Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
3 Mei 19. No. 2184
DE NIEUWSTE TOEPASSING
Teekening voor ,de Amsterdammer" van fordaan
D i v i d e et I ra p e r a l"
tlllllllllllllllllllllllll
IIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIinMIlUIIIIIIIIII
DE TROONOPVOLGING
IN NEDERLAND
door mr. J. WACKIE EIJSTEN
Meer en meer gaan hier te lande stemmen
op, die op verandering in de Grondwet
aandringen met betrekking tot de artikelen,
regelende de troonopvolging, welke regeling
men te onzeker en ongewenscht acht. De
plotselinge, algeheele opruiming in
Duitschland onder de regeerende geslachten, van
de* Keizer af waart s tot den kleinsten vorst,
schijnt ook in andere landen haar invloed
te hebben uitgeoefend en bij sommigen nei
ging te hebben doen ontstaan om te ageeren
tegen ons regeeringsstelsel, zonder dat echter
dezelfde gronden daartoe aanwezig zijn.
Bekend is dat in ons land zich onlangs
een republikeinsch partijtje gevormd heeft
dat reeds over een eigen orgaan beschikt,
hoewel, voorloopig althans, met weinig aan
hangers en zonder eenige kracht van
beteekenls. In Nederland mogen vele theoretische
republikeinen zijn, het practisch verzet tegen
het Koningschap is gering.
Een door de meest radicale (politieke)
elementen gewaagde poging om een revo
lutie te bewerken bleek een groot fiasco
en had in hoofdzaak ten gevolge: een
nietgewilde aanleiding tot een spontane
hulde1 MEI 1919
Veranderde inzichten?
Voor eenige weeken ontving ik van den
secretaris van een groep, onder den titel
Sociaal-anarchistische actie, de uitnoodiging
om op n Mei 1919 voor hen te spreeken.
Ik heb die uitnoodiging terstond
aangenoomen, en wachtte nader bescheid. Toen
kreeg ik op 23 April een brief van den
secretaris, den heer L. B. Hilbrlnk, waarin
men mij verzocht de uitnoodiging als niet
gedaan te beschouwen. Als grond werd
opgegeeven, dat men gelet op mijne ver
anderde inzichten" het onvereenigbaar heeft
geacht", mij op den eersten Meidag een
spreekbeurt voor Anarchisten en Commu
nisten te laten vervullen."
Ik antwoordde dat het mij voorkwam dat
het vertrouwen op de kracht hunner ideeën
niet bizonder groot was. Zijn de part ij
genooten zoo spoedig van hun stuk gebracht?
of zijn mijn Ideeën zoo bizonder scherp en
gevaarlijk? Is een discussie met mij zulk
een waagstuk dat men het niet aandurft,
met het oog op de zwakke broeders?
En ik had juist de uitnoodiging met ge
noegen aangenomen, omdat ik er een zekere
voldoening in vond om te toonen dat mijn
inzichten in 't geheel niet veranderd zijn
sinds 1903 toen ik medeplichtig was aan
de groote spoorwegstaking.
Kan het soms zijn dat de partijgenooten
van de S. A. A. een zeker vermoeden hebben
dat er in hun eigen boezem sommige in
zichten zijn veranderd ? En acht men het
niet geraden dat door mij aan 't licht ge
bracht te zien?
En welke inzichten zijn dan in mij ver
anderd, zoozeer dat mijn toespraak
onvereenigbaar" is? (waarmee onvereenigbaar ?)
Ik ben zeer benieuwd dit te hooren, hetzij
mondeling, in een discussie, of in druk.
Blijken mijn veranderde inzichten" soms
uit het feit dat ik mede-redacteur ben aan
dit weekblad, dat natuurlijk onder de bour
geois" organen wordt gerekend?
Maar wie mijn artikelen geleezen heeft in
dit blad die soms erger werden genoemd
dan de Bolsjewieksche inzichten weet
die dan niet dat ik onbekommerd mijn
meeningen hier uit, precies zoo als ik wil,
terwijl mijn meede-redacteuren mij daarin
volkoomen vrijheid laten ?
Die meede-redacteuren zijn dan toch minder
bangeiljk dan de leeden van de S. A. A. Zij
betooging aan het vorstelijk gezin, al kan
niet ontkend worden dat deze huldiging
ten slotte ontaard is in overdreven, opge
schroefde manifestaties, met een politiek
tintje. Het werd des Guten zu viel en ten
slotte liep de hoogoplaaiende geestdrift
vrijwel dood.
Geheel afgescheiden van deze bewegingen
Iflkt het mg toch gewenscht de kwestie
van het voortbestaan van ons tegenwoordig
stelsel van staatsbestuur even nader onder
de oogen te zien.
Wellicht zal in den loop der tijden blijken
dat, voor alle staten, de republiek de aan
gewezen en meest gewenschte
regeeringsvorm is, doch zoover zijn wij nog niet.
De heer Fransscn v. d. Putte heeft een
maal gezegd dat wij slechts Oranjegezind
maar niet monarchaal zijn, hetgeen te be
wijzen valt. Maar in elk geval staat vast
dat het Huis van Oranje-Nassau min of
meer met ons volk is saamgegroeid.
Waar echter mede dient rekening te wor
den gehouden, dat zijn de volgende feiten.
In 1788 werd de survivance voor de
afstammelingen van Stadhouder Willem IV
in beide liniën erfelijk verklaard. De grond
wet van 1815 gaf een regeling van de erf
opvolging en voor de afstammelingen van
Prinses Carolina, zuster van Willem V van
de troonopvolging, en deze is, met enkele
schrijven aan de bourgeois" Ieezers,genoeg
zelfstandigheid toe om mijn roode leeringen
te kunnen verdragen. En ik schrijf liever
in een blad met grooten leezerskringen ruim
programma dan in een eenzijdig part i] blad.
Wat zouden dan wel die veranderde
inzichten" zijn? Ik voor mfl, herleezend wat
ik voor twintig jaren schreef, kan met vol
doening bemerken dat ik in de
toenaangegeeven richting ben voortgegaan, ondanks
de teegenstand die ik zoowel van
sociaaldemocratische als van anarchistische zijde
ondervond.
Ja, Ik durf zeggen dat de geweldige ge
beurtenissen van de laatste jaren de juistheid
van mijn sociale inzichten met grooten na
druk hebben bevestigd. Geen klassenstrijd,
geen dictatuur van haveloozen en verbitterden,
geen politieke machtsmiddelen, geen
gewelddwang?dat waren mijn leuzen. Maar econo
mische actie op vreedzamen weg, nationa
liseering van den bodem en bronnen van
rijkdom, democratiseering van 't bedrijf,
volleedige coöperatie in den geest van Robert
O wen en orde, zelf tucht, eigen voorbeeld
van socialistisch leeven dat alles heb ik
bepleit en bepleit ik nog, met meer kans
op erkenning dan ooit.
Wat is het programma van de Christen
socialisten anders dan een bevestiging van
mijn inzichten?
Laat men eerlfjk en onbevangen leezen
wat ik schreef in mijn zes bundels .Studies",
in de boeken de Blijde Wereld" en Happy
Humanlty" (Glückliche Menschhelt, waar
van thans bij Fischer in Berlijn de tweede
druk zal verschijnen) en laat men dan
eens oprecht nagaan wie meer van de oor
spronkelijke weg is afgeweeken, de sociaal
democratie en de S. A. A., of ik.
Ik wacht af.
FREDERIK VAN EEDEN
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiin in iiiiiiiiiiii
DE l MEI BOODSCHAP VOOR
DE VROUW
door mevr. C. POTHUIS?SMIT
n Mei, de dag van de herboren natuur,
van de lentevreugde.
n Mei, de Arbeidersfsestdag, sinds 1890
door mlllioenen onterfden gevierd als een
vreugdevolle belofte van een maatschappij
waarin de arbeid de eereplaats inneemt.
n Mei van dit jaar, het eerste wederom
nadat de vijandelijke fronten zijn verdwenen
l
N.V. PAERELS
Meubileering M".
COMPLETE MEUBILEERLNG
-: BETIMMERINGEN
:
Rokin 128 Telef. 4541 N
iiiiiiiiiiniiiiiiiiii
wijzigingen, tot op heden gehandhaafd. Ten
slotre regelt Art. 21 Grondwet de benoeming
jij algeheele ontstentenis.
Koning Willem III liet geen zoon na,
<oningin Wilhelmina heeft tot heden even
min een mannelijken afstammeling. In het
gunstigste geval zal, na een huwelijk van
Drinses Jullana, een zoon in het tweede ge
slacht van de vrouwelijke lijn koning van
Mederland worden.
Mocht zij kinderloos komen te overlijden,
dan komen de afstammelingen van Prinses
Sophie van Saksen-Wei mar, zuster van
Willem III, het eerst in aanmerking (3de
jraad), dan die van Prinses Marianne van
Pruisen, tante des Konings (4de graad), ten
slotte die van de Prinsessen Louise van
Zweden en Marie von Wied, nichten des
Konings (5de graad).
In de eerste plaats zou aanspraak op den
troon hebben de kleinzoon van Sophle, Wil
helm Ernst, Groothertog van S. W. Art. 13
van de Grondwet was (de hertog is geen
regeerend vorst meerl) een beletsel, daar
de koning geen vreemde kroon mag dragen
behalve die van Luxemburg. In zijn plaats
<wam dus zijn oudste zoon, enz.; na deze
zijn zuster Marie, de moeder van de veel
genummerde Hendrikken uit het geslacht
Reuss j. 1. De jongere dochter, Elizabeth,
gehuwd met Johann Albrecht van
Mecklenburg-Schwerin; heeft, naar ik meen, geen
kinderen.
In de tweede plaats een der vele prinsen
van Pruisen.
In de derde plaats de nazaten van Koningin
Louise van Zweden: Sleeswijk-Holstcin,
Sonderburg-Glücksburg, Noorwegen,
Schaumburg-Lippe, Zweden.
iiitiiiii iiiiiiiiiiiiMiiiimiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiimiiiiiiiiui ntmiiii
ZATERDAG 3 MEI
DES NAMIDDAGS OM 2' _? UUR
OPENING
TENTOONSTELLING
VAN SCHILDERIJEN EN
TEEKENINOEN DOOR
GUSTAVE DE SMET
EN VAN BEELDHOUWWERKEN DOOR
JULES VERMEI RE
TOEGANG UITSLUITEND
VOOR GENOODIGDEN
VANAF MAANDAG IS DE TENTOON
STELLING VOOR BELANGSTELLENDEN
KOSTELOOS TOEGANKELIJK V. 10-5 U.
j KUNSTZAAL DE BIJENKORF
en de officiëele oorlog is geëindigd brengt
gij niet alleen aan de bedrogen volkeren
tezamen, maar ook aan de vrouwen in 't
bijzonder een boodschap?
Aan de vrouwen, die bij den oorlog, ja
ook bfj den oorlogstoestand in het neutrale
land, het meest hebben geleden? Waren zij
niet in de oorlogvoerende landen de sol
daten in het achterland," van wie elke
inspanning, elk offer kon worden gevraagd!
En drukten in de neutrale streken op haar
niet het zwaarst al de misère van den
crisistoestand, in den vorm van duurte,
schaarschte, woningmoeilijkheden ! Dit alles
in hoofdzaak natuurlijk geldend voor de
vrouw uit de arbeidersklasse en den kleinen
middenstand.
Wij meenen nu, dat deze l Mei haar een
boodschap brengt.
In ons land is het algemeen vrouwen
kiesrecht komende. Wij overschatten de
waarde niet; op zichzelf is het slechts een
verschijnsel. Maar de oorzaken tot die
invoering doen ons de evolutie zien, welke
zich in de maatschappij voltrekt: de vrouw
wordt daarmede hier en overal erkend
als gelijkberechtigd burger van den Staat.
De omwentelingen buiten ons land, welke
wij beleefden, brachten als vanzelfsprekend
het kiesrecht voor de vrouw. Maar tege
lijkertijd zagen daar de vrouwen duidelijker
dan ooit en wij spreken hier nu van
de vrouwen, die aan de zijde der revolutie
staan dat het kiesrecht slechts een midde!
is om aan te wenden in den strijd voor
een betere maatschappij.
Dat de maatschappij, die op de kapita
listische produktiewfjze berust, bankroet
heeft gemaakt in deze jaren, het is
aantalloos velen duidelijk geworden, en onder
hen zijn de vrouwen zeker niet de minsten
Wat nu nieuw zal worden opgebouwd
op gansch gewijzigde grondslagen, de vrouw
zal er geen gering aandeel in hebben.
En het is een aantrekkelijk vooruitzicht
dat de vrouw, die deze veranderde maat
schappij ons brengen gaat, een gehee
andere zal zijn dan die wij kennen. Voor de
maatschappij en voor haarzelf.
Want het is niet waar, zooals sommigen
ons willen doen gelooven, dat de vrouw
altijd werd ontzien, vereerd, aangebeden
Hoogstens in de theorie!
De vrouw natuurlijk de vrouw der
arbeidende klasse allermeest heeft altijd
de zwaarste lasten gedragen in letterlijken
en figuurlijken zin; geduldig en gedwee
zonder dat haar draagkracht, haar geduld
In de vierde plaats de nazaten van de Prinses
von Wied, die nog het meest voeling met
ons land gehouden hebben.
Artikel 14 der Grondwet stelt drie
vereischten: ten 1ste: atstammlng van Koning
Willem 1,2de: naaste bloedverwant, 3de: door
;eboorte tot het huls Oranje-Nassau
beloorende.
Er zijn 6 categorieën van verwachters:
1. mannen uit mannen (Art. U).
2. dochters van den laatst overleden
Koning (Art. 12).
3. dochters uit neergaande mannelijke
Ifinen (Art. 13).
4. dochters uit neergaande vrouwelijke
lijnen (Art. 13).
5. de personen bedoeld in Art. 14.
6. de afstammelingen van Prinses Carolina,
erwrjl de Grondwet eiken afstand van den
roon ten behoeve van een bepaald persoon
uitsluit.
Nu mag met reden betwijfeld worden of
een grondwettelijke bepaling moet gehand
haafd blfjven waarbij bepaald wordt dat
de troon der Nederlanden ten deel moet
vallen aan een zeer verren naneef van
Kontng Willem III, die dus met onze Koningin
n ver verwijderd verband staat en noch
met ons vorstenhuis noch met ons volk
ets gemeen heeft.
Voor het huis van Oranje kan het niets
cwetsends hebben, wanneer een dergelijke
afstammeling" gepasseerd wordt; voor ons
volk kan het geen voordeel hebben, wanneer
deze per se Koning moet worden, met uit
sluiting van alle anderen.
Men bedenke voorts dat de bestaande
Grondwet (vgl. art. 18)geenbeletselisvoor
een graaf van Merenberg om hier te lande
koning te worden, al is de kans daarop voor
deze afstammelingen van Prinses Carolina
van Nassau-Weilburg, zuster van Prins
Willem V, niet bijster groot.
De bezwaren, die men gewoonlijk tegen
liet monarchale stelsel aanvoert, mogen be
kend verondersteld worden: o. a. de moge
lijkheid, dat de door de wet aangewezen
troonopvolger een nulliteit of een voor den
Staat gevaarlijk persoon is, en voorts dat
hij, wat men noemen kan, voor het leven
aangesteld wordt. Zelfs toegevende dat het
koningschap een verouderde instelling is,
moet toch erkend worden dat een
constitutioneele monarchie, als te onzent bestaat,
onmiskenbare voordeelen bezit. Het erfelijke
koningschap heeft dit voor, dat de koning
zijn kroon aan niemand te danken heeft,
niet afhankelijk is, zooals de president eener
republiek (*), van zekere partij(en) en dat
hij boven allen staat. In onze dagen is een
koningschap moeilijk meer te maken; het
leeft door traditie of gaat te niet.
Bij de wisseling van ministeries blijft de
permanente macht: de koning, en in de
oogen van een groot deel van ons volk is
de koning de gepersonifieerde staat.
Waar echter de bepalingen van de Grond
wet er toe leiden, dat men voor de moge
lijkheid kan komen te staan als koning te
moeten begroeten iemand, die hier totaal
onbekend is, die, een vreemdeling, in den
vreemde is geboren en opgevoed, die niets
voor ons land kan voelen, terwijl bovendien,
bij de bestaande onzekerheid, niet is uitge
sloten dat hij een onbeduidendheid of nog
erger is, daar is het een gebiedende elsch
van nationaal belang dat de grondwet ver
gunt een vorst aan te wijzen, waarvan re
delijkerwijze verwacht mag worden, dat hij
de meest gewenschte en meest geschikte
zijn zal.
En dan. behoort het geheele
Nederlandsche volk, (voor zoover dit met de praktijk
overeen te brengen is) die keuze te be
krachtigen.
l
(?) Mac-Mahon, als president, werd in 1878
door zijn eigen partij,als verraderaangeklaagd.
HUI IIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIII lllllllillil
haar deemoedigheid voor een honderdste
deel werden gewaardeerd.
In de klassen der niet-bezitters is
ze^neest ondergegaan in een hard eentonig
leven, geheel gericht op het eerstnoodige,
op het materiëele bestaan.
In de gegoede standen moest zij in massa
ten prooi vallen aan de ondeugden van het
niets-doen of liever van het niets ernstigs
doen. Ook het huwelijk, ook de kinderen
vullen vele vrouwenlevens niet, en in elk
geval blijven er jaren vol te maken met
philantropie en amusementen; met opper
vlakkige liefhebberijen en diepergaande
intrigues; met ijdelheid en behaagzucht.
En de man over het algemeen denkt er
precies zóover. Hij moge in 't openbaar
altijd een lofrede op de degelijke, verstan
dige, liefdevolle huisvrouw gereed hebben,
men zie maar eens, als hij zich onder man
nen onopgemerkt waant, naar het glimlachje
waarmee hij over de vrouw spreekt. Welk
een minachting voer haar ijdel leven, voor
haar gemis aan denkvermogen...
En het is onmiskenbaar, een waarheid dat
de vrouw de kenteekenen draagt van de
geestelijke en zedelijke onderdrukking, die
haar deel was. Trouwens, diezelfde onder
drukking heeft ook het karakter van den
man misvormt en in hem het tirannieke, het
eigengerechtigde, het kortzichtige, waar het
niet eigen verdienste geldt, aangekweekt.
Maar wij staan voor veranderingen.
Het is de arbeid, die zijn plaats komt
opeischen. Allerwegen, zelfs reeds in Enge
land en Frankrijk, om jniet 't eerst van de
landen der revolutie's te spreken, dringen
de arbeiders aan op vertegenwoordiging van
den arbeid op socialiseering.
Terwijl de diplomaten harrewarren en een
machtsvrede trachten te fatsoeneeren, dringt
zich de socialistische gedachte aan de
arbeidersklasse op met toenemende kracht.
De tijd van de socialistische pvDduktle is
naderende,de t ij d, waarin de winstzucht en de
concurrentiezucht moeten plaats maken voor
den arbeid, die allen gelijkelijk ten goede komt.
En het is die nieuwe productiewijze, welke
ook de vrouw een andere plaats zal geven.
Wanneer de socialistische arbeiders van
alle landen hun l Meifeest vieren, vervuld
van hoop op de dingen, die komen zullen,
en van strijdlust om aan de bespoediging
ervan mee te werken, dan geeft deze Eerste
Mei aan de vrouw de belofte van haar dub
bele bevrijding. Voor de vrouw van het
proletariaat de bevrijding harer klasse; voor
alle vrouwen hare bevrijding als mensch.
KAMERADEN
Voor Pieter Jelles
Zie de makkers Socialen
Aan een avondmaal bij Kras,
Matigheid in daad en woorden
Soberheid met spijs en glas.
Een hors d'oeuvres a la Gorter"
Een potage-Henriët"
Een turbot d la Tribune]'
Mousseline Sovjet"
Cóte de boeuf a la Commune"
Epinards a la Lenin"
Peentjes, erwtjes a la Trotzky"
Uitjes a la Ravenstin"
Een poulet a la Wijnkóope"
Pruimen a la republique"
Bitterkoekjes a la MoscouJ'
Bombes de glacéBolsjewique".
Russen, Engelschen en Franschen
Duitschers, Belgen met elkaar,
Italianen, Zweden, Deenen
Eensgezind en familiaar,
Pieter Jelles zit bij Branting
Hij is opgewekt en fijn.
Hij heeft maling aan de praatjes
Aan de Ik-vergis-me"-drijn.
Huysmans onze Vlaamsche broeder,
Is met Haase aan de praat
Heel gewoon-weg wil hij weten
Hoe 't met de .,Dutsen" gaat.
Duys is aan 't moppen tappen
En wil Henderson eens zien",
Vliegen heeft al met Frau Kautsky
Een gepaste fieliepien.
Verderop Longuet en Heijkoop
Daar gaat alles op zijn Fransch,
Beiden worden uitgeteekend
Door de Roode-Heijermans,
Daar zit A. B. Kleerekooper
Met zijn predikanten-kop.
Als een waar civis Romanus
Peuzelt hij een pisang op.
Door de heeren in Versailles
Wordt gewogen en gewikt,
Door de makkers socialen
Wordt bevestigd en beschikt.
J. H. SPEENHOFF
tmiHIIIIIMMH IIIIIIIIIIIIIIIIUIIItltlllllltlltlllllMIIIUtllHIIIMIIlmlIIIIHM
DEVO
Gourigo Sigaar
FABRIKANTE
N.V. DIEVENBACH's
Holl. Sigareofabrlek UTRECHT
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIllllllllllllllHlllllllllllllllltUIIIMIllllllllIHtHi
Want deze kan slechts het socialisme
brengen. *)
Het socialisme kent geen verdrukking van
den eenen mensch door den anderen, dus ook
niet dien van de vrouw door den man.
Niet als door een tooverslag zal die ver
andering plaats grijpen natuurlijk, maar de
veranderde produktie wijze, de nieuwe grond
slag van de maatschappij, de arbeid voor
de gemeenschap, waaraan ook de vrouw haar
deel zal hebben, ze zullen er vanzelf toe
leiden. Ze zullen brengen de vrouw, die
waarlijk mensch is, die al haar krachten kan
ontplooien, die in elk opzicht vrij Is, ook
economisch vrij van den man. die zij liefheeft.
En wij denken- aan den nsterfelfjken
dichter Sheltey, die bij het bezingen van de
groote gelijkheid onder de menschen in zijn
werk Prometheus Unbound," dat hij in
1819 voltooide, over de vrouwen schreef.
And women too, frank, beautiful and kind
As the free heaven which rains fresh light
and dew
On the wide earth, pass. Gentle radiant froms,
Trom ctistom's evil taint cxempt and pure,
Speakingthe wisdom once they could not think
Looking emotions, once they feared to feel,
And changed to all which once they dared
not be,
Yet being now, made earth like heaven.
Nor prlde
Nor jealousy, nor envy, nor ill-shame,
The bitterest of those drops of treasured gall'
Spollt the sweet taste of the nepenthe, love."
Zoo klinkt voor ns de nMei boodschap
voor de vrouw: verlossing, verrijking, ver
dieping.
En die boodschap is er een van vreugde
voor de geheele menschheid.
*) Er doen in de pers allerlei dwaze ge
ruchten de ronde omtrent communisatie der
vrouwen in Rusland, en ook in Beieren. Wij
weigeren vooralsnog ze te gelooven. De
gepubliceerde huwelijkswetgeving van Lenin
bevatte weinig nieuws voor de Westersche
volken, en van eommunlsatie geen woord.