Historisch Archief 1877-1940
H». 2186
Zaterdasr 17 Mei
A°. 1019
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ONDER REDACTIE VAN Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERJK VAN EEDEN en H. SALOMONSQH
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
Prijs per No. f 0.20. Per 3 mnd. f 2.50. Abonn. loopen per jaar
Redactie en Administratie: Keizers?r cht 333, Amsterdam
Advertentiën omsiaff f 0.40 p. regei. binnenpag. f 0.50 p. regel
INHOUDs Bladz. 1: Holland b\j het
Vredestraotaat, door v. H. B. Overzicht: Versailles, door
dr. G. W. C Bijvanot. 2: Donkere toekomst,
door W. H. Vlieden. Het Vredesverdrag, door
prof. P. A. Diepenhorst. Erekflzang. door J.H.
peenhoff. -Kloos >nlle, door dr. F. van Ee ten. 3:
De Viedeevooi waarden vooiDn tsland door p of D T.
Embden. 5: Voor Viouwtn (red Elis. M. Bogge)
De groots Geben'tenia, door Mevr. F. 3. v.
BalenKlaar. Vrouwen in de Prov. Staten, teekening
van E. Woutarsen v. Doesbnrgh. Over Boeken
en Ttjisohiiften. door b er t ha Ledeboer. Dit de
nattmr, door Jao. P Th\j»se 7 Gnstav Landaneit
door dr. P. v. Beden. B(jmkrtnyck, door Meljn
Stjka. Voor het B "d, teekenin* van Jordaan.
8preekzaal: Vredesonderhandelingen en het
Recht, door E. Giran. 8t. Maarten, door J.
Oabnë se, 8: Financiën en Ejonomie, door
J, D. Bantilhano Le père la Viotoire, teekening
van Oeorge van Baerndonck. - Oramati-che
Kroniek, door Top N af ff. - 10: Nieuwe Fransohe
boeken, door Jt h TVIr.JCy Uit het kladsohrift
van Jantje. Feuilleton: Toen de liefde voorbij
ging... door W. Petillon. 11: Het Vrouwen
kiesrecht Voorheen en Thans, teekfning van Joh.
Braak-nsiek. De Pleinen, dcor Melis Btoke,
met tetkenmgen van I*. Van Mens.
Bijvoegsel: Dnitschland tnsschen Bcjlla en
Charybdis, teekening van Joh. Braakensiek.
IIIIIHIflIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIH
HOLLAND BIJ HET
VREDESTRACTAAT
Nu het vredestractaat in eerste lezing
gereed ligt, komt andermaal en concreet
de vraag aan de orde, in welke positie
ons land tegenover de
internationaalstaatkundige toekomst verkeert.
Welbezien geven de omstandigheden
voor drieërlei waarschuwing grond.
In de eerste plaats zullen wij ons
.moeten hoeden voor die zekere onver
schilligheid aangaande de zaken der
algemeene staatkunde, die ons land te vaak
bezijden den grooten weg en ons volk
zonder open oog voor de ontwikkeling
van denkbeelden en toestanden heeft
doen staan. Deze onverschilligheid, welke
goeddeels ook uit eene zekere linksheid
voortspruit, maakt dat wij meer dan
noodig is onszelve uitschakelen, en ander
zijds uitgeschakeld worden. Wanneer
een natie in haar geestelijk en stoffelijk
wezen werkelijk volwaardig en geheel
vrij in de wereld wil staan, moet zij zich
niet met nergens indrukmakende zelfge
noegzaamheid in haar hoekje terugge
trokken houden.
Wat het economische leven betreft,
behoeft daarvoor waarlijk niet zoozeer
vrees te bestaan. Nederland beteekent in
dit opzicht genoeg en heeft mannen ge
noeg van beteekenis ter beschikking,
vindt ook in het nieuwe wereldverkeer
nieuwe gelegenheden van ontwikkeling
te over, om sterk te staan.
Men vergete evenwel niet, dat de resul
taten hiervan grootendeels individueel
plegen te zijn, en tot de positie eener
natie vaak niet veel bijdragen, ja soms
eerder a-nationaal van uitwerking zijn.
* *
Het bezijden den weg staan was ons
vór den oorlog reeds tamelijk eigen
Gedurende den oorlog is het ons bij
kans een tweede natuur geworden. Maar
minimin iiiMHiiitHiiiiiiiiiiiiiiHÉiiiiiiiiiiMtiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
VERSA1LLES
De vrede is er nog niet, en men begint
al de groote spiegelgalerfj van het kasteel
van VersaiHes in te richten waar de vrede
met Dultfchland zal worden ges'oten.
Die verbinding fusschen den Salon de
ia O u e r r e eri den Salon de la Paix,
door haar zeventien vensters het uitzicht
gevend op de uitgestrektheid der tuinen,
Is wel genoemd, als men architectuur met
muziek mag vergelijken, een j-ymphonis: van
licht, weerspiegeld in c!e kaders aan de w ,nd,
en van wit en goud en g«dempie toner,
die in een machtige lijn van opvolgende
volle klar.ken de ziel uitdrukt van het mo
nument der monarchie door Koning
Lodewijk XIV gesticht.
De majesteit van de gaanderij heeft zij
behouden, de pracht van de koninklijke
heerschappij is heengegaan: Weg zijn de
zilvetea «n kristallen lusters, de zi>veren
tafels en tabouretten, de antieke beeldhouw
werken, de vazen en de bakken mei
oranjeboomen.degouden garnituren, rjelkhtbliiiiwe
damasten gordijnen en htt reuMtn-Aubressou
tapijt dat den bodem bedekte. Wat er is
overgebleven, dat is de nuchtere heerlijkheid
van het gtbouw, rijk door een smaak dit;
zich wist te beheerschen en waar de ver
beelding nog steeds den voor'ga-ig ziet van
den stoet die Zondags na de mis, uit de
kapel zich beweegt naar den Salon de
la Paix, en,de apartementen van den
Koning.
Men heeft er thans aan gedacht, naar het
schijnt, om voor de groote gebeurienis van
wanneer men eens nagaat, hoe het ons
ra den wapenstilstand van November
1918 is vergaan, vindt men evenmin de
gewenschte bemoedigende kracht.
Voor het ontworpen vredestractaat heb
ben wij met de andere neutralen gemeen,
dat zij als quantiténégligeable worden
beschouwd. In het bijzonder valt dit op
wat de aanspraken tot vergoeding der
schade betreffen, die toch ook deze volken
van den Duitschen kant hebben onder
gaan. De talrijke torpedeeringen en
Versenkungen" b.v. waaronder onze
visschersbevolking en onze koopvaardij
met de Tubantia voorop, geleden heeft,
moet daarvoor geen rechtvaardigheid en
goedmaking bestaan? Voor de kosten
van militaire interneeringen, evenals
voor andere posten?
In de regeling van Duitschland's scha
devergoedingsplichten vindt men van dit
alles niet gewaagd. En de
kostenregeling is nu reeds zoo overvol, de meeëters
komen elk reeds zooveel te kort, dat er
weinig meer bij te komen zal zijn!
Van afzonderlijke onderhandelingen met
Duitschland stelle men zich ook niets
voor. De vredesluitenden zijn natuurlijk
preferent, en daarmede is het uit.
Ons treft dit niet alleen als materieel
belang. Meer nog als punt van prestige.
Het is van den aanvang af de fout der
neutralen geweest, dat zij zich na den
wapenstilstand te zeer achterbaks hebben
beschouwd en te veel op zich zelve zijn
blijven staan, in stede van ook hunner
zijds direct hier te Parijs een eigen po
sitie in te nemen en te zorgen er bij te
zijn. Wij hebben daartoe voor Nederland
ook steeds geraden, en tevens op onder
linge samenwerking der kleine staten
aangedrongen. In stede daarvan bleef
elkeen op zich, en wist vooral Nederland
niet ook maar eenigszins op den voor
grond te komen.
* *
*
En wat hebben wij nu?
Wanneer de zetel van den Volkeren
bond moet worden bepaald, krijgt Zwit
serland met Genève de voorkeur.
Wanneer, belangrijker nog, de eerste
neutrale in het bestuur van den Volke
renbond moet worden benoemd, is Spanje
er de naaste aan toe. Aan Nederland,
dat zich toch hét land van internationale
rechtsontwikkeling rekent, wordt niet
gedacht.
Denemarken komt met Sleeswijk
Holstein tot gelding. Op Noorwegen en
Zweden wordt voor internationale rege
ling der plebiscieten een beroep gedaan.
Wat ons betreft wordt alleen de
Rijnvaartacte feitelijk over ons hoofd heen
ongedaan gemaakt, en onze medewer
king tot een geheel andere Rijncommissie,
waarin onze positie een veel mindere
zal zijn, vrijwel stilzwijgend vooronder
steld.
Geheel buiten overleg met ons om,
zonder dat eenigszins naar onderlinge
voorkóming der moeilijkheid is gestreefd,
worden wij de but en bianc vuor de
netelige moeilijkheid geplaatst dat ons
de uitlevering van de tx keizer zal wor
den gevraagd, op voorwaarden die aan
nemelijker hadden kunnen luidt n wan
neer wij ons bij het ontwerpen hadden
weten te doen hooren.
Men kan natuurlijk dit alles ook aan
de wederpartijen verwijten. Maar het
feit blijft toch, dat't ook voor on?e eigen
gestie geen bemoedigend succes te noe
men valt.
Wij zullen de oorzaken thans niet in
den breede nasporen.
Hoofdzaak is, dat 't nóg eens eene
waarschuwing moet zijn om voor 't ver
volg met onze staatkunde niet te lijdelijk
en links in ons zelve opgesloten te zijn.
* *
Een der voornaamste oorzaken is on
getwijfeld, dat de anderen in de Neder
landsche houding telkens op het te zeer
juridisch gereserveerde, op het bene
pene, krampachtige, te dorre zijn gestuit.
Dit is wel het hoofddenkbeeld, oat
omtrent ons land heerscht. Men mist er
lan, moed, getuigenis van breeder op
vattingen. Dit geldt minder als een fout
dan voor een weinig gewaardeerde eigen
schap, en het gevolg is dan ook niet dat
wij er antipathiek, maar wel dat wij er
bijzonder weinig geapprecieerd en bij
zonder weinig belangwekkend bijstaan.
Voor een deel is 't het gevolg van den
loop der zaken die achter ons liggen.
Voor een goed deel hebben wij echter
ook het aanzien voor de toekomst in
de hand. Dan moet onze staatkunde
ferm en royaal voor den dag komen,
en ook de pers onze publieke opinie in
dien toon voorgaan.
Dit is de tweede waarschuwing, waar
toe het oogenblik leidt. Zij zal reeds ten
toetse komen bij de behandeling van de
vraag omtrent de uitlevering van den
ex-keizer. Hiermede staan wij tegenover
de geheele wereld en tegenover de his
torie. Zullen wij niet anders weten te
spreken dan naar de letters van wet,
doctrine en tractaat? Of zullen wij
zorgen onzerzijds nu eens met een
principiëele oplossing weten te komen,
verderbouwende met een gedachte die
n het oude beginsel van eenheid voor
de persoonlijke vrijheid, en het nieuwe
van internationale rechtvaardigdeid en
aansprakelijkheid vereenigen kan ?
Daarop, niet op angstvallig vasthouden
aan 't geldend rechts-conservatisme,
komt het voor het land van Grotius"
aan.
't Zelfde kan worden gezegd over de
kwestie der Belgüche ir^ctaten van 1839.
Tot dusverre hebben wij daarin eene
afwerende houding weten aan te nemen.
Het is ons gelukt de eerste hooge golven
af te leiden. Toch moet er wel degelijk
tegen gewaarschuwd, dat ons hoogste
oogmerk niet in dezen juridischen
afi weer en in beleidvol tegenstribbelen
l moet bestaan, methode welke in onze
vaderlandsche diplomatie zeer vaak het
alpha en omega van vrijheid uitgemaakt
heeft, doch onze geheele positie in
Europa veel meer kwaad dan goed ge
daan. Men komt wel handig door de
negotiatie's heen, maar wordt er toch
door weinigen meer om gerespecteerd.
Zoo gaat het ook in particuliere zaken.
Wie op zijn tijd niet breed en gemoedelijk
weet te zijn, en in de wederpartij alleen
den tegenstander ziet, behaalt
oogenblikssucces maar duurzaamheidsnadeel.
De indruk, door onze publieke uitingen
op dit stuk bij buitenstaanders gewekt, is
! tot dusverre wat van dien aard Zij komen
' voor een groo: deel voort uit
onbekendi heid met d;: belangen, die de Belgen
' aan de verschillende punten verbonden
| ?ien. Wij zullen hen nu welhaast kunnen
IIIMIIIIIIIIIIIIIII
het teek?nen der vredespreliminairpn de
historische spiegelz?al opnieu* testi ffeeren
met meubels en tapijten en haar tot een
waardige comfortabele vercadi-rplaais te
maken, maar men is vin het p sn terugge
komen ; zulk een majestueuze gaanderij it-ei t
zich tot ru mte voor een golven'1en optocht,
riiet als loc^l voor een bespreking en een
plechtige handeling.
Di smet die erop ruct sinds de
uitroep'n^ tot Keizer van W.lhelm l op 18 J muari
1871 zou voldoende van de spiegel ..sal iijn
weggenomen, wanneer zij ru in Juni
etuige v-as van de bij e- kumst oer afge
vaardigden van bijna de g hee'e wertld,
vereenl>>d om het overwonnen DuttscMand
in het hart van F'ark'ijk den vrede te zien
aannemen. Lïat de cererr,or'> zoo
e.vvoudig mogrlijk zfln, de omgeving spretktvi-tri
zelf reeos duidelijk, en de r-e^-leidi^g dier
stem van verleden blijvende
groi.theidblij'/er.d in de gedai'h'e -- greft een oïge
ëvenaard kader aan de gebeunenis vanden
histoüacrun dag.
Een tafel, daar geplaatst mrt 150 fauteuils
er omheen, en banken daarachter voor
secretarissen en gevolg, dat is genoeg.
Het certmonie-wezcn van dm almachtigeii
nad v*n vijf bepaalt zich voorloopig tot
htt zetten van taf Is en het vaststellen van
ieders plaats daaraan.
Rien n'est gal a la beautéde cette
galt t ie de Versaïlles", i-chrint M.oatne de
Sëvigi ë, cette sortr de royale beautéest
unique dans Ie m nde".
Wil men spreken var, de milHoenen schat
v/elke het h-eft gekost om in - woestenij
zulk een bouwwerk op te richten en van
de tienduizenden merschenlevei s die er aan
zijn opgeofferd om de natuur te dwingen
tot weelderighei-i, laat ons'oth ook bedenken
met wat voor krachtenverbruik steeds in de
historie de dingen tot stand komen.
En hier is iets tot stand gebracht, dat
zijn wortels had ia den grond der gezindheid
ontmoeten, en dan vele opmerkingen
vernemen, grootendeels van practischen
aard. Zij zeggen b.v. dat hun scheep
vaart als die door de Nederlandsche
enclave van Maastricht heen moet, daar
door minster s drie, maar soms zelfs tot
elf dagen oponthoud ondervindt. Men
kan zoo iets ontvangen met de uitspraak:
dat liegen de Belgen waarschijnlijk
weer". Maar ook met een : laat ons nu
tenminste zoo afdoende mogelijk zorgen,
dat iets dergelijks nooit kan worden
gezegd.".
X *
*
Zoo geldt het voor de geheele zaak.
Niet te specieus, niet te angstvallig, niet
te zeer ook aan eigen voortreffelijkheid
en anderer minderwaardigheidgelooven!
Gemeenlijk is de wederpartij
evenovertu'gd en even vooringenomen als gij
zelt. Europa, de mogendheden, ver
wachten van Nederland en België dat
zij elkander in gemoede zullen verstaan
en tegemoet komen. Prijsgeving van
principiëele Nederlandsche rechten wordt
niet meer genoemd. Maar onze verhou
ding met België moet een van blijvende
toenadering zijn, en wanneer wij daar
toe het streven onbevangen aan den dag
leggen, zal dit ook in den algemeenen
kring ons prestige aanmerkelijk
verhoogen! Wij voeren dan gezonde
Europeesche en gezonde Nederlandsche po
litiek. Dan kan er een eind komen aan
de grief dat Holland altijd maar argu
menteert."
Het ware ook beter dat de nog eeuwig
durende volksbewegingen tegen de Bel
gische anrexatieplannen", nu eens ein
delijk eindigden, om plaats te maken
voor eene verstandige beweging ten
gunste van een Hollandsch-Belgische
vriendschap.
De politiek van Nederland komt met
dit alles dezer dagen aan de toetssteen.
Er is te meer reden om op een en
ander te wijzen, daar aan de geheele
positie ten slotte een zeer diepe
beginselvraag ten grondslag ligt.
In de tegenstelling tusschen Oost en
West, gelijk die zich gedurende den
oorlog langs groote lijnen in Europa
afgeteekend heeft, valt de tegenstelling
tusschen twee levensbegrippen te zien.
Aan den eenen kant staat de pessi
mistische, de sinistere, zooals d>e zich
uit de Duitsche wereldbeschouwing van
de 19e eeuw ontwikkeld had. Hierin
komen de Pruisische machtsleer en het
conservatisme naar het voorbeeld van
Stahl, hierin komt het brutale materia
lisme door Haeckel en Ostwald gepreekt,
het karakterlooze intellectualisme van de
universiteiten, het doodend criticisme
van semietischen oorsprong samen met
de niet minder stoffelijke en cynische
sociaal-democratie, nut het sombere
bolsjewisme evenzeer. Weg van de ide
alen, van t geloof aan gedachtenvlucht
en progressie uit eigen kracht, macht,
stoffelijk voordeel en cynisme, ziet daar
de drie resultaten ^an oat al.
Hiertegenover staat aan den anderen
kant een natuurlijk optimisme. E-n ver
trouwen op de macht van denkbeelden.
Een geloof aan vooruitgang. Een verzet
tegen Pluizer s" doodenden jieest.
Individueele vrijheid en levensmoed, ook
als richtsnoer voor het leven der volke
ren, van de democratie. Meer vertrouwen
van de mcnscheri die h*;! werk zagen
g oeien.
Frankrijk was het iand waar de souve-.
reiniteit van oen vorst baar volmaakte
ra'iorale uitdrukking heeft gevonden omrlat
h;t volk er in geloefde 11', bet d> n man
bezat die als verlegt n vocrJiger van het
ideaal kon gelden.
Het is niet motelijk f ans daaiover ve'der l
uit ie wfiden; wij co'"t itceren alleen dateen j
enktle persooi.lijk1 e d boven allen gesteld, (
boven al'.e^ zich gevoelend, de kracht^ n ^an
h^t land tot c, h h trek >r\ fcn wondtr schi<-p j
Of nten, het was Fr^r kd k zelf, dat met al zijn
macht van ge< st en ^.id ki n *t hè' wonder
VDO't^'acM '(er een* van Lodtwijk XIV,«'sof
een hoor'fre werk< lijkheM 020 ."e gewone
z'ch op nbaarrir aan de wereld. Het g<>voe
van etrhjrd, c!e bedelende ?t.-un var, de
opbon werd- elemen'en eer er natie, h., rieefae.
Het koningschap, de Kunii g, gaf den
Op af.-i'and var. Parijs heerschte d? Koning.
r.eq; daarom liet dat liet volk geen
deel n?m aan rk-t leve i der heerschappij.
Op f e^tda^en trokken de menschen naar j
Versailles om de waterwerken te t.«-wonde
ren en de vreemde dieren in de menagerie
te brkijken; ma r vo >ral om naar de spie
gelzaal te gaan en van daar te assi-jieer> n
bij den maaltijd van den Koning. Het volk:
is daar in Versailles getuige van de
hecrüjkhe'd.
Zal ik andere getuigen opnoemen ?
k-dereen sinds het eind vnn f'e 17e en gedurende
de 18e eeu« is in Vtrsaiiles geweest.
Maar wie is de ma'? op wien de. spiegels
uit hun trotsche omlijsting vreemd rt rzien
wanneer hij door de grooie ^al-rij hee paat
ter audiëntie bij Koni' g Lodewijk XVI? Een
hcfcostuum heett hij r>itt aan, zijn
dagelijksche Kwakerjas i« hem goed genres om
daarin voor de M?j'strüte verschijn! n. In
plaats van een de^en op ^ijde, het f hij een
zware hoorren bril op, en geen pruik be
Aan onze Medewerkers
De redactie acht het gewenscht, haren
medewerkers en inzenders nadrukkelijk
te verzoeken, voor hunne bijdragen zoo
veel mogelijk rekening te houden met den
voor het Weekblad meest geschikten om
vang. Te lange artikelen leveren ver
schillende bezwaren op, zijn ook voor
de lezers veel minder aantrekkelijk. De
normale afmeting van artikelen moet
op ten hoogste 1500 woorden, en, die
van Feuilletons op ten hoogste 2000
woorden worden gesteld.
Van met potlood geschreven bijdragen
kan de redactie geen kennis nemen;
evenmin van die bijdragen waarvan het
papier aan beide zijden is Geschreven.
Zoo mogelijk, gelieven de inzenders ge
typte copie in te zenden.
Alle inzendingen moeten
geadresseerd worden: Aan
het Secretariaat der Redactie
van De Amsterdammer", Week
blad voor Nederland, Keizers
gracht 333, Amsterdam, zonder
vermelding van persoonsnamen.
Eventueele vragen over drukproeven,
overdrukken, tijdstip van plaatsing e. d.
eveneens en uitsluitend te richten tot het
Secretariaat".
dekt zijn k mg grijs haar. Ik geloof zelfs
dat het een oude witte hotc! was, dien hij
or.der zijn ? rm crori?.
Hi-t i-* Re. jarnin FrarHin, de gezant der
ie^e lischi: s'ater, van NcK.rd-Amerika, <*ie
m't di- reteeiirg van F.arkuik aa.. ru.t
order/ha, '.l n is uvci ten verband.
Of tijiv'n vrranderen. De majesteit van
Loüe.wijk XIV is verbleekt.
Amerik;} is in de mode iri het jaar 1778.
Vol'-^ire vierde tu«n kuit voor zijn
steifdag ziji". spot M; o i f. H (j vind Pehu'dijjd in
hè! Oeater op Int toot,i el. Frankiin
vtrtoonde zlrh osar b^ i-ern. H; t waren de
twe.1.- gii oic 'ri.v'nnerj V.M het ougenblik.
Ernhr^s-et-v-. us do: c a la Fra c. i-e",-itp
eet; ft in u;t het paito;e, tn niet
aanduenirg v-c- n d-.- V"-t j-nhliik de omhelzing van
de t'"et K"!!?"?-i''ds bij.
Ach, V-r M;/-;* gaf toen niet m ff r den
t', ,-i.ih ,-.«-;'! M-ij nam t!' m^nng van P-itijss
over. Da-i' jjold de ?.<?-; v;n k:!u.-tb£au e?i
het t«-ri!£k(-ere,= tot de ^atuur."
De Ko: ir.gin Marie Ar.ioinetle had hef
kleine Trianon in !'et park van Versaiiies
tot h ;sr d'imtin gekozen, en liet er een
natuuiHktn" tuin met poëtische hoekjes
aanleggen en een gthucht houwen met
rustieke woning en rr.;-K-n. Z:j v.va« daar
omn'fcd do..'i r ai. r kindere is e:i leerde op
nieuw Duit: eb om de idyllen van Gessner
te kun: :;?;-, ICZHH. Zij, d«- een'ge ma:; dien
de Kon»)/; ui zijn raad had", speelde toen
met de morarchie.
Het zou niet lang duren.
Het voik haalde in 1789 de Koninklijke
familie uit Versailles weg. Het volk was
voortaan de suuvrreio.
Maar gelukte het .--a;. Frankrijk orn de
juiste ui'druking van tic volkssouvereiniteit
te vir.dci. ?
Men k;-n niet zeggen dat de Revolutie
daartoe het essentieele heeft bijgedragen.
Zij heeft den adel en denlgeestelijken stand
Illlllllllllllllllllllllllllllll
op het onzienlijke, het onberedeneerde,
op het niet-becritiseerbare.
Deze tegenstellingen werken evenzeer
in de staatkunde door. Van het begin
van de 19e eeuw af heeft men de mo
gendheden reeds in de liberale en de
conservatieve, in de vrijheidslievende en
de machtlievende proef orderscheiden.
Deze tegenstelling is nog even sterk.
Op de rand gelegen, helt Holland naar
den eenen of naar den anderen kant.
En dan isdit de laatsle waarschuwing:
goed toe te zien! Zich niet te laten
meesleepen door de naargeestige sociaal
democratie met hare ondermijnende op
pervlakkigheid van begrippen.' Zich ook
niet te laten verlokken door d?n
bedriegelijken schijn eener hyper-intellectueele
Wissenschaftlichkeit", noch door het
technische materialisme dat uit 1870
geberen is en zich niet over te geven aan
den schamperen, ideaalloozen toon eener
staatkunde, die ten slotte alleen van
vasthouden weet, wanneer zij niet grijpen
kan.
Wie de eigenaardigheden onzer
vaderlandsche politiek, zooeven geschetst, na
gaat, zal vinden, dat zij met haar wrang
heid en conservatisme, wél 't gevaar
loopt in dit kader op te gaan.
Misschien is in den diepsten grond de
vervreemding, waarin men de verschil
lende mogendheden tegenover ons land
ziet staan, eraan toe te schrijven, dat
zij ons reeds daarbij rangschikken. Ook
de voortdurende toon van verscheidene
onzer dagbladen draagt hiertoe bij.
Toch staat de beslissing nog aan ons.
't Gevaar is met den oorlog niet ver
minderd. Integendeel. Wij moeten er ons
geestelijk feitelijk aan onttrekken, en
dit duidelijk, vierkant, onomwonden, zon
der listige combinatie, doen. Anders
blijft ons volk eenzelvig geestelijk en
internationaal verlaten staan.
P a r ij s.
v. H.
afgeschaft, zij bedoelde dat ieder der, adel
e,i den geestelijken trek in zich kon hebb . ;
voiksiouvereinitei" in haar wezen is het
veimugen van ieder om souvereüi te wrzen,
d.i. eerbied te heoben voor zichzelf en eer
bied te kunnen oplegg-n aan anderti* in
een wereld waar het Recht heerscht.
Het is Wilsor, geweest die tot nu toe de
zuiverste bepaür.g hefft gegeven van de
vülksbouvereititeit en de souvereir.iteit der
volken.
Wat zal Verfailles hem leeren, en ons over
htm doen keren?
Cl'menccau heeft van Versaiiks in zich
df-n irots gehouden van den ¥r<\<- sci m<in i. ie
vooiaanstaat onder de volken «ar. rïe wtres;'.
Op het oogenbl k dat oe ooriog n.it den
aanval der Uuiüchers werd geop r.rt, schreef
hij i.' zijn blad: Dtrriain, de rcuve^ii, ie
grand foire des comptts va s'ouvnr". Bi; d;
eerste ontmoeting met de Duitscbers i;<
Vursai les (17 Mei) hteft hi2 hun uit deh;.o,«te
de rekenirg overgelegd.
Von Rdrit?au, wieri het lot ihsins h 11 park
van Klein Tsianon hef ft locbesdiik! om zich
in te verpoojen, behoort naar zijn aard sot
ce Duiischcis die Frarkrijk wiïlsn iiaderen.
Maar hij gevoelt hoe VersaiHes hem terug
stool.
Wanneer hij büd« samenkomst met
dtegenpartij teg'lijkertijd zijn verbittering
wil laten blijken en toch wi! toonen hoe hij
haar behcerscht, zet hij zijn groote
schudpadden bril op, alsof hij zich tehuis gevoelt
a )a Frarklin, maar m.ft al zijn talent en
zijn s'reven naar waardigheid, openbaart hij
bij het voorlezen van zijn lat g siuk de
groote f.-iut van den diplomw, g^mis aan
takt. Korter zou meer zijn gewttbt, en min
der aanmatigend hebben geschenen.
W. G. C. BYVANCK