Historisch Archief 1877-1940
3 Mei '19. No. 2184
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
SCHILDERKUNST-KRONIEK
SUZE ROBERTSON, UNGER EN VAN MENS,
TE ROTTERDAM
Suze Robertsen is, voor mij, bovenal
de schilderes der figuur, in tra
gische kleur. Ik wist, dat zij dat was;
ik herkende haar in Rotterdam opnieuw als
zoodanig. Ik wist, dat zij breed kon zijn, en
innerlijk (46) en dat zij in staat was het
levend duister licht te maken, tot een eigen
atmospheer voor de daarin staande en doende
wezens. De Spinsters hebben dit, voor
wie onwillig waren de grootte van haar
werk te erkennen, met wijden adem bewezen.
Suze Robertsen schildert in een zwaar
gamma, dat in de goede werken al f ij d
klankrijk is. Haar gegeven is een Hollandsch
gegeven: een vrouw zit in een kamer en
schilt aardappelen; een spinster weeft in
een vertrek, dat groot wordt door het overal
vlagend licht; een stilleven ligt ruim uit,
en krijgt een groote beteekenls, door den
geest van wie het schilderde. Suze Robertsen
heeft in haar werk niets van den Intellf
ctueelbereiden maker van schilderijen, Ztj is meer
primair, zij is een schilderes van de daagsche,
verheven, dingen. Zij is geen schilderes van
felle beweging; het wezen van haar uiting
is een r ij k e traagheid. Zij kent den
modieuzen kant niet; zfl is niet vlijmscherp,
niet snel en spits, niet strakeespannen; lij en
en vormen deinen gemaklljk ter breedheid
uit, zrj heeft niet»van den dandy, maar
veel van den mensch.
En het schijnt mij daarom toe dat haar
figuur later grooter zal rijzen dan ze nu
doet voor velen.
II
De tentoonstelling te Rotterdam was eene
van schilderijen 00, 19, 25, 34, 41, 46) en
van teekeningen (58, 59, 69, 71. 72, 89, 90)
ge vondt er stadsgezichten, stilleven, figuur.
In de figuur en in het stilleven is de schil
deres voor mQ het belangrijkst. In het stads
gezicht vind ik haar techniek te opdringend,
haast als, en soms als procédé; in haar figuur
is dat zeldzaam en in haar stilleven.
De stillevens van Suze Robertsen
zijn van de grootste," die tegen
woordig in Holland gemaakt
worden. Zonder eenige meedwilligheid
overtreft zij daarin, eenvoudig, de Amster
dammers. Voor een grauwen grond
veri toonde zij, niet-Iang-geleden, wat appels in
Puldri; het schilderij maakte de omringende
ruimte groot. Het stilleven in Rotterdam is
niet van deze hoedanigheid, maar toch is
deze schotel met citroenen, in geel, blauw,
groen, door kleur bijblijvend.
Van de stukken met figuur vermeldde Ik
di Spinsters: daarnaast is de Oude Hanna
(46) met den rooden omslagdoek te nsteeren;
om de allure het ontbijt (19). Soms is deze
vereenvoudigende bewogen geschakeerd, Zij
is dat (iets onrustig) als in het Atelier met
hoed (34) en inhetlatere,'0udheidstalletje(33).
miiiiiiiiiiiiiiiiifmiiiiiHiiiiiiimii
LI C HTSTA D
VII ORGANISATIE
Men zal zich eenmaal ironisch verbazen
oover een menschheid als de thans-leevende,
die zulk een ingewikkelde en uitvoerige
geleerdheid als onze rechts-geleerdheid
behoefde om te kunnen bestaan.
Welk een ontzachlijke verspilling van tijd,
denkkracht en arbeid wordt veroorzaakt
door de eindelooze kwesties oover erf-recht,
handels-recht, staa's-recht, om van oorlogs
recht niet te spreeken.
Onze beste menschen, onze schranderste
koppen vermorsen hun gansche kostelijke
leeven aan geschillen oover een weinigje
goed, wat leevensmiddelen meer of minder.
Wat meer bezit, wat meer goederen, wat
meer macht, wat meer dingen van twijfel
achtige waarde.
Wat al inspanning en hoofdbreeken voor
hetgeen den Wijze ooverboodig of van ge
ringe beteekenis toeschijnt!
Terwijl juist door den bouw van
Eenheidstaat, Lichtstad en Broederschaps-tempel,
dagelijks meer aan 't licht zal koomen dat
oovervloed, rijkelijke oovervloed, gemakkelijk
te bereiken is voor alle aardbewooners,
wanneer ze zich ordenen en zichzelve
beheerschen, volgzaam aan de richting
geweezen door het Licht, dat als zonnestralen
zich zal uitspreiden oover de geheele waereld,
uitgaande van de God-bewuste ziel.
Gebrek is onnoodig, niemand onzer behoeft
honger te lijden, om tot de hoogste ont
wikkeling, tot vergeestelijkt leeven, tot het
Koninkrijk der heemelen" te stijgen.
Inteegendeel, gebrek is daartoe eeven ondienstig,
eeven schadelijk als ooverdaad
Een weinig meer liefde en verstand, ook
verstandige eigenliefde, is daartoe noodig.
Ook wat men noemt cultuur, opvoeding tot
mondigheid, zonder groote zelfverloochening.
Gaarne neemt de mensch die aan, als hij
met wijsheid en liefde onderweezen wordt.
Zeeker zullen nog, gedurende lange jaren,
misdaden plaats grijpen in de Buitenstad,
rondom de Lichtstad.
Er zal nog geroofd, gestoolen en
bedroogen worden, dulzende processen om bezit
en mach' zullen nog door het Internationaal
gerechtshof in de buitenstad behandeld moe
ten worden, en een sterke macht van
ordebewaarders zal nog lang vereischt worden,
om orde en wet te doen eerbiedigen door
den stroom van bezoekers uit alle landen.
Maar als een fonkelend, lichtspreidend
juweel zal midden in den half- barbaarschen
chaos, de heilige stad met haar hoogen
Domkoepel blijven stralen om den doolcnden
den weg te wijzen uit het droeve moeras
van hebzucht en gebrek, van ooverdaad,
liefdeloosheid dwaasheid en llederlijkheid.
Niet alleen de rechtspraak zal zich won
derbaar vereenvoudigen, naarmate ze door
trokken wordt van de goddelijke inwerking,
maar ook de groote vraagstukken van eco
nomie en staathuishoudkunde zullen er hun
oplossing vinden.
De kleine Eenheid-staat, beheerd en v
rgelicht door de eedelsten van ons geslacht,
zal als een laboratorium zijn waar econo
mische theorieën en dogma's o»practische
wijze zullen worden beproefd.
Wat in de oude staten niet moogelijk is
door nationale verblinding, door de zwakke
positie der eedelsten te midden van een
groote meenigte van onmondigen, en door
de verouderde maar n»g steeds krachtige
instellingen uit een barbaarsch verleeden
dat kan in de Eenheid«etaat worden
ondernoomen.
Het gemeenschappelijk bezit aller onroe
rende goederen zal daar niet de bezwaren
vinden die in een groot rijk met eeuwen
oude misbruiken niet te ooverwinnen zijn,
De teegenwerking der behouders, die
vreezen hun oude voorrechten te verliezen,
zal in de Eenheid-staat geen kracht hebben.
De menschen gehoorzamen niet aan een
theorie, een gedachte-beeld alleen het
praktische voorbeeld, het model kan hun
de oevertuiging geeven van de
moogelijkheid eener beetere samenleevirg.
Wel kunnen theorieën, opgenoomen en
doorgezet door min of meer hekrompen en
fanatieke ijveraars, een tijdlang de stroom
der cultuur doen afwijken maar de groote
meenigte gaat dan niet mee, de réacile
maakt gebruik van de dwaling, om zich te
doen gelden, en de vooruitgang beschrijft
een zig-zag-lijn, oover de zuivere richting
heen.
Het is te doen om een beetere samen
werking. De moogelijkheid daarvan, ja het
voordeelige er van, voor elk individu, wordt
meer en meer erkend.
De Eenheid-staat zal het meest
volleedige voorbeeld zijn, op niet al te groote,
uitvoerbare schaal, van zulk een volkoomen
samenwerking.
Niet altijd Is het schilderij volledig. In de
stadsgezichten mis ik dikwijls den overwo
gen bouw; een groot schilderij in Rotterdam
is te eenzijdig geconstrueerd, of liever ge
groeid. Maar in een klein interieur (10) van
bruinen, grauwen en rooden is het geheel
geworden tot een fijn samenspel; het
werkje is volledig; er is niets af en er is
niets meer op te wenschen, het heeft rust
en leven.
Op de teekeningen van Suze
Robertsen heb ik meer dan eens na
drukkelijk gewezen. Haar innerlijkheid, en
tragisch wezen, is daarin ongestoord te
erkennen; het diepe zwart-en-wit, eenvoudig
door gebruikt materiaal, verstoort nooit een
indruk. Ge vindt hier de koppen, scheef op
den hals, wat vermoeid; de vrouwen der
schilderijen met hetzelfde leven achter den
rug, een sprakeloos leven, en ge vindt ze
in de teekeningen voorgedragen vol van de
ontroering, groot in het toch bewogen ruime
zwart-en-wit. Er is geen enkel siersel, alleen
noodige eenvoud. De compositie is niet
gezocht, en behoeft niet veel te varieeren
om ze steeds belangrijk te houden, alles is
op het Innerlijk betrokken. Nu en dan treft
ze door iets ongewoons, een Vrouwtje op
de bleek (59) vertoont dat in een zigzaglijn...
III
Het geheele werk van deze schilderes
vraagt ernst. Het moet menigeen te ruig
zijn; te zwaar, te eenvoudig. Ik zei u: het
is het sprakelooze leven; het is een rijke
traagheid. Het is weinig vroolijk maar
het is beter dan de gezochte vroolijkheid.
Het hefft meer ruimte in een stilleven, dan
ge op vele schilderijen in groote vertrekken
vindt. Dat beteekent, dat het den tijd zal
verduren. Het geeft in de figuren het primaire,
dat betetkent, dat het als onderwerp niet
kan vervreemden, voor lateren. Het is, daarbij
soms fijn zooals een groote bekentenis dat
bij poozen moet wezen. Het heeft wel
fouten maar het bezit diepe deugd?n.
PLASSCHAERT
PETER ALTENBERG f
8 Januari 1919
Hij was de wonderlijkste bohémien, een
echt Weener cusroslteit.
's Oibt nur a Kaiserstadt
'sQibt nur a Wien.
Maar Weenen is geen keizerstad meer,
alles is anders en de origineele Peter
Altenberg is nu ook dood. Een curieus man
netje, met een enorm voorhoofd, nog ge
accentueerd door zijn kalen schedel, meteen
groote, blonde hangsnor en een verbaasden
kinderblikachterbreedgerande lorgnetglazen
Een kind bleef hij, een emd kinden de meest
onmaatschappelijke mensch. Een dweeper,
een zenuwlijder van jongs af, en een geniaal
mensch. Hij was een Jood, volgens hem
zelf, der einzige Jude mit dem ein Ctirist
Daartoe heeft men een groep van deug
delijke werkers noodig. Geen engelen, geen
ideaal-menschen, maar gezonde, gave,
werkkrachtige, bekwame persoenen, geschikt voor
de" uit te voeren arbeid.
Zeeker niet een onsamenhangende,
ongeorganlsee'de meenigte proletariers, die een
theoretische leuze na-schfeefw«|i, en alle
geschiktheid missen voor het groote werk.
Reeds bij den opbouw van den Tempel
zal men praktisch te werk moeten gaan en
een selfctie maken van bekwame arbeiders,
die goed geleid en goed betaald worden.
Zulk een proef moet worden aangepakt
met dezelfde kracht en orde, als waarmeede
b.v. een groot werk als de doorgraving van
het Panamakanaal is verricht door het
Amerlkaansche volk.
Is eenmaal tot het plan der stichting
beslooten, en zijn de bestuurders der groote
volkeren tot het inzicht gekoomen van de
noodzakelijkheid en schoonheid van de ge
heele onderneeming, zoodat ze hun macht
CH middelen rr voor beschikbaar stellen,
dan wordt tegelflk met het organiseeren van
de verkiezing der twaalf, een staf van zeer
energieke en bekwame menschen
aangeweezen als voorloopig bewind.
Een krachtig, ver vooruitziend staatshoofd,
vermoedelijk wel een Amerikaanscti presi
dent, kan het initiatiff neemen en een vol
doende samenwerking der machtigste volken
bewerken,
auf die Dauer verkehren kann" , en gaf
voor arm te zijn, was ket misschien ook.
Hij schreef voor kranten en tijdschriften o.a.
voor den oorlog In de rubriek Lieber
Simplicissimus." Soms ook verzon hij een geheele
andere broodwinning, zoo verkocht hij een
tijd lang colliers, die hij gefabriceerd had
uit stukjes parelmoer en Indische befjes aan
een zijden snoer geregen. Dit vreemde bijou
was om het authentiek te maken voorzien
van een loodje met zijn initialen P. A. Die
colliers, die hij zonderlinge namen gaf als:
de grauwe dag," Spleen," de lachende
Zon" etc. verkocht hij aan rijke Weeners
die met vroolljke dametjes kwamen soupeeren
in nachtcafé's.
Want Peter leefde in hotels en cafe's. Hij
woonde er en werkte er, en zijn aphorismen
en paradoxen zijn direkte precipitaten van
zijn gesprekken met bohémiens, publieke
vrouwen, kellners, elegante viveurs. Hij hield
van het goede leven.
Französischer Champagner: Erhöhung der
Lebens-Energieen durch Erlösung von
Hemmungen. Man singt innerlich : Verkauft's
mein G'wand, i fahr in Himmel" Es
kommt da ein Moment, in dem einem der
unbezahlte Zins und die treulose Geliebte
gleichgültig werden
Hij was een geweldig causeur, heftig,
impulsief, soms extatlsch-dweepend, altijd
van een trillende nervositeit. Ook zijn werk
heeft dat in zekere mate. Hij is prachtig
als impressionist, hrj houdt de n «ogen
blik opvlammende gedachte vast en schrijft
ze neer, soms treffend raak, zoo kort hij
maar kan. Zooals zijn oudere landgenoot
Mozart dweept hij met de Kurze Manier",
waarvan Mozart klaagde, dat in ze
Duitschland niet gewaardeerd werd. Bij P. Altenberg
wordt die kortheid manie. Hij geeft de
quintessence van een gelaatsuitdrukking, van
een ontroering, van een opmerking over
moraal of aesthetica fijn en precies, en
dikwijls heel geestig. Wie icfi es sehe",
Was der Tag ml'r zutragt", Bitderbogen
des kleinen Lebens" de titels zeggen al wat
hij wil. Hij heeft een afkeervandeduitsche
?lompheid:
Viele Dinge in dlesem Büchlein haben
den Charakter von flüchtigem Dilettantismus
Immerhin besser als Schwerfülliger B
cherwurmismus.
Hij is begaafd, intelligent, geestig, bijna
altijd amusant. Toch geen groot artiest.
HrJ vermoeit door herhalingen, is te veel
van zich zelf vervuld als een echte zoon
van zijn ras. Zijn wereld is ook niet heel
groot, niet veel ruimer dan de electrlsch
verlichte lokalen, waar hij het grootste deel
van zijn leven doorbracht; zijn stokpaardjes
berijdt hij wat al te graag, exaltatie ziet
hij soms aan voor enthousiasme,paradoxen
voor diepte. Een Franschman, die hem per
soonlijk gekend heeft, Mare Henry, ziet in
hem 't symbool van de stad waar hij leefde:
Ce temperament d'artiste fantas que.illogique,
incomplet, douéd'une senslbllitémorbide,
matlnéde roublardise et de naiVetéde
iiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiliiiligili
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Het zal de eerste, noodwendigste taak zijn
van den volkerenbond die thars is ontworpen.
Gïheel onzinnig en zonder vooruitzicht
zij a de poogingen, die thans door
welmeenende maar aan een theorie gehoor
zamende persoenen worden gedaan, om
groote volken door politieke
geweld-maatreegelen tot een communistisch geheel te
erganiseeren.
Dat kan niet gelukken, omdat het vol
strekt onpraktisch is en de eerste zakelijke
beginselen van een groote onderneeming
niet kent en in acht neemt.
Hst vormen van een communistische
menschen-groep is een zakelijk ding, dat
moet worden verwerkelijkt zooals alle groote
werken en onderneemingen, die in de oude
maatschappij tot welslagen zfjn gebracht.
Een staf van ingenieurs, geografen, geo
logen benaalt de meest geschikte plaats
voor het Eenhelns territoor.
Dan zoeken ze bijeen, uit alle valken een
leeger van vrijwillige werkers, zondereenige
andere consideratie als hun bekwaamheid
en geschiktheid.
Zulk een leeger kan gerecruteerd worden
uit de militaire leegers der deelneemetide
staten.
En zouden de be°te arbeidskrachten der
staten, architecten, ingenieurs, steenhou
wers, metaalbewerkers, timmerlieden, met
selaars, electriciens, landbouwers,
decoratief-kunstenaars, beeldhouwers zouden
Teekening voor de Amsterdammer" van den architect J. London
.;.
J
l
Koepel.
sentimentalitéet de cynisme, reflète en
l'amplifiant, toute l'ambiance viennoise, tel
qu'un mirolr prismat que".
En was hu niet eigenlijk al van een vorige
generatie? Waardeert het nieuwe, robustere
geslacht wel zfjn oververfijnlng zijn
seelische Delikatessen ?" Andere tijden, andere
vogels. Hardere, gezondere, meer technische
menschen zullen moeten leven in een nuch
terder en niet meer zoo zwierig Weenen.
Maar iets van het oude parfum, van de
subtiele roes, waarin deze stad den vreem
deling bracht, zal toch wel blijven. Peter
Altenbfrg is dood , maar is ons niet
Schnitzler gebleven?
M. H. B. L.
Holland, pas op!
Heel de hel is losgebroken,
Heel Europa staat in vlam,
Niets dan revolutie spoken,
Handel, welvaart liggen lam.
Allerhande rare raden
Dingen naar de hoogste macht
En de revolutleduivel
Schudt zijn Satanskop en lacht.
Honger, kommer en ellende
Zijn het schoone resultaat
Van 'tregeeren van een bende
Die voor niets en niemand staat.
Plunderaars gaan door de straten,
Kogels fluiten door de lucht;
Heerlijk, als je bent verlaten
Door de orde en de tucht.
Holland, laat je niet bekeeren"
Al is alles op zijn dolst;
Laat je niet intimideeren
Door een Razend' Roelant Holst.
Holland, blijf wat je geweest bent,
Wil niet vrijer zijn dan vrij,
Luister niet naar mooie woorden,
Naar om- of Wijnkooperij.
Holland, als je zoo de krant leest,
Heb j'er dan wel aan gedacht:
Wie zich aan een ander spiegelt
Spiegelt zich gewoonlijk zacht?
Als er bij de buren brand komt,
Wat is dan je eerste daad ?
Grijp je dan naar je pantoffels
Of naar 'n brandblusch-apparaat ?
Holland, hou je hersens helder,
Hou de koppen kalm en koud;
Pas als het te laat Is voel je
Hoeveel je van Holland houdt.
Holland, sta niet ia gedachtan",
Holland, toe wees eens spontaan,
Laat de Burgerwacht niet wachten,
Orde! Tucht! Holland! Treed aan!
CLINGE DOORENBOS
llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIMI'ltlllllllU
die allen zich niet met meer geestdrift aan
melden dan bij een oproep om elkander te
vermoorden waartoe ze niet alleen aanvan
kelijk onbekwaam maar ook steeds innerlijk
ongeneigd waren?
Goed betaald moeten zij worden, en goed
geleid, voorgelicht door meesters in hun vak,
door de beste geleerden en industrieelen
der oude maatschappij, en daarbij gesterkt
door de allerzuiverste bedoeling van het
schoone werk waaraan ze zich wijden,
Zouden de arbeiders die, met gevaar van
hun leeven zulke wónder-bouwwerken tot
tand brengen als de wolken krabbers van
Wall-street, ten bate van geld-speculanten
en mlllionairs niet met meer toewijding
werken aan een bouwwerk ten bate der
geheele menschheid, waarvam zij en hun
kinderen en kinds-kinderen de zeegenrijke
invloed zullen ondervinden ?
Uit dat eerste arbeids-leeger zullen de
eerste vaste bewooners der buitenstad
worden saamgezocht.
Geschiedt dat met organisatorische be
kwaamheid, en praktischen zin, zooals men
de werkers voor een groote onderneeming,
een kanaal, een spoorweg, een rnetaal-bedrijf,
een mijn-ontginning, een scheeps-werf
bijeenzoekt dan zal daar ook geen
weikeloosheid, geen afgunst, geen dienstweigering
geen staking en geen klassenstrijd kunnen
voorkoomen. Want eenzelfde groot belang
verbindt hen allen, het hoogste gemeen
schappelijke belang, dat persoonlijke be
langeloosheid meebrengt.
Naar politieke theorieën behoeft men niet
te vragen, en gewelddadige dictatuur is
onnoodig ja zou een gezonde ontwikkeling
volkoomen verhinderen.
Een goed organisator kent zijn menschen
en wijst aan ieder de plaats waar hij met
succes en voldoening werkzaam kan zijn.
Het mislukken van alle communistische
groepjes was het gevolg van 't gemis aan
goede organisators, goede leiders. Men
meende het zonder leider wel te kunnen
stellen, en alleen naar de politieke
oovertuiging te moeten vragen. Teegen deeze
onpraktische dwaasheid heb ik altijd
gestreeden, ze was de oorzaak van alle mis
lukkingen.
Nu meent men, door een gunstige
geleegenheid de gistirg en omust na een
grooten oorlog in staat te zijn de
hcrvormirg te kunnen forceeren, tn toepassen
direct op groote schaal door een zoo
verwerpelijk en misdadig middel als
gewelddwang en politieke macht. Men raast
teegen het militairisme en neemt er de ergste
fout van oover.
Een groot werk als het opbouwen van een
socialistische (rechtvaardige, christelijke)
organisatie vereischt strenge, grondige voor
bereiding, en zakelijkheid. Werkkrachten
van den eersten rang, die weeten wat de
mensch noodig geeft om met liefde en lust
te werken.
Niet uitsluiting van een klasse der maat
schappij, maar uitsluiting voorloopig
althans van minderwaardigen en
ongeschikten.
De minderwaardigen koomen ook aan de
beurt, maar niet in den aanvang. Cers: moet
het blijken oat het de sociale wanorde is,
die de minderwaardigen maakt. ALT men
geleerd heeft hoe hun ontstaan te verhofleii,
dan eerst mag men de slachtoffers der oude
misstanden trachten te he'pen.
F R E D E R I K V A N E E I) E 11