
hebzucht, tactloosheid en gebrekkige
gevrfjzinnig-democrate. Vroeger leerares aan
de Kweekschool voor meisjes te Groningen
en aan verschillende H. B. scholen, is zij
sedert 1904 directrice van de H. B. S. voor
meisjes te Amsterdam,
Zij heeft meermalen zitting gehad in
examen-commissies voor de hoofdacte en
was een van de eerste bestuursleden van
de af d. Amsterdam van den Ned. Bond voor
Vrouwenkiesrecht. Ook in de tentoonstelling
De Vrouw 1813?1913 werkte zij mede als
lid van het comitévoor het Middelbaar
Onderwijs,
Weinig verkiezingen zullen mef zooveel
ingenomenheid zijn begroet als die van
Mevr. M. B. Boissevain-Pijnappel. Zij werd
candidaat gesteld door den Economischen
Bond, maar is niet aangesloten bij eene
politieke partij. Een begaafde spreekster,
zeer intelligent en toegerust met groote
kennis, een aantrekkelijk voorbeeld van de
krachtig-overtuigde, rustige, waardige strijd
ster voor de rechten der vrouw is zij een,
persoonlijkheid, wier woord gezag heeft. Zij
is een der oprichtsters van den Ned. Bond
voor Vrouwenkiesrecht, die zijn bloei voor
een niet gering deel aan haar te danken
heeft. Voorts is zij lid van het Hoofdbestuur
van Het Nut", terwijl zij als ervaren en
practische huisvrouw hare taak vond in het
Vrouwen-Comitévoor de Distributie en in
de Commissie van Alvies voor het Rijks
bureau voor Suiker. Candidaturen voor de
Tweede Kamer en voor den Gemeenteraad
meende zij te moeten weigeren, omdat zij
niet zoo veel tijd wensctite te onttrekken
aan haar groot gezin.
In Drente werd gekozen mevr. J. H.
Bergmans-Beins, onderwijzeres te Borger.
Zij behoort tot de Vrijz. Democraten.
De door de S. D. A. P. gekozen vrouwen
komen voort uit allerlei kringen der maat
schappij. In N Holland zijn het mevrouw
Caderius-van Veen, thans te Amsterdam,
vroeger hoofd van de afd. Zandvoort der
S.D.A.PJ, en mevr. L. J. van
KuykhofKoedijk, lid van den Armenraad en van de
Schoolcommissie te Amsterdam en lid
van het Hoofdbestuur van den Bond van
Soc. democr. Vrouwenclubs. I" Limburg
de mijnwerkersvrouw mevr. S. Geys
Rappange, in 0/erijsel de dochter van
een lid der rechtelijke macht te Almelo
mej. G. A. Ladenius, een zeer begaafd
lid harer partij. In Groningen mevr. W.
meente-politiek.
Toch zijn er nog menschen, die het erg
mooi vinden, maar die weten niet beter,
want zij behooren tot de duizenden en dui
zenden en duizenden stedelingen, die al
geen flauw besef meer hebben van de on
begrensde mogelijkheden in het natuurleven
en die zijn opgegroeid zonder ooit een be
hoorlijk bosch te hebben gezien. Ook vinden
zij op den blooten grond vrijheid van
beweglng^ wat ook wat waard is l
Merkwaardig is het hoe lang de vogels
nog vasthouden aan een landschap, dat ten
onder gaat. Met al hun vluchtigheid zijn
ze uiterst conservatief en creaturen van
sleur en gewoonte. Sommige trekvogels
kunt ge met tusschenpoozen van een jaar
haast op den dag af precies op dezelfde
plekken aantreffen, de broedvogels keeren
naar hun oude nestplaats terug, dikwijls
naar hetzelfde nest. Rustplaatsen en schuil
plaatsen hebben hun vaste bezoekers. Zoo
heeft ook het Bloemendaalsche bosch zijn
bevolking en bezoekers nog lang behouden
en ieder jaar komen er ook de zwermen
keepen en vinken, die behooren bij een
benkenbosch. Maar met het kaal worden van
den bodem en de inkrimping van het struik
gewas hebben velen de wijk moeten nemen,
zoodat fluiters, roodborstjes, winterkoning en
nachtegalen al schaarscher en schaarscher
zijn geworden.
De boomklevers en spechten hebben mooi
stand gehouden en dat is wel in de aller
eerste plaats te danken aan de aanwezigheid
van abeelen, zwarte populieren en canada's,
Mansholt-Andreae, vroeger leerares in
de Staathuishoudkunde, thans echtgenoote
van een landbouwer, in Fdesland de
plattelands-onderwijzerrs mej. G. van Dijk,
en mevr. Besuyen-Lindeboom, de weduwe
van een bekenden leider in de arbeiders
beweging.
Een volgende maal iets over het verder
verloop der verkiezingen.
BERTHA LEDEBOER
iiiiiiiiitniMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiir
Een mooi Plan
Den Haag belooft in den komenden zomer
een belangrijk centrum te worden voor allen
die belang stellen in het onderwijs en de
opvoeding van de rijpere jeugd. Vooreerst
krijgen we hier het Nationaal Congres voor
Vakonderwijs, dat in Juni zal worden ge
houden, en daarna komt, waarschijnlijk een
maand later, de Tentoonstelling Opvoeding
van de jeugd boven den leerplichtigen leef
tijd", waaraan eveneens een driedaagsch
Congres zal worden verbonden.Beide onder
nemingen zijn van het allergrootste belang,
vooral in dezen tijd. Zonder goed vakon
derwijs voor jongelui van beide geslachten
zal het voor ons volk niet mogelijk zijn
den verscherpten strijd om het bestaan te
midden van de concurreerende volken der
oude en nieuwe wereld vol te houden. Doch
evenmin zal het mogelijk zijn een lichame
lijk, geestelijk en zedelijk krachtig geslacht
te kweeken, een geslacht dat is opgewas
sen tegen den nood der tijden en dat de
nieuwe wereldorde zal moeten helpen op
bouwen en een maatschappij grondvesten,
beter dan de hedendaagsche, wanneer niet
de uiterste zorg wordt besteed aan de op
voeding en alzijdige ontwikkeling van de
tegenwoordige jeugd.
De voorgenomen tentoonstelling kan zeer
veel doen om in dezen stuwkracht te geven.
Zij kan ons een beeld geven van datgene
wat reeds bestaat en bereikt is; zij kan
samenwerking bevorderen van allen die zich
met de taak der opvoeding belasten, zoodat
geen krachten verspild worden, geen energie
verloren zal gaan. Maar zij kan en moet
ook aantoonen de leemten die bestaan, 'op
dat tengevolge van het zien der tekortko
mingen, het aantoonen der fouten, allen die
er toe in staat zijn zich zullen aangrijpen
om met nieuwe kracht het mooie werk der
opvoeding aan te vatten en te verbeteren.
Reeds wordt hier krachtig gewerkt aan
de propaganda voor de tentoonstelling. Zal
zij slagen, dan is er belangstelling noodig
van het gansene land, van de geheele be
volking uit alle maatschappelijke kringen,
maar ook van alle politieke en godsdien
stige richtingen. Dan moet er ook van alle
kanten worden gewerkt om de noodige gel
den (bijeen te brengen; want zonder geld
kan nu eenmaal niets tot stand worden ge
bracht, zelfs niet de meest ideale zaak.
Hier in Den Haag is reeds een vrij uitge
breide propaganda-commissie aan heiwerk,
voor het meerendeel bestaande uit vrouwen.
Is het wonder dat vrouwen vooral zich tot
dezen arbeid voelen aangetrokken, zij, die
steeds belangstelling hebben voor alles wat
het kind betreft, en zulk een groot aandeel
hebben aan de opvoeding van de jeugd,
zoowel in het gezin als in de maatschappij ?
Doch behalve dit moet het propageeren
van zulk een belangrijke onderneming als
deze tentoonstelling is, een groot genoegen
zijn. Het plan is breed opgezet en zal het
geheele gebied der zedelijke, lichamelijke
en geestelijke opvoeding bestrijken. Leer
middelen voor alie vakken van onderwijs,
gebouwen in plaat of verkleind model, be
nevens de meubileering, inrichting, venti
latie, verwarming en versiering
vanschoollokalen, het werk van leerlingen, dit alles
zal in beeld worden gegeven zoowel voor
het algemeen ontwikkelend als voor het
vak-onderwijs. Onder dit laatste mag men
dan tevens rangschikken het kunst- en
nijverheids-onderwijs.
Dan zal er een afdeeling zijn die van alles
omvat wat de jeugdorganisatles betreft;
vereenigingen en cluos, jeugdbladen en tijd
schriften, excursies, spel en sport, dit alles
wordt in deze rubriek ondergebracht.
Aan de lichamelijke opvoeding is een
afzonderlijke afdeeling gewijd, evenals aan
de hygiëne, waarbij woningtoestanden,
kleeding, voeding, rooken en drankbestrijding
van zelf ter sprake komen.
Verder wordt een plaats ingeruimd voor
de tentoonstelling van alles wat de arbeid
van jeugdige personen betreft; een interes
sante afdeeling op zich zelf. Een ander
onderdeel vormt het Tucht- en Opvoedings
wezen voor de abnormale en misdadige
jeugd; eveneens wordt gelegenheid gegeven
voor het toonen van alles wat betrekking
heeft op de opvoeding rn het onderwijs
van hen die geestelijke of lichamelijke af
wijkingen vertoonen. Men denke hier b.v.
aan het onderwijs voor blinden en doof
stommen.
mm iiiiiiiiiiiiiiiiiiii IIIIHIIIMIIIIIIIH i n IIIIIIIIMIMIIIII
die in een bosch als dit om hun geringe
waarde met rust worden gelaten. In hun
brooze hout kunnen die vogels gemakkelijk
hun holen uithakken, soms wel een half
dozijn achtereenvolgens in eenzelfden boom.
Zoo komt het dan, dat thans op mooie
morgens het bosch weergalmt van het getier
der boomklevers en het getrommel der
spechten. Als f en specht zijn voedsel zoekt,
dan hoor je een afgemeten tik, tik", in een
behoorltk tempo van drie op een seconde,
maar als hij zijn vreugd of hartstocht wil
uiten dan wordt dat een zeer snelle, luide
roffel, kort van duur. maar uiterst intens en
dikwijls herhaald. De toonhoogte en het
timbre van dien roffel varieeren al naar het
instrument, dat gebiuikt word. De specht
Kleine bonte Specht
Weer een andere rubriek omvat de
godsdienst i ge, zedelijke en aesthetische opvoeding,
waarbij de litteratuur voor de rijpere jeugd
een voorname plaats zal innemen.
Over alles wat betrekking heeft op de
ontwikkeling en ontspanning men denke
aan bioscoop, lectuur, padvinderij enz. enz.
zal deze tentoonstelling eveneens de be
zoekers inlichten, terwijl een geschiedkundige
afdeeling het zeer belangrijke geheel zal
komen vervolmaken.
Dat de zaak de belangstelling heeft van
gezaghebbende kringen, moge blijken uit
het feit dat de Minister van Osderwijs,
Kunsten en Wetenschappen het
Eere-voorzitterschap heeft aanvaard, terwijl verschil
lende ministers benevens de burgemeesters
onzer drie grootste steden zitting namen in
het Eere comité. Het rijk en de gemeente
's-Gravenhage, zegden reeds subsidie's toe,
terwijl het gemeentebestuur van Den Haag
het mooie gebouw van het gymnasium aan
de Laan v. Meerdervoort voor tentoonstel
lingsgebouw afstond.
Men kan zijn belangstelling reeds thans
toonen door zich aan te melden voor het
lidmaatschap van tentoonstelling en congres;
men kan ook begunstiger worden of een
som storten in het waarborgfonds.*) En
bovendien kan leder in eigen omgeving
propaganda maken voor het welslagen van
het sympatieke plan, dat in zoo ruime mate
zal kunnen bijdragen tot de krachtige ont
wikkeling van de jeugd in dezen tijd, waar
van juist thans zooveel afhangt voor de
toekomst van ons land en volk.
F. S. VAN B \LEN-KLA AR
*) Het adres van den len Penningmeester
is: Den Haag, Korte Vijverberg l b.
Penteekeningen
I IJdeltuit
Piepend kiert de voordeur open en in de
zonnige, zoele lentelucht verschijnt een vier
jarig meisje. Met moeite, op de teenen staand,
trekt ze e zware deur dicht en wendt zich
dan naar het plein, dat in de volle zon te
blakeren ligt. Luchtig gekleed in een wit
gestrekend jurkje met geborduurde strooken,
zwarte kousjes in lage riemschoentjes is
het blonde kind vervuld van een heimelijke
blijdschap over haar keurig uiterlijk, het
mooie weer. Nog eens omkijkend naar moe
der die voor het open raam haar kind naoogt
wuift ze met beide bloote armpjes en vol
trots kijkt moeder naar het elegante popje
dat het groote plein oversteekt. De wind
speelt in de blonde krullen en het rokje
danst om de vlugge beentjes, Het verwende,
ijdele kindje voelt zich behagelijk; met een
vroolijk hart tript zij doelloos over het groote
eenzame plein. Ze strijkt haar jurkje glad en
kijkt met behagen naar haar keurig geschoeide
voetjes. Daar wordt haar aandacht getrokken
door haar schaduwbeeld dat voor haar uit
gaat. Daar loopt Suusje." zegt ze zacht
voor zich heen en ze kijkt naar haar eigen
figuurtje dat als schaduw nog slanker en
eleganter lijkt. Het ronde hoedje jp de wui
vende krullen, de kordaat zwaaiende armpjes,
de luchtige pofmouwtjes, het fladderende
rokje en de rappe beentjes houden haar
aandacht geboeid en onwillekeurig ijdel
vrouwtje als ze is krijgt haar loop een
heupwiegenden, draaienden gang, waardoor
het schaduwbeeld nog zwieriger en nog
bewegelijker over het eenzame, zonnige plein
schuift. Aan het eind gekomen, draait ze
zich om, om nog eens het plein overstekend
te genieten van haar ijdelheid. Teleurgesteld
kijkt ze een paar keer om naar de schaduw,
die nu zoo ongemakkelijk achter haar aan
komt. De aardigheid is er nu af. Thuisko
mend leunt ze met beide bloote armen op
het vensterkozijn en met ondeugende,
vroolijke, beschaamde blikken kijkend door haar
blonde krullen zegt ze tegen moeder, die
in de kamer staat: Als Suusje zoo alleen
over het plein wandelt, dan vindt Suusje
zichzelf zoo 'n aardig kind."
II De kleine Christin
Marietje l" roept een zenuwachtige stem
van boven. Marietje! snij jij even mijn
boterhammen en smeer ze. Ik heb me ver
slapen en de tram komt zoo dadelijk." Ja,"
roept het twaalfjarig zusje terug, en beijvert
zich de dikke pillen te snijden, de helft grijs,
de helf wit, smeert met moeite de harde
boter erop en in overmatige gedienstigheid
snijdt ze alles in reepjes. Bonkende stappen
op de trap, een driftige pas door de lange
gang en daar komt hijgend en blazend de
18 jarige gymnasiast, die eiken dag heen
en weer reist naar school, de kamer instuiven,
vuurrood van zenuwachtige haast, onder
den eenen arm een reusachtig dikke tasch
met boeken, in de andere hand boord en
das, die hij wel al etende zat omdoen.
Marietje schenkt zijn thee in, begaan met
haar broer, die nu niet even rustig kan
ontbijten.
zit namelijk nog al hoog in den boom en
hamert 'dan tegen een tak, die hem schikt
en die volgens bekende natuurwetten gaat
meetrillen onder de herhaalde slagen, die
hij er met zijn sterken snavel op toebrengt.
Nu kan dezelfde spechtensoort verschil
lende takken gebruiken en zoo komt het
dan, dat ge in het bosch roffels hoort van
verschillend geluid. Het lukt meestal wel
spoedig om den trommelaar te vinden, wit
met zwart met rood aan de buik en als 't
een mannetje is, ook vlammend rood op
den kop. En ge zult ontdekken, dat het wijfje,
die dat rood op den kop mist, ook van tijd
tot tijd een beetje meeroffelt. Soms klimmen
ze boven in den boom en roepen luidkeels
tjedoek, tjedoek" om te toonen, dat ze
vocaal ook nog wat te beduiden hebben.
Nu klonken tusschen de forsche roffels
ook nog dunnere, maar even vinnig, afge
wisseld met een helder en blij kli, kli, kli"
tot tien of twaalf maal toe. Dit geluid wordt
in de laatste jaren al meer en meer gehoord
en is afkomstig van een miniatuur bonte
speentje, dat niet veel grooter is dan een
koolmees en in zijn manieren ook sterk aan
de meezen herinnert. Zijn veerenkleed stemt
in hoofdzaak overeen met dat van zijn
grooteren familiegenoot en hij beitelt zich
ook een nest in den boomstam, maar terwijl
het nestgat van een groote bonte specht
zoo groot als een rijksdaalder lijkt, is
dat van de kleine nog kleiner dan een
gulden. Ook wil hij wel in nestkastjes broe
den en als er in het Vondelpark maar ge
noeg van die dingen op veilige plaatsen
't Kindje dat lag daar zoo blozend en blij,
Vader en Moeder die stonden er bij;
Bloemen op tafel, ze geurden zoo zoet
'n Welkom op aarde, een lieflijke groet.
Zestien jaar later, in 't zelfde gezin :
Zij voor den spiegel, bekeek zich er in;
'n Doos werd voorzichtig op tafel gezet:
Snoezigl Van hém l Kijk, haar eerste bouquet!
Zij was de Bruid en ze stond kant enklaar
Op haar klein kamertje, bloemen in 't haar;
Bruidskleed en sluier van sneeuwwitte zij,
Hij kwam haar halen zoo stralend en blij...
@ @ @ BLOEMEN.®@»@
Eens, toen ze las in een boek uit haar jeugd,
Zag ze weer voor zich die jong vrije vreugd.
Toen viel een bloem, dor, verdroogd, uit het
boek,
Zij bracht dien middag met mijmeren zoek...
Oma was jarig, ze werd tachtig jaar;
Rondom haar juichte een kleinkind'renschaar.
't Jongste, van vier, had een vers opgezegd
En een bouquet op haar schoot neergelegd.
& S $- (§ BLOEMEN.& ^ <§
Niet heel veel later, op 'n zonnigen dag,'
Was het, of Oma te sluimeren lag.
Wér werd ze toen in de bloemen gezet...
Eén er van zit nu nog bij haar portret.
H. CLINGE DOORENBOS
Wel allemachies l" roept hij uit heb je
nu alles aan reepjes gesneden l Ik heb geen
tijd meer", roept hij bijna stampvoetend
uit en ik had de boterhammen in de tram
willen eten. Wat stom nou toch ! Dat vroeg
ik je toch niet ?" Marietje zet bedrukt het
dampend kopje thee naast het volle bord en
zegt, begin nu maar, de tram is wel eens laat".
Neen, daar kan ik heusch niet op rekenen."
En nu zijn boord en das om zijn, zoekt
lig in driftige haast de noodige boeken uit,
pakt ze in de tasch en gaat de deur uit.
Marietje kijkt beduusd naar het volle bord
en het kopje thee en ofschoon ze wat ge
slagen was door zijn ruwen, toon en ondank
baarheid, is haar hart toch vervuld van
meewarigheid om zijn leege maag. Opeens
rent ze naar de keuken, haalt uit de kast
een leegen kruidenierszak, schvdt er het volle
bord met reepjes in uit en holt de straat op.
Ik zou nog liever!" bromt de meid, die
de kamer doet; ze IQkent wel mal."
Net op tijd kan Marietje den vollen zak
in haar broers hand duwen en deze, een beetje
geroerd, o ver wint zijn slungelachtige schaam
te, geeft zijn zusje midden op den publieken
weg een zoen: Dank je wel, hoor," zegt
hij hartelijk.
A. W. BLAAUW-HEERING
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII Illllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
Verbetering
Een Ingeslopen drukfout maakte van Het
juk der Tartaren", het juk der Czaren, in
het artikel: Het Bolsjewisme en de Vrouw",
van Wladimir. (Zie vorig Nr). Wfl wenschen
deze f jut onder den aandacht der lezers te
breng ;n. E. M. R.
IIIIMI imimiiiijiiiuiiiiiimiiiiiiiiiii itini intiimiiiiiiiiiiii
:: VERHUIZEN ::
MEUBELS BEWAREN
E. J, VflN 5CHAICK
BOOTHSTRflflT UTRECHT
waren opgehangen, dan zouden ze zich er
stellig wel vestigen, want ze komen er nu
al dikwijls genoeg op hun
onderzoeklngstochlen. Het is bijzonder aardig, dit bonte
diertje te zien klauteren tegen den boom
stam, snuffelend tusschen de korstmossen,
onderzoekende tikjes gevend tegen den
schors en dan opeens fel hakkend, dat de
splinters rondvliegen, als hij op het geluid
af een larvengang of een kever-schuilplaats
heeft ontdekt. Daarbij raakt hij zoo opgeto
gen, dat hij even dat helder kli, kli" moet
uitglllen.
Ik weet niet precies, waaraan we het te
danken hebben, dat het kleine vogeltje hier
langzamerhand talrijker wordt. De groote
groene specht wordt gaandeweg minder tal
rijk, wat zeer te bejammeren is, want hij is
ook een groot lawaaimaker. Daarentegen
worden wij verblijd met een intocht van
zwarte spechten. Langzaam maar zeker
komen zij uit het Oosten opdagen. Een jaar
of tien geleden golden zij nog als groote
zeldzaamheid, maar thans gaat er geen jaar
voorbij of wij hooren van ettelijke zwarte
spechtnesien in Overijsel en in den achter
hoek van Gelderland. Wel worden zij nog
dikwijls door buitengewoon oude'wetsche
en slecht onderrichte menschen neergeknald
als vreemde vogels", maar ook daar zal
nog wel eens eind aan komen en dan wordt
onze lente alweer verrijkt met een nieuw
geluid. Als dat wat meer tot mij is door
gedrongen, hoop ik er u nog eens van te
vertellen.
JAC. P. T H ij s s E '