Historisch Archief 1877-1940
3 Mei '19. No. 2184
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Restaurant De Oude loeien"
TOURNOOIVELD
DEN HAAG
PLATS DU JOUR
van 12.30 tot 2 uur en van 7 uur tot 8.30
EENIQE SPECIALITEIT
flL^_ ^^WM
KRIMPVRIJËi
fiCZONDHEIDS
OHDEBEQEDEREN
Nedt clandsch Fabrikaat
TRICOTHUIS i
RE6. BREESTRA/U. 35 f g
TEL. 5066 N. |fj
Tot het bouwen vaa Villa's e« Landhuiien i|n prachtige heuvel
achtige BOSCHTERREINEN te koop In HET OOSTERPARK te
DE BILT
Lage prffzen, mooie wegen, gat,
electr. UcM, water.
I. V. laatf. t«t ExpliiL MI Iet ltst«rpark
Dir.I.I.STOIMANSiOTTOSCHüLI
Tel. lot. 38 & 48
JAC. URLUS
HAVANA
SIGAAR
Fr.SINEMOS
LE10SCHESTRAAT 22
AMSTERDAM
TELEFOON H. 6111
HEMDEN
tl AAR MAAT
IIIIBIIIllllIIIIlllllllIlIlllllllllli
§ -.IIIIIUIIIIIIIIMl IIIIHIIIIIIIIIIMIIIIMI IIII1II l IIIHIIHIIHIIMIHlIllimilHIlHIIMIMIMIMmilHIltliHIIIIIMII- =
l! STARK'S OXYDOL" II
1= (CHLORAS KALICUS TANDPASTA) i l
11 Naaml. Venn. STARK & Co. Chemische Fabriek ,,'s-HAGE", 's-Brmnhage iI
IHIIIinMllinilllllll»MllllllllllllltllllllllllllllllllllllllMIHMnil|tlMMIIIIi|IIIIIIIIIIIIIIIIMMlIIItlllllllllllllllMIIII|IIIZ =
Piano's, Vleugels en
Kunstspelpiano'süoortiuur
In eigendom verkrijgbaar, mits in
drie jaar afbetaald.
Brieven No. 1431, Bureau van dit Blad,
J. S. MEUWSEH
HOFLEVERANCIER
Amsterdam - Rotterdam
, Leldschestr. 4, Damrak 73 - Moiieltrsp 3
! 0. Doelanttr. 20, Damstr. 2 - Boymanstrut 3
Dames- en
Heerenkleeding
?14,'s-Gravenbage
Wijnhandelaren.
ZWOLLE,
berichten, dat
CognacHennessy
thans weder algemeen ver
krijgbaar is.
1 Mei j.l. verscheen de eerste aflevering
van den veertienden jaargang van
Oe Vrouw en Kaar Huis
Geïllustreerd Maandschrift
onderredactievanELIS.M.ROGGE
Dit tijdschrift heeft wat men noemt gepakt". Van den
aanvang af mocht het zich verheugen in de sympathie
van velen, omdat het blijkbaar in een behoefte voorzag.
Zoodoende kon het zich steeds door ontwikkelen en
toenemen in omvang. En bij dien groei won het tevens
aan diepte.
In de dertien jaren, die verliepen, is DE VROUW EN
HAAR Huis" krachtig geworden. Zij is haar opzet getrouw
gebleven, zij heeft haar zelfde karakter behouden. Meer
dan ooit wil zij thans, nu een tijd van welvaart daagt,
ontwikkeling, zin voor het ware en schoone brengen, op
elk mooglijk gebied, waarop de vrouw haar stempel drukt.
De Vrouw en Haar Huis zal met den nieuwen jaar
gang een bijblad geven, dat vier maal per jaar verschijnt:
NAALDWERK EN KANT
Geïllustreerd tijdschrift ter bevordering van
Naaldkunst en Kantwerk in alle technieken
De prijs van een jaargang van DE VROUW EN HAAR HUIS
met NAALDWERK EN KANT is f 7.50, fr. p. post f 8.-.
Uitvoerige prospectussen bij den boekhandel en bij de uitgevers
AMSTERDAM VAN HOLKEMA & WARENDNRF
Stenografie
trerr
Riënts
Balt
Zelf on d. DO Ct. In d. Boekh. en na postw. bj
RIËNTS BALT. Den Haag, b| wlen ook mond. en schr. ond.
Ik ontvang als A.ml>t. ter S*>cr.voor het bezit van Uw Diploma,
1OO Gld. per jaar toeslag-. (v.g.) H. K. te O.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiimi iiiiimiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiniiiiiiii
DE TOEKOMSTIGE STUDIE IN
DE LETTEREN
Krijgt minister De Visser zijn zin, dan
komt er n litteraire faculteit' aan onze
universiteiten niet een conglomeraat van
allerlei taaistudies, die met elkaar even
weinig te maken hebben als tegenwoordig
de oude" en de Nederlandsche" letteren.
En men zal doctor in de letteren kuqnen
woiden, niet in een onderdeel.
Wil men een kleine opsomming van de
leervakken, die in de faculteit behandeld
moeten worden?
Philosophie; Grieksche taal en litteratuur,
Grieksche oudheden, oude geschiedenis,
palalographie, Latijnsche laai en litteratuur,
Romelnsche oudheden, antieke kunstgeschie
denis; sanscrlet, Gothisch, Oud-Noorsch,
Angelsaksisch, Oud-hoogduitsch,
middeihoogduitsch...
Maar neen, ik houd er mee «p. Wanneer
ik alles wou opnoemen, dan kon ik een
nummer van dit blad er wel mee volschrijven.
Buitendien is het dwaasheid, een geweldig
complex van wetenschappen als de wijs
begeerte die alleen gemakkelflk een zelf
standige faculteit kon vormen hier als
een leervak" te qualtficeeren; en zoo is
het met andere objecten van studie ook.
Geen sprake is er dus van, dat men in
de letteren" zou kunnen gaan studeeren
zooals in iedere andere faculteit; d.w.z.
zonder een spoedige duidelijke specialisatie.
juristen, medici, theologen doen allen dezelfde
examens; pas daarna, bij het schrijven van
Kaar een houisnede van Ten Klooster
FRAGMENT
DOOR
TEN KLOOSTER
Et, capricious girl" is dit nu eens uw
gril, van nog geen half uur, om samen met
dien een e in de wildernis te zijn, de enkele
on wkose arm l could lean", en niet waar,
dan zou er geen vrees zijn, only bewildered,
very much bewildered."
U schrijft het mij, maar o, dat ken ik!
Even stil teruggekropen en ineengedoken
in je zelf en dan wat huivering, misschien
wel haat om menschen, met zooals u het
noemt: their shallowness and thelittletiny
horizon", en och, dan is het eenigste wat
u nog niet kent .de wildernis en de een
zaamheid"
De nog onbekende sensatie.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIllllllliiiiiiiiiilllllIllllllllllIIIIIIIIIIIIIII
een dissertatie, hebben zij n bepaalde
richting te kiezen.
Een student moet dus bfj zijn aankomst
weten wat hq wil: classieke, Nederlandsche,
Fransche, Engelsche, Duitsche letteren,
Semietische of Oostersche desnoods ge
schiedenis, wijsbegeerte.
Maar aan den anderen kant moet er toch
iets gemeenschappelfjks zijn, een taalkundige
en historische basis, waarop elke verdere
studie berust. De Neerlandici" hebben die
basis tegenwoordig al; zij doen genoeg aan
indogermanistlek en algemeene taalweten
schap, om zich werkelijk linguïst te kunnen
noemen. Maar de classici blijven tot nu toe
van deze hoog noodige voorstudie eenvoudig
gespeend, wanneer zfj niet, zoo goed en
zoo kwaad als het lukt, uit eigen be
weging er zich iets van trachten eigen te
maken. (In Utrecht doet prof. Schrijnen, in
Leiden prof. Hesseling zijn best om hun er
iets van bij te brengen, maar een examenvak
is taalwetenschap niet, en wij weten allen,
hoe het met vrijwillige colleges gewoonlijk
gaat 1) En de neo-philologen zij n er volstrekt
niet beter aan toe, wat trouwens bij de ge
brekkige inrichting der tegenwoordige mid
delbare exames ook niet anders mogelijk Is.
Dus taalwetenschap in de eerste plaats op
het candidaats-examen, en gemeenschappelijk
voor allen! Maar een algemeen overzicht
van de geschiedenis is evenzeer noodig, in
welke richting een ieder ook gaat.
Naast deze algemeene basis komen nu de
.bijzondere vakken: in groote trekken die
van de huidige candidaats- en A-examens;
waarbij er wel om mag worden gedacht, dat
op deze laatste alvast iets aan letterkunde
Maar is dit niet ten slotte de eigen een
zaamheid ?
Nu nog het maagdelijke land, waar in de
wildernis alles veilig bloesemt en waar u
nu even ergens op een verloren plekje een
bloemblaadje opraapt. Om het straks
weer weg te werpen, fin naar de wijde
wildernis zou uw verlangen gaan?
O, ze is prachtig, niets ter wereld is zoo
groot en schoon.
Ik wilde u wel voorstellen er samen heen
te gaan. Voor een wfjie slechts. Uw jonge
man zal toch niet jaloersch zijn. Gij beiden
zit veilig zoo ver weg, mijn hemel, wat
een eind, daar diep in Zuid-Amerika.
En is dit toch niet juist het eenigste iets
om werkelijk jaloersch op te zijn?
Ver, Ik geloof het niet, eerder vlak bij,
veel dichter dan een zou meenen.
Niet verder immers dan de enkele gele
vlinder, die nu in de lentezon om mfj heen
zweeft, [veel te vroeg], het jonge blad, dat
huivert in de nog koele nachten, het teere
ongerepte sprietje, dat het nu al waagt.
Ik voel het, vlak bij, zooals ik even zie,
hoe het licht van de morgenzon een blanke
witte duif streelt, die zwierend neerstrijkt
op het hooge dak.
Nu ik u deze dingen heb gezegd, nu
kunnen we veilig gaan.
Onbekommerd om alles, en zonder zorg!
Heuvel op, heuvel af, er schijnt geen eind
aan te komen, en hoe is het pad op die
heuvels ?
Steil als een eindelooze torentrap.
En telkens als we afgedaald zijn en weer
een nieuwe heuvel voor ons zien, denken
we, dit zal nu toch wel de laatste zijn.
Maar het is nog lang niet de laatste. Het
schijnt, er is geen laatste. In de schemering
van het bosch hijschen we ons op door het
grijpen van boomwortels en struiken en dan,
wat is het loon?
Niet altijd is er het verre uitzicht; als de
dagen grijs en grauw zijn, hoe somber kan
't dan zijn in de donkere ravijnen tusschen
de bergen en wild hun bloed, de beken en
rivieren.
wordt gedaan (waarschijnlijk ook een over
zicht). Zulk een candidaats dus, in classieke,
Nederlandsche, Fransche, etc. letteren, zou
een beperkte onderwijsbevoegdheid kunnen
verleenen, bijvoorbeeld voor de driejarige
H. B. S. of de lagere klassen van andere
instellingen iets, dat dan in het wets
voorstel De Visser zou moeten worden
opgenomen, daar de wet de
bevoeedheidsquesties regelt (een K. B. de inrichting der
faculteit).
Nu de studie voor het doctoraal. Het
examen kan alweer in groote trekken het
zelfde blijven als de tegenwoordige docto
raal- en B-examens; gemeenschappelijke
vakken, zooals op het candidaats, zijn niet
noodig. Dus doctoraal examen in Fransch,
in classieke talen, etc.
Maar ook in geschiedenis en wijsbegeerte,
na een candidaats in de letteren. Zoo wordt
de historische studie geëmancipeerd: niet
langer in tweeën geknipt en ondergeschikt
of gekoppeld aan een aantal philologische
vakken zooals nu. Wel krijgt de historicus
dan den philologischen ondergrond, dien hij
voor zijn bronnenstudie onmogelijk missen
kan.
Iets anders zal het geval zijn met de
geographie: voor dit vak kunnen de linguïstische
eischen van het candidaats vervallen. Trou
wens, de aardrijkskunde blijft altijd een
eigenaardig complex van zeer verschillende
wetenschappen: ethnographische en
physische geographie. Het is dan wel teekenend
dat geographen volgens het ontwerp-de
Visser k tot doctor in de wis- en na
tuurkunde zullen mogen promoveeren.
Aan een enkele universiteit blflven over
Maar soms als het land beneden ons nog
in nevelen ligt, uit ijle sluiers de
boomtoppen vaag opdoemen en wij staan dan
hoog in de volle klaarte van een jongen
dag. Dan weet ik het' wel, dan wil ik niet
vertellen van de zee met de eilandjes er in
en ver een blank zeil je, van de toppen der
bergen met een kroon van palmen, van de
zig-zaglijn van den verren kam, van de dalen
en ravijnen waar het water door heen gaat,
van de plekken als een waterval zoo wit
en die toch een aardschuiving zijn, van de
gespleten rotswanden, waaruit een blank
straaltje slepelt, en van het nieuwsgierige
zien der kleurige vogels, vlak bij.
De stilte, die er vol leven is, is dan de
levende eigen stilte en ergens valt een tak,
of gaat een oude vermolmde stam krakend
met een zwaren smak omlaag. Klaterend
valt het water. De waterval stuift naar de
donkere diepte, heel ver weg hooren we
nog het rulschen en om ons is het sulzelen
van den middagwind door de toppen der
Araucaria's. Hoog in den blauwen hemel
houden ze het hoofd omhoog. Het zijn de
sterken, fier en rechtop, ze zijn de
trotschen in het bosch. Lachend zien ze neer
op de felle worsteling diep beneden aan hun
voet, maar deze deert hen niet. Het lage
groeisel en het onderkruipsel wagen zich
niet aan hen.
Met hunne gladde rijzende stammen, staan
ze roerloos en onbewogen. Hoe anders zrjn
de ny dassen met het harde blad en het
hoekig wringen van de takken; de slierten
van groen, die gaan van tak tot tak, ter
wijl ze in de zon als gouden wimpels zijn.
Weer heuvel op, heuvel af en altijd weer
nieuwe heuvels. We zijn tot struikelen toe
op, dood-op. Maar nu op dezen top vallen
we dan toch neer, met een n ij penden honger,
we zullen en moeten eten. Mijn vriend kan
niet verder, hij zal hier blijven, en het is
een vreemd plekje, waar hij zich neerzet.
Hij is een zonderling. Ook de dragers
zijn uitgeput, en niemand verlangt eerst
nog langs de stelle helling te dalen,
het zou ook niet mogelflk zijn, onze
knieën zouden knikken.
de Semletische en Oostersche letteren, waar
voor een analoge regeling kan worden ge
maakt.
Waarin zit nu de groote verbetering van
een reorganisatie, o geveer zooals wij die
boven hebben geschetst ?
In de eerste plaats hierin, dat er een be
hoorlijke wetenschappelijke opleiding zal zijn
voor leeraren in de moderne talen. Het
gestumper met de middelbare acten raakt
goddank eindelijk uit. Menschen zonder
eenige algemeene ontwikkeling worden van
zelf geweerd eindexamen gymnasium of
staatsexamen wordt natuurlijk verplicht ge
steld en voor de rest zorgt de faculteit
zelf. En waarom zouden er alleen leeraren
in een bepaald vak zijn? Waarom niet in
Nederlandsch en Duitsch, in oude talen en
Fransch, in geschiedenis en aardrijkskunde
in elke combinatie, die ieder verkiest ?
Een eenvoudige aanvulling van
candidaatsen doctoraal-examen ook latfr! zal
dat niet alleen mogelyk maken, maar er ook
toe uitlokken. Hoe meer eenzijdigheid en
hoe minder eenvormigheid, des te beter.
Een leeraar zal ieder vak mogen doceeren,
waarin hi] geëxamineerd Is. Dat is eenvou
dig en logisch in tegenstelling tot de
wilkeurige bepalingen van tegenwoordig,
bijvoorbeeld dat een doctorandus of
candidaat in de Nederlandsche letteren les mag
geven in aardrijkskunde?waarvan hij niets
behoeft te weten en gewoonlijk inderdaad
niets weet!
Een chaos wordt dus door een stelsel
vervangen, en daarmee mogen wij heel blij
zijn. Niet alleen in abstracto: praktisch
Niemand onzer kon weten, dat we op dit
plekje deze stellage zouden aantreffen. Me
ters hoog in de lucht hangen nu de verdorde
palmb'aren naar beneden en op wat
sarnenvoegsel van latten werd hier het overschot
van eens een Papoea neergelegd voor de
laatste reis. Zijne wapens hangen beneden
aan het latwerk en in enkele halve klapper
koppen is ruim voldoende sirih en voedsel
voor de eindelooze tocht naar het onbe
kende land. Hoelang is het al geleden, we
weten het niet. Wat bleeke beenderen, een
donker vocht en om alles heen de tallooze
gonzende insecten als een gouden damp.
De lucht is onuitstaanbaar. Het kan ons
niets schelen, we zijn moe en hebben hon
ger, eten zullen we. Dit zon de wilde bloe
men, die onverwachts erg?ns openbloeiën.
Dan was het beter aan het strand, waar
zoo maar de zon op onze naakte ruggen
brandde. Ik bedoel niet de plek, waar het
rif tot ver in zee vooruitschoof en als witte
torens de hooge golven op aanstoven, waar
in glinsterende sluiers het schuim was als
koele dauw om ons heen.
Hoe dikwijls doken we niet onder die
golven door, of lieten ons zoetjes gaan, als
de schildpad, die hoog langs den schulmenden
kam om wat voedsel scharrelde.
Ik doelde meer op dien stillen hoek, waar
om de ronding van de baal, boven het goud
geel plekje zand de hooge boomen onbe
wogen stonden. Zoo stil was het in de
lucht, dat het fijnste blaadje er moeilijk
daalde en langzaam, o zoo langzaam op het
effen watervlak neerzeefde, terwijl de geur
der bloemen er altijd hangen bleef.
Hier was de inham als een vaas tot aan
den glinsterenden rand gevuld met een
kostelijk doorschijnend blauw en de vogel
hoog er boven, moest dit wel zien als een
diep verborgen saffier. Het was er veilig
onder de wijd gespreide takken en gaarne
zochten we naar wat dor hout om, naast
het veldbed, het kleine vuur aan te leggen,
dat de muskieten moest verdrijven. Dan was
er verlangen noch begeeren en stil luisterden
we naar het vreemd gerucht uit het heimelijk
duister van bosch en zee.
JOS. JACQUES
WUNHANDEL - BREDA
Speciaal adres voor
KLEINE MERKEN
CHAMPAGNE
Ingericht voor Wederverkoopers
tllllllllltlllllllllllllIllllllllllBII Illlllllllllllllllmllllllllllllll IFIIIII
vooral zal er heel wat worden verbeterd.
Het algemeene peil van onze leeraren en
dus ook van den leeraarsstand zal er zér
belangrijk door stijgen. Zeker, de middel
bare examens blijven bestaan, maar zij zullen
veel meer praktflk-examens worden, goed
voor hen, die uitsluitend een beperkte be
voegdheid noodig hebben. Voor een weten
schappelijk ambt, zooals dat van leeraar aan
een inrichting van voorbereidend hooger
onderwijs (ook de vijfjarige tegenwoordig)
is in de eerste plaats noodig: een hoog
cultuurpeil, dat nu in de meeste gevallen
niet wordt bereikt; een ruime blik en be
kwaamheid tot zelfstandig denken en werken.
Alleen de academische studie leidt daartoe op.
Moge de hervorming spoedig een feit zijn.
Wetenschap en onderwijs zullen er wél bij
varen!
Dr. J. A. S c H RO ED ER
Nederl. Munt
Hollands meest gewilde Sigaar
Achter den donkeren rand der boomen
weten we het onmetel|ke moeras. Het
donkere water is er de zuivere spiegel
van de hooge waterplanten en tusschen
breede blaren door schuifelt traag de
krokodil. Dan zijn ver hoogerop de groote
visschen in den wilden bergstroom veiliger.
In de diepe kristallen kommen tusschen de
grillige rotsblokken blijven ze lul aan de
oppervlakte, ze zrjri meer dan een schaduw
en dikwijls wentelt een zilverblanke visch
zich langzaam om.
En overal hebben we takken gekapt om
ons bivak op te slaan. De slaapplaats voor
n nacht. Onder de van vocht druipende
b aren zagen we nauwelijks de slang, die
van om een tak de venijnige kop spiedend
vooruitstak. Ook wel boven op een kam.
Dan zakten de moeilijk gevonden takken
diep weg in het ijskoude mos, en boven ons
was niets anders als de violette nacht vol
van de schittering der Zuidelijke sterren
hemel en stil de blanke maan er tusschen.
Hier, hoog boven de vogels, ging het aan
weerskanten steil naar beneden en heel in
de diepte murmelde het water, dat we hier
niet zouden vinden, Maar we hebben het
mos maar uit te persen en straks komen
toch de wolken. Voor we het weten, stuiven
ze dicht om ons heen en van onze tent
zullen we het water wel opvangen Meer
dan voldoende voor het bereiden van een maal.
Voor een wijle slechts, zou ik u vertellen
van al deez' genoegelijke kleine dingen. Ik
sprak u nog niet van al het andere. Van de
uitgestrekte heete moddervelden, waar de
solfataren gromden. Hier waren de groote
vluchten van de vette snippen en hoog boven
in de dorre boom zat een arend rustig toe
te zien.
En opzettelijk zweeg ik van die groote
kinderen, de kroesharigen.
Hoe gaarne zou ik u deze dingen toch
anders willen zeggen.
Niet in wat drooge woorden, maar wel
licht eens in lijn.