Historisch Archief 1877-1940
12
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
10 Mei '19. - :io. 2185
Op den Economischen Uitkijk
De achturige arbeidsdag
Hoewel er voor ditmaal ok wel andere
onderwerpen zijn, waarvan de behandeling
mi] zon aantrekken, geef ik er de voorkeur
aan, thans verder te spreken over de invoe
ring van den achturigen arbeidsdag, nadat
ik den vorigen keer de algemeene beschou
wingen der Memorie van Toelichting van
mr. Aalberse's ontwerp ter sprake heb ge
bracht. «Lest heugt best"; het is in aanslui
ting aan mfjn opmerkingen over des Ministers
betoogen, dat ik nog Iets heb te zeggen.
Maar vooraf: laat ons elkaar wel verstaan.
De onverwijlde invoering thans r red s van
den achturigen arbeidsdag ' voor fabrieken
en werkplaatsen in Nederland acht ik in
hooge mate bedenkelijk. Maar nog beden
kelijker misschien lijkt het mij, dat men
klaarblijkelijk zich zoo weinig, met zoo
weinig ernst, rekenschap geeft van de be
zwaren, die tegen de doorvoering van den
maatregel zijn in te brengen. Het schijnt
eigenlijk wel zoo wat, alsof men over die
bezwaren maar liever niet hoort spreken.
Immers staat het vrijwel vast dat dit ontwerp
zal worden aangenomen. Kan men zich
denken dat de Tweede Kamer tot verwer
ping van de wetsvoordracht, tot afwijzing
van den achturigen arbeidsdag zal bestuiten?
Waartoe dient het dan, als men dit voorziet,
toch met bezwaren te komen ? Het aitwoord
op die vraag is natuurlijk: ter waarschuwing.
Wel i8, bij het verschijnen van deze regelen,
het afdeelingsonderzoek der Tweede Kamer
In zake dit wetsontwerp reeds zeker
afgeloopen, maar aan de openbare behandeling
ts men toch nog lang niet toe.
Wat ik betreur, is dat de zaak eigenlijk
reeds zoo wat als afgedaan wordt beschouwd,
dus als iets waarover discussie viijwel is
uitgesloten.
De achturige arbeidsdag is n van die zaken
geworden, waarvan menigeen met het ge
wone fatalisme van onzen tijd zegt: dat
zit in de lucht; dat komt toch en daarvan
komt men niet meer af." Ik weet wel dat
het denkbeeld vooral in het laatste halfjaar
zeer sterk terrein hteft gewonnen; ik geloof
ook wel dat de in die richting geleide be
weging op den duur niet zal zQn te stuiten.
Maar dit toe te geven beduidt niet, dat men
nu maar, al was de zaak niet buitengewoon
belangrijk, haar zonder gezette overweging
van de te verwachten gevolgen kan afdoen
en haar mag voorstellen als een vrij wel reeds
beklonken zaak. Daartegenover stel ik den
eisch, dat men zich ten volle rekenschap
zal geven van wat men doen gaat en van
war daaruit zal voortvloeien.
Nu, ik zei het reeds den vorigen maal. de
Memorie van Toelichting maakt zich waarlijk
veel te gemakkelijk af van de groote vra
gen, die hierbij rijzen. Men krijgt den indruk
alsof de Minister niet recht beseft wat voor
de kansen op ontwikkeling van onze
vaderlandsche nijverheid na den oorlog het feit
feit beteekent, dat heel de fabriekmatige
voortbrenging In Nederland straks zal zijn
gebonden aan wat men noemt een acht
urigen arbeidsdag, maar wat is een 45-urige
arbeidsweek. Mfjn lezers herinneren zich dat
In de Memorie van Toelichting dtie bedenkin
gen tegen de invoering van dezen maatregel
doorden Minister worden bestreden.lk gaf die
bestrijding weer; zij vult twee kolommetjes
van de toelichtende memorie en daarna gaat
de Minister over tot § 2: Indeeling van
het ontwerp." In die twee kolommetjes heeft
hfj afgerekend met alles, wat aangevoerd
kan worden tegen een zoo Ingrijpend voor
stel als door hem wordt gedaan !
Is hierin niet iets verbijsterends ?
Hoe zullen wij de internationale concur
rentie volhouden ? Zal de
arbeidsduur-beperklng niet de aanvulling van bet tekort
van allerlei goederen belemmeren? Zullen
daardoor niet de productiekosten en met
deze ook de prijzen stijgen? Meteenige
min of meer vage redeneeringen wimpelt
mr. Aalberse zeer ernstige vragen al deze
DE QORLOGS-ARMEN
Tegelijk met de bekende kaste der O.W.'ers,
is een nieuwe groep van menschen ontstaan,
die zich eveneens plotseling temidden van
geheel veranderde omstandigheden gesteld
zien. Dat zijn de oorlogs-armen, d.w.z. de
menschen die, onderworpen aan de
betrekkelfjkheids-theorie, de omstandigheden ver
anderd zien ten opzichte van henzelf, die
op hetzelfde standpunt gebleven zijn, als
Zij voor den oorlog Innamen.
Den 4den April 1751 schreef D'Argenson
in zijn dagboek:
On se plalnt a Paris, de n'y voir que
de nouveaux riches, qui mettent l'enchère
sur les loyers des matsons de sorte qu' on
rfen trouve plus a louer. On ne vott dans
les rues que des quipages remplis de gens
cl-devant inconnus ou qu' on vit dans les
postes les plus bas. Ce sont tous gens de
vivres, des jfourraees, des hópitaux ou autres
entreprises mllitaires tüils ont eu trop a
gagner.."
En in de Lettres Persanes schrijft
Montesquieu:
?/ n'y a point de pays au monde oüla
fortune tolt si incanstame que dtns
celuiet. Il ^arrive, tous les dix ans, des r
volutlons qul précipitent Ie riche dans la misère
et enlèvent Ie pauvre avec des alles rapldes
au comble des rlchesses. Celui-ei est tonn
de sa pauvreté, celui-la l'est de son
abondance..."
Men ziet het... de toestanden die de
belde oude heeren constateeren, herhalen
zich.... weer rijden de quipages, schoon
thans in den vorm van groote automobielen
door de straten, gevuld met rijkaards van
gisteren, en wederom bespat de modder die
hunne wielen opwerpen, de broekspijpen
van den rijkaard van eergisteren.
TJIT
ter zijde en... spreekt dan o ver argumenten
die gespeend van economisch doordenken"
ziji! In des Ministers redeneeringen vindt
men geen feitelijke gegevens, geen stellige
punten, geen beschouwingen over de thans
in onze fabriekmatige nijverheid gebruike
lijke arbeidsduren, geen vermelding (dus ook
geen verklaring) van het feit dat In ver
schillende industrieën de arbeidstijden niet
onbelangrijk ulteerrloopen, geen poging om
na fe gaan wat voor onderscheider e nijver
heidstakken de wettelijke
arbeidsduur-beperking zal beteekenen, in hoever daardoor
de productie zal worden verminderd, of en
hoe dit wellicht te verhelpen zal zijn...
Niets van dit alles. Zooals mfjn lezers zich
zullen herinneren, weet de Minister alleen
te vertellen dat blijkens Engelsche en
Hollandsche proeven, een ve>korting van
den arbeidsduur, ook tot acht uren per
dag, in verschillende bedrijven nog niet
behoeft te leiden" (ik cursiveer Sm.) tot
een vermindering van de productie en
tot een daarmee gepaard gaande stijging
der productie kosten". Ziedaar alles!
Waarom zulks in verschillende bedrijven
inderdaad juist is en waarom in andere
volkomen onjuist en in welke mate
zulks hier juist en daar onjuist is en hoe
de toestand worden zal in bedrijven, waar
de productie wel (geheel of ten deele
evenredig) met den arbeidsduur zal dalen,
dat zijn van die bijzonderheden, welke de
Minister bij de verdediging van zijn voor
stel zijn aandacht niet waard heeft gekeurd. *)
Wil men iets weten van de eigenaardige
verschillen, die zich bij de
arbeidsduurregelingen voordoen, dan moet men daar
voor luisteren naar de stemmen van hen,
die de praktijk in deze kennen. Zoo heeft
b.v. de heer Cd. F Stork verklaard dat hij
als machinefabrikant geen groot bezwaar
voor de metaalindustrie zag ineen48urige
werkweek krachtens wettelijk bevel (mits
met de noedige uitzonderingen en over
gangsbepalingen); het is een bekend feit
dat Inderdaad bij de firma Gebrs. S'ork en
Co. niet meer dan 48 uur per week thans
reeds wordt gewerkt. Men is daartoe in
oorlogstijd gekomen en heeft ervaren, dat
de productie niet onder de laatstelijk
inge
*) Ik zie niet voorbij dat de wet afwij
kingen van den regel gedoogt, maar deze
zijn bepeikt. Het zou mij te ver voeren dit
hier uiteen te zetten, maar de vrijheden,
welke de wet onder zekere omstandigheden
toestaat, doen slechts zeer weirig af aan
het bindende en knellende van den regel.
O, ik woonde dit nog gisteren bij...
naast mij stond op het trottoir een onlangs
gepensioneerde generaal... en daar stoof
door de Utrechtsche straat een groote grijze
automobiel, met open knalpot.
Aan het stuur van dit razend luxe-ver
voermiddel zat een onbekende, en naast hem
eene zeer bekende dame... de reputatie
van het merk van de auto waarin zij reden,
was boven alle concurrentie-praatjes ver
heven, maar van de reputatie der dame kon
niet hetzelfde gezegd worden...
Ziet, zeide mij de grijze oud-strijder, in
zulk een wagen reed ook ik eenmaal....
misschien Is het dezelfde, waarin ik
mijne triomfen vierde als overwinnaar In
de manoeuvres bfj het Oooische Gat...
thans heb ik mijn plicht aan het vaderland
gedaan, en heeft men mij beloond met een
pensioen, waarvan ik wel mijn voedsel,
doch zeer zekerlijk niet mijn sigaren en
mijn socitfits-contributie kan betalen... en
te voet beweeg Ik mij voort... Wie is deze
rijkaard ? Wat heeft hij gedurende de oor
logsjaren gedaan... of liever wat heeft hij
misdaan, dat hij thans in zulk een schoone
auto door de Utrechtsche straat rijden kan...
dezen dag reeds voor den
negen-en-twlntigsten maal ... ongerekend nog zijne ge
wone dertig toeren rondom het
Rembrandtpleln...?"
Ik wist den waardigen oud-strflder niet
van antwoord te dienen... ook hij is een
oorlogs-arme.
Het levens-pijl is gestegen, en zij, die
hun erf niet hebben opgehoogd, wonen nu
aan den rand van het water, dat vroeger
als een lust vijver aan hunne voeten lag..,
en er zijn er zelfs, die het tot aan de lip
pen hebben zien stijgen. Dat zijn de oor
logs armen, en wel voorramelijk zij, die
om den een of anderen reden hun
dageIflksch leven plachten bloot te leggen voor
de buiten-wereld.
Zij die een gezin hebben, en zich alleen
uit ijdelheid met het publieke leven bemoei
den, trekken zich verachtelijk glimlachend
in hun nauwere coterie terug, en met een
bons valt de deur dicht voor de neuzen
der nieuwe r ij kaar ds en hunne zonen en
voerde verkorting leed. Maar voor de textiel
industrie komt de heer Joan Gelderman, die dit
bedrijf door en door kent, tot geheel andere
slotsommen. Hij schrijft (in de Econ. Statist.
Berichten van 9 April 1,1.) dat in een textiel
fabriek bijna alle productie door de machi
nes geschiedt en de functie der arbeiders
zich in zeer vele gevallen bijna uitsluitend
bepaalt tot de contiöle op de spinmachines
en weefstoelen, het aanknoopen der gebroken
draden,het vullen der ledige weefspoelen enz.,
terwijl in een machinefabriek veel meer
arbeid door den werkman zelf wordt verricht,
zoodat deze ook veel meer invloed op de
productie kan uitoefenen. Zoo kan dus heel
wel aldus vervolgt hij in een machine
fabriek de kortere arbeidsduur worden goed
gemaakt door intensievere arbeidsverrtchting,
terwijl in de textielnijverheid korter werktijd
beduidt item zooveel geringer voortbrenging...
Ziedaar slechts n voorbeeld. Ik beveel
overigens zijn beschouwing ter overweging
aan m^n lezers (en aan mr. Aalberse) aan.
Zij zullen er o. a. uit leeren, zoo zij dit nog
niet wisten, dat men in Engeland over een
werkweek van 48 uur denkt, wat daar een
geringer verschil met de thans geldende
regeling zou beteekenen dan bij ons.
Want bij ons heeft de Arbeidswet van
1911 een arbeidsweek van 55 uur voor
vrouwen en jeugdige persouen vastgesteld.
Gevoelt men wat het zeggen wil, wanneer
deze in 1911 voor vrouwen en jeugdige
personen op 55 uur bepaalde week thans
wordt ingekort met weinig minder dan 20 pCt.,
op 45 uur voor vrouwen, jeugdige personen
en volwassen mannen, dus over heel de lijn?
En dit zal dan geschieden dadelijk naden
oorlog, in een tijd, waarin wfl ons afvragen
hoe het maatschappelijk tekort zal worden
aangevuld, hoe wij van de hcoge prijzen
zullen afkomen en hoe de Nederiandsche
uitvoernfjverheid de mededinging met indu
strie en uit andere landen weer zal kunnen
opnemen. Wanneer wfl b.v. lezen dat er in
iiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiuiiifii iiiiiiiitii mini iiiimiii IIMII
kleinzonen tot in het derde geslacht, als
wanneer deze toegelaten zullen worden, om
ze op hun beurt te sluiten voor de O.W.ers
die de a.s. wereldoorlog, waarvan een be
kend Nederlandsch strateeg reeds in woord
en geschrift gewaagd heeft, het licht van
den wei-stand zal doen zien.. . maar dit is
het spel der ijdelheden, en dat is van alle tijden.
Maar dan is er nog een andere kring
van lieden, die in het openbaar leven. Dat
zijn de mannen die geen tehuis hebben, in
den meer teederen zin des woords, en ook
in den meer economischen zin... de onge
huwde mannen, die z.g. op straat, d.w.z. in
restaurants leven, en in alle andere inrich
tingen, waar eene heffing ineens, danwei
In maandelijksche termijnen, een onderdak,
warmte mitsgaders voedings- en genot
middelen verschaft. Deze groep van
menschen is het, die in onmiddellijk contact, of
liever in den sfeer der nieuwe rijkaards leeft.
En hen noem ik de werkelijke slachtoffers
van de na wee'en van den wereld-oorlog.
Wat doet het er toe, of gedistingeerde
dames zich al eens ergeren aan de kostbare
hoeden en gewaden van tot rijkdom ge'aakte
yoorbij-gangsters... zij hebben slechis een
jour te bezoeken of een kamerzetel te aan
vaarden om hun ergernis te vergeten...
wat doet het er toe of de schouwburgen al
gemunicipaliseerd worden, en de vroegere
privé-loges van mevrouw X en meneer Y
verhuurd aan ieder, die voor elk der vijf
zetels die zich daarin bevinden vijf guldens
kan betalen ... wat doet het er toe, of de
hotels geweldig duur zjjn en de kleeren
makers fancy prijzen bedingen... wat doet
het er allemaal toe, zoolang mevrouw X
thuis kan bleven, en het bon ton is te ont
vangen in een al of niet veranderde japon
van voor drie jaar... Het doet er immers
allemaal niets toe, voor alle menschen die '
zich kunnen vereenigingen tot gezelschappen |
zooals die der Fransche uitgewekenen iijdens '
de revolutie... en die op zolderkamertjes
te Londen voortgingen met hunre hoofsche
bijeenkomsten, en tesamen heerlijk schelden
konden op hen tot wie de fortuin zich ge
wend had...
Neen... het is de man-alleen, de man die
sommige Industrieele kringen in Frankrijk
sterk verzet is tegen den achturen-dag, dan
stemt ons dit tot radenken, is het «ok niet
bekend dat Japan steeds meereen dreigende
concurrent wordt ? Weten wöniet dat in
Amerika wel fraaie arbeidswetten worden
uitgevaardigd, maar dat met de naleving
daarvan ginds in zeer bijzondere mate de
hand wordt gelicht?
Mijn doel hier, met deze vluchtige be
schouwing, kan geen ander zijn dan om zoo
maar, voor de vuist weg, een en ander te
noemen, dat, gelijk ik zeide, ons tot nadenken
moge stemmen. Wat mij grieft en verontrust,
is juist dat de Memoiie van Toelichting van
zoo weinig nadenken blijk geeft. Dit stuk
maakt den indruk, dat er haast is bij de
zaak en er dus liefst niet al te veel over
gedelibereerd moet worden. Geef den
arbeiders den acht-uren-dag, voordat zfl dien
nemen", zoo schïjnt de leus te zijn. Maar...
wanneer zij dien .nemen" is dat voor hun
verantwoording. Wanneer ik hun dien geef,
wil ik weten of die gave" ook voor hen
in dezen vorm en op dezen voet wel
waarlijk een goede gave is. Voor het ant
woord op die vraag is meer economisch
doordenken" noodzakelijk, dan waarvan deze
povere toelichting des Ministers getuigenis
aflegt. SMISSAERT
iiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiimimiii
RIJM-KRONIEK
De Scheerder
Een scheerder die zijn taak verstaat,
dat is een man die scheert en praat.
Geen scheerder was er nog die steeg
in aanzien, als hij scherend zweeg.
Wanneer hij 't scheermes scherpt dan zie
ik 't rijpen van de causerie
die straks, wanneer de kwast mi} streelt,
pro deo mij wordt toebedeeld.
En rog vór 't mes mijn wangen raakt,
Oostersche Tapijten
Indien U Oostersche tapijten bezit (Per
zisch, Turksch, enz.), welke niet met Uw
ander huiselijk interieur harmoniëren, of
die U om welke reden ook wenscht te ver
koopen, schrijft dan aan Y. BAZIR, Impor
teur, Zoutmanstr. 61, te 's Gravenhage,
Tel. 1843, welke zich door geheel Nederland
laat ontbieden en die tegen zeer hooge
prijzen alle soorten Oostersche tapijten
koopt (nieuw of gebruikt), ongeacht de
afmetingen en de prijs. Bewaar dit adres.
SS BLRNCHE
ClGFVRETTES
in koffiehuizen en restaurants gedwongen is
tot het dagelijks bijwonen en aanzien der
festijnen der nieuwe rpaards, die waarlijk
te beklagen is...
Hij moet zien, hoe de meneer aan het
tafeltje raast hem met de eene hand zijn
champagneflesch aangrijpt, terwijl hij met
de andere een graat peutert uit het diepst
inwendig van zijn keel... hoe zijn
llnkerbuurman bij handenvol de sardines graait
uit een kostbaar blikje, en ze, vetdrulpfnd,
verdeelt onder zijne in zijde gehulde welpen,
terwijl, stralend van het edelst gesteente,
zijne drie-dubbel-onderkinnige gemalin toe
ziet, roepend om haar deel.
Hij is het, die, wanneer hij in een bar zijn
simpele whisky-soda elscht, blootstaat aan
de kwalijke bejegeningen van dienaren van
den mammon evenzeerals bacchus, die slechts
schoorvoetend voldoen aan bestellingen, die
beneden den kostenden prijs van zeventien
gulden vijftig blijven. Hij is het ook, die,
des avonds in den schouwburg, werwaarts
bij zich ter vcTstrooiing begeven heeft na
den harden en kwalijk beloonden arbeid des
daags, schuchter rondspiedt naar eenen lot
genoot, die, zooals hij, eenzaam en zoekend
door de corridors sluipt, door het gedrang
van onbekenden in zijde, kant en fonkelend
gesteente op pralend gedragen boezem.
Ach... vergeet hen niet deze oorlogs
armen ... de tijd is niet verre meer, dat zij
zich zullen aanmelden bij vroeger gesmade
oude achternichten, om zich met dezen, in
het schemerduister van kille, onverwarmde en
stoffige boudolrs, te onderhouden over vroe
gere goede, doch helaas vergane tijden
Ofwel er zullen er zijn die zich wanhopig
werpen in de armen van dikke
rijkaardsmmnmimiiiittmiitiittiintiiiiiiftinitiiinmtumiimiiiimiiiiittiiiiimiiiii
heeft hij al 't weerverslag gemaakt,
dat aanstonds, bfj de eerste haal
zfjn plaats ruimt aan een groot schandaal,
dat hfj mij onder 't verderscheren
van A tot Z doet savoureeren.
Wanneer ik juist wil vragen: Heusch?"
dan grijpt hij mij reeds bij den neus,
en krabt behendiglijk mijn lippen,
terwijl hij met een oolflk knippen
van 't linkeroog mij toevertrouwt
dat Dingemans het zeer berouwt
dat hij zijn Russen Het verkoopen...
Dan snijdt hij mij onhandig open
maar juist wanneer ik roep: Verd-md"
dan zeept hij mfj weer vol, en komt
met het verplelterend bericht,
dat Pietermans op sterven ligt.
Dan snijdt hij me de tweede keer,
en als ik proestend protesteer,
negeert hij dat... maar hoont en smaadt
mijn rechtschen tegen-candidaat.
Vervolgens prijst hij lang en luid
een nieuwe crème voor de huid,
en zegt: Neemt U zoo'n doosje mee".
En ais ik juist wil zeggen: Nee",
spuit hij me in met bQtend vocht,
en roept: meneer heeft het gekocht",
waarop zijn ega komt, en lacht,
en meldt dat 't straks wordt thuisgebrachr.
Nog ben ik van het vocht verblind,
als 'k weer verneem, dat hij toch vindt,
dat 'k leel^k door mijn haren groei,
daartegen heeft hij nog een
vloei-stof, die onmiddellijk behaart.
ook constateert hij dat mijn kaart
is opgebruikt; de Portugal
Is ook weer op... En weet ik al
dat Meijer van de Prinsengracht
aan 't eind der week wordt thuisverwacht ?
Hij heeft hem in geen jaar gezien...
een halve fl:sch Eau-de-Qulnine
gaat ondertusschen op m'n hoofd,
en als ik: Ho!" wil roepen, dooft
hij 't hulpgeschreeuw, dat mij ontstijgt.
doordat hij vlug een handdoek krijgt,
en mijne luide kreten smoort.
terwijl hij vraagt of 'k heb gehoord,
van Leenderman's faillissement...
en of Ik die ook heb gekend...
... Maar 'k heb hem reeds m^n hoed ontrukt,
en sta geschoren en geplukt
op straat... zoo plukt en scheert en praat1
een scheerder, die zijn vak verstaat.
MELIS STOK E.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIimilllllllllllllllllimUK'
dochteren... teneinde onder te gaan in het
genot van sardines en poulardes en zee
kreeften als daeelijksch maal?Zij zullen
zich de gewoonten eigen maken van het
peuteren der graten uit het keelgat,., fan
het paradeeren met ratelende automobielen,
dertigmaal do»r dezelfde straat, en
dezezullen hunne oude achternichten en verdere
oorlogs-arme verwanten en betrekkingen
blijven smaden en verguizen....
Totdat een volgende wereld-oorlog deze
ongelukkigen in staat zal stellen op hun
beurt weder op te klimmen tot het niveau
van welstand en overdaad.
Maar van dat alles zal niets geschieden,
wanneer Wijnkoop zegeviert... dan grijpen
wij allen de eerste de beste auto... rennen
dertig, zestigmaal tierend en doelloos de
geheele stad door... toegejuicht en aange
vuurd door het beschonken proletariaat...
dan grijpen wij met de volle hand in vette
en gestolen sardine-blikjes... spelden ons
de kostelijkste sieraden en klelnoodieën op
de borst... rukken met beide handen de
graten uit het keelgat, en bestellen geen
glas whisky-soda meer doch stelen een:
anker gefrappeerde champagne ja..,
dan., zijn er geen porlogsarmen meer,/
maar alleen oorlogs-rijken.
... Zoolang als het duurt., (zie ook t
wederom: d' Argenson en Monte'quieu).
MELIS STOKB
Utrechtsche SchietschuiÉenveer
AMSTERDAM, SINGEL 273
TEL, IHTERC. 5181 H.
Bagelijkscho Moforelienst
Amsterdam - Utrecht * Zeist *> De Bilt ~ Huis ter Heide
Bosoh en Duin - Rijsenburg - Driebergen ~ Doorn enz*