De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 19 april pagina 5

19 april 1919 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

19 April. '19. No. 2182 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Vrouwen in de Provinciale Staten Teekentng voor de Amsterdammer" van E. Woutersen-van Doesburgh II Noord-Holland. Mevrouw M. BOISSEVAIN-P/JNAPPEL Vrouwen in de Provinciale Staten De tweede verkiezingsweek heeft voor de vrouwen 4 zetels in de Provinciale Staten gebracht. Alle 4 gekozen vrouwen behooren tot de S. D, A. P. In Zuid-Holland zijn het Suze Groeneweg en mevr. A. Alberda-Brals, de vrouw van het bekende soc. democra tische Kamerlid. In Zeeland mevr. G. B. Duiker?Blekkink, in Utrecht mevr. BakhuisWolters, belden ontwikkelde vrouwen uit de arbeiderskringen. Er zijn dus In 't geheel gekozen 15 vrouwen; 4 harer werden in de Staten gebracht door vrijzinnige partijen en niet minder dan 11 door de S. D. A. P. Deze cijfers stemmen tot nadenken. Zij kunnen niet uitsluitend worden verklaard uit het feit, dat de S. D. A. P. een machtige partij is. Daarvoor is het verschil te groot. Ons eenig vrouwelijk Kamerlid behoort tot de S. D. A. P. Van de thans gekozen vrouwelijke Statenleden behoort bijna 80 pCt. tot de S. D. A. P. En wanneer de a.s. gemeenteraadsverkiezingen in dezelf ie rich ting gaan, zal dan niet het licht, dat de vrouw ten onzent doet schijnen over de politiek, wat te sterk eenzijdig zijn getint? Ik ben de eerste om in te zien, dat het bij de medezeggenschap der vrouw in de voornaamste plaats gaat behoort te gaan om de vrouw, en pas daarna om hare poli tieke overtuiging. En de eerste om te juichen over het sim pele feit, dat zoovele vrouwen werden gekozen. En ik meen, dat ook de burgerlijke vrouwen aan Suze Groeneweg alle sympathie kunnen schenken. Maar daarna dringt zich toch onaf wrjsbaar de gedachte op, dat het niet goed is, wanneer de invloed der vrouw in onze bestuurs-lichamen overwegend wordt beheerscht door n bepaalde partij. Men ' kan verre staan van alle politieke getwist j en toch het ongewenschte van een dergej lijken eenzijdigen invloed beseffen. De oorzaken...? De vrouwen van vrij zinnigen huize mogen het zich af vragen, cf hare zusteren der S.9.A.P. niet dikwijls in gemeenschapsbesef, in toewijding aan een groote zaak, in werkijver verre hare meer deren zijn l Hoevele vrouwen der Hollaridsche bourgeoisie de wakkeren niet te na ge sproken brengen hare dagen nog door in behaaglijken doezel, alleen maar verstoord door distributie- en dienstboden-misère? Zullen feiten als deze verkiezingen haar wakker schudden? En de vrijzinnige partijen ... hebben zij schuld...? BERTHA LEDEBOER In den Schoonmaaktijd Zij had zich, in de laatste weken, gedeel telijk door eigen schuld, gedeeltelijk door misverstand, in een onaangenaam parket gewerkt. Een klein conflict onder familie leden had, door uitstel van opheldering, gaandeweg heel wat grooter afmetingen aan genomen dan iemand aanvankelijk had be doeld of b dacht. Hoe langer hoe meer per sonen waren er in gemoeid geraakt. Eigenlijk was de sop de kool niet waard ;" maar niemand scheen den moed of den durf of den tact te hebben om de zaak goed aan te pakken en er een eind aan te maken. Het was haar een dagelijksche grief, die ha*r' telkens meer hinderde en haar anders goed humeur in gevaar bracht. ZIJ zag er tegen op, er over door te denken. Dan had zij nog iets wat haar hinderde: een kleinigheid en van huishoudelrjken aard. Ook daar zag zij tegen op; maar daar gold het minder denken dan wel de handen aan het werk slaan. Gedurende den heelen, grauwen, licht-en brandstof armen winter, had zich in een afgesloten zolderkamertje een rommel opge hoopt van voorwerpen, die er tijdelijk waren weggelegd ter nadere beschikking. Heel en half onbruikbaar geworden, versleten of PAASCHBLOEMEN De Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw tn Plantkunde durft het aan om van 24 tot 28 April haar voorjaarstentoon stelling of Croote Plantenkeuring te houden in het gebouw der Sociëteit De Vereeniging te Haarlem. Ge hebt misschien hier of daar in Amsterdam wel de reclame-plaat ervoor aangeplakt gezien: een paar oververhitte en raar beschaduwde, min of meer schrik kelijk kijkende tuinlerstertjes, maar dat is stellig zoo erg niet bedoeld. Alles wijst er op, dat Kennemerland In de week van die tentoonstelling juist op zijn mooist zal wezen. De koude Maart heeft alle groei geremd, eerst thans beginnen milde regentjes te komen en zoo krrjpen we dan omstreeks Paschen alles tegelijk: de nar cissen en hyacinthen nog in fleur, de vroege tulpen in hun schoonste pracht, de late in hun opkomst, alle hagen groen en de kas tanjes juist bezig hun groote bladeren wijd uit te spreiden. De linde heeft dan ook zijn knoppen reeds ontplooid en die van eik en beuk gaan zwellen en bersten. Nu is het een lust langs de zonnige wegen te dwalen en langs de boschranden waar het pijpekruid al hoog is opgeschoten en waar het oranjetipvllndert je dartelt boven de witte bloemen van de lockraket. Zwaluwen scheren over de vlakte, de kievit buitelt in de wei en in het eikenhakhout davert r acht en dag het lied van de nachtegalen, onvermoeid bege leid door dozijnen van andere zangertjes, die In de laatste weken achtereenvolgens zijn komen opdagen en waaronder er genoeg zijn die de nachtegaal gezelschap houden ook gedurende de uren van duisternis. Dit is di tfld van het meest intense natuurgenot, alles roept u naar buiten. Werkelijk de Maatschappij van Tuinbouw en Plantkunde moet al met heel wat voor den dag komen, om ons voor eenige uren aan al dat mooie leven te onttrekken, om ons te lokken binnen de muren in de stad, al is het dan ook de bloemenstad zelve. Doch alleen uit louter nieuwsgierigheid zou ik al gaan kijken. Ook hebben wij van de najaarstentoonstelling in het Concertgebouw nog de allergenoeglijkste herinneringen en wij hebben een jaar of tien geleden in de Vereeniging in de mopie Meimaand ook eens een tentoonstelling gehad van orchideeën, die ors werkelijk heeft geboeid. Ik heb dan ook voor -len vierentwlntlgsten nog hee] goede verwachtingen ook al hebben som migen van miji; bazen-vrlenden er zich bfl mij over beklaagd, dat zij door den kolennood lang niet koaden doen, wat zij wilden en dat wij dus van getrokken of geforceerde bloemen lang zooveel niet te zien zullen krij gen als anders wel het geval zou zTjn. Maar ik ken die bazen en het zal wel meevallen. O,)k is Aalsmeer er nog en Bos koop en heel de Bollenstreek en die zullen met eikander in die zaal wel een lente-beeld opbouwen, dat naast de groote stralende lente buiten ook nog wel belangstelling mag verdienen. Onze Maatschappij is ei niet alleen een van Tuinbouw, maar ook van Plantkunde en juist in en om Haarlem hebben wij de Tuinbouwers die hun roem vooral te dacken hebben aan de omstan digheid dat zij de Plantkunde beoefenden dat zij de heele wereld afzochten naai gebroken, bestemd om f afgedankt f ge repareerd te worden, lagen zij er ordeloos dooreen. Nu werd het hoog tijd, daar reddeing te houden, te keuren, uit te zoeken. t Was te gek, het langer uit te stellen. Op een zonnigen ochtend besloot zij daar eens flink mee te beginnen. Het ëne stuk vór, en het andere na werd ter hand genomen. Zij lachte zelve om de zonderinge combinatie van dingen, die daar op en onder elkander terecht waren gekomen, bien tonnés de se volr ensemble". Af en toe kostten keuring en beslissing haar een oogenblik tijds; maar doorgaans was zij het spoedig met zich zelve eens. n n hoek werd vergaderd wat moest worden weggedaan, in een andere wat zou worden opgeknapt, hetzij eigenhandig of met professioneele hulp. Sommige voorwerjen bestemde zij tot wegschenking, gedachtig aan Emerson's gezegde dat door van meester te veranderen, de dingen een nieuwe waarde krijgen." Invallen van dezen aard vooral bezorgden haar een aangename vol doening. Zij werd er bepaald vroolijk onder. Voor 't eerst, dien morgen, dacht zij in t geheel niet aan haar famille-moeielijkheid. En toen zij er, dien avond, op nieuw aan dacht, was het uit een heel ander gezichts punt. De zaak scheen haar, plotseling, veel minder zwaarwichtig. Het was alsof de keuring en schifting en opreddering op stoffelijk, praktisch terrein, haar, buiten taar zelve om, ook in staat hadden gemaakt ot de fijnere taak om iets dergelijks te doen op een ander, hooger gebied: ookdaarorde :e brengen. Niet alleen werd de wil daartoe in haar wakker; maar ook de weg en de middelen werden haar, als bij inspiratie, aan de hand edaan. Kwam dat van binnen uit, of van buiten af ? Daarover mogen psychologen beslissen. Maar heeft, welbeschouwd, de taal niet reeds zoo iets gedaan, in haar figuurlijke spreek wijze: een opgeruimd humeur?" GEERTRUIDA CARELSEN Voor den Paaschdisch Teekening voor de Amsterdammer" van E. Hei/mans-van Beek ENNY VREDE f Een persoonlijke herinnering De dagbladen hebben vermeld dat naar alle waarschijnlijkheid het schip DeAmstel" dat uit Noorwegen moest komen met man en muis vergaan is. Op dat schip bevond zich ook Enny Vrede. Ik kan niet zeggen hoe ik er van onder den Indruk was en nog ben. Ik heb Enny Vrede betrekkelijk kort medegemaakt, n srizoen.toenikbij Verkade verborden was en ik heb in dit n tijd daar den indruk gekregen, dat zi) een lieve en behulpzame confrateres was. Toen wij b.v. Mrs O !" van Herman Roelvink zouden gaan spelen, had ik een wollen jersey noodlg, die Ik natuurlijk van plan was te koopen. tientje (Enny was haar tooiieelnaam) zei toen dadelijk: hoeftniet, kun je van mij wel krijgen, ik heb er wel tien, zal ze morgen voor je meebrengen, Enny Vrede dan kun je zelf uitzoeken". Toen ik er nu den volgenden dag een aantrok (een beel dig ding, werkelijk), zei z=; houd't maar, het staat je snoezig". Zoo was ze in alles, telkens als ze je kon helpen, deed ze dat. Op de repetities alttjd vroolijk, altijd vol vitaliteit, was ze 'n prettige kameraad, soms een dolle kwajongen en 's avonds op 't tooneel dat mousseerende, dat aansteke lijke in haar lach, die niet te omschrijven charme, dat c was 't niet Sardou die 't zoo voor 't eerst noemdt frou-frou, waardoor origlneele sierplanten, die zij met veel ge duld en volharding langzamerhand ingang doen vinden bij het groote publiek, dat nog maar weinig belangstelling heeft en zoo jammerlijk geneigd is tot sleur. Maar zoo lang de Tubergen's, Krelage's en van Waverens in hun werk volharden is voor dat publiek nog hoop. Ik reken er dus stellig op dat wij op onze tentoonstelling een kort begrip zullen kun nen krijgen van de bloemenlente in de heele gematigde wereld met misschien nog iets van den bloemenrijkdom van de tropen. Daar zal moois zijn uit het Kaapland en uit Ca nada, uit China en Japan, uit het Moorcnland, de steppen van Rusland en Siberië en van de hoope A'pen, den Kaukasus en de Himalaya. Er zal een groote plaats inge nomen worden door de Rhododendrons en Azalia's, aan wier verscheidenheid geen eind schijnt te kunnen komen. Of we uit dezelfde Ericaceeën-familie nog andere be roemde figuren zullen zien? De Kalmia's met hun tooverachtig mooie bloemen kun nen misschien geforceerd wordfn en dan is er ook nog uit het land van Thoreau de fijne Rhodora, die veel te weinig wordt gewaardeerd. Natuurlijk zijn er heele vul lingen van de Bergheide, Erica carnea, die op de hooge bergkammen al bloeit in de vroegste lente. Alles van tulpen en hya cinthen sla ik nu maar over, doch denk even aan de vroege Irissen, waaronder er vele zijn, die veel meer in vraag verdienen te komen. Maar wat te zeggen van de Primula's en hun verwanten, de Cyclamens en het Twaalfeodenkruid, dat afkomstig, is uit de prairicn van Noord-Amerika. De Cyclamens en Soldanellen van de Alpen zijn winterhard in onze tuinen, de Primuia's groot en klein in alle kleuren en vormen van bloei komen van de Kaap en uit de Taf el versiering en tevens dessert Op een groot rond blad, plaatst men in het midden een papier-machë paasch-ei, van onderen en boven zoodanig rond uitgesneden, dat er een klein glazen vaasje in staan kan, gevuld met roode en gele primula's en kvtjes. Een rank fijn groen er om heen. Zes eierdopjes met ledige eierschalen, van onderen en van boven van een opening voor zien, eveneens met bloemen gevuld, plaatst men rondom. De eierschalen kleurt men geel door de eieren in uienwater te koken. Het dessert bestaat uit drie middelmatig groote chocolade eieren, die men met een warm mes voorzichtig in tweeën gespalkt heeft zoodat men zes helften krijgt. Deze chocoladebakjes worden gevuld met gembervla, die men er koud of heel lauw warm in moet doen, daar de chocolade anders zou smelten. De vla is een eenvoudige vanille vla met wat stroop van geconfijte gember er in en een flinke hoeveelheid fijngehakte stukjes gember er door. Men kan er los een een voudig biscuitje bij presenteeren. De bakjes met vla moeten op kleine kristallen bordjes of op ronde wit papieren servetjes staan. E. H.?v. B. minimin miiiiMimiiiiiiiimiir iiiiniii zij zoowel haar publiek als haar medespe lers wist te bekoren. Een kwajongen", ja ; nauw bedwongen, ondeugende pret tintelde in haar blauwe oogen als ze iemand op 't tooneel met een quasl-onschuldig gezicht voor den gek hield of er tusschen nam. Een gamine, maar een allerleukste l Wanneer ze rollen speelde zooals in: Het groote avon tuur" of Mrs O." dan was ze werkelijk onbetaalbaar. Zij was het type van het jonge meisje of de jonge vrouw van stand op ons tooneel. In gevoelsrollen muntte zij minder uit, al speelde ze graag dat (een zwak van veel actrices) wat ze het minst aankon. Dat grcote, over weldigende wat bijv. mevr.Mann in Rosa Berndt heeft, dat had Enny Vrede nooit. De aantrekkelijkheid die zij voor ons had, be stond juist in da*, wat geen van onze actrices op ons tooneel hebaen, in lijn, in haar manier van kleeden, in gaan en staan, in haar bewegen. Ze is nu ongeveer een jaar van ons tooneei weg en waarschijnlijk waren er nog eenige jaren bij gekomen vór wij haar weer op de planken hadden terug gezien; maar terug hadden wij haar zeker gekregen (ik geloof nooit dat ze het zonder het tooneel had kunnen stellen op den duur) als nu niet dit vreeselrjke was gebeurd. Ik kan verklaren dat ze de laatste dagen bij heel veel artisten niet uit de gedachten is geweest en dat er met o zoo groote symphatie over haar gesproken wordt. Ze was bij de confraters bemind, bij allen die haar van nabij gekend hebben. Vreeselijk is 't te bedenken dat zoo'n jong mooi leven, ze was toch eigenlijk pas een nieuw leven ingegaan, daar ze voor de tweede keer getrouwd was, zoo in eens afgebroken is. Wat zullen die laatste oogenblikken ontzettend geweest zQn.de gedachten aan haar twee mooie lieve kinderen GREETJE LOBO -BRAAKENSIEK Himalaya, uit Alpen, Pyreneeën en Karpathen, sommige goed voor den vollen grond, andere zeer mooie kas- en kamerplanten, nog veel te weinig gewaardeerd. En dan zijn er nog muurbloemen en violieren en allerhande aardige planten uit de Papaver familie, Ce Duivenkervelfamilie en de on uitputtelijke familie der Ranonkels. Denk maar eens aan al die prachtige a-.emonen, van ons gewone bosch-anemoontje af tot aan de Pulsatillen en hun verwanten, die zich uit hun harige kraag ontplooien tot prachtbloemen van wel haast een decimeter in middellijn Ik schei er maar uit, doch sla op zijn minst net zooveel over als ik reeds heb aangïioerd. Ja, als onze kweekers wer kelijk voeling houden met de Plantkunde, als zrj aansturen op de helaas nog veel te weinig gewenschte verscheidenheid dan kan de Plantenkeuring zich werkelijk ontwikkelen tot een Bloemenfeest van hooge beteekenis. Herinnert ge u de beschrijving van het bloemenfeest te Haarlem uit Dumas' Tulipe noire? Ik heb eens een paar Franschen ontmoet, die heilig geloofden, dat we ieder jaar in Haarlem zoo'n tulpenfuif hadden met optochten en vuurwerk en al die snarenpijperfl. Ditmaal echter schijnt het er van te zullen komen. De afdeeling Haarlem bestaat precies veertig jaar, een verdienste lijk lid is er veertig jaar aan verbonden en zoo krijgen we dan ook nog een vuur werk en, schrik niet, een cabaret voor onze brave bloemer kwcekers. Een concert en tooneelvoorstelling, dat kan er nog mee door, maar verbeeld je: een bloemententoonstelling in den glorietijd van de frissche lente en dan een cabaret". Nul dat hebben tuin bouw en Plantkunde toch heusch niet noodig. Ook gewaagt men van een bloemencorso, een der vele ijselijke misbruiken van bloemenmateriaal. Ik hoop maar, dat men nog niet iiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiimii imimiiiiimiimii Penteekeningen III Vloeken Moeder l" zegt verontwaardigd een meisje van 13 jaar, leerling van een vijfjarige H.B.S. De jongens op school vloeken toch zoo vreeselijk. Vooral de groote jongens van de vijfde klas. 't Is verschrikkelijk." Als jij het maar niet overneemt," zeggen de broers, die het zich tot taak hebben gesteld te letten op haar woordenkeus en gedragingen, nu ze pas opeen jongens H.B.S. is gekomen. Ijverig zijn ze aile drie bezig met hun huiswerk en moedar zit er rustig bij te handwerken. Plotseling wordt de vredige rust verstoord door een zacht uitgesproken: Verdomme!" De jongens zijn heftig veront waardigd en moeder kijkt verschrikt naar haar dochter. De gedachte flitst door haar hoofd: Daar heb je nu al die verderfelijke invloed van een gemengde H. B. S.!" en nogmaals klinkt het en nu luider Verdomme!" Maar kind, wat mankeert je?" vraagt moeder boos Ja," legt het meisje uit, ik maakte een inktvlek op mijn pasgeschreven werk en toen zei ik het zachtjes. Maar toen gingen de jongens z aan het miauwen, dat ik het nog eens flink overzei. Ik wou eens hooren hoe het klonk", eindigde ze lachend. Nou, als je het nou maar laat", zeggen de principieele broers. Het klonk niets leuk," zegt moeder kalm. A. W. B L A A U \V- H E E R I N G iiiiimiiiimmiiiiiimiiimiiiMiiiimiiiiiiiimimmiiiiimiiiiiiMiiiiiiiiiii Verzoeke alle stukken voor de rubriek Voor Vrouwen" in te zenden Koninginneweg 93, Haarlem. dieper zinkt en er een bataille de fleurs" bij maakt, want dat zou toch wel in zeer hooge mate getuigen van wansmaak en bal dadigheid, ja dat zou in dezen tijd, nu wij zoo noodig den kant uit moeten van deugd en soberheid een misdaad zijn, zelfs al worden de bloemen zooals het er staat, gratis1' ge leverd. Het versieren" van voertuigen voor een bloemerjcorso kan beschouwd worden als een vorm van bindeiij. Er komt op de tentoonstelling nog al vetl binderij, hoogst waarschijnlijk veel meer dan verleden jaar in het Concertgebouw en daar ben Ik wel blij om. Het verwerken van bloemen tot bloemstukken is een groote kunst en van wel evenveel beteekenis lijkt mij de vaardigheid om bloemen te plaatsen in overeenstemming met hun eigenaardig schoon en hun voor komen in de natuur. Wij weten dat :de Japanners dit werk verheven hebben tot een schoone kunst gebaseerd cp een innige vereering van het werkelijk wezen der plant. Een kwarteeuw geleden werd daar bij ons nog al eer s op gelet en over gepraat, maar of op onze cursussen voor bloemenbinderij die hoogere beginselen thans nog wel vol doende worden gehuldigd, zou ik niet dur ven zeggen. Ook hiervoor zal ik mij een paar uren los scheuren van de nachtegalen, om te zien wat de tentoonstelling op dit gebied ten beste geeft. Er is natuurlijk nog veel meer, en zoo durf ik dus gerust aan te raden, de Ten toonstelling te bezoeken. Bovendien, Springer's Haarlemmerhout is dan net op zijn mooist. I AG. P. T 11 I| S S E

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl