De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 3 mei pagina 7

3 mei 1919 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

3 Mei '19. No. 2184 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND D. J. VAN DER VEN. Ken ons land en heb het lief. Amsterdam, J. M. Meulenhoff. 100e deel der Meulenhoffeditle. De groote oorlog heeft althans dit goede gevolg gehad, dat de gemiddelde Neder lander meer voor zijn eigen land Is gaan voelen dan vroeger In den regel het geval was. Natuurlijk hebben in de eerste plaats de scherpe tegenstellingen in de wereld het nationale gevoel, ook bij de neutralen aan gewakkerd en goeddeels ook veredeld. Bij deze ideëele oorzaak kwam een praktische, de feitelijke onmogelijkheid voor de meesten onzer om naar en in het buitenland te reizen; men was wel genoodzaakt, wilde men zekere gevaren ontloopen, in de laatste vier j wen binnen de landpalen te big ven. Zoo bracht menig Hollander zijn vacantie door op plek jes, waarvan hij vroeger nauwelijks notitie bad genomen. En hij kwam tot de verras sende ontdekking, dat ons land waarlijk mooi is, niet alleen aan de zee en in het bosch, waarheen men door jarenlange traditie gewoon was te gaan, maar ook de weide en vooral het binnenwater. Zoo zijn er in den laatsten tijd tal van Nederlanders ge weest, die hun land veel beter hebben leeren kennen en dus ook hebben leeren liefhebben. In zulk een tijd komt het boek van den heer Van der Ven stellig zeer a propos; de bodem is er zeker voor geëffend. luist daarom zal het ook zeker zijn nut in ruimer kring doen. Op geheel onverschilligen zal zulk een met temperament geschreven boek natuurlijk in het geheel geen indruk maken. Maar de geneigden zal het treffen door zijn welsprekende overtuiging, door zijn be wogen sentiment. En wie niet door gevoelsargumenten kan worden bewogen, hem ziet de heer Van der Ven nog kans door ver standelijke overwegingen te overtuigen. Dat laatste is natuurlijk de grootste kracht van zulk een geschaft niet. Het gaat hier om dingen van sentiment, niet van overweging en In overeenstemming daarmede is ook de algemeer.e toon van het boekje. De liefde tot zijn land Is ieder aangeboren", zegt Vondel. Maar er zijn nu eenmaal menschen, die hun beste gaven gaandeweg verliezen. Voor dezulken schreef de heer Van der Ven niet. Wel voor degenen, die dit kleine plekje grond met al zijn schoonheden, ja ook met al zijn leelijke en onaangename eigenschappen liefhebben, omdat het nu eenmaal hun eigen land is en dus een deel van hun eigen wezen uitmaakt. Het boekje van den heer Van der Ven heeft niet alleen de verdienste, dat het opwekt tot vaderlandsliefde. Het heef t ook heel wat verspreide stof verzameld over ons land, die nu overal verspreid ligt in brochures, verslagen, tijdschriftartikelen en dergelijke. Reeds bij een eenvoudig door bladeren kan men dat opmerken. Zoo wordt uit de disiecta membra een geheel gemaakt. Uit dat alles blijkt, hoeveel er tegenwoordig al wordt gedaan om de schoonheid van ons land te veihoogen en meer bekend te doen worden. Wij maken in dit boekje tel kens kennis met nieuwe vereenigingen, die zich wijden aan de schoonheid van Neder land. Ook worden ons tal van personen voorgesteld, die zeer nuttig werk hebben l NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP MotordienstvaoTetenburg DAQELUKSCHE MOTORDIENST OTiEEHT LBOflj DEI HUI KIFT flntaMÉiwif. ttncktiibrnva. Friittifcl. VIOI-WI ?** PHILOLOGEN-CONGRES: De Vogels, door Arlstophanes In de pauze: een historisch moment. De Burgemeester van Amsterdam rees in den vollen stadsschouwburg-foyer uit boven de geleerde schedels, de décolleté's, soutanes en sorbets, en een firmament van gouden brillen flikkerde hem tegen. Doch niet alleen over de taal als zoodanig" sprak de Bur gemeester op deze plaats, hij sprak k, en vooral, met warmte, eerbied en verwachting, over de kunst, die haar hoogste roeping, haar edelste uiting is. En hij stelde deze kunst gelijk met ons dagelijksch brood. Aan den vóravond van Mei mochten wij, de geleerde, die onze taal maakt als de piano fabrikant de piano, n de kunstenaar, die dit Instrument bespeelt, onze geduldigste hoop in vervulling gelooven. Amsterdam, op den, door Minister De Visser geplaveiden weg vóraan! Ware de vertooning van De Vogels" een betere geweest, de daad zou bij het woord zijn gevoegd en Wolkenkoekoekshelm, naast Alkmaar-begint-de victorie, in het Nederlandsen geschiedenisboek eervol iiiiiiiiMiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiMiiiiniiiiiiiiiii verricht op diten verwantgebied; de namen of van Heimans en Thijsse vallen hiervan zelf uit de pen. Reeds daaruit blijkt, hoe veel zijdig de heer Van der Ven zijn taak heeft opgevat. Wij lezen in zijn boekje over de rQksmonumentenzorg, over bouwmaatschap pijen en hun exploitatie van terreinen, over plaatselijke verfraailngsgenoolschappen, over bevordering en verbreiding van moderne kunstreclame, over toerisme en verkeerswe gen, over de bestrijding der tuchteloosheld, over natuurvervreemding en bulten zijn, over grootgrondbezit en wandeltoerisme, over landschapschoon en de studie der levende natuur, over natuurbescherming, landschapsschoon en landontginnlng, over woestediluvialeenbebouwdealluviale vlakten over de Nederlandsche pers en het staatsboschbezit, over gemeentelpe en nationale boschparken, over de concentratie van den artistieken geest in ons land en in verband daarmede de oprichting van een nationaal volkstijd schrift, over moderne bouwkunst op het land en in de stad, over het streven naar de ideale stad der toekomst, over vaderlandsche stedenkarakteristiek, over zingende torens, stadsuitbreiding en plantsoenverfraaiïng, over kerkhofkunst en Roomsche heemschut, over de aesthetische verzorging der beveiligings-rayons om onze groote steden, ten slotte over het Nederlandsch openluchtmuseum. Deze opsomming werkt stellig vermoeiend; zij is echter bont en afwisselend genoeg om de aandacht van den lezer te spannen, te prikkelen en gaande te houden. Daarbij komt nog iets anders. De lijst van behan delde onderwerpen is zoo bont, dat zij den indruk moet geven van groote verwarring en verwardheid. Men denkt zoo, dat de heer Van der Ven zoozeer door de natuur is beetgenomen, dat hij als een vogel van de hak op de tak springt. Dat is ook wel eenigszins het geval, maar toch niet meer dan bij zulk een onderwerp, dat weer zoo veel onderdeden raakt, te pas komt. Inte gendeel, bij het doorlezen van het boekjs komt men niet voortdurend onder den indruk der incongruiteit van de behandelde stof. Dat dat Inderdaad zoo is, is een niet geringe lof voor den heer Van der Ven als stilist Want dat bewijst, dat hij in de veelheid en veelsoortigheid de eenheid schiep door zijn woord. Een als geheel dus geschikt en aan te bevelen boek? Zonder twijfel, mits men maar gelieve te bedenken, dat het een eerste poging is en het onderwerp natuurlijk lang niet is uitgeput. In een schets als deze kan men natuurlijk niet diep op de dingen ingaan; gewoonlijk is daartoe ook geen poging gedaan. Er is In deze dingen altijd heel veel, dat wel nadere verklaring noodig zou hebben en dat men in zulk een boekje toch wel mist. Daardoor is er ook heel wat conventioneels in de uiteenzetting van den heer Van der Ven. De tegenstelling van de bedompte, rumoerige, rommelige, ongezonde stad en het ftissche, rustige, evenredige, gezonde platte land Is wel zeer gewoon en algemeen, maar toch in den grond bijzonder conventioneel en dus onwaar. Maar daarop verder in te gaan zou meer zijn dan in een aankondiging van het boekje van den heer Van der Ven geoorloofd is. Want al gaat het niet steeds diep, het pretendeert zoo iets ook In het geheel niet. Het is niet meer dan waaivoor het zich uitgeeft. H. B R UQ MANS Spoedig leverbaar verschillende typen ADLER Automobielen. Geef reeds thans uwe orders. Firma GE. HErKENS Filiaal AMSTERDAM 26 Jacob Obrochtstraat. - Telefoon 2507 2. Overzicht van Ontvangen Boeken 1NDIË: Het Indonesisch persbureau vangt haar serie Indische monografieën" aan met Het Indisch-Nalionaal Streven, door H. van Kol en S. Surya Ningrat, waarin de eerste aflevering bevat een Interview met den heer H. van Kol", over de staatkundige verhou ding van Indië tot ons land. Indische Scholen onder de Oost-Indische Compagnie (Onze Koloniën Serie III No4 Hollandia Drukker-j) geeft S. Kalff een aardige bijdrage tot de kennis van het nog weinig bekende leven Houten Gebouwen, Landhuisjes enz, PADOX Parkstr. 87 - Den Haag Teekeningen op aanvrage llllllllltllllllllllllllllllllllllllllllllKII onzer voorouders in Indië. Bij Tjeenk Wil link en Zoon verscheen De Rationeele ex ploitatie van Kinaplantsoenen, waarin dr A. Groothoff behandelt de factoren die invloed hebben op de productie en het gehalte; en de wijze van exploitatie der plantsoenen. OORLOGSLITTERATUUR: De vloed van oorlogslitteratuur gaat gestadig voort: La Barrière Serbe par RenéChambry A'dam Van Holkema & Warendorf behandelt het Servische prob'.eem en het groot Strvisch streven. In de serie: Les Grandes Fourragères uitgaaf Grasset Paris 1918 worden behan deld: la Fourragère Rouge, en H Fourragère aux couleurs de la Medaille Militaire. Een officieele uitgave van het Fransche Minis terie van Buitenl. Zaken is. La Fcle de l'Imdépendance Americaine en France con férences Franco-Americaines faites le4Juillet 1917. O/er de Volkerbond handelen 5 brochures waarvan 4 verschenen van wege de Deutsche Liga für Völkerbund bfj Hobbing Berlrjn 1919 No.I van de hand van de Staatsecretars Erzberger: Der Völ kerbund als Friedensfrage. No. II Grey's Stellung zum Völkerbund. No. III Deutschlands Recht lm Völkerbund. No. IV V ikerbund und Internationales Arbeitsrecht en in de serie Philosophische Zeitfragen: bij Meiner Leipzig 1919; Völkerbund und Rechtsgedanke, een academische redevoering van Eduard Spranger. Een geschiedenis van den oorlog in België, getiteld: Inval en oorlog in Btlgië, door Leo van der Essen. Uitgave: de Vlaamsche Boeken halle te Leiden, be handelt in deel I, de voorgeschiedenis van het conflict en de oorlog tot en met de val van Luik. OOST-AZIË: Er is een groote schaduw, die naar 't Westen valt. Dat is Japan. Hield reeds voor den oorlog de snelle groei van het Oostelijk eilandenrijk velen bezig, thans mag de sterke positieve, zoo wel als relatieve vooruitgang van Japan velen terecht met zorg vervuilen. Met de Toekomst van Oost-Azië houdt zich bezig H. S. M. van Wickevoort Crommelin, Serie U, No. l, van Staten en Volkeren, Hollandia drukkerij, Baarn 1919, die een koit en zakelijk over zicht geeft van de gewijzigde verhoudingen van het Oosten. Ook de schrijver van The problem of Japan" geeft in The Isolation of Japan an exposéof Japans political position af ter the war. Van Langenhuijzen A'dam 1919. AFR1CANA : Voor allen die zich interes seeren voor psychologie, maar speciaal voor paedagogie ia belangrijk: dr. F. /. Hugo Karaktertiepes van kinderen en hulle behan deling bij J. B. Woliers 1918. Een onderzoek volgensde methode van Hijmansen Wlersma. Afgezien van v. Hees' vertaling van de Psychologie der Tranen" kon men deze tot nu toe slechts leeren kennen uit DuiLche periodkken. Voor Nederlanders die nog wei nig Afrikaanse!) lazen, doet de taal aanvan kelijk misschien wat vreemd aan, een beletsel voimt zij niet. Voor Afrikaners de eerste wetensctiappeigkepsychologisch-paedagoglsche studie in eigen taal, maar belangrijk ook daarom dat zij wederom bewijst dat het Afrikaansch zich zeer goed leent voor weten schappelijk werk, mits men zooals de schrij ver niet angstig is op groote schaal Ne derlandsche woorden op te nemen om te vormen. Daarvan getuigt ook: dr. C. F. Groenewald's Rympies en Raaisels bydru tot die Suid-Afrikaansche Volkskunde, een boek dat voortgaat op den weg der Afri kaner»door Theo Schonken gewezen. Een nieuwe bundel Afrikaansche gedichten: Die Sjaier, van jan Celliers. Verscheen bij J. H. worden vermeld. Zoo'n kunstzinnige vaart echter is het nog niet geloopen, de vertoo ning van het, voor deze gelegenheid twee duizend jaar geleden geschapen, tintelend frisch vogel-manifest bleek geen uiting van bijzondere kunstenaarsbegaafdheid, onder scheidde zich, trots de ditmaal daaraan niet gespaarde kosten, geenszins als een product van meer-beschaafde en weelderige tooneelverbeelding. Het ideëale... met allen eerbied voor de subsidies, hoeveel talent zal de schaal nog vragen eer ze overslaat, eer wij met een gerust geweten zullen mogen ge tuigen: het Amsterdamsen tooneel staat in dramatisch Europa mede aan de spits! Ik kom maar uit de provincie, en dezulken zien tegen de Hoofdstad alevel in ootmoed op. Doch wellicht juist door deze nederig ge spannen verwachting wordt het mij daar in den schouwburg soms eng om het hart, wan neer ik zooals nu bijvoorbeeld brj de slot apotheose van De Vogels" mezelf be kennen moet: dat doet bij ons de turnclub bij gelegenheid van haar feestuitvoering met dramatiek en dans... nét zoo. Bosch- en rots-decor, het blinkend bruidspaar op den hoogsten top, blauw-wit bengaalsch, de koren onvermijdelijk Grieksch, elk een ge kleurde sjerp, armen in de lucht, hymen, o hymenaeël Er zijn twee manieren om een classieke rariteit en exécrabcl moeilijk, want woordelijk uit den tekst op te diepen, speelstuk als De Vogels" op te voeren, namelijk: me: piéteit, en zonder pléteit. Giat men uit van het eerste beginsel, dan lijkt me de vertaling van Dr. Deknatel, vlot en fleurig op zichzelf, toch te ver afgedwaald van wat wij OHF, ook In het meer populaire, gaarne classiek verbeelden, en geef ik de voorkeur aan een vertaling In den trant van Mr. Vosmaer, die ons, al dadelijk door den versgang, het reliqule op een afstand voorhoudt. Zijn aanhef van het lied van den Hop: Naar hier, komt saam, mijn eensgevederd pluimgeslacht, Die 't bouwveld der landiien in vruchlen rijk Beweidt,ontelbre vluchten op't koren belust, Zaadkorrellezende bent..." schept een sfeer, waarin deze tekst weliswaar minder onmiddellijk aanspreekt dan bij dr. Deknatel: Men kome.kome.aile vogels moeten komen, Die op de boerenerven En in de groene boomen." doch waarbij men dan ook minder gevaar loopt het werk te brengen op een plan, waar we ons licht weer op andere wijze, doordat veel van de oude kwinkslagen en schimp scheuten ons ontgaan, voelen te kort gedaan. Laat de bewerker zich los, schrijft hij, om het comisch effect, liever pa", dan vader", en spreekt hij tot de nachtegaal, voor wie wij allen toch een zeker respect hebben: Prokne, kom hier, vertoon je eens aan de heeren l O, zie eens wat een lieve snoes...", dan heeft hij aanvankelijk wel grif de lachers gewonnen, maar geraakte daarbij tevens op het pad, waar hem, niet Herman Heijermans, maar Samuel Falkland tegemoet had moeten komen. En daarmee zouden we dan de tweede manier om van deze revue iets voor onzen tijd aannernelijks te maken, n. 1. de opvoering zonder piéteit, waartegen ik, wat mij betreft voor een k:er geen gemoedsbezwaren zou gevoelen, hebben aanvaard. Maar of het een of het ander. Tenzij de regisseur, ik kom daar aanstonds op terug, een zógeniaa componist is, dat hij, alle mogelijkheden tegelijk verwerkend, uit zich-zelf een geheef nieuw ding van geest en schoonheid schept Zonder genialiteit houde men zich liever aan een opvoering in n bepaalden stijl in dit geval dus : of een, al door den afstand voorname, antieke reproductie, welke ook zonder Diepenbrock's reddende melodieën als taal-muziek zou hebben bekoord, ol een gezellige klucht In Arke Noach-stijl waarin actueele persiflage, aanvullend en verlevendigend, op haar plaats zou zijn geweest. De geest beslist. Voor zulk een modern-classieke vertooning bezit ons land een meesterlijk adviseur: Louis Couperus. De laatste, dien men dit werk toevertrouwt, dunkt mij de, in naturalisme en gedegen romantiek gewortelde, Herman Heijermans, die voor Hoppe Tereus' luchtpaleizen zwartgallige ibsen-rotsen aandroeg, den heiligen Olijf' miskende, en ons in plaats tot Zeus in gemoede voerde tot moeder de Gans. Voor de klucht, die de antiquiteit tot uit gangspunt neemt, met den wereldroem durft sollen en zoo noodig den draak steekt met alle philplogie, bezit ons land eveneens een meesterlijk adviseur: Samuel Falkland. Maar dan moet ook hij er broeder Heijermans, gebukt onder de opgave voor een deftig congres een gemeentelijk feest maal te moeten bereiden, buiten houden. Want dan wordt het, gelijk gebleken, vleesch noch vlsch, niet mooi genoeg, en niet voldoende grappig. VERDWENEN .STEUNPILAREN Teekenlng voor de Amsterdammer" van George van Racmdonck De vredes-tempel kraakt de Bu=sy te Kaapstad 1918. Dichter's naam is aan Nederlanders genoeg bekend en vele hebben misschien reeds in Die Brandwag" kennis gemaakt met een aantal verzen in deze bundel. M. ll!IIMMIIIIIIIIII!ffMimilllllllllllflllllllllllll)llllllllllllllll> Illlllllllllllllll Hedendaagsche Spreekwoorden 2 X 2 is Troelstra. Oost, West, Amerongen best. Wie niet sterk is moet Hollander zijn. Beter n schouwburg in de hand, dan tien op het Leidsche Plein. Het zijn niet allen koks die om subsidie vragen. Beter hard gewijnkoopt, dan de boel verbrand. Waar 't_hart van vol is loopt de krant van over. Boter een half ei, dan een leege opera-kas. Men vangt meer Spartacussen met roebels dan met azijn. Het zijn de slechtste vruchten niet waar aan de Belgen knagen. iiiiiMiiiiiiMiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiii minimum iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin Zooals gezegd: het kan hybridlsch-in schoonheid. Reinhardt heeft zich de opvoe ring van Lysistrata" kunnen veroorloven op een wijze die alle mogelijkheden vereenigde en op de spits dreef, maar die dan ook geheel zijn geestelijk eigendom was. Daar fladderden, tegen de fantastische trappen, Athene's ondeugende vrouwtjes, erop, eraf, en kwetterden en kwinkeleerden of het vogeltjes waren, vogels zooals wij er in den Stadsschouwburg niet n hebben gezien. Los vloog alles van de aarde in tinteling van kleur en licht, het was classiekonfatsoenlrjk en modern nog-net-gered, beurtelings Aristophanes en Max Reinhardt, Humperdlnck huppelde er tusschen door, het was zoo zonnig als het in Athene maar zijn kan, niet te deftig voor een grapje dat er niet in hoorde, en weder zógetrouw aan den tekst, dat we de vrouwenbeweging in haar windselen, gelijk in de Vogels" de revolutie en zelfs de Lichtstad... roken, en verrukt waren van alle ongerechtigheden, die meer dan tweeduizend jaren geleden al waren: tout comme chez nous. Maar van dit alles had Reinhardt de melodie in het hoofd vór hij de heterogene bestanddeelen samenvatte in vasten greep, en zijn fantasie het gewaagd spe! liet spelen. En zó, als uiting van een rijken, dartelen tooneelgeest, verkreeg het oude werk een nieuwe waarde, die onzen strengsien philoloog met het!experiment zou hebben verzoend. De Vogels" is mij liever dan Lysistrata" en het lijkt mij niet te benaderen wat daaruit aan liefs en lichts en teeders, aan .gewiekt geluid" en fijne snaakschheid nog te halen zou zijn. Diepenbrock's muziek wekte in ons, machteloos ras, geschapen uit slijk", hemeltergende verlangens. Ik heb de vertooning door de gymnasiasten verleden jaar niet gezien en het speet mij, dat zij bij deze reprise alreeds waren afgetreden. Een jaar studie dunkt mfj 'voor zulk, uit gefixeerde spontaniteit oplevend, werk niet te lang, en routine-spel, dat niet geheven wordt door persoonlijke fantaisle en sterk beeldend vermogen, biedt voor dit ongewoon f robleem l luttel voordeel boven toegewijd dilettan tisme. Het moet in beide gevallen toch gansch en al van den regisseur komen. Van der Veer, als Peithetaerus, uiterlfjk meer een romantische held om met de Atheensche vloot uit te varen, dan de van het aardsch gewoel afkeerige mensch, die den strijd ontvliedt, gaf levendig spel en wist daarmede te boelen. Zijn gezel Euelpldes (Jurgens) gedroeg zich als zijn knecht IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIillllllllllltlllll De beste stuurlui staan in de koffiekamer. Het is niet alles spek wat er blinkt. Als de nood 't hoogst is, is de gevange nis nabQ. De buik van het Volk is de stem van Duys. Er gaan veel makke burgers in een coupé. Een Keizer steot zich in 't gemeen niet tweemaal aan den zelfden Foch. Een Prins op Wieringen is een baken in de Zuiderzee. Zooveel hoofden, zooveel interpolaties. Doe wel en zie niet naar Limburg. Veel geschreeuw maar weinig worst. J. H. S P E E N H o F F en bedierf aldus het vriendenpaar", gelijk wij ons dit, n van zin en n van ziel, op dezen idealistlschen tocht voorstellen. Aan het tooneel der offerande ontbrak alle, lyrische en comische, wijding. Pierre Pérln als, Hoppe Tereus, tripte als een sierlijk balletmeester, maar was wat j?ugdig voor een vogel, die al een menschenleven achter zich hetft en daarin allicht wat philosophie opdeed. Van der Poll, Timrott en Karsten zouden in de Vogels", reg'e: Falkland, eerst tot hun recht zijn gekomen. Lili Green daarentegen had voor haar gaven in voor namer milieu dankbarer taak gevonden en wellicht iets kunnen ontwerpen dat den poëeten, in mijmering gezeten", lieflijk naar het hoofd ware gestegen. Een aardig pietje was Greta Grjswijt, de tweede koorleidster, zij bracht onsVondel's vroolijk vogelkijn, dat in de twijgen zat", frisch voor den geest. Aan het slot, bij hymen, hymenafë, groot applaus der congressisten. Het huwelijk blijft voor velen een lofwaardige instelling. Doch wanneer zij zullen zfjn afgereisd om, naar 's Burgemees'ers woord, het jonge geslacht vór te lichten in Kunde en in Kunst, en daarbij van Wolkenkoekoeksheim" gewagen, dat zij dan ook al hlflden ze zich schuil vooral die wolken' niet vergeten! Want de wolken, de illusie, het luchtpalels, de stadsschouwburg... Vogel Fancy'1, uw koninkrijk komel TOP N A E F' F OOSTERBEEK MEUDILEERINOEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl