De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 3 mei pagina 10

3 mei 1919 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 J-J?J J DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 3 Mei '19. - No. 2184 AANDËREN UIT DAGEN VAN STRIJD Teekeningen voor De Amsterdammer" van George van Raemdonck. Van ons Kroonprinsje Het was een dag van moederlijken trots voor Koningin Elisabeth, teen prins Leopold zijn intrede deed in het Belgische veldleger. De Koning had voor zijn oudsten zoon het 12e Linieregiment gekozen, dat niet alleen te Luik, maar vooral door zijne halsstarrige verdediging van Diksmulde, in de donkere Oktoberdagen van 1914, op zoo schitterende wijze de eer van zijn vlag en den roem van het land had gediend. De prins was pas veertien, en hij had nog al den eenvoud en de spontane! teit van een kind. Aan bevel voeren en eerbewijzen ontvangen scheen hij een vreeselQken hekel te hebben. HQ wist trouwens dat ze er te huis" niet mee gediend waren. Toen hij, op een morgen, met zijn kompagnie aan 't oefenen was op het strand vór de Panne, vroeg zijn kommandant hem naar voren te komen en het bevel van het peleton over te nemen, maar de prins had geen zin: Vooral vandaag niet, zei hij, want moeder" komt met prins de Teek." Hij wilde zfjn zonder meer: een nummer onder de manschappen, en stappen naast hen in rang en in rij op marsch. Zijn kom mandant heeft er soms wel een paar kilo meter bij gelogen, en zijn ransel werd wel wat lichter gemaakt voor zijn jonge schouderen; maar hij wilde niet weten dat hij vermoeid was. Trouwens, was het niet heerlijk met losse armen en beenen te trekken door de dorpen en velden van 't vrije Vlaanderen, en 't luide woord en 't gestamp te hooren van al die jonge, levenslustige kerels naast zich. Er kwamen ook buitenkansjes bij: want eens was hij met zijn majoor, tijdens een halte, in een van de vele dampige cafétjes gegaan en had er twee heusche glazen schuimend bier mogen dringen. Maar prettiger nog waren de verkenningsoefeningen in de duinen; dan kon hij hollen en bollen in het zand zonder de prinselijke prestige een kreuk te geven. Maar hij heeft ook het zwaardere strijdleven onzer jongens leeren kennen. Her haaldelijk is hi] verschillende uren komen doorbrengen in de loopgraven en heeft er de soldaten zien liggen op een handvol stroo of gewoon in het slijk, als beesten in een hok. Prins Leopold zal later met dankbaren eerbied deze school van het leven gedenken. * * * Het Vuur" Prof. Treub heeft Le feu" van H. Barbusse een misdadig misbaksel geheeten, en er moeten in Nederland meer stemmen zijn opgegaan tegen dit werk. Als Belg kan het Nieuwe Düitsche Boeken Tiirme von weitem. Roman von MAROARETE SIEBERT. Berlin 1918. Schuster & Loeffler. 518 blz. M. 10. (12.50) Nog maar zelden heb ik een boek gelezen, dat zoo'n stuggen stijl heeft als dit. Men krijgt den Indruk, dat de schrijfster niet gemakkelijk haar gedachten onder woorden kan brengen. Rijk van Inhoud zijn deze echter en het is jammer, dat het haar niet gelukt een soepeler vorm te vinden. Zij schijnt er zich wel moeite voor te geven, sommige gedeelten zijn vloeiend geschreven, vooral in het begin. Maar dan komen er weer stukken, die zoo uit het aanteekeningboek schijnen overgeschreven. Dan krijgt men lust het boek maar ter zijde te leggen, maar even later leest men toch weer door, onzichtbaar vastgehouden en geboeid door den rijken inhoud. De schrijfster geeft ons een tijdbeeld uit het Duitschland vór den oorlog, van het leven en streven der moderne vrouw: het scheppen van een eigen werkkring en daar naast haar verhouding tot den man, in 't kort: het zoeken naar evenwicht tusschen verstand en hart. Wij doorleven dezen strijd, dit zoeken, al de interessante levenspro blemen, die zich daarbij voor doen, met de hoofdpersoon: Denad Welte. Zij is de jongste dochter uit een aanzienlijke bankiersfamilie, die door de noodlottige speculatie van den vader opeens al haar geld verloren heeft. De lotgevallen van deze familie vormen den belangrijken inhoud van het boek. Toch wordt door deze veelheid van gebeuren het geheel niet lastig te overzien. De eenheid blijft bewaard, doordat we alles zien vanaf Denads standpunt. Wij krijgen het beeld der wereld, zooals het zich in enads ziel weer spiegelt. Met haar heldere, verstandige oogen zien wij de gebeurtenissen in haar omgeving. Zoo slaan wij een blik in het leven van haar oudere zuster, die door de finantiëele ruïne der familie haar huwelijk voor jaren ziet uitgesteld. De tijd, dat haar verloofde naar Afrika is, om daar een bestaan te verwerven, niet anders dan welgevallig in mijne ooren klinken, wanneer ik een Nederlander hoor getuigen van symphathie voor de zaak der Entente, en dit was het, wat uit voornoemd artikel sprak, meer dan zuivere kritiek , maar wanneer daardoor den schrijver en de waarheid onrecht wordt aangedaan, kan ik het moeilijk zonder tegenspraak laten voorbij gaan. Ik heb overigens Het Vuur" wel eens meer hooren afbreken in Frankrijk, doch het was dan telkens door lieden die het zeer goed met hun land bedoelden, maar zelf de ellende van den strijd niet hadden meege maakt. Door mijn kameraden van het front, heb ik dit boek altijd weten omhoog steken als een vlag. Niet dat ze al de beweringen van Barbusse voor hun rekening wilden overnemen, noch dat ze allen zijn geloof deelden in een wedergeboorte der wereld uit dezen baaierd; maar omdat toch eindelijk n man den moed heeft gehad, of het temperament , om het leven aan het front, meer bepaaldelijk het leven van een escouade voetvolk, uit te beelden zooals hfl dat beleefde. Want de soldaten krijgen wel eens 't gevoel dat hun lijden niet voldoende begrepen en gewaardeerd wordt door hun landgenooten, en ze komen tot de bittere overtuiging dat hun bloedig sacrificie te spoedig zal worden vergeten. Wanneer men tot de treu rige ervaring komt, dat op ontzettend groote schaal geprofiteerd werd van den oorlog, dat velen geen rijker oogst hebben gekend dan het bloed onzer jongens, wanneer men de snoeverige schrfjvelarij leest die men in de verschillende oorlogvoerende landen, dag voor dag, wordt roadgevent, dan kan men niet een gevoel van misnoegen van zich afzetten; en men grijpt naar het boek van H. Barbusse als naar eenvriendenhand. Onze jongens zullen gaan tot het bitter einde, tot het land weer bevrijd is en ademen kan en de edele vredcsarbeid kan worden hervat, maar zij willen dat ieder meevoele en meeleve den ontzaglijken ernst van hun strijd, en dat hun leven of hun dood hun volk een milderen dageraad brenge. Ome Jongens" Geen dag is voorbijgegaan sinds mijn verwonding me scheidde van mijn jongens, of ik heb aan hen gedacht met liefde, met dankbaarheid en met trots. Heb ik hun iets van mezelf kunnen geven, ik heb nog meer ontvangen. Het is een ontroerde jubel in wendig, wanneer geheel uw hart de vreugde voelt der broederschap. Als jonge studenten werd onze aandacht reeds gericht naar de sociale beweegredenen onzer Vlaamsche Beweging en ons gemoed werd ontvankelijk voor de maatschappelijke nooden van ons volk, maar we stonden en leefden er buiten. Toen kwam 4e oorlog, die zooveel ellende heeft gebaard, dat vollere innerlijke leven wekken. De eerste dagen in het leger zijn rijk aan ervaring en niet zonder bitterheid. Het hardste van dit gemeenschapsleven is niet te moeten slapen in stallen en schuren, op vertrapt stroo, tusschen pruimende en vloekende arbeiders; ge leert spoedig bij gebrek aan vork en bord uw rantsoen vleesch uit uw vuist verorberen en het vraagt niet veel tijd om te wennen aan de atmospheer van grove boert; het ergste is de geestelijke brengt zij door in ziekenhuizen en klinieken, die zij zelf opricht. Qeen teleurstellingen of bedrog kunnen haar haar idealen doen verliezen. Later, na het eindelijk mogelijk geworden huwelijk, wordt zij een praktische huisvrouw en moeder. Het werk in de particuliere klinieken wordt haast tot een satire in de gesprekken tusschen Denad en haar zuster. Zoo komen we op den weg door Denads leven nog in verscheiden andere milieu s, o.a. door het korte meeleven met haar broer, wien het aan kracht ontbreekt om een plaats in de maatschappij te veroveren en wiens leven zonder innerlijke vreugde ras te gronde gaat. Ook ontmoeten we telkens het bekrompen kringetje van haar moeder,die het welzijn van haar aan weelde gewende eigen ik-je praktisch nuchter in een tweede huwelijk heeft gered. Later maken we kennis met den kring van Denads vriendin Bathildis, die het leven zoo goed van den besten kant weet te nemen. Toen het uitgaande leventje in het deftig ouderlijk tehuis haar net meer beviel en zij geen lust had, evenals haar zusters door de wereldsche moeder aan een goede partij" uitgehuwelijkt te worden, ging zij haar eigen weg, studeerde en deed haar examens. Zoo vindt Denad haar in betrekking in de pro vinciestad, waar ook haar toekomstige werk kring zal zijn. Door Bathildis zien we Denads karakter en natuur nog scherper omlijnd. Bithildis, met haar praktische levensbeschouwing, altijd opgewekt, een weldaad voor wie bij haar komen in de hartelijke sfeer, die altijd in haar kamer heerscht, geniet van haar zelfstandigheid en vrijheid. Zij weet het leven te nemen zooals het is en wandelt steeds in de zonzijde. Zoo gemakkelijk Bathildis dit kan, zoo moeilijk valt het Denad. Jij weet te veel, je denkt te diep," zegt Bathildis tot haar, als Denad niet weet, hoe de juiste oplossing te vinden, als zij in Konrad von Altrnhan den man heeft gevonden, wiens liefde zij beantwoordt. Met die liefde komt het groote kor,flikt in Denads leven. Tot nu toe was zij met vastberaden stap haar weg gegaan, al was die vaak moeilijk. Geholpen door haar helder verstand en haar sterken wil, ging zij na den dood van haar eenzaamheid. Plots is het vroegere kontakt verbroken naar alle zijden; men tracht zijn voelen en denken te verduiken, zich uit wendig te verevenen tot het peil der anderen, bang te worden verdacht van aansteller)], maar de opstandige geest lijdt en wil niet zwijgen in ons. De intellectueele elementen zijn bij het voetvolk een zeldzaamheid onder de minderen. En prof. Treub durft Barbusse te schelden omdat hij zijne escouade uitbeelddelzooals hij ze zag l Dat anderen die wereld hebben weergegeven met andere kleuren, heeft niets te maken met goed of slecht temperament. Men heeft het recht niet op zoo zwakke gronden een brevet van patrio tisme te ontnemen aan iemand die het met zijn bloed heeft veroverd. Wie dit boek heeft gelezen en niet met dieperen eerbied zijn groet brengt aan den franschen poilu, lijkt me niet te zfln doorgedrongen tot den geest van het werk. Als literator had Barbusse natuurlijk zijne escouade kunnen kiezen; hij had in de plaats van een half dozijn stumpers, eenige specimens van de intellectueele elite kunnen schilderen, die, keurversch uit een f ander ministerieel bureau waar ze als onmisbaar" werden geembusqueerd, op het front waren aangeland. Dan zouden we af en toe wat keuriger taal hebben gehoord dan dat onbegrijpelijk bargoensch; maar de geest van de escouade zou er niet bij ge wonnen hebben. De intellectueelen zijn in alle oorlogvoerende landen een zeldzaamheid bij het voetvolk; ik bedoel onder de min deren. De meer ontwikkelden werden natuur lijk beter benuttigd in andere diensten. En grooter werd de plicht voor wie als meerdere of als mindere met hen leven moest. Eerst houden ze zich wat teruggetrokken; ze weten niet goed wat ze hebben aan den Vreemde met zijn voornamer woord en gebaar; van ons zelf moet de toenadering uitgaan en graag wordt ons dan tegemoet gekomen. Dan begint het milde gevoel der gemeenschap. AUGUST VAN CAUWELAERT iimimiiiimi iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii MEDI GENEESKUNDIG ONDERZOEK VÓR HET HUWELIJK door Dr. R. BROMBERG, Arts, den Haag Het vraagstuk van het geneeskundig onder zoek vór net huwelijk is thans weer in een acuut stadium getreden nu allerlei sociaalhygiënische maatregelen en maatschappelfjkgeneeskundige vraagstukken op de dagorde staan in welhaast alle beschaafde landen van onzen aardbol. Daarom heeft m.i. het Comit ter bevordering van geneeskundig onder zoek vór het huwelijk een goed tijdstip uitgekozen met het uitschrijven van de bekende prijsvraag waarbij verlangd wordt een korte populaire verhandeling over de vraag op welke wijze het geneeskundig onderzoek vór het huwelijk door de overheid zoude kunnen worden bevorderd zoodanig dat dit onderzoek zoo spoedig mogelijk in de praktijk toepassing vinde. In verschillende landen is men reeds zoover dat de Staat een offlcieel-geneeskundlge verklaring om trent den gezondheidstoestand van de(n) trouwlustige verlangt, alvorens tet huwelijksluiting over te gaan. Zoo bv. in talrijke staten van Noord-Amerika, waar zelfs een wettelijk huwelijksverbod bestaat voor zwak zinnigen, drankzuchtigen, lijders aan val lende ziekte, morphinlsten, krankzinnigen, geslachtszieken e.d. Ook in Zweden, Bul garije !en Rusland is het huwen niet toegestaan aan krankzinnigen, eplleptici en lijders aan syphilis, terwijl in andere landen bv. Roemenië en Frankrijk wetsontwerpen in denzelfden geest aanhangig zijn gemaakt. Men meende door dergelijke wetten in de eerste plaats opvoedkundig te kunnen wer ken en daarom eischen zij niet alle een ge vader weer naar de school terug en voltooide haar studies met ijzeren volharding. Toen zij, na haar promotie en eerste werkjaren als assistente, naar een hoogere positie en ruimeren werkkring streefde, ondervond zij van alle kanten moeilijkheden, omdat men een vrouw niet op zoo'n verantwoordelijke plaats wilde benoemen. Wat zij bij die sollicitatie beleeft, geeft zoo'n duidelijk beeld van de stille tegenwerking, die de naar onafhankelijkheid strevende vrouw op haar weg ontmoette in het toenmalige Duttschland. We hooren ook van al het eigenaardige, dat zich bij zulk een strijd voordoet. Hoevelen zijn er niet zooals Denadl Als zij ten slotte moet afwachten wat de heeren over haar beslissen, de heeren, die zoo'n hooghartige gönnerhafte" houding tegen over haar aannamen, weet en denkt zij bij zich zelf: und halte ich Hévély geheiratet, iiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiliiililllilililillillilitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiintii neeskundige verklaring waarbij geconsta teerd wordt dat geene zoodanige ziekten aanwezig zijn, doch stellen sommige staten zich tevreden, om al te groote oppositie te vermijden, met de verklaring der betrok kenen dat zij gezond zijn, al of niet bekrach tigd door den eed. Het is evenwel niet onbe denkelijk in een zoodanige aangelegenheid van de naastbelanghebbenden een eedsaf legging te eischen. Maar zelfs in dien daarvan wordt afgezien is de methode van het be dreigen met straf, Indien blijken mocht dat n der echtelieden lijdende is aan een ziekte welke de wet als huwelijksbeletsel heeft erkend, te verwerpen en moet de hulp van geneeskundige verklaringen vór de echtverbintenis als veel deugdelijker worden beschouwd om het sluiten van slechte hu welijken in sociaalgeneeskundigen zin te voorkomen. Indien b.v. een man met een nog niet genezen geslachtsziekte huwt en zijn vrouw besmet, dan zal in veel van deze gevallen de vrouw zich van den aard harer ziekte niet bewust zijn, d.w.z. zij weet niete dat zij door haar echtgenoot is geïn fecteerd. Maar zelfs in dien zij dit wist, zal zij slechts bij uitzondering bereid wor den gevonden dit feit openbaar te maken. Immers hare waarde als vrouw wordt alleen reeds belangrijk minder door het feit dat zij besmet is, onverschillig of deze besmet ting ook geheel bulten hare schuld heeft plaats gehad. Derhalve is het noodzakelijk de besmetting zelve direct te voorkomen, omdat de poging deze Indirect te verhin deren door bedreiging met straf weinig uit zicht op resultaten biedt. Bovendien moet men bedenken dat het in dergelijke gevallen niet slechts gaat om het persoonlijk belang der benadeelde vrouw doch om de volks gezondheid. .The American Breeders Association" heeft dan ook het doel te bereiken dat er wetten tot stand komen welke voor schrijven da' geen huwelijkstoestemming worde verleend vór en aleer een genees kundig onderzoek heeft plaats gevonden en het resultaat daarvan bevredigend bleek. Hier te lande heeft zich de openbare meening nog niet kunnen vertrouwd maken met een dergelijk wettelijk huwelijksverbod. Het comitéter bevordering van genees kundig onderzoek vór het huwelijk gaat dan ook niet zoover dit te eischen. Het stelt zich reeds tevreden met dit onderzoek als zoodanig als volkszede ingang te doen vinden, opdat althans ieder voor zichzelve de verantwoording kan dragen voor den te ondernemen stap zonder daarin te worden belemmerd door gemis aan feitenkennis. Indien nu ook niet te ontkennen valt dat de rashygienische huwelijksverboden, zooals deze in Amerika zijn ingesteld, veel te wenschen overlaten en voor verbetering alleszins vatbaar geacht moeten worden, zoo kan toch tegen hunne bedoeling geen steekhoudend argument te berde worden gebracht. Slechts schijn-humanlteit of groote beperking van het gezichtsveld kan het wreedvinden om het huwelijk te ontzeggen aan personen welke niet waardig zijn dat zij zich voort planten en dezulken welke lijdende zijn aan een geslachtsziekte van de echt verbinten is uit te sluiten tot tijd en wijle dat zij wederom hersteld zijn. Aan den anderen kant toch berust men zonder eenige oppositie in het veel ernstiger feit dat voortdurend tal van personen van beiderlei kunne, welke door de natuur lichamelijk en geestelijk uitste kend zijn bedeeld en welke ook steeds gezond waren, van het huwelijk verstoken blijven, hetzij bij voortduring, hetzij gedu rende hunne allerbeste levensjaren, uitslui tend door den dwang van uiterlijke omstan digheden van economischen aard, welke de maatschappij, indien zij slechts wilde, best in staat ware op te heffen. Teneinde te verhinderen dat lieden welke aan eene nog besmettelijke geslachtsziekte lijden, (voor het meerendeel zonder zich daarvan bewust te zijn, gedeeltelijk evenwel met dit feit wel degelijk bekend) in het huwelijk treden, hunne echtge noot e infecteeren en in een groot deel der gevallen hnn nageslacht schade toe brengen, is zooals zeer velen langzamer hand gaan begrijpen, een maatregel van over heidswege onontbeerlijk. Een groot aantal beschadigingen van het ras welke door de in den tegenwoordigen tijd zoo ontzettend voortwoekerende geslachtsziekten worden so schauten jetzt die andern nach den Kranzen von meiner Hand." Zoo speelt het leven met de kleine menschen, die zich zoo groot en trotsch en zelfbewust voelen en die niets anders zijn dan een figuur op 't groote schaakbord, een speelbal van 't grillig noodlot. Denad krijgt de benoeming en heeft nu een werkkring, waar haar gaven en haar wetenschappelijk streven zich ruim kunnen ontplooien. Zij voelt zich tevreden en ge lukkig in haar werk. Dit is de tijd, waarin zij Bathildis ontmoet en het werk en de gesprekken van deze beide begaafde vrouwen ons een blik vergunnen in het leven van de wetenschappelijk ontwikkelde, zelfstandig werkende vrouw. Met Denads liefde voor Konrad komt nu de tweestrijd in haar leven. De liefde van den rijken en invloedrijken Hévély heeft haar innerlijk niet geroerd. Wel heeft deze liefde er toe bijgedragen, om haar te doen groeien tot de persoonlijkheid, die zij nu is. Hévély's innige liefde, de onbaatzuchtige vereering van den hoogstaanden Franschman, die in ontwikkeling en kunstzin zoo ver boven al de andere mannen staat, die Denad heet leeren kennen, heeft haar dik wijls oogenblikken van twijfel gebracht. Zij voelt zich echter onbewogen in zfjn nabij heid en al is het haar ook haast onmogelijk, al lijdt zij er onzeggelQk onder, zij moet hem eindel|k het woord zeggen, dat zijn hoop op levensgeluk voor goed vernietigt. Voor deze vrouw had hij alles over; zij alleen is hem waard; zij is het eenige kostbare, dat hfj acht en dat de verwende man, die alles bezit, wat een mensch verder op aarde maar wenschen kan, zich nu ziet ontgaan. Denad voelt, wat het voor hem zijn zal en gedachte aan zijn leed werpt een schaduw op geheel haar volgend leven. Toch heeft Denad een echt vrouwelijk verlangen naar liefde, naar overgave en is zij er zich heel goed van bewust, dat haar werk, haar wetenschap alleen nooit in staat zal zijn haar geheel te bevredigen. Als Kon rad In haar leven verschijnt, is het, alsof nu de rust gekormn is. In het begin is hun leven een tijd van volmaakt geluk. Dan komt het langzaam, maar zeker tot een scheiding veroorzaakt en een massa andere ellende ware door zoodanige overheidsbepalingen te voorkomen. Hierbij mag wel in het oog worden ge houden dat door dergelijke maatregelen het sluiten van een huwelijk slechs wordt uit gesteld en niet voorgoed blijft uitgesloten. Natuurlijk kan door voorschriften niet worden verhinderd dat sommigen na de plaatsgehad hebbende echtverbintenis door het plegen van buitenechtelijke gemeenschap zich een geslachtsziekte op den hals halen. Maar zooals de statistiek aantoont vormen de infecties van gehuwden slechts een gering percentage van het totale aantal en boven dien mag men de verhindering van een vermijdbaar onheil niet deshalve nalaten, omdat nu eenmaal niet alle onheil vermijd baar is. IIIIIMMIMlmlmlMMIIM GEBED Ik ook heb mijn rol gespeeld, Velen heb ik bedorven, Velen heb ik tot het geluk gebracht Dat is in uwen dienst. Was ik slecht, o onpartijdig rechter, Als ik strijd bracht en vertwijfeling In de verstilde zielen der bewustelotzen, De fakkel der vernietiging Slingerde in hun levenlooze steden, Het vuur der loutering stak In hun kostelijke eigendommen. Was ik goed En zooveel dichter bij mijn eenigen gebieder, Als ik de verdwaalden Met zachte hand Tot den drempel Uwer woning leidde En hun de poort ontsloot tot een hoogeren [vrede En ongekende rust. Neen, ik was niet. Heer, laat mij onpersoonlijk dwalen over [Uw aarde. Laat mij gemaskerd weldoen En gemaskerd kastijden, Uw beul zijn En evangelist. En achter het masker slechts uw dienaar. Of, zao ge mij dat waardig keurt, Ook niet uw dienaar: De adem van uw woord, De zweep uwer geeseling. Lieflijke schoonheid, Aarde ontstegene, Hoog boven 't woelig watervlak Op zilveren lotos, Laat mij een atoom zijn in de geur uwer zetel Een lichtstraal in uw verblindende glorie. O gij, naar wien mijn ziel zich strekt Voor wien mijn wil zich buigt, Zoo gansch vrijmoedig en zonder schroom Richt ik mfj tot U: Aarde ontstegene. Onzer aarde ontstegene. Mijn lieve Meester, Neem mij in U op, Neem van mij de persoonlijkheid, Die U vijandig is. Neem toch mijn naam En wezen. En laat slechts dat in leven voer uw aan[gezicht, Vogelzang voor uw oor, Kleur en licht voor uw oog, Wat zich noemt de U dienende liefde, De machtige, geloof mij: De machtige, De onsterf'lijke begeerte U stil te dienen, Geruischloos. JOH. C. P. ALBERTS iiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiii iiiiiiiiiiiiiriniiiMiiiiiiini H. BERSSENBRUGGE, PORTRETFOTOCRAAF ZEESTRAAT 65, naast Panorama Mesdag, DEN HAAG. Tel. 1538. tusschen deze twee menschen, die toch zoo innig bij elkaar behooren. In de heerlijke zonnige dagen, die zij samen in het stille Italiaansche dorpje aan de Middellandsche zee doorbrengen, voelt Denad reeds, hoe de maatschappij hun beider stil geluk, dat zich aan de vormen van die maatschappij ntet wil storen, niet zal met rust laten. Ook ziet zij, hoe vast Konrad met zijn officiers loopbaan en «ijn levensopvatting wortelt in die bestaande maatschappij. Hoe het voorhem een onmogelijke positie zal zijn, als zijn vrouw een hoogere en beter bezoldigde be trekking heeft dan hij zelf. Voor Konrad is die gedachte ondraaglijk. Maar hij weet tevens, dat het anders nog jaren zal duren, voor hij zal kunnen trouwen. Denad begrijpt zijn moeilijkheden. Zfj is bereid te wachten, tot hij komen zal, om haar te halen. Maar zij weet ook, dat zij nooit geheel afstand zal kunnen doen van het wttenschappelfjk werk, dat haar lief is geworden en waarin zij weet, dat zij iets kan bereiken. Zoo wordt haar innerlijk heen en weer gerukt tusschen haar liefde en haar werk, de weten schap. Toch is de liefde tusschen deze twee menschen zoo zuiver en sterk, van zoo'n volledig wederzijdsch elkander begrijpen. Maar zij vinden den weg niet, waarlangs zij samen kunnen gaan. Het probleem van de verhouding tusschen man en vrouw in de moderne maatschappij en de konflikten waartoe deze aanleiding kan geven, wordt uitvoerig behandeld. De vrouwen zullen Denads innerlijken strijd meevoelen en een man zal geboeid worden door den diepen blik in het zieleleven der moderne vrouw. Want de vrouw staat in dit boek op den voorgrond. De mannen, die er in voorkomen zijn veel oppervlakkiger geteekend. De figuur van Hévély is de schrijfster nog het beste gelukt. Maar bij de overigen blijft haar kunnen ver beneden haar willen. Tiirme von weitem" noemde zij haar botk. Is het haar eigen levenservaring, die zij nu op een afstand ziet? Of wijst de titel op de toekomst, op de torens van een stad in de verte? E. M. B o L A N D

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl