De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 19 april pagina 2

19 april 1919 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 19 Aprl. 19. No. 2182 ALLE EENDJES Teekening voor ,de Amsterdammer" van Jordaan De Oude Kip: Daar gaat nummer drie" iiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiii iiiiiiniiiiitii HET BOSCH door P. H. BURGERS Directeur van het Landgoed Johanna Hoeve" te Oosterbeek Binnenkort acht men de grootste nood voorbij en daarmede wordt ook het Noodboschwetje" overbodig. Het bosch zelf is echter nog geenszins uit de nood! En zeer terecht heeft de Bond Heemschut een adres aan den minister gericht om de noodzake lijkheid te bepleiten van een spoedige tot standkoming van een algemene Boschwet. Wij zijn in dit opzicht achteriqk. Het vrije particuliere initiatief viert hier hoogtij, ook als duidelijk daarmede kwaad aan de ge meenschap geschiedt, en het wetteiqk ingrijpen In particuliere zaken geschiedt pas als het te laat is, althans zér laat, getuige de Noodboschwet die heden nog van kracht is, maar die minstens een jaar te laat kwam. Het Staatsboschbeheer oefent nu toezicht iiiiiiiHiiiiitiimtnMitimNinMinimin iiimiiimmiiiHHiiiiiiiiNNiiiimi ^«M^§N^^ ? i??^oaogg^-g/R^»^-, ROODE ROOZEN DOOR GERALD HAMILTON Donna Maria moest bekennen, dat zq verslagen was... Zij, nog voor kort de meest bewonderde, de meest ben?de vrouw in geheel Rome, was nu het slachtoffer van medeiqden. Haar kloosteropvoeding was pas juist teneinde toen zij, de dochter van een Napolitaanschen prins, huwde met een aristocraat uit Rome. Zij was des'ijds misschien zoo weinig tof al zoo veel) op de hoogte geweest van liefde, dat zfl zeer willig, bqna zelfs in verrukking in de keuze harer ouders had toegestemd. Spoedig echter kwam z8 tot de fatale ont dekking, dat haar temperamentvol en arti stiek karakter weinig overeenkomst had met de bekrompen onverdraagzame natuur van haren echtgenoot; verder, dat zij zelve eene buitengewoon knappe, ja zelfs mooie jonge vrouw was en dat intrigeeren op politiek, en ook op ander gebied, eene bezig heid was waar zij bijzonder veel aanleg voor had. Eene wettelyke echtscheiding bestaat niet in Italië. Maar zelfs al ware dit mogelyk geweest, dan staat het toch nog te bezien of Donna Maria en haar man op zulk eene alledaagsche wijze het probleem van hun huwelijk zouden opgelost hebben. Daar bovendien een cavaliere Servante in het gezelschapsleven van Rome oogluikend geduld wordt verliep er nog geruime tqd eer zy er toe besloten over te gaan tot eene '?scheiding van tafel en bed." Toen dit echter geschied was en Donna Maria bevrqd was van den man, die door iedereen maar poco sympatico gevonden werd, draalde zij niet langer om in alle opzichten van het leven te genieten, daartoe in staat gesteld zoowel door haar rijkdom als door hare vele hoedanigheden. Donna Maria zij verkoos niet bij den naam van haren man genoemd te worden was eene elegante verschijning, zq was eene vrouw van even boven de dertig, die nooit haar figuur bedorven had met de zorgen van het moederschap. Zq was lang en slank en verstandig genoeg iets mér uit te geven uit en kan een kapverbod uit doen vaardigen als gevreesd wordt dat bepaalde boschcomplexen geveldfzullen worden. E*n dergeiqke preventieve maatregel zal ook voor de toekomst groote waarde hebben, maar ons volkskarakter verzet er zich tegen gemassregelt" te worden en het is te vreezen dat de boscheigenaar binnenkort weer frank en vrij hakken kan zooveel hfl wenscht. Het is overbodig om hier nogmaals uit voerig te gaan pleiten voor een spoedige en rijke bebossching In Nederland. De tot standkoming van de Nood-boschwet bewees dat men de noodzaak inziet van flinke boschreserve en ook de aankoopen van het Staatsboschbeheer wqzen in die richting, terwijl de wet op Staatshulp van Gemeentebebosschingen daarvan ook reeds getuigt. Het is echter noodig dat Nederland door een goede wet in staat gesteld wordt groote bosschen te reserveeren, pok al zqn die in handen van particuliere eigenaars. Na de veel bosch verwoestende revolutie in Frankrqk heeft men daar den 29en April iiiiiiimimimiiiiiiifiiiiiiiitiiiMiiiiiiii N.V. PAERELS Meubileering MIJ. COMPLETE MEUBILEERING -: BETIMMERINGEN : Rokin 128 Telef. 4541 N iiiniiiiiiiMtHiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiMimiiiiittiiiiii 1803 een verbod van velling uitgevaardigd voor den duur van 25 jaar, terwqi IQ 1827 de ,Code forestier' kwam waarbij deze ma terie zoo grondig mogelijk verzorgd werd. Inderdaad hebben zulke streng beperkende maatregelen niet den grootsten gunstlgen invloed op een boschuitbreiding. Hier te lande zal men allicht naar andere maatregelen uitzien en dan komt het mij voor dat de Colbertsche wetgeving van 1669 voor ons land zér goede deelen bevat. Colbert heeft voor Frankrijk een wet tot stand gebracht die op alle gebied van de boschpolitiek doeltreffend kon heeten. Naast de strafbepalingen op diefstallen enz., de omschrijvingen van de rechten op het bosch (varkensweide enz.) gaf die wet ook tech nische voorschriften voor het particuliere bedrijf en werd dit onder zeer scherpe eti deskundige controle geplaatst. Ik zal mij niet aanmatigen hier een ont werp samen te stellen dat ik van onze Nederlandsche toestanden gunstig zou ach ten maar ik wil hier toch enkele zaken raar voren brengen die m.i. van grooten invloed kunnen worden. Het eeróte en beste middel om groote boschreserven te scheppen en goed te exploiteeren is naïuurlijk een snelle en krachtige uitbreiding van het Staatsbosch en de orga nisatie van een goed beheer daarvan. Zoo iets bestaat er reeds, maar men schaamt zich over de uiterst langzame uitbreiding van deze tak van dienst. Men heeft goed deskundig personeel, men heeft enkele bosschen, heiden en zandverstuivingen maar het geheel is nog veel te kbin en regeering i en volksvertegenwoordiging zullen er toe om motten gaan op vél ruimere wijze dit groota volksbelang te gaan steunen. Vervolgens moet ten eenenmale gebroken worden met de absolute vrijheid van het particulier initiatief ten dezen. Het boschbedrijf in Nederland is in normalen tijd vrijwel een luxebedrijf van den particulier en in zoover is aanmoediging noodig, maar tegelijk moet voorkomen worden oat de eigenaars onder toevallige omstandigheden er toe over gaan het bosch te gelde te maken op een manier dat dit verloren gaat. De wet kan aldus b.v. voorschrijven dat in dennenbosschen jaarlijks geen grootere op pervlakte gekapt mag worden als door het Staatsboschbeheer ter plaatse vast te stellen en tevens kan de plicht van onmiddellijke hcrbebossching opgelegd worden. Het staatsboschöeheer is deze herbebossching toe te vertrouwen uit de inkomsten der veiling, zoo de particulier geen garantie van goed werk kan geven. Het is daarvoor noodig dat de staat alle boschbedrrjven die grooter zijn dan b.v. 10 H.A. contro leert. De Houtvester van de staat kan voor elke streek den omloop" bepalen, d. w. z. den leeftijd waarop geveld mag worden, en hij kan de grootte der velling daaruit bepalen. Hij kan adviseeren en hulp verleenen bij de boschverpleging en de herbebossching of ontginning en in speciale ge vallen uitzonderingen toestaan. De boschwet moet voorts omvatten bepa lingen die de gelegenheid open stellen tot j een krachtige bebossching van woesten grond. Reeds wordt een renteloos voorschot dan zij feitelijk bekostigen kon aan enkele toiletten van den Rue de la Paix dan aan een groot aantal japonnen uit Rome of Napels, zooals de meeste Italiaansche dames doen. Zij droeg bijna steeds zwart en haar over vloedig dik zwart haar werd zelfs door hare vriendinnen bewonderd. Donna Maria was artistiek, muzikaal en kon in hooge mate geestig zijn. Geen wonder dus, dat haar kleine salon zich steeds vulde met het beste gezelschap, dat Rome bieden kan, aangenaam afgewisseld met het welkome cosmopolltische element uit het Corps diplomatique. Ugo Colognetti, een heerlijk levenslustige knaap, donker en, zooals hare vrienden zeiden, bijna onfatsoenlijk knap, was eer tijds, in de dagen van haar huwelijksleven in de Casa Doglio, Donna Maria's cavaliere servante geweest. Hoewel 'Donna Maria zelf toegaf zes jaar ouder te zijn, bleef ugo, ook na de scheiding, meer dan ooit persona grata in het smaakvolle aparte ment waar zij woonde, op den hoek van de Via Sistina en de Piazza del' Trinita met het mooie uitzicht op de Scala dl Spagne. En niemand kon eene aanmerking maken op deze inti miteit; integendeel, haar liaison, welke reeds eenige jaren bestaan had, werd zelfs zeer gepast bevonden. Trouwens men ont moette onder de elite van Rome tal van dames, wier amours niet alleen veel minder bescheiden, maar ook veel ingewikkelder" waren. Zij bleef haar Ugo dan ook trouw en toen op zekeren dag die verwende jongeling haar bezocht in de schitterende uniform van luitenant der Lancieri di Firenzi, kwam zij tot de zekere overtuiging, da zij eene ge lukkige en te/reden vrouw was. Ten volle bewust dat het leven zonder Ugo voor haar eene onmogelijkheid zou zijn, was zij ver standig genoeg enkele fhrtations waar de jongen, door zijn jeugdige natnur aan toe mocht geven, door de vingers te zi;n. Als men haar vertelde dat Ugo in de kleed kamer eener beroemde zangeres was gesig naleerd of dat men hem gezien had in ge zelschap van een of andere bekende demimondaine, dan haalde zij haar schouders op en glimlachte welwillend, begrijpend; het giftig venijn had z'n uitwerking niet. Zij was bewust van haar macht en verstandig genoeg die grenzen niet te overschrijden. En nu was alles veranderd. Een dwaas jong Amerikaansch poppetje, niet eens mooi, en pas voor korten tijd met eenen Italiaanschen graaf getrouwd, had haar haren Ugo ontnomen. Het was onbegrijpelijk, eenvoudig niet te gelooven... Donna Maria had desnoods Ugo's dood berustend kunnen verdragen; haar inwendige aangeboren trotsch zou de welgemeende deelneming van hare vrienden wel kunnen weerstaan, maar ooit Ugo's liefde te moeten missen, dat was iets waaraan zij nooit ge dacht had. Zij was eenvoudig belachelijk in de oogen van ledereen; die hatelijke op merkingen, die spottende blikken, dat domme gefluister, maar bovenal die ergelijke voorkomendheid harer kennissen, was meer dan een mensch kon weerstaan. Er was slechts n wijze om daar aan te ontkomen, een lafheid misschien ... waar geheel Rome over zou spreken, een schandaal veroorzakend, maar het zou haar bevrijden van de opinie van de wereld! Daar in de villa van zijne Atnerikaansche gravin, te midden van de Alban heuvelen, voelde Ugo zich iniuischen ver van gelukkig en lang niet op zijn gemak. Hij had reeds berouw te overhaast den Rubicon van zijn verlangen te zijn overschreden. Hij had dom en ondoordacht gehandeld: er waren geen woorden geweest en er was niet de minste reden voor eene verkoeling in hunne verhouding. Ja, de eenigszins piquante Amerikaansche had hem geboeid en hij had, geheel zonder bij-gedachten, eene uitnoodiglng om een paar dagen bij haar te logeeren aangenomen, trouwens in de meening dat haar man tegenwoordig zou zijn... en die paar dagen waren allengs tot weken gsgroeid, in welke hfl ah 't ware bevangen scheen te zijn geweest door haar charme. Ugo had niet aan Donna Maria geschreven omdat hij niet goed ge durfd had en ongemerkt was de tfjd voorbij gegaan voor dat het tot hem doorgedrongen was, dat hfj niet meer terug kon. Door de praatjes van een koetsier wist men al spoedig in Rome waar l'go verblijf hield en venijnige tongen brachten met graagte het nieuws aan Donna Maria, die moedeloos wachtte in haar bescheiden woning uitziende op de Scala di Spagne. En tout Rome zat in spanning. Wat zou Donna Maria doen? Iets bijzonders natuurlijk, maar wat ? Ea wat zou het lot zijn van de kleine zegevierende contessina? Hetwas einde Juni en dien middag was zij thuisgebleven. Zij was zooals gewoonlijk in het zwa rtgekleed en droeg als eenig sieraad een paar roode rozen, haar lievelingsbloemen. In gedachten verzonken liep zfj rusteloos op en neer door de kamers, doortrokken met den geur van rooien, die men overal zag staan in kristallen kommen, in porcelelnen bakken, in groots en kleine vazen. Een gril had haar op het idee gebracht haar slaap kamer geheel zwart te houden met een en staatshulp bij de technische uitvoering verleend aan gemeenten die hun woesten gronden willen bebosschen maar het komt mij voor dat in die richting nog meer te doen is. Complexen grond van een bepaalde minimumoppervlakte b.v. 500 H.A. zijn nog bij elkaar te brengen in particuliere landen en belooven op den duur een uiterst gun stige grondspeculatie in verband met de trek naar het land, uitbreiding van park steden enz. Het groot-kapitaal ziet er echter tegen op, zoo'n onderneming aan te pakken omdat voor een lange reeks van jaren rente onbereikbaar is en er zelfs veel geld noodig is voor boschverbetering, aanleg en beheer. Het IQ kt mij boven alle twijfel verheven dat binnen enkele tientallen van jaren zér groote uitgestrektheden van onze mooiste gronden, heide en bosch geleidelijk ver kaveld zullen worden en door beperkte bouw-ondernemingen geëxploiteerd zullen worden. Wat op die wijze aan natuurschoon vernield zal worden, kunnen wij reeds onge veer nagaan in de buurt van provinciesteden l Hier zijn verschillende groote belangen samen te brengen. Het is nog mogelijk heden een werkelijk belangrijk boschcomplex van een acht of tienduizend hectaren (en meer!) bijeen te brengen. Indien daar voorloopig een zeer intensief boschbedrijf wordt uitge oefend, is het mogelijk mettertijd daarin op werkelijk aesthetische wijze de uitbreiding van villastad of parkdorp te bewerkstelligen volgens algemeene en groote lijnen. Boschreserven van honderden hectaren, werkelijk grootsche landschapskunst kan dan samen gaan met bouwkunst en stedenbouw. 'Het kapitaal voor een dergelijke onder neming (misschien 10 millioen of iets der gelijks) brengt echter zoo lang geen rente op dat het schroomt zich met zoo'n onder neming in te laten. Hier kan de Staat een enorme steun verleenen door b.v. voor 50 iaar een lage rente te garandeeren en uit te betalen onder bepaalde bindende voorschriften van kapverbod (beneden een bepaalden leeftijd) bebossching, Staatscontrole en terugbetaling uit mogelijke latere winsten bij bouwexploitatie enz. De onderneming zou zoodoende het karak ter krijgen van een vrijwillige leening tegen lage rente, met onderpand en kans op winst na een reeks van jaren, terwijl de geldschie ters reeds aanstonds een buitengewoon goed werk voor de gemeenschap verrichten door de zekerheid te geven van een mooi boschwerk op werkelijk belangrijke oppervlakten gronds. Juist waar het particuliere initiatief, vrijgelaten In kleine ondernemingen en grondspeculatie moordend zijn voor aestheti sche stedenbouw en parkaanleg, moet be proefd worden zulks onder Staatstoezicht in groote lijnen uit te gaan voeren. Bij een jaarlrjksche uitkeering van een half millioen door het Rijk, Provincies en Gemeenten, zou reeds een kapitaal van wellicht 15 mil lioen bij elkaar te krijgen zijn, waarmede een grootsch nationaal Boschpark is te stichten. Indien zulks ondernomen werd in een streek met zich uitbreidende steden en dorpen is de risico zeer gering en zullen ondernemers over eenige jaren winst kun nen maken door geleidelijke afstand van bouwterrein onder goede aesthetische con trole. Het is noodig dat het Bosch" onderden publieken aandacht blQft en dat het niet vergeten wordt bij de talrfjke economische kwesties die zich voordoen ! Een goede Boschwet is spoedig noodzakelijk! overdaad van wijnroode kussens en wfjnroode gordijnen, die prachtig afstaken tegen het mollig zwarte tapijt, de effen zwarte muren en het zwart gelakte ameublement. Zelfs het hooge plafond was zwart geschilderd. Donna Maria liep langzaam heen en weer in dit vreemde slaapvertrek. Zij was geheel alleen, daar de kamenier en het overige personeel dien middag uit waren, naar de kermis. Bij haar schrqftafel bleef zq een oogenblik staan, aandachtig Ugo's portret, in zwart ebbenhouten lijst, aanziende. Het scheen alsof er eene uitdrukking van spot lag in die krachtige knappe gelaatstrekken, in den grooten sensueelen mond en in d schitterende oogen. Zij zuchtte. Ja, het was moeiiqk om plotseling moedwillig een einde te maken aan dit mooie leven. Haar natuur was te aestetisch en tevens te dramatisch om zelfs een oogenblik aan het innemen van vergif te denken en zij had een afkeer van vuur wapenen. Neen, er was een beter, een mooier middel... Langzaam naderde zij een zwart gelakt kastje en het zorgvuldig ontsluitende nam zij er een kleine glazen flesch uit, waarin zich eene doorzichtige vloeistof bevond. Toch vond zij het alles ontzettend minder waardig : zelfmoord wegens den ontrouw van eenen minnaar! Hoe gewoon, hoe intens banaal! Maar zij wist er helaas niets anders op; het was de eenige wijze om te ont komen aan het sarcasme van de menigte en het vuur, dat haar hart verteerde. Zij voelde zich verlaten door iedereen. En haar man, wat zou die er wel van zeggen ? Onbewust als 't ware, zette zij zich aan haar toilettafel. Zq wilde mooi" zqnomte sterven evenals destqds de Fransche noblesse die om zich naar de guillotine te begeven hunne beste kleeren aantrokken. Zij bevoch tigde een vlok watten met een wit mengsel uit een der flacons en wreef hiermede koorts achtig gejaagd hare gelaatstrekken, gelijnd door den onrust der laatste dagen. Even liet zq dit indroogen en nam toen rouge" uit de lade om hare wangen een weinig kleur te geven; daarop het poederdons, karmijn voor de lippen, stift voor de wenk brauwen ... en voor de oogen ? Daar was immers niets voor noodig, die zouden spoedig voor altqd gesloten zijn. Na zorgvuldig hare mooie nagels geëmailleerd te hebben, sprenkelde zij een paar druppels van een welriekend parfum op hare handen. Zij was gereed. Plotseling viel haar blik op een klein kruisbeeld, dat vergeten en stoffig in een hoek van de kamer hing. Zq kon niet weer staan er heen te gaan. Lieve God" sprak AANNEMEN! Kellner zijn is even nuttig Als bij voorbeeld: kamerlid. Maar de eerste zwijgt en wandelt En de tweede praat en zit. Kamerlid kan elkeen worden Met een beetje lef" en gein" Kellners moeten menschenkenners Engelen en heeren zijn. Kellners worden door hun baantje Heel wat ondervinding rijk; Heel het rommelige leven Zien ze spelen in hun wijk: Dames die wel propjes lusten Doen alsof ze sober zijn, Maar hun glaasje limonade Is een grokglas brandewijn. Heeren met een zware pelsjas En een hooge zijden op Leenen voor 'n halve houtsnip Van den kellner stil een pop". Als hij na 'n jaar durft vragen Om hetgeen hij heeft gepoft Is meneer die pop vergeten En de kellner i's een schoft. Op 'n fuif van hooge oomes, Waar schandalig wordt gebrast, Kan men vór de soep niet zeggen Wie er kellner is of gast. Na de koffie en likeuren Dan vergist men zich niet meer, Want dan wordt de gast 'n patser" En de kellner blijft meneer. Als 'n taai habitueetje" Over de bediening klaagt; Als hij om een lucifertje Al 'n paar maal heeft gevraagd; Als hij urenlang blijft kleven Bij zijn leege koffiekop Eet hij, als de kellner weg is, Al de zoute bollen op. Kellners raken door hun arbeid Aan vernedering gewoon. Dankbaar moeten ze nog lachen Voor hun stuiver fooien-loon. Opgedragen aan Johan van American door J. H. SPEENHOFF nut iiiiiiiiiniiiii IIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIII Miiii.iiiHiHiinmiii DEVO Geurige Sigaar FABRIKANTE N.V. DIEVENBACH'8 Holl. Sigarenfabriik UTRECHT ,l?Illlllllll Illllt HUI Illlllll IIIIIIMIUIIIIIIIIIIIIIIM ze tot het bronzen beeldje, wij beiden hebben elkaar niet veel te reggen, vreesik. Gedurende mf]n leven heb ik veel Uwer wetten verbroken... en mijne wijze van sterven is wel de grootste al mijner zonden. Om vergiffenis vraag ik niet, ik verwacht het niet. Maar dit wil ik u zeggen: hetgeen ik in mijn jeugd leerde heb ik niet vergeten. Ik eer u heden even als toen en betreur het slechts, dat mijn geloof niet in staat is mij steun te geven in deze crisis. Schijnheilig kan ik echter niet zijn. Finlta la comoedla!" Even knielde ze toen en zoende snel de voeten van den martelaar aan het kruis ... even als eertijds de Heilige Maagd Zqne Voeten Kuste. En aldus werd het vreemdste gebed besloten, dat ooit tot eenen God gesproken werd. De schrille noten van een straat-muzikant in de Via Sistina drongen tot haar door. De wanklanken van dien Napolitaanschen zanger hinderden haar op dat oogenblik meer dan ooit. Wat een harden stem had die man! Hoe grof bespeelde hij zijn guitaar! Zou dat banale minnelied haar Requiem moeten zijn? Geen brief, niets Het zij achter; haar dood was de verklaring. Waarom zou zij er noodelooze complicaties aan geven? De mogelijkheid bestond bovendien, dat men haar sterven niet voor zelfmoord aan zou zien en dat zou een slot zegepraal zijn, be haald op Ugo. Uit een van de kristallen kommen nam zrj een arm vol roode roozen en terwijl zij zich op haar bed liet vallen, strooide zij de bloemen rondom zich heen. Enkele hield zij nog vast terwijl ze het kleine fleschje opende, dat op de tafel bij haar bed stond... De geur van de roozen was sterk, maar sterker nog was de doordringende reuk ven ether, gruwelijk bijtend als een wolk van duivels wierook. Zoo lag zij met de armen wijd uitgestrekt op haar bed en in het schemer duister van de kamer gelijk een parodie op het kruis dat boven haar hing. De roode roozen bq haar hoofd en aan haar voeten, aan haar middel en in de uitgestrekte handen waren gelijk de open wonden van een fantastisch Christusbeeld... En zoo vond Ugo haar, toen hij eenige uren later schuldbewust de kamer binnen kwam, gebruik makende van den sleutel, dien zij hem gegeven had... lang, lang geleden. En zoo liet hq haar... toen hij wegsloop, terug naar de vroolijke villa te midden van de Alban heuvelen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl