De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 17 mei pagina 1

17 mei 1919 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

H». 2186 Zaterdasr 17 Mei A°. 1019 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ONDER REDACTIE VAN Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERJK VAN EEDEN en H. SALOMONSQH UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF Prijs per No. f 0.20. Per 3 mnd. f 2.50. Abonn. loopen per jaar Redactie en Administratie: Keizers?r cht 333, Amsterdam Advertentiën omsiaff f 0.40 p. regei. binnenpag. f 0.50 p. regel INHOUDs Bladz. 1: Holland b\j het Vredestraotaat, door v. H. B. Overzicht: Versailles, door dr. G. W. C Bijvanot. 2: Donkere toekomst, door W. H. Vlieden. Het Vredesverdrag, door prof. P. A. Diepenhorst. Erekflzang. door J.H. peenhoff. -Kloos >nlle, door dr. F. van Ee ten. 3: De Viedeevooi waarden vooiDn tsland door p of D T. Embden. 5: Voor Viouwtn (red Elis. M. Bogge) De groots Geben'tenia, door Mevr. F. 3. v. BalenKlaar. Vrouwen in de Prov. Staten, teekening van E. Woutarsen v. Doesbnrgh. Over Boeken en Ttjisohiiften. door b er t ha Ledeboer. Dit de nattmr, door Jao. P Th\j»se 7 Gnstav Landaneit door dr. P. v. Beden. B(jmkrtnyck, door Meljn Stjka. Voor het B "d, teekenin* van Jordaan. 8preekzaal: Vredesonderhandelingen en het Recht, door E. Giran. 8t. Maarten, door J. Oabnë se, 8: Financiën en Ejonomie, door J, D. Bantilhano Le père la Viotoire, teekening van Oeorge van Baerndonck. - Oramati-che Kroniek, door Top N af ff. - 10: Nieuwe Fransohe boeken, door Jt h TVIr.JCy Uit het kladsohrift van Jantje. Feuilleton: Toen de liefde voorbij ging... door W. Petillon. 11: Het Vrouwen kiesrecht Voorheen en Thans, teekfning van Joh. Braak-nsiek. De Pleinen, dcor Melis Btoke, met tetkenmgen van I*. Van Mens. Bijvoegsel: Dnitschland tnsschen Bcjlla en Charybdis, teekening van Joh. Braakensiek. IIIIIHIflIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIH HOLLAND BIJ HET VREDESTRACTAAT Nu het vredestractaat in eerste lezing gereed ligt, komt andermaal en concreet de vraag aan de orde, in welke positie ons land tegenover de internationaalstaatkundige toekomst verkeert. Welbezien geven de omstandigheden voor drieërlei waarschuwing grond. In de eerste plaats zullen wij ons .moeten hoeden voor die zekere onver schilligheid aangaande de zaken der algemeene staatkunde, die ons land te vaak bezijden den grooten weg en ons volk zonder open oog voor de ontwikkeling van denkbeelden en toestanden heeft doen staan. Deze onverschilligheid, welke goeddeels ook uit eene zekere linksheid voortspruit, maakt dat wij meer dan noodig is onszelve uitschakelen, en ander zijds uitgeschakeld worden. Wanneer een natie in haar geestelijk en stoffelijk wezen werkelijk volwaardig en geheel vrij in de wereld wil staan, moet zij zich niet met nergens indrukmakende zelfge noegzaamheid in haar hoekje terugge trokken houden. Wat het economische leven betreft, behoeft daarvoor waarlijk niet zoozeer vrees te bestaan. Nederland beteekent in dit opzicht genoeg en heeft mannen ge noeg van beteekenis ter beschikking, vindt ook in het nieuwe wereldverkeer nieuwe gelegenheden van ontwikkeling te over, om sterk te staan. Men vergete evenwel niet, dat de resul taten hiervan grootendeels individueel plegen te zijn, en tot de positie eener natie vaak niet veel bijdragen, ja soms eerder a-nationaal van uitwerking zijn. * * Het bezijden den weg staan was ons vór den oorlog reeds tamelijk eigen Gedurende den oorlog is het ons bij kans een tweede natuur geworden. Maar minimin iiiMHiiitHiiiiiiiiiiiiiiHÉiiiiiiiiiiMtiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiii VERSA1LLES De vrede is er nog niet, en men begint al de groote spiegelgalerfj van het kasteel van VersaiHes in te richten waar de vrede met Dultfchland zal worden ges'oten. Die verbinding fusschen den Salon de ia O u e r r e eri den Salon de la Paix, door haar zeventien vensters het uitzicht gevend op de uitgestrektheid der tuinen, Is wel genoemd, als men architectuur met muziek mag vergelijken, een j-ymphonis: van licht, weerspiegeld in c!e kaders aan de w ,nd, en van wit en goud en g«dempie toner, die in een machtige lijn van opvolgende volle klar.ken de ziel uitdrukt van het mo nument der monarchie door Koning Lodewijk XIV gesticht. De majesteit van de gaanderij heeft zij behouden, de pracht van de koninklijke heerschappij is heengegaan: Weg zijn de zilvetea «n kristallen lusters, de zi>veren tafels en tabouretten, de antieke beeldhouw werken, de vazen en de bakken mei oranjeboomen.degouden garnituren, rjelkhtbliiiiwe damasten gordijnen en htt reuMtn-Aubressou tapijt dat den bodem bedekte. Wat er is overgebleven, dat is de nuchtere heerlijkheid van het gtbouw, rijk door een smaak dit; zich wist te beheerschen en waar de ver beelding nog steeds den voor'ga-ig ziet van den stoet die Zondags na de mis, uit de kapel zich beweegt naar den Salon de la Paix, en,de apartementen van den Koning. Men heeft er thans aan gedacht, naar het schijnt, om voor de groote gebeurienis van wanneer men eens nagaat, hoe het ons ra den wapenstilstand van November 1918 is vergaan, vindt men evenmin de gewenschte bemoedigende kracht. Voor het ontworpen vredestractaat heb ben wij met de andere neutralen gemeen, dat zij als quantiténégligeable worden beschouwd. In het bijzonder valt dit op wat de aanspraken tot vergoeding der schade betreffen, die toch ook deze volken van den Duitschen kant hebben onder gaan. De talrijke torpedeeringen en Versenkungen" b.v. waaronder onze visschersbevolking en onze koopvaardij met de Tubantia voorop, geleden heeft, moet daarvoor geen rechtvaardigheid en goedmaking bestaan? Voor de kosten van militaire interneeringen, evenals voor andere posten? In de regeling van Duitschland's scha devergoedingsplichten vindt men van dit alles niet gewaagd. En de kostenregeling is nu reeds zoo overvol, de meeëters komen elk reeds zooveel te kort, dat er weinig meer bij te komen zal zijn! Van afzonderlijke onderhandelingen met Duitschland stelle men zich ook niets voor. De vredesluitenden zijn natuurlijk preferent, en daarmede is het uit. Ons treft dit niet alleen als materieel belang. Meer nog als punt van prestige. Het is van den aanvang af de fout der neutralen geweest, dat zij zich na den wapenstilstand te zeer achterbaks hebben beschouwd en te veel op zich zelve zijn blijven staan, in stede van ook hunner zijds direct hier te Parijs een eigen po sitie in te nemen en te zorgen er bij te zijn. Wij hebben daartoe voor Nederland ook steeds geraden, en tevens op onder linge samenwerking der kleine staten aangedrongen. In stede daarvan bleef elkeen op zich, en wist vooral Nederland niet ook maar eenigszins op den voor grond te komen. * * * En wat hebben wij nu? Wanneer de zetel van den Volkeren bond moet worden bepaald, krijgt Zwit serland met Genève de voorkeur. Wanneer, belangrijker nog, de eerste neutrale in het bestuur van den Volke renbond moet worden benoemd, is Spanje er de naaste aan toe. Aan Nederland, dat zich toch hét land van internationale rechtsontwikkeling rekent, wordt niet gedacht. Denemarken komt met Sleeswijk Holstein tot gelding. Op Noorwegen en Zweden wordt voor internationale rege ling der plebiscieten een beroep gedaan. Wat ons betreft wordt alleen de Rijnvaartacte feitelijk over ons hoofd heen ongedaan gemaakt, en onze medewer king tot een geheel andere Rijncommissie, waarin onze positie een veel mindere zal zijn, vrijwel stilzwijgend vooronder steld. Geheel buiten overleg met ons om, zonder dat eenigszins naar onderlinge voorkóming der moeilijkheid is gestreefd, worden wij de but en bianc vuor de netelige moeilijkheid geplaatst dat ons de uitlevering van de tx keizer zal wor den gevraagd, op voorwaarden die aan nemelijker hadden kunnen luidt n wan neer wij ons bij het ontwerpen hadden weten te doen hooren. Men kan natuurlijk dit alles ook aan de wederpartijen verwijten. Maar het feit blijft toch, dat't ook voor on?e eigen gestie geen bemoedigend succes te noe men valt. Wij zullen de oorzaken thans niet in den breede nasporen. Hoofdzaak is, dat 't nóg eens eene waarschuwing moet zijn om voor 't ver volg met onze staatkunde niet te lijdelijk en links in ons zelve opgesloten te zijn. * * Een der voornaamste oorzaken is on getwijfeld, dat de anderen in de Neder landsche houding telkens op het te zeer juridisch gereserveerde, op het bene pene, krampachtige, te dorre zijn gestuit. Dit is wel het hoofddenkbeeld, oat omtrent ons land heerscht. Men mist er lan, moed, getuigenis van breeder op vattingen. Dit geldt minder als een fout dan voor een weinig gewaardeerde eigen schap, en het gevolg is dan ook niet dat wij er antipathiek, maar wel dat wij er bijzonder weinig geapprecieerd en bij zonder weinig belangwekkend bijstaan. Voor een deel is 't het gevolg van den loop der zaken die achter ons liggen. Voor een goed deel hebben wij echter ook het aanzien voor de toekomst in de hand. Dan moet onze staatkunde ferm en royaal voor den dag komen, en ook de pers onze publieke opinie in dien toon voorgaan. Dit is de tweede waarschuwing, waar toe het oogenblik leidt. Zij zal reeds ten toetse komen bij de behandeling van de vraag omtrent de uitlevering van den ex-keizer. Hiermede staan wij tegenover de geheele wereld en tegenover de his torie. Zullen wij niet anders weten te spreken dan naar de letters van wet, doctrine en tractaat? Of zullen wij zorgen onzerzijds nu eens met een principiëele oplossing weten te komen, verderbouwende met een gedachte die n het oude beginsel van eenheid voor de persoonlijke vrijheid, en het nieuwe van internationale rechtvaardigdeid en aansprakelijkheid vereenigen kan ? Daarop, niet op angstvallig vasthouden aan 't geldend rechts-conservatisme, komt het voor het land van Grotius" aan. 't Zelfde kan worden gezegd over de kwestie der Belgüche ir^ctaten van 1839. Tot dusverre hebben wij daarin eene afwerende houding weten aan te nemen. Het is ons gelukt de eerste hooge golven af te leiden. Toch moet er wel degelijk tegen gewaarschuwd, dat ons hoogste oogmerk niet in dezen juridischen afi weer en in beleidvol tegenstribbelen l moet bestaan, methode welke in onze vaderlandsche diplomatie zeer vaak het alpha en omega van vrijheid uitgemaakt heeft, doch onze geheele positie in Europa veel meer kwaad dan goed ge daan. Men komt wel handig door de negotiatie's heen, maar wordt er toch door weinigen meer om gerespecteerd. Zoo gaat het ook in particuliere zaken. Wie op zijn tijd niet breed en gemoedelijk weet te zijn, en in de wederpartij alleen den tegenstander ziet, behaalt oogenblikssucces maar duurzaamheidsnadeel. De indruk, door onze publieke uitingen op dit stuk bij buitenstaanders gewekt, is ! tot dusverre wat van dien aard Zij komen ' voor een groo: deel voort uit onbekendi heid met d;: belangen, die de Belgen ' aan de verschillende punten verbonden | ?ien. Wij zullen hen nu welhaast kunnen IIIMIIIIIIIIIIIIIII het teek?nen der vredespreliminairpn de historische spiegelz?al opnieu* testi ffeeren met meubels en tapijten en haar tot een waardige comfortabele vercadi-rplaais te maken, maar men is vin het p sn terugge komen ; zulk een majestueuze gaanderij it-ei t zich tot ru mte voor een golven'1en optocht, riiet als loc^l voor een bespreking en een plechtige handeling. Di smet die erop ruct sinds de uitroep'n^ tot Keizer van W.lhelm l op 18 J muari 1871 zou voldoende van de spiegel ..sal iijn weggenomen, wanneer zij ru in Juni etuige v-as van de bij e- kumst oer afge vaardigden van bijna de g hee'e wertld, vereenl>>d om het overwonnen DuttscMand in het hart van F'ark'ijk den vrede te zien aannemen. Lïat de cererr,or'> zoo e.vvoudig mogrlijk zfln, de omgeving spretktvi-tri zelf reeos duidelijk, en de r-e^-leidi^g dier stem van verleden blijvende groi.theidblij'/er.d in de gedai'h'e -- greft een oïge ëvenaard kader aan de gebeunenis vanden histoüacrun dag. Een tafel, daar geplaatst mrt 150 fauteuils er omheen, en banken daarachter voor secretarissen en gevolg, dat is genoeg. Het certmonie-wezcn van dm almachtigeii nad v*n vijf bepaalt zich voorloopig tot htt zetten van taf Is en het vaststellen van ieders plaats daaraan. Rien n'est gal a la beautéde cette galt t ie de Versaïlles", i-chrint M.oatne de Sëvigi ë, cette sortr de royale beautéest unique dans Ie m nde". Wil men spreken var, de milHoenen schat v/elke het h-eft gekost om in - woestenij zulk een bouwwerk op te richten en van de tienduizenden merschenlevei s die er aan zijn opgeofferd om de natuur te dwingen tot weelderighei-i, laat ons'oth ook bedenken met wat voor krachtenverbruik steeds in de historie de dingen tot stand komen. En hier is iets tot stand gebracht, dat zijn wortels had ia den grond der gezindheid ontmoeten, en dan vele opmerkingen vernemen, grootendeels van practischen aard. Zij zeggen b.v. dat hun scheep vaart als die door de Nederlandsche enclave van Maastricht heen moet, daar door minster s drie, maar soms zelfs tot elf dagen oponthoud ondervindt. Men kan zoo iets ontvangen met de uitspraak: dat liegen de Belgen waarschijnlijk weer". Maar ook met een : laat ons nu tenminste zoo afdoende mogelijk zorgen, dat iets dergelijks nooit kan worden gezegd.". X * * Zoo geldt het voor de geheele zaak. Niet te specieus, niet te angstvallig, niet te zeer ook aan eigen voortreffelijkheid en anderer minderwaardigheidgelooven! Gemeenlijk is de wederpartij evenovertu'gd en even vooringenomen als gij zelt. Europa, de mogendheden, ver wachten van Nederland en België dat zij elkander in gemoede zullen verstaan en tegemoet komen. Prijsgeving van principiëele Nederlandsche rechten wordt niet meer genoemd. Maar onze verhou ding met België moet een van blijvende toenadering zijn, en wanneer wij daar toe het streven onbevangen aan den dag leggen, zal dit ook in den algemeenen kring ons prestige aanmerkelijk verhoogen! Wij voeren dan gezonde Europeesche en gezonde Nederlandsche po litiek. Dan kan er een eind komen aan de grief dat Holland altijd maar argu menteert." Het ware ook beter dat de nog eeuwig durende volksbewegingen tegen de Bel gische anrexatieplannen", nu eens ein delijk eindigden, om plaats te maken voor eene verstandige beweging ten gunste van een Hollandsch-Belgische vriendschap. De politiek van Nederland komt met dit alles dezer dagen aan de toetssteen. Er is te meer reden om op een en ander te wijzen, daar aan de geheele positie ten slotte een zeer diepe beginselvraag ten grondslag ligt. In de tegenstelling tusschen Oost en West, gelijk die zich gedurende den oorlog langs groote lijnen in Europa afgeteekend heeft, valt de tegenstelling tusschen twee levensbegrippen te zien. Aan den eenen kant staat de pessi mistische, de sinistere, zooals d>e zich uit de Duitsche wereldbeschouwing van de 19e eeuw ontwikkeld had. Hierin komen de Pruisische machtsleer en het conservatisme naar het voorbeeld van Stahl, hierin komt het brutale materia lisme door Haeckel en Ostwald gepreekt, het karakterlooze intellectualisme van de universiteiten, het doodend criticisme van semietischen oorsprong samen met de niet minder stoffelijke en cynische sociaal-democratie, nut het sombere bolsjewisme evenzeer. Weg van de ide alen, van t geloof aan gedachtenvlucht en progressie uit eigen kracht, macht, stoffelijk voordeel en cynisme, ziet daar de drie resultaten ^an oat al. Hiertegenover staat aan den anderen kant een natuurlijk optimisme. E-n ver trouwen op de macht van denkbeelden. Een geloof aan vooruitgang. Een verzet tegen Pluizer s" doodenden jieest. Individueele vrijheid en levensmoed, ook als richtsnoer voor het leven der volke ren, van de democratie. Meer vertrouwen van de mcnscheri die h*;! werk zagen g oeien. Frankrijk was het iand waar de souve-. reiniteit van oen vorst baar volmaakte ra'iorale uitdrukking heeft gevonden omrlat h;t volk er in geloefde 11', bet d> n man bezat die als verlegt n vocrJiger van het ideaal kon gelden. Het is niet motelijk f ans daaiover ve'der l uit ie wfiden; wij co'"t itceren alleen dateen j enktle persooi.lijk1 e d boven allen gesteld, ( boven al'.e^ zich gevoelend, de kracht^ n ^an h^t land tot c, h h trek >r\ fcn wondtr schi<-p j Of nten, het was Fr^r kd k zelf, dat met al zijn macht van ge< st en ^.id ki n *t hè' wonder VDO't^'acM '(er een* van Lodtwijk XIV,«'sof een hoor'fre werk< lijkheM 020 ."e gewone z'ch op nbaarrir aan de wereld. Het g<>voe van etrhjrd, c!e bedelende ?t.-un var, de opbon werd- elemen'en eer er natie, h., rieefae. Het koningschap, de Kunii g, gaf den Op af.-i'and var. Parijs heerschte d? Koning. r.eq; daarom liet dat liet volk geen deel n?m aan rk-t leve i der heerschappij. Op f e^tda^en trokken de menschen naar j Versailles om de waterwerken te t.«-wonde ren en de vreemde dieren in de menagerie te brkijken; ma r vo >ral om naar de spie gelzaal te gaan en van daar te assi-jieer> n bij den maaltijd van den Koning. Het volk: is daar in Versailles getuige van de hecrüjkhe'd. Zal ik andere getuigen opnoemen ? k-dereen sinds het eind vnn f'e 17e en gedurende de 18e eeu« is in Vtrsaiiles geweest. Maar wie is de ma'? op wien de. spiegels uit hun trotsche omlijsting vreemd rt rzien wanneer hij door de grooie ^al-rij hee paat ter audiëntie bij Koni' g Lodewijk XVI? Een hcfcostuum heett hij r>itt aan, zijn dagelijksche Kwakerjas i« hem goed genres om daarin voor de M?j'strüte verschijn! n. In plaats van een de^en op ^ijde, het f hij een zware hoorren bril op, en geen pruik be Aan onze Medewerkers De redactie acht het gewenscht, haren medewerkers en inzenders nadrukkelijk te verzoeken, voor hunne bijdragen zoo veel mogelijk rekening te houden met den voor het Weekblad meest geschikten om vang. Te lange artikelen leveren ver schillende bezwaren op, zijn ook voor de lezers veel minder aantrekkelijk. De normale afmeting van artikelen moet op ten hoogste 1500 woorden, en, die van Feuilletons op ten hoogste 2000 woorden worden gesteld. Van met potlood geschreven bijdragen kan de redactie geen kennis nemen; evenmin van die bijdragen waarvan het papier aan beide zijden is Geschreven. Zoo mogelijk, gelieven de inzenders ge typte copie in te zenden. Alle inzendingen moeten geadresseerd worden: Aan het Secretariaat der Redactie van De Amsterdammer", Week blad voor Nederland, Keizers gracht 333, Amsterdam, zonder vermelding van persoonsnamen. Eventueele vragen over drukproeven, overdrukken, tijdstip van plaatsing e. d. eveneens en uitsluitend te richten tot het Secretariaat". dekt zijn k mg grijs haar. Ik geloof zelfs dat het een oude witte hotc! was, dien hij or.der zijn ? rm crori?. Hi-t i-* Re. jarnin FrarHin, de gezant der ie^e lischi: s'ater, van NcK.rd-Amerika, <*ie m't di- reteeiirg van F.arkuik aa.. ru.t order/ha, '.l n is uvci ten verband. Of tijiv'n vrranderen. De majesteit van Loüe.wijk XIV is verbleekt. Amerik;} is in de mode iri het jaar 1778. Vol'-^ire vierde tu«n kuit voor zijn steifdag ziji". spot M; o i f. H (j vind Pehu'dijjd in hè! Oeater op Int toot,i el. Frankiin vtrtoonde zlrh osar b^ i-ern. H; t waren de twe.1.- gii oic 'ri.v'nnerj V.M het ougenblik. Ernhr^s-et-v-. us do: c a la Fra c. i-e",-itp eet; ft in u;t het paito;e, tn niet aanduenirg v-c- n d-.- V"-t j-nhliik de omhelzing van de t'"et K"!!?"?-i''ds bij. Ach, V-r M;/-;* gaf toen niet m ff r den t', ,-i.ih ,-.«-;'! M-ij nam t!' m^nng van P-itijss over. Da-i' jjold de ?.<?-; v;n k:!u.-tb£au e?i het t«-ri!£k(-ere,= tot de ^atuur." De Ko: ir.gin Marie Ar.ioinetle had hef kleine Trianon in !'et park van Versaiiies tot h ;sr d'imtin gekozen, en liet er een natuuiHktn" tuin met poëtische hoekjes aanleggen en een gthucht houwen met rustieke woning en rr.;-K-n. Z:j v.va« daar omn'fcd do..'i r ai. r kindere is e:i leerde op nieuw Duit: eb om de idyllen van Gessner te kun: :;?;-, ICZHH. Zij, d«- een'ge ma:; dien de Kon»)/; ui zijn raad had", speelde toen met de morarchie. Het zou niet lang duren. Het voik haalde in 1789 de Koninklijke familie uit Versailles weg. Het volk was voortaan de suuvrreio. Maar gelukte het .--a;. Frankrijk orn de juiste ui'druking van tic volkssouvereiniteit te vir.dci. ? Men k;-n niet zeggen dat de Revolutie daartoe het essentieele heeft bijgedragen. Zij heeft den adel en denlgeestelijken stand Illlllllllllllllllllllllllllllll op het onzienlijke, het onberedeneerde, op het niet-becritiseerbare. Deze tegenstellingen werken evenzeer in de staatkunde door. Van het begin van de 19e eeuw af heeft men de mo gendheden reeds in de liberale en de conservatieve, in de vrijheidslievende en de machtlievende proef orderscheiden. Deze tegenstelling is nog even sterk. Op de rand gelegen, helt Holland naar den eenen of naar den anderen kant. En dan isdit de laatsle waarschuwing: goed toe te zien! Zich niet te laten meesleepen door de naargeestige sociaal democratie met hare ondermijnende op pervlakkigheid van begrippen.' Zich ook niet te laten verlokken door d?n bedriegelijken schijn eener hyper-intellectueele Wissenschaftlichkeit", noch door het technische materialisme dat uit 1870 geberen is en zich niet over te geven aan den schamperen, ideaalloozen toon eener staatkunde, die ten slotte alleen van vasthouden weet, wanneer zij niet grijpen kan. Wie de eigenaardigheden onzer vaderlandsche politiek, zooeven geschetst, na gaat, zal vinden, dat zij met haar wrang heid en conservatisme, wél 't gevaar loopt in dit kader op te gaan. Misschien is in den diepsten grond de vervreemding, waarin men de verschil lende mogendheden tegenover ons land ziet staan, eraan toe te schrijven, dat zij ons reeds daarbij rangschikken. Ook de voortdurende toon van verscheidene onzer dagbladen draagt hiertoe bij. Toch staat de beslissing nog aan ons. 't Gevaar is met den oorlog niet ver minderd. Integendeel. Wij moeten er ons geestelijk feitelijk aan onttrekken, en dit duidelijk, vierkant, onomwonden, zon der listige combinatie, doen. Anders blijft ons volk eenzelvig geestelijk en internationaal verlaten staan. P a r ij s. v. H. afgeschaft, zij bedoelde dat ieder der, adel e,i den geestelijken trek in zich kon hebb . ; voiksiouvereinitei" in haar wezen is het veimugen van ieder om souvereüi te wrzen, d.i. eerbied te heoben voor zichzelf en eer bied te kunnen oplegg-n aan anderti* in een wereld waar het Recht heerscht. Het is Wilsor, geweest die tot nu toe de zuiverste bepaür.g hefft gegeven van de vülksbouvereititeit en de souvereir.iteit der volken. Wat zal Verfailles hem leeren, en ons over htm doen keren? Cl'menccau heeft van Versaiiks in zich df-n irots gehouden van den ¥r<\<- sci m<in i. ie vooiaanstaat onder de volken «ar. rïe wtres;'. Op het oogenbl k dat oe ooriog n.it den aanval der Uuiüchers werd geop r.rt, schreef hij i.' zijn blad: Dtrriain, de rcuve^ii, ie grand foire des comptts va s'ouvnr". Bi; d; eerste ontmoeting met de Duitscbers i;< Vursai les (17 Mei) hteft hi2 hun uit deh;.o,«te de rekenirg overgelegd. Von Rdrit?au, wieri het lot ihsins h 11 park van Klein Tsianon hef ft locbesdiik! om zich in te verpoojen, behoort naar zijn aard sot ce Duiischcis die Frarkrijk wiïlsn iiaderen. Maar hij gevoelt hoe VersaiHes hem terug stool. Wanneer hij büd« samenkomst met dtegenpartij teg'lijkertijd zijn verbittering wil laten blijken en toch wi! toonen hoe hij haar behcerscht, zet hij zijn groote schudpadden bril op, alsof hij zich tehuis gevoelt a )a Frarklin, maar m.ft al zijn talent en zijn s'reven naar waardigheid, openbaart hij bij het voorlezen van zijn lat g siuk de groote f.-iut van den diplomw, g^mis aan takt. Korter zou meer zijn gewttbt, en min der aanmatigend hebben geschenen. W. G. C. BYVANCK

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl