Historisch Archief 1877-1940
10 Mei '19. No. 2185
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAP VOO R NEDERLAND
JOHAN VAN OLDENBARNEVELT
door prof. dr. H. BRUGMANS
Nu 's lands treurspel driehonderd maal is
verjaard, heeft het nog niets van zijn tragiek
verloren. Nog steeds grijpt ons het tooneel
van het hof schavot aan in ons diepst ge voei
van menschenleed en menschelijke dwaling,
meer nog, van schrijnende noodwendlgheld.
Dat Oldenbarnevelt viel, had veel dieper
oorzaken dan Neroos haet en ongenae."
Natuurlijk want niet door persoonlijke
tegenstellingen wordt een dergelijk groot
conflict verklaard. Ook de tegenstelling van
Maurits en Oldenbarnevelt heeft zoowel een
achtergrond als een verleden. Maar in die
tegenstelling is de kerkelijke en staatkundige
strfld van die dagen zoo geprononceerd
belichaamd, dat wij ons toch dien strijd
het gemakkelijkst onder dat aspect kunnen
denken. Tragische figuren beide Maurits
en Oldenbarnevelt. De advocaat, die te
gronde gaat tengevolge van eigenaardige
geestesqualltelten, die juist weer zijn roem,
ztjn opgang en zijn succes verklaren. De
stadhouder, die een overwinning behaalt,
waarvan hij de beteekenis niet recht be
grijpt en waarvan hij het goede gebruik
dus ook niet weet te maken.
Oldenbarnevelt omstraalt al den luister
van het martelaarschap. In de voorstelling
van Vondel werd hij Seneca in wijsheid
gelijk, bestevaar, de vader des vaderlands.
Onder de overwonnenen van 1618 en 1619
werd hij de martelaar om des geloof s wille.
Nog in de achttiende eeuw werd hij ver
heerlijkt als de bestrijder en het slachtoffer
van vorstendwingelandij. Men kan veilig
zeggen, dat Oldenbarnevelt na zfjn dood
veel meer populair is geworden dan hij bij
Handteekening van Van Oldenbarnevelt onder
een brief aan Filips van Hohenlohe (18 Mei 1599)
zijn leven ooit is geweest. Hij was te veel
aristocraat naar den geest en ook te zeer
vervuld van een sterk gevoel van eigen
waarde om ooit naar populariteit te stre
ven. Hij miste zoowel de goede als de
slechte eigenschappen van een populair
staatsman. Onmiddellijk geestelijk contact
met de menigte had hij hoogst zelden; in
tegendeel ontweek hij dat als onwaardig.
Omgekeerd heeft hfj het volk nooit naar den
mond gepraat, van ouds de gewone taktiek
van volks- en partqieiders. Juist het omge
keerde; hq heeft wel gezegd, dat het hem
liever lustte verkeerd dan verknecht tezQn.
Niettemin wordt deze hooghartige man na
zijn dood in breede kringen van ons volk po
pulair. Dat is de indruk van het
marielaarschap, die het slachtoffer tooit met de sy
mpathiekedeugden van den volksvriend.Tochis
het dat niet alleen, wat vooral Vondel in
den advocaat moet hebben aangetrokken.
Onze groote dichter was stellig niet de man
om de eigenaardige groote
staatsmansqualitelten van Oldenbarnevelt naar waarde te
beoordeelen. De praktijk der staatkunde ont
trekt zich in den regel aan het gezichtsveld
der dichters. Maar wat Vondel niettemin
met klare intuïtie heeft begrepen, dat was
het waarlijk grootsche in de politieke statuur
van dezen man. Wat Vondel in den advo
caat bewonderend aanschouwde, het was
die geestelijke ruimte, die stevige karakter
vastheid bovendien, die zoo kenmerkend is
voor dezen man. De solide bouw van
Oldenbarnevelt's geestelijk bestaan, die ook
uit zijn portret spreekt, moet voor den
dichter even aantrekkel^k zijn geweest als
zij het nog steeds voor o is is.
Het is juist die stevige structuur van
het geheele wezen van den advocaat,
dat nog altijd indruk maakt en een
herdenking na drie eeuwen ook ver
klaart en rechtvaardigt. Nederland is
volstrekt niet arm geweest aan staats
lieden van beteekenis, maar geen gaal
Oldenbarnevelt te boven in breedheid
van politieke omraming,in scherpte van
onderscheidingsvermogen, in juistheid
van beraming, in snelle beslistheid van
uitvoering. Het is ons niet steeds moge
lijk dat in bijzonderheden na te gaan,
lllliifliiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiMiiiini
SCHILDERKUNST-KR.ONI EK
DE BEELDHOUWERS IN PULCHRI STUDIO j
Beeldhouwkunst is de kunst der bezielde !
volumina; zij Is vlam, en sprokkeling ; leven, j
bewegende hartstocht; zij is begin van een .
beweging, eurbyihmie van vele bewegingen;
zij is een strengste stilstand, een geheven
en veiheven bezinnen. Zij is in de verslon
ken figuur (sluimering, toch adem) die ter
nauwernood opkomt uit het biok steen,
waarvan ze de geest schijnt te wezen; zij
is in de reikende armen van den minnaar,
in het gezicht, dat lachen wil, en dat de
lach overvloeit als een rinnend water: zij
is in een haast kantelend evenwicht van
lijven; in holen en in bulten, maar die te
zamen schoonheid zijn; zij is haast wiskunde;
een pijler, een zuil, een naakt, een tors, een
een schrijdende man; zij is, als alles, altijd
gekristalliseerd leven, blank spel, een lichaam
vooruitgeworpen haast als een pijl, of zij is j
een licht achterover gebogen vrouw (niet i
waar, Rik Wouters?), als een vrouw die haar
zwangerschap begint te laten zien in den
meer dan gewoonlijk hollen rug.
En wat vindt ge ia Pulchrl Studio ?
Hier en daar een bobbtltjc ziel, een
luchtblaasje ziel, van de diepte uit naar i
boven gedwaald, en veel wat ziet noch '
wijsheid heeft, noch zuivere ontroering !
A11 o r f is een eigenaardige. Ik herinner
me zijn begin, en zijn voortgaan. Hij heeft
altijd graag het realisme verlaten voor den
stijl (breede samenwerking), maar niet altijd
was zijn stijl, waren zijn vormen een extract '
van veel waarnemingen. Hij is altijd
beschaaf d en aan den buitenkant altijd persoon- '
lijk, dadelijk herkenbaar, maar hij he< ft het
gevaar in zich een procédéte geven in
plaats van den stijl, die is breed geworden,
eenvoudig geworden ontroering. Het andere
is dood, en dood, en hij moet dat weten,
onthouden, niet vergeten. Klinkenberg's
vormen zijn zooveel mogelijk rechthoekig
maar niet groot. Integendeel de putjes
overal in de figuren door den b ij tel .gemaakt,
vetkleinen alles. B iel ing, de schilder, de >,
beeldhouwer, is zoeker hier, zoeker daar.
Hij maakt een beeld vol kammen en holen;
het licht dringt diep in den vorm door en
geeft een spel, maar er is oneigen moed
willigheid, en onrust nog. A n na B randts
Buy s?v a n Z g p is wat curieus heet.
Haar koperen kat bewijst de kennis van het
Aeeyptische beeldhouwwerk,van de Dultsche
monsters uit den simplicissimus, en als eigen
inbreng: het gevoel voor het komische in
het ongewone. Hartjesdag, Burgervrouwtjes,
Moeder met kind, Oud vrouwtje van Van
der Hoef, en Thérèse van Hal I's
koopvrouw, zijn genre, voorstellingen uit
het dageiqksche leven, door de
beeldhouweres strenger gegeven, door den beeld
houwer meer typisch. V er mey r e n.word t,
en nood e, gemist; hrj is de
beeldformeerder van de groote, en
grootste innigheid, in ons land;
hij beeldt vrouwen af in de diepe of open
momenten. De Vrouwekop van Van den
Hof (58) is sterk onder VermeQren's invloed,
zijn kop ietwat psychologisch. Krop is een
moderne. Zijn paneel overtreft in vloeiende
schoonheid, en sierlijk-deftlge vulling
Raedeckers paneelen niet, zijn dieren (ietwat
Duitsch) fijn aardig, zijn aardig, zijn moeder
en kind (No. 68) enz. innig-omsluierd. Van
Van Reijn noem ik den groep No. 94, van
Van Asten een lachend meisjes, van Louise
Befjerman portretten, van Van Dantzig haar
plaquette, de Graaff's naaktfiguurtje,
schijnheilig-ondeugend. Edema van der Tuuk is
ge woon-ge woon.... Tjipke Visser is
met Altorf een der gestadigste onder de
tentoonstellenden. Zooals ik schreef is het
verschil tusschen deze beide persoonlijk
heden opmerkel^k. Visser niet afkeerig van
een grooten vorm is vloeiend tegen Altorf,
die hoekig is. Visser vat meer saam in een
gaande beweging, Altorf st^lt persoonlijker.
Bij Visser, meer realist dan de andere, is
het gevaar voor rut procédé(dat is door
geworden ontroering, formule), niet zoo groot
maar zijn kunst Is natuurlijker aangeleid op
het kleine. De Schuitbekrciger en de
Dromedaris, geven hem gord als modelleur van
dieren. Wolbers'portret (l 28) is, tenslotte, van
hem het meest gekarakteriseerde der werken.
nog minder aan tetoonen. Maar wat wij weten,
Is dit, dat Oldenbarnevelts invloed zoo groot
is geweest als van schier niemand van onze
staatslieden. Als Oldenbarnevelt ziek Is,
kunnen er geen belangrijke staatszaken
«orden afgedaan; de Staden kunnen
nauwelflks vergaderen. Na den val van den
advocaat wordt aan De Groot verweten,
dat hfl en anderen altqd en overal dien
staatsman waren gevolgd. Het eenige, dat
De Groot daarop weet aan te voeren, is dit,
dat er teen wel eens door de Staten van
Holland een besluit was genomen tegen
den wil van Oldenbarnevelt. Wanneer dat
alles Is, wat kan worden afgedongen, dan
moet de bewering juist zijn geweest, dan
moet de advocaat feitelijk meer dan dertig
jaren lang de Statenvergadering hebben
beheerscht.
Wij weten dat trouwens ook uit andere
gegevens. De politiek van de Staten van
Holland is jaren lang die van Oldenbarne
velt geweest. Ia de resolutiën herkennen
wij den veelomvattenden, doortastenden
greep van den advocaat niet alleen, maar
ook zijn onverzettelijke onbuigzaamheid,
zijn koppige vasthoudt ndheid. Een stuk als
de scherpe resolutie is geheel zijn geestes
kind. Hij wil regeeren, omdat hij het kan
en omdat hfl het waard is de macht
te bezitten. Maar hij wil ook regeeren
naar zijn eigen inzicht, niet naar dat
van anderen. Hij wil de meester zijn
en slaat neer wie of wat hem
weerstretft. Hfj, de heerschzuchtlge, duldt geen
overhfersching van anderen. Hij gevoelt
zich bovendien als den vertegenwoordiger
van den staat, haast als den staat zelf. Hij
duldt dan ook geen inmenging van onbe
voegden in de zaken Van den staat, aller
minst van de kerk en haar dienaren. De
kerk moest ondergeschikt blijven aan den
staat; deze man van gezag duldde geen
gezag van heerschzuchtige predikanten,
krachtige despoten als hij, maar op ander
terrein.
Maar hij wil ook regeeren, omdat hij de
kracht in zich gevoelt om het roer van
staat stevig te omknellen. HIJ wenscht niet
alleen te regeeren, omdat hij wil, maareok
omdat hij kan. Ook omdat hij het niet kon
laten; het zit hem in het bloed. Hq is de
geboren staatsman, die de zaken na rijp
beraad en zorgvuldige voortbereiding met
kloek beleid en snelle beslistheid uitvoert
en doorzet. Nergens komt dat duideiqker
uit dan in Oldenbarnevelts buitenlandsche
politiek. Op dat gebied is de advocaat
onbestreden de grootmeester geweest en
is zijn gezag In binnen- en buitenland erkend,
ook door hen, die anders tot zijn felle
tegenstanders behoorden. Het ligt niet
alleen aan Oldenbarnevelt, maar toch
wel grootendeels, dat de republiek in zqn
dagen vaste leiding heeft gegeven aan de
internationale politiek van Europa.
Dat in dezen zin, dat hij lange jaren de
positieve beweegkracht is geweest in het
raderwerk van het politieke Europa. Juist
dat maakt de beteekenis van een staatsman
uit, dat hij niet alleen reageert op de be
wegingen, krachten, impulsen van anderen,
maar zonder impulsen van buiten af te
ondervinden, zelf en uit zich zelf tot han
delen komt. Die zelfstandigheid, dat op zich
zelf staan, die geconcentreerde kracht maakt
Oldenbarnevelt tot een staatsman van forsche
lynen, groote conceptiën, kloeke daden. Zoo
gaf hq inderdaad vaste leiding aan de
Europeesche poli'iek; zoo rangeerde zich
die politiek om zijn persoon.
Dat was te meer opmerkeiqk, daar de
republiek in zqn dagen nog op verrena niet
de machtige, zelfstandige staat was, die zq
daarna is geworden. Integendeel, Olden
barnevelt's politiek beschikie nog lang over
zeer bescheiden middelen. Als hij in Maart
1586 lands-advocaat van Holland is ge
worden, is de toestand des lands deplo
rabel. Het geheele zuiden is dan verloren
door de overwinningen van Parma. Van
het noorden zijn slechts vier provinciën
geheel vrij; de andere worstelen om haar
bestaan. Niet alleen heeft men de grootste
moeite om aan den greep van den Span
jaard te ontkomen, maar daarnaast moet
men zijn best doen om te beletten, dat geen
der bev iende helpers den opgroeienden
staat in zijn wei willende bescherming neemt.
In 1586 had men in Holland wel niet den
Spanjaard, maar wel den Engelschman in
het land. Het gevaar, dat ons land van die
II.
De tentoonstelling in den Haag is beter
door plaatsing dan die in Amsterdam was;
de ijdele, vermoeiende opeenhooping der te
vele piedestals werd vermeden. Er is meer
ruimte gegeven, en dat is goed. En dat is
een van twee dingen. Maar de schifting
der werken is niet genoeg door
gevoerd. De jury heeft te veel toegelaten.
Ik begrijp dat. Het is een tweede tentoon
stelling van een nieuwe vereeniging, van
een pasgevor-nde compagnie op 't oorlogs
pad. Ik begrijp het, maar het is geen goed
begin; het is een verkeerd begin. Het ver
zwakt dadelijk de kracht, het vermindert de
overtuiging, dat de beeldhouwkunst levendig
genoeg is in Holland om alleen een zaal te
vullen met voldoende werk. Van vele schil
dergenootschappen weten we dat al zoo
lang, dat ik liever het niet had mogelijk
geacht, of zelfs vermoed bij De Beeld
houwers.
HOLLANDSCHE KUNSTENAARSKRING II
Lodewqk Schelfhout, de maker
der archaiseerende droge naalden, de
nietgelukkige schilder in waterverf van bloemen
(hoe hard en onzuiver)! is met zijn portret
van mevrouw de M. O. in kleuren rood en
blauw, niet zeer eigen (Ie Fauconnier's werk
kunt ge er niet in ontkennen) maar voor
zrjn doen-ln-kleur gord Daarbij is de Pierrot
te vermeiden, een kop voor een stad. Ook
hier is hq, in zwart-en-wit niet volledig.
Er is toch n plek, er zijn enkele iqnen
in den achtergrond, die dadeiqk storen, en
op den duur zouden hinderen. De
aandoeToonkamsrs van den RunstpotteRbakkir
C. J. LANOOY
Papestrsaf24 - 's-GRAVENHAGE
AT BEELD m G DEH FUST1T1E GESCHIET DUN XIII MA.Y*<A, M£N IAN "V AU OJ.DE*3AKNE VELT CCWCSEKE AÜVOCAET VAN HO HA N
Terechtstelling van Johan van Oldenbarnevelt
Prent van Claes Jansz. Visscher
zrjde bedreigde, heeft Oldenbarnevelt nim
mer onderschat; vandaar zijn krachtige, on
verbiddelijke strijd er tegen. Dat is voor
dezen man in hooge mate kenmerkend; hij
wil Nederland evenmin in de handen zien
der Spar jaarden als in die der Engelschen
of Franschen; dat laatste was veelal nog
veel moeilijker dan het eerste. Want het
vereischt een buitengewone toewijding en
krachtsinspanning, ook om den vijand te
weren uit 's lands palen, maar vooral om
den opdringerigen vriend tegt lijk tot hulp en
tot afzien van staatkundigen Invloed te be
wegen. Dat doel heeft Oldenbarnevelt vol
komen en geheel bereikt: hij heeft even goed
belet, dat ons land Spaansch werd als dat
het Engelsch of Fransch zou worden. Wat
hij wilde was niet alleen de onafhankelijk
heid, maar ook de zelfstandigheid, zelfs de
staatkundige macht van Nederland.
Dat doel heeft hij volkomen bereikt. Als
VRAGENRU8RIBK
voor
Algemeene Wetenswaardigheden
Men gelieve de vragen voor deze rubriek In te
(enden aan het Redactiebureau, met op den omslag
het motto .Leelcensplegel", en onder opgave van
naam en adres (die als vertrouwelijk zullen worden
beschouwd.)
M. H. te L. Wat is een Alimonda-toestel?
Een Alimonda-toestel is een apparaat voor
electrische zelfbehandeling bij verschillende
ziekten.
Reeds voor 25 jaren oordeelden verschil
lende bevoegde beoordeelaars ongunstig over
de geneesmethode van de gebrs. Alimonda
en aarzelden zelfs niet haar als kwakzalverij
te brandmerken, niet omdat het geneeskun
dig gebruik van electrische stroomen werd
afgekeurd, maar wel hunne aanbeveling ter
genezing van alle mogelijke kwalen. Nog
het vorig jaar waarschuwde een inzender
in het dagblad De Nederlander tegen het
gebruik van dituniversaal-apparaat, waaraan
hrj het verlies van zijn gezondheid had te
betreuren.
Het toestel, dat berust op de toepassing
der electriciteit als geneeskracht, bestaat
uit een tiental gewone Leclanchéelementen,
welke ook gebruikt worden voor het op
wekken van de benoodigde electriciteit voor
huistelefoon en schellen.
L. te V. C. By een brandverzekering ge
sloten voor enkele jaren met jaarljjksche
ning in dit werk is echter sterker dan
meestentqds bij Schelf.iout.
Mondriaan gaat door pp een onlogisch
begin. De 5 composities zijn mij zelfs als
eigenaardige verwarring niet meer kenmer
kend genoeg, de opgehangen ruiten, verdeeld
in rechthoeken, in twee kleuren, kunfen de
bizarren niet meer verrukken; te weinig
associaties of weinig geschakeerde rhythmen
trekken niemand. En ik heb het naar aan
leiding van dit werk, meer geschreven: ik
neem aan, dat deze uitingen ontstaan uit
zuivere overtuiging, maar een overtuiging,
onjuist, redt niet maar verdierf steeds. Daar
enboven, en dit is een gevaar voor lang,
Moudriaan was altijd een weinig krachtig
kunstenaar. Hij vertoont dit in deze ruiten
opnieuw; dit is noch flsklare kilte, noch
zedige teruggetrokkenheid het is armoede,
hoewel niet troebel of grof.
Huidekoper zoekt den ernst van het
primitieve. Maar wie zijn de primitieven;
toch niet de onhandigen? Hij zoekt het
naïeve, maar daarvoor is in dezen tijd een
geweldige kracht nocdig ter zuive heid, of
een zoo loutere afzondering des
geest es, dat ik vries en zie, dat hij die
noch bezit noch bereikt in de Jacob
Marisstraat te Sloten. Het is een der vele
aarzelenden van onze periode, deze schilder, een
der te vele wankelaars, en een van hen
die niet wachten kunnen (wie zal ers leeren
wachten; het is het eenige, dat wij noodig
hebben) Daarom verkies ik tusschen al
zijn werk het minst moedwillige ztilen
en wimpels."
Ernst Leyden is een vlotte, gemiddelde.
Eekman is een werkzaam symbolist.
Ik heb het symbolisme, de symboliek in de
schilderskunst, gedefinieerd als het plaa'sen
van figuur en landschap en dier in n
merscneltjke stemming. Ge 'vindt dit hier.
Ge vindt hier een analogie met Toorop, en
het bewijs, dat Eekman de B.lgische, sym
bolische schilderkunst niet alleen heeft ge
kend, maar ook ondervonden. Van Filarski
roteer ik twee stillevens (No. 126 en 127).
Botte ma geeft een beweging. El sa Berg
(zie 8, 22, 7) op den rooden na, 48, 54, 55
: (twee houtsneden) is het best wanneer zij
NQ voor het bloedig zwaard moet knielen, is
Nederland veilig en gered, zelfstandig en
bevrijd, dan is het bovendien het uitstra
lende middelpunt geworden van den
grooten Europeeschen strijd tegen de
Habsburgers. Dat ons land ten slo te in dien tijd
een minder domineerende rol heeft gespeeld
dan mocht worden verwacht, lag zeker aller
minst aan hem.
Oldenbarnevelt is bij zijn leven meer ver
guisd dan geliefd, na zijn dood meer ver
eerd dan gehoond. Na driehonderd jaren
kunnen wij hem met gemengde gevoelens
herdenken. Maar ongedeeld moet onze waar
deering, zelfs onze bewondering zijn voor
den man, die het veege Nederland wist te
sterken en te stalen in zijn strijd om het
bestaan, die met vaste hand ons Vaderlasd
onafnankelijk, zelfstandig, geëerd en mach
tig wist te maken.
H. BRUG MANS
premitbetaling wordt het verzekerde pind
voor het grootste gedeelte vór het eindigen
van den overeengekomen verzekeringstijd
door brand vernield. Is nu het contract als
geëindigd te beschouwen direct na den brand
'm zijn geh el?; voor dat gedeelte wat door
brand is vernield?; loopt zoo'n verzekering
door en loopt tte assurantie-maatschappij
al:oo voor het verbrande gedeelte geen risico
meer?; moet de betaalde premie gereduceerd
worden voor zoover aangaat het verbrande
gedeelte ?
Het antwoord op deze vragen hangt geheel
af van de voorwaarden waarop de verzeke
ring is gesloten; of dat is geschied op
beurspolis of eigen polis eener maatschappij,
die doorgaans veel van elkaar verschillen.
Wij verwijzen u daarvoor naar het werk
Nederlandsch assuraniierecht, Brandverze
kering door Nolst Trenité.
Inhoud van de Mei-Tijdschriften
Gn/ot-XfJc/'liiiuï: A. Moreseo. Het Gebaar. ??Carry
van Brug-jen, l'rnmetheus. W. M. Kbbink, Strijd.
J. W. Schotman. De vreemde dag. V D. Isaachsea
Dudok van Heel. Henri Bergsun. F. C. Literatuur.
Herman Wulf. Buitenlandsche Literatuur,
Aanteekeningen van de redactie.
H'e >;(:!?: II. Brugmans. Joh. van OldenbarneYelt.
Jadi. l-, v. d. Waals, Brand" en de brieven van
Ibsen. Marie S^hmitz De moeilijke dankbaarheid.
.ilorie Wetz K'iiiiiig, Verzen. Jenny Mollmger,
.Klein - Maarten'' Leestafel.
I)i' o'i'/.s Dr. A. J. Harn»uw, The Tr lyedy of Sir John
Van Uiden lïai navelt Jo van Ammers?Kuiler, Mas
kerade. M. Nijljciu", Verzen. Stij»Streuvels,
Genuveva van Brabant. Dr. H. A. Lorentz, Uitkomsten
der spe'cU'üsrnpie en theorie der atomen. A de Graaf,
Het wezen der bioscoop, H. J. Kiewiet d* Jonge,
IM tweede volksraadzittinp Aanteekeningen en
Opmerkingen. Buitenl. Overzicht Bibliographie.
O/' d? llufjlc: Anth W. Wilten, Johan Gabriëlse.
J. IJ. C. van Dokkum, Vader Van Alphen en zijn
lllüstr t"i-en. O;m. M Klijzing, De Maatschappij van
\Vi'ld;tdi^liöid te Frederiksourd. P. de Leyde, Leorardo
da Vtnei. (':u'»>line van Dommelen. Van h t
Verdwaa'de zieltje. Jhr. m. Mazel, Breede Perspectieven.
(i. Wij^nians. Op de Gernzerjjaeht G. Wijgmans,
Kann.'iiierB onder de planten. Dr. All'r. Gradenwitz,
De aardnpp'I en zijn Huishoudelijke Beteekenis.
Bij voedsel: Vuur onze jeugd
lllllllllllllllllMlIIIIMIIIIIIIIlllllllltlllllllllltllllIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
in haar werk het ornament nadert, het
ornamentale bereikt. Zij doet dat in een
teekening, min of meer in haar houtsneden. De
Geetere issterker,meerbizar,demonischer,
phantastischer dan ge op den Hollandschen
Kunstenaarskring vermoedt; Alma, zooals
ge hem er vindt: zoo-geheeten synthetisch,
psychisch te arm.
Het geheel dezer tentoonstelling was, ik
herhaal het zonder schroom, mei k waardig,
leerrijk, nu en dan krachtig, nu en dan fijn,
soms arm, theoretisch, ns in n schilder,
onzuiver, slecht.
GOEDVRIEND, PROTECTOR, TE ROTTERDAM
Bij de Amsterdammers zijn er veel, die
in een drift naar het nieuwe, vol dus van
een onrust ten leven, wankelen herwaarts
derwaarts, die moedwillig handigheid brei
delen, hun vaart betoomen, hun kunnen
belemmeren. Bij Goedvriend vindt ge deze
eigenschappen niet. Hij verandert zoo dik
wijls, dat een waardeering van n uiting
onmiddellijk gevolgd moet worden door de
bespieking van een tweede. Dit bewijst hier
persoonlijke onzekerheid; het werk vertoont
het gemak der virtuozen, niet de diepte van
den krachtige noch de langzaam-verworven
zekerheid van den stagge, volhoudende.
Toch is bij Goedvriend het meest eigene,
een romantische geaardheid, die nu eens
trekken vertoont van Mathijs Maris (ziede
oud-duitsche steden) dan van Willem van
Konijnenburg dingen overneemt maar niet
die ziedt en doortrekt van zijn (Willem van
Konijnenburg's) intellectueelen hartstocht.
In Rotterdam is een studieteekening van een
ouden boom het beste. Het geduld verza
melde déail na dé'ail, maar de spanning in
den teekenaar behield in alles het geheel.
Het heeft de hervonden geaardheid van de
teekening van een ouden meester. Het ver
gezicht, klaar en eenvoudig bedoeld, werd
dit niet op gave wijze. De Paddestoelen,
Goedvrlend's specialiteit, zijn van een arme
romantiek; beter zijn de Schelpen Ook
het Oosten betrok deze varieerende in zijn
spheer; zijn visschen (11.12) zijn daarvan
echter een te verwachten miskenning.
PLASSCHAERT