Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
17 Mei 19. No. 2186
DE VREDESVOORWAARDEN
.De Amsterdammer" heef t gemeend bij de
bekendmaking van de Vredesvoorwaarden
eenige vooraanstaande personen van ver
schillende richting een artikel te mogen
vragen over dit onderwerp, welke hier
onder volgen.
DONKERE TOEKOMST
door W. H. VLIEGEN,
lid van de Eerste Kamer, voorz. der S. D. A. P.
Wie bij beschouwing van het vredes
verdrag dat Duitschland ter teekentng is
voorgelegd, zich de oorsprong en het verloop
van den oorlog te binnen roept, de
wereldoverweldigingsstemming herdenkt die in
1914 het Duitsche volk bezielde en de
middelen waarmee het Duitsche militarisme
heeft gewerkt om zijn tegenstanders er
onder te krijgen, die kan moeilijk komen
tot dien graad van verontwaardiging die in
ons land door velen wordt tentoongespreid.
Wie vredesvoorwaarden nastreeft, kloppend
op het verleden, wie de misdaad weegt en
daarnaar de straf toemeet. die kan het ver
drag met een zekere voldoening lezen en
hoogstens in zichzelf de opmerking maken
dat er misschien twaalf meppen worden
gegeven, waar met tien kon worden vol
staan. Wat niet billijk is.
Maar een vredesluiter die een te maken
vredesverdrag zóbeschouwt, doet verkeerd.
Het is juist de groote ramp dat vele derge
lijke verdragen in het verleden, zówerden
beschouwd. Dat men bij het vaststellen er
van te veel te rade ging met hetgeen ge
beurd was en te weinig met wat er gebeu
ren ging. En aan dit euvel Ifldt het werk
van Versailles in hooge mate. Het slaat op
het verleden, maar teekent een donkere
toekomst.
Het wil mq voorkomen dat noch graaf
v. Rantzau in zijn te Versailles gehouden
speech, noch Scheidèmann in den Rijksdag,
duidelijk begrip toonden van de hoofdfout
in het vredesverdrag. Dat Duitschland voor
waarden zou voorgeschreven krijgen die het
zelf te hard vindt, spreekt vanzelf. Dat het
zijn koloniën kwQt is, is geen schending
van eenig recht. Het recht" op koloniën
is op zichzelf een dubieus ding. Dat
ElzasLotharingen naar Frankrijk teruggaat, is noch
uit een oogpunt van het verleden, noch uit
.dat van de toekomst, verkeerd. Dat Polen,
een onafhankelijk land geworden, de bij
Pruisen en Oostenrijk ingelijfde Poolsche
gebieden omvat, evenmin. En dat daarbij
de In oorspronkelQk Poolsch gebied geves
tigde Duiische koloniën in de verdrukking
komen, is goed te maken door die bevolking
terug te laten immigreeren. Dat Duitschland
een enorme mllliardenrekening te vereffenen
krijgt, heeft het aanvaard bij het aanvaarden
van de 14 punten van Wilson. De punten
7 en 8 bevatten .volledige schadeloosstel
lingen" voor België en Frankrijk, en dat
Engeland vergoedingen eiacht, o.a. voor de
verschrikkelijke vernielingen in zijn handels
vloot aangericht door den duikbootenkrijg,
kan het rechtsgevoel niet beleedigtn. Dat
als deel van die vergoeding de buiten
Duitschland bestaande Duitsche bezitingen
als de telegraafkabels e.d. werden genomen,
evenmin, terwijl het lamleggen van het
Duitsche militairisme een daad is die min
stens zooveel heil voor Duitschland zelf
bevat als voor de overige wereld. Het
mllitairlsme in die overige wereld zal onbestaan
baar worden als de voortdurende provo
catie van het Duitsche ontbreekt.
Daar zit het dus niet en toch gingen
hiertegen in de eerste plaats de bezwaren
van de beide genoemde redenaars.
De groote fundamenteele fout van het
verdrag zit hierin dat men zich voorstelt
het Duitsche volk gedurende een lange
iiiiiiiiimtiMMiiimiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Nederl. Munt
Hollands meest gewilde Sigaar
KLOOS-HULDE
Een Nabelrachting
Het is wel zeer opmerkelijk, hoe de tijden
zijn veranderd. Kloos, de woeste revolutio
nair, die aanraadde vreemd en koud en
hard met iedereen" te zijn, nu gehuldigd
door .het Beest, dat zich beschaafd publiek
noemt." Waardeertiig^van de allerhoogste
autoriteiten, een medaille, haast zoo goed
als een ridder-orde, een bezoek van een
regeeringspersoon om den jubilaris te
feliciteeren. en last not least een jaargeld
van 1000 gulden. Het is wel niet veel in onze
duure tijden, maar het heeft zulk een
bizondere beteekenis. Kunst is nu regeeringszaak
geworden, de staat, de regeer ing bekent
ongelijk. Zij wil wat doen om haar berouw
en goeden wi! te toonen. Nu kiest ze na
waarschijnlijk informatie te hebben inge
wonnen bij experts in de f raaije letteren"
den dichter, die nog voor twintig jaar wel
het minst waarschijnlijk voor
regeerlngshulde in aanmerking zou zijn gekoomen.
En dat nog wel een regeering die voor
rechts" doorgaat, een vroome, godvruchtige
regeering, met een staatshoofd dat Christus
vór alles" tot haar spreuk maakte. Zulk
een regeering huldigt een dichter die den
Bijbel aanduidde als het vervloekte boek
van laffen Deemoed klein" en snoefde dat
hij .haten en kwaad doen mocht met sterke
hand" en dat de uitdrukking een goed
mensen" moest verdwijnen uit de taal.
Mooi, niet waar? Dat teekent de diepte
van het berouw dat onze staatslieden voelen
voor het onrecht, zooveel jaren ik mag
haast zeggen zooveel eeuwen gedaan
aan kunst en waarachtige ziele-grootheid.
Het volk dat spuwde op het graf" van
Spinoza, dat Rembrandt op zijn ouden dag
gebrek liet lijden en zijn meesterwerk bande
uit hun Amsterdamsch raadhuis,
datMultareeks van jaren onder curateele te houden.
Dat Duitschland uit deze vredesonderhan
delingen zou te voorschijn komen als een
verarmd, misschien geruïneerd, land, dat
het belangrijke bronnen van welvaart zou
missen, voor wat betreft zfjn internationale
positie zeer zou zfjn achterop geraakt, dat
heeft het alleen te wijten aan wie hem dezen
oorlog deden beginnen en voeren en vol
houden zooals dat is geschied.
Maar na den dag van de vredesluiting
moest het een vrij volk zfjn, dat alsëé.iige
bron van welvaart over had gehouden zijn
kennis en zfjn arbeidskracht, maar dan ook
vrij moest zijn die bron te benutten zooals
het dat zelf verkiezen wil.
De beslaglegging op de opbrengst der
mijnen van het Saarbekken, kan er mee door
ter vergoeding van de vernielde mijnen van
Pas-de-Calals, tot die mijnen hersteld zijn.
Maar het bezetten van Duitsche gebieden
gedurende 5, 10 of 15 jaren is een domme
daad, en de bepalingen betreffende de
schadeloosstellingen op eenwfjze dat ze de
ekonomische ontwikkeling van het land
voor onafzienbaren tijd ontzettend schaden,
zoo niet totaal verhinderen, eveneens. Dat
Dulischland als doodarm land den oorlog
beëindigt, daar moet het zich in schikken.
Maar de vruchten van zijn arbeid in de
toekomst, die kunnen hem niet ontnomen
worden, zonder de toekomst van heel
Europa in gevaar te brengen.
De Duitschers zullen toch moeten leven
en ze zullen voor hun bestaan moeten
vechten met alle daarbij dienstige middelen.
Een van die middelen zal zijn: goedkoope ar
beidskracht. Die ze in overvloed zullen heb
ben. Maar waarmee ze tevens het ekonomische
evenwicht in alle overige landen van Europa
zullen verstoren. Eén van belde: ze zullen
met behulp van die arbeidskracht in eigen
land werken en de internationale markten
overstroomen met goedkoope waren, of,
wordt hun dit onmogelijk gemaakt door de
tegenmaatregelen der entente, de Duitsche
arbeiders zelf zullen de andere landen over
stroomen en eveneens het evenwicht in die
andere landen verbreken. Het zal onmogelijk
zijn de ekonomische ontwikkeling van
Duitschland van uit Frankrijk of Engeland
te beheerschen en de pogingen om dat te
doen, zullen van zelf teweeg brengen dat
Europa blijft leven in een toestand van
voortdurende onrust, het tegendeel van wat
allen hoopten dat de vrede brengen zou.
Op deze wijze verliest ook het beste van
heel het vredesverdrag, de Volkenbond, zijn
nuttig effekt. in plaats van een vrederechter
wordt hij een diender. Dat de Volkenbond
in het begin eenigszins het karakter van een
bond van overwinnaars heeft, dit is de
hoofdzaak niet, dat is wel in overeenstem
ming met de situatie, een ander statuut
ware wel wat utopisch geweest. Maar de
aanwezigheid in de wereld en vooral in
Europa, van volken als het Duitsche, in den
arbeid geschoold, in kennis groot, politiek
mondig geworden en toch niet als gelijk ge
rechtigd lid van den Volkenbond meetellend,
dat is een onmogelijke toestand en breekt
den weg voor de ontwikkeling van den
Volkenbond tot een reëele internationale
gemeenschap, op.
Komt deze vrede zótot stand, dan gaat
Europa nog donkere tijden tegemoet. Het
Duitsche volk heeft zich onder den indruk
van de ramp der nederlaag van de Keizerlijke
legers, ontworsteld aan de heerschappij
van binnenlandsche verdervers, de jonge
republiek zal spoedig ten onder gaan als
ze moet leven onder den onophoudelfjken
buitenlandschen dwang die dit vredesver
drag belooft.
Ik acht het gebaar van de Duitsche re
geerders, die de teekening van dit verdrag
willen weigeren, een slag in de ijle lucht.
Als de geassocieerden het willen, treedt het
verdrag, met of zonder onderteekening, in
werking. Maar velen die met vreugde Duitsch
land militair ineen zagen zakken, zien thans
met bezorgdheid de toekomst te gemoet.
De vredesluiters te Versailles zijn niet op
gewassen geweest tegen de
wereldhistorische taak die hun was opgelegd. En het
recht zal zich een anderen weg moeten
banen.
H. BERSSENBRUGGE,
PORTRETFOTOGRAAF
ZEESTRAAT 65, naast Panoiama
DEN HAAG. - Tel. 1538.
tuli uitbande uit de fatsoenlijke gemeen
schap en uit het vaderland dat volk laat
nu officieel hulde brengen aan den meest
woesten, godslasterltjken en in zijn besten
tijd meest anti-christelijken en
on-maatschappeltjken dichter alleen omdat hij in
zijn jeugd schoone sonnetten heeft gemaakt.
Het zou mooi en goed zijn, en een ver
blijdend teeken van toeneemende
geestesvrijheid als het echt en eerlijk was, als
het waarlijk voortkwam uit het besef dat
poëzie een der hoogste menschelijke func
ties is, en dat men den Dichter die eerlijk
oprecht en onvervaard, zonder kleine ang
sten of verlangens, zijo diep-gevoeld woord
durft spreeken, ook de vrijheid daartoe moet
geeven en hem in staat moet stellen onbe
zorgd te leeven, en zelfs eer moet betuigen
omdat zij moedig en waarachtig is.
Maar het is hier alles schijn. Het is niet
eerlijk, omdat dat niet moogplqk is. De
regeerlngs-persoonen die nu Kloos huldigen
kunnen noch de schoonheid zijner opstan
dige verzen, noch de matheid en zwakheid
van zijn later werk bemerken. De grootheid
van Kloos, als die bestaat, is in zijn eerste
opstandige werk ea om dat te waardceren
moet men anders zijn dan de leeden van
de regeering en de meerderheid van ons volk.
Het volk kent Kloos niet, en kan hem ook
niet waardeeren. Onze regeeringsleden, al
zijn het zonder twijfel beschaafde mis
schien wel kunstzinnige lieden, kunnen
het goede werk van Kloos onmoogelijk mooi
vinden. Daarvoor moet men zelf iets van
den opstandi°;en mensch in zich hebben.
En het is zelfs voor den gevoeligen dichter,
die bekoord wordt door het klinkende
woordschoon, zeer de vraag of hij zulk opstandig,
godslasterlijk en demonisch werk mooi mag
vinden. Voor den rechtschapen Hollander
en voor den landsbestuurder is zulks in 't
geheel geen vraag meer. Hij mag'zulk werk
niet mooi vinden. Iemand die zich in ernst
als Dulvel-God" gevoeld heeft kan niet
verlangen als nationaal dichter gehuldigd
te worden, of lof en eer te verwerven bij
de vertegenwoordigers der natie.
Ongetwijfeld berust dus de ministerieele
hulde op de meening dat het latere werk
N.V. PAERELS
Meubileering Mu.
COMPLETE MEUBILEERING
-: BETIMMERINGEN
:
Rokin 128 Telef. 4541 N
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIllllllllllllllllllllllllllllllll
HET VREDESVERDRAG
door prof. Mr. P. A. DIEPENHORST
Het sterkst interesseert velen de vraag of
Duitschland de voorwaarden te Versailles
gesteld zal aanvaarden. Die belangstelling
is misplaatst, want onverschillig of Duitsch
land al dan niet dit tractaat onderteekent,
het beteekent toch oorlog.
Wie, als goed Nederlander, bij de waar
deering van dit document allen nadruk legt
op den slag, die aan onzen nationale wel
vaart wordt toegebracht, doordien een onder
drukt en uitgemergeld Duitschland zijn be
teekenis als afnemer van onze land- en
tuinbouwartiketen inboet miskent den
ernst van den toestand. Die ernst wordt
zelfs ten eenenmale ongenoegzaam gepeild
wanneer scherp wordt belicht de tragische
Ineenstorting van een rijk, eens machtig en
bloeiend als weinige. Neen, het ontzettende
van het vredesverdrag is dit: in de historie
van een oorlog, die over millioenen nameloos
wee bracht, zal moeten worden vermeld,
dat niet de roekeloosheid bij het uit
breken, niet de bittere wreedheid tijdens
zijn bestaan, maar het tergend onverstand
bij het eindigen den grofsten aanslag op
bet vredcsbeginsel vormt.
Dit vredesverdrag is in waarheid eene
oorlogsverklaring; het hoont den vrede.
Hoe had overdenking van hetgeen enkele
tientallen jaren in dat zelfde Versailles
geschiedde, de machthebbers van dit bedrijf
moeten weerhouden! Toen was Germania
triomfator en het vroeg van Frankrijk
ElzasLotharingen, het vernederde zijn tegenstan
der. Toen waarschuwden vroede mannen
voor de wraak, waarop de overwonnene
zinnen zou l
De waarschuwing werd veronachtzaamd,
de storm kwam.
Toch ontbrak het van Duitschland's zijde
niet aan tegemoetkomende pogingen om
Frankrijk zachter te stemmen. Bismarck
deed aanmerkelijk concessies in de koloni
ale politiek om den eiMjand voor zich te
winnen.
In Frankrijk werd onder leiding van Jules
Ferry, die tweemaal minister president ge
weest is, eerst in 1880 en daarna in 1833,
een nieuwe aera van koloniale politiek inge
luid. Hij gevoelde het gevaarlijke van den
,revanche"-üroom, gedroomd door hen, di»,
wraak roepend over den smaad van 1870,
op krijg met Duüschland aanstuurden.
Door Frankrijk lauweren te bezorgen als
koloniale mogendheid, zocht hij de
antiDuitsche oorlogsstemming te verzachten.
Onder heftige oppositie van de oorlogspartij,
die hem onder leiding van den
legenwoordigen minister-president Clemencaa als den
.Tonkinees" schold, opende Ferry voor
Frankrijk den weg i»Tunis en Tor.kin.
Bismarck liet Ferry stil begaan, zag ge
laten toe dat Frankrijk en Engeland allengs
vasten voet in Afrika kregen en op steeds
grooter stuk van het werelddeel beslag
legden.
Zoo hoopte hij, dat de aandacht der
Franschen door den kolonialen roem van
het Vogezen gat' zou worden afgeleid en
berusting zou komen over het verlies van
Elzas-Lotharingen.
Ijdel was die hoop! De wrok zat te diep.
De fijne cyclus romans, door Maurice Barrès
als roman de l'energie nationale" uitgegeven
leert ons hoe en waarom niet allereerst de
begeerte tot economisch machisherstel, maar
diep gevoelde zielesmart de Ftanschen vanaf
1870 geen rust liet.
Dat was de uitwerking op dtn
overwonnenne van den vrede te Versailles
in 1871. Zou die van 1919, welke in hard
heid en onrechtvaardigheid zoo verre zijn
Houten Gebouwen, Landhwsjes enz.
PADOX
Parkstr. 87 - Den Haag
Teekeningen op aanvrage
voorganger overtreft, milder stemming
veroorzaken?
De smadelijke vernedering, welke aan
het Germaansche rijk wordt opgelegd,
zal in geslacht op geslacht eene gram
schap wekken, die zich op een onzaggelijke
wijze moet wreken. Het Duitsche volk toch
is geen uitgedoofde natie. Het boet thans
n'et voor zijn geringe krachtspntplooïing,
maar voor zijn overvloed, zijn onhei ige
verheerlijking van de kracht. Daar schuilt
in dit volk een schat van stoere energie,
die niet kan worden gedood, maar nood
zakelijk naar openbaring, naar uitzetting
zoekt. Gelouterd en beproefd kan die energie
nog wonderen verrichten en wee dan
dengeen die meent met den lompen voet
dit energieke ras te kunnen vertreden!
Het vredesverdrag smaadt den vrede. Het
geeft tegelijk den doodsteek aan de idee
van den volkerenbond.
Het eerste ontwerp van zoodanige
volkerengemeenschap in de zestiende eeuw, was
een caricatuur. Het ingediende ontwerp is
niet meer dan eene belaching van de met
zoo groote toewij ling verdedigde gedachte.
Bekend is hoe volgens Ie grand dessein"
van Hendrik IV, door Sully het eerst breed
voerig meegedeeld en waarschijnlijk ook
door dezen opgesteld, de christelijke
Europeesche Staten zich zouden vereenigen tot
een bond van vijftien leden, wier macht
zoo veel mogelijk gelijk zou zijn en de
grenzen van welke landen nauwkeurig
zouden worden bepaald. Alle geschillen van
de leden van dezen bond zouden door
scheidsrechterlijkeultspraakwordenbeslecht.
De door vermijding van wapengeweld ge
maakte besparingen zouden worden besteed
voor toebereidselen van den krijg,
van de générale république tres chr
nienne" tegen de Turken, teneinde Europa
van de ongeloovigen te bevrijden.
Destijds werd door de «zeer christelijke"
mogendheden de volkerenvrede ingeluid
door de beraamde vernietiging van de
Turken.
Nu zoeken de .zeer christelijke" mogend
heden den volkerenvrede te vestigen door
de verdelging der Duitschers.
De zeer christelijke mogendheden!" het
klinkt als eene schampere ironie.
In trouwe evenwel, is het wonder dat
zeker bitter cijnisme opkomt ?
De vrede door het vredesverdrag ge
hoond 't is smartelijk.
De idee van den volkerenbond door het
vredesverdrag vermoord 't wekt ergernis
Maar droeviger dan alle deze dingen is
dit ne: het geloof aan rein en verheven
Idealisme, in oorlogstijd zoo deerlijk ge
schokt, werd door het vredesverdrag hopeloos
ondermijnd.
Nooit was de strijd voor den vrede
zwaarder dan na dit vredesverdrag.
van Kloos, het werk van den tweeden bun
del, beeter is dan het oude, eerste werk.
En dat Kloos, als literair kritikus, altijd den
rechten weg geweezen hoeft en een oprecht,
eerlijk en nauwgezet beoordeelaar is geweest.
Beide meeningen zijn onjuist.lk weet niet
wie de raadsman van de regeeriag is in
literaire zaken. Ik weet zeeker dat geen der
dichterlijk gevoeligen in Holland mij zal
durven teegenspreeken. als ik zeg dat de
groote naam van Kloos berust op zijn oudste
en eerste werk en dat ai hetgeen hij gaf
in de tweede helft van den eersten bundel
en in den geheelen tweeden bundel, minder
waardig is en door de poëzie van veele
tijdgenooten overtroffen wordt.
Het leeven en de arbeid van Kloos is te
onderscheiden in drie tijdperken. Het eerste
tijdperk was dat van de zware, opstandige
verzen, vol schoonheid maar ook vol gevaar,
en zooals ik dat in mijn Gentsche reede
heb uiteengezet geen climax na de
waarlijk verheeven kunst van Jacques
Perk. 1)
Het tweede tijdperk was dat van totale
verwildering en liederiïjkheid. (beginnend op
pag. 181 van den eersten bundel.)Wattoen
door Kloos word geschreeven en nu nog
door hem in 't licht gegeeven als deel van
zijn oeuvre" hij zelf spreekt van ironi
sche" verzen is totaal waardeloos, het is
geen poëzie en ontbeert alle geest of kracht.
Het is machteloos dronkemans-gerljmel, de
drukinkt en 't papier niet waard. Dit is geen
bizondere opinie van mij, het is de
algemeene opinie van elk dichterlijk gevoelig
mensch in ons land. Men zwijgt er oover,
Overzicht van Ontvangen Boeken
OORLOGSLITTERATUUR: Memorial on
the riaht of selfdetermination in our K
rlandchen" verschaft met twee kaartjes en
vele statistieken gegevens over 't z.g.
Koelandje aan de grer.s van Oost
enrijkschSilezië en Moravië, Twee Flugblatter tiir
Deutschö'sterreichs Recht" (No. 19 en 24)
behandelen Das deutsche Marthal von
Spielfeld bis Radkusburg und die Slovenen en
Eme Tschechische Sprachenkarte, Böhmens
Mahrens und Schlesiens, beide bij Alfred
Hölder, Wien 1919. Niet overal zijn de
uitschers de latere indringers. Volgens i h
German Enclosure of Iglan zijn de Duit
schers daar autochtom, betr< f t't hier althans
vestigingen van de 12e of 13e eeuw.
VARIA: De uitgever Kluwer te Deventer
begint met -. De Algemeene principes van het
Vliegen als aflevering l, een serie:
Luchtvaartkundige bibliotheek onder redactie van
M. L. J. Hofstee en R. J. Castendijk. Van de
Noord-Nederlandsche Volksliederen en dansen
op het eiland Terschelling uit den
volksIlllllllllllllllll llllllllilllllllllllllllllllllllltlllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIII
uit eerbied voor den Kloos der opstandige
verzen. Maar terwllle van de waarheid en
van de Nederlandsche poëzie, moet het ge
zegd worden, leder weet het. Verwey weet
het en allen die Kloos nu nog eerbiedigen
en aanhangen.
Het derde tijdperk is dat van herstellend
eevenwigt. Kloos heeft ernsijg getracht zich
te rehabiliteersn en zijn prestige te herwin
nen. Dat is hem ten deele gelukt, maar zijn
oude kracht is voor goed verdweenen. e
stijl zijner kritieken is die van een gematigd
en bezadigd praatvaar, die zijn oude opinies
met voorzichtige breedsprakigheid uit den
treure herhaalt Zijn verzen uit deezepériode
zijn niet meer opstandig, ook niet meer
dwaas en liederlijk, maar mat en zwak.
Nooit zouden ze hem een groote reputatie
hebben bezorgd, als zijn eerste werk er niet
geweest ware. Ook hieromtrent behoef ik
geen teegenspraak van bevoegden te duchten.
Maar bovendien beweer ik ook dat Kloos
nooit is geweest, wat hij wilde zijn en
wat de officieele hulde in hem onderstelt
waarachtig eerlijk, oprecht en nauw
gezet beoordeelaar. Ik zeg dit, omdat ik er
de bewijzen van heb. Ik had die reeds in
den ouden tijd, toen de strijd tusschen hem
en mij begon, en het is de reeden geweest
van onze vewijdering. Hij heeft werk van
mij gepreezen en geloofd, zoo lang hij niet
wist dat het van mij was, later, toen hij
dat wél wist, heeft hij het op de grofste
wijze vertrapt en bevuild.
Ik heb hem toen gespaard, om dezelfde
reeden waarom Verwey hem spaarde, uit
eerbied voor den vroegeren Kloos. Alleen
in buitenlandsch werk heb ik het geval
vermeld, zonder zijn naam te noemen, om
de Hterair-psychologische beteekenis 2). Maar
nu moet ik het nog eens hier herhalen. Als
literair kritikus was Kloos niet oprecht en
niet betrouwbaar. Zijn eerzucht en zijn
heerschzucht waren sterker dan zijn dich
terlijk gevoel.
Natuurlijk zeggen nu zijn vrienden dat ik
dit schrijf uit wraakzucht en uit afgunst.
Maar als ik mij had willen wreeken dan
had ik dat eerder kunnen doen, ik had er
alle geleegenheid toe. En ik zou ook niet
BOEFJES
Frlsch-gewasschen burger-juffer,
Eigenwijze burger-heer
Weest zachtzinnig met die baasjes
Noemt ze toch geen boefjes meer.
Ordelijke, rijke menschen
Toont een beetje medelij
Want de makers van die boefjes
Hoog Wel Edelen,
Zijt gijf
Boefje, moet je weer gaan schooien
Moet je weer de straten op ?
Stoop je hongerig en hoestend
Uit je muffe ruzie-slop ?
Boefje, heb je wel een moeder
Die je toedekt en je sust ?
Boefje, heb je wel een vader
Die je op je voorhoofd kust ?
Boefje, snoep je graag een koekje,
Of een groote krentenbol?
Lieve kind, waar is je hoepel
En je vlieger en je tol ?
Boefje, heb je weer gestolen
Had je honger, beste schat?
Was er niets voor jou te eten
In die groote weelde-stad?
Boefje, draag je al 'n zakmes
Rook je al een sigaret ?
Boefje, lust je al jenever
Lig je dronken in je bed?
Boefje, wil je eens naar buiten
Ben je huiverig en moe ?
Of moet jij, om op te knappen,
Weer wat naar de Kruisberg toe?
Boefje, ga je niet eens spelen
Aan het strand en in de zee?
Armste aller-armste stumpers
Lach en zing je nooit eens mee ?
Heeren, houdt eens op met klagen,
Over jeugd-misdadigheid
Holland, zorg voor uwe kinderen
En ge raakt uw boefjes kwijt.
J. H. SPEENHOFF
iimtiiiiiiiiiiiiiiiiiimmiMiiiimimiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiN*
Gourlgo Sigaar
FABRIKANTE
N.V. DIEVENBACH't
Heil. Ssgarenfabrlek UTRECHT
mond opgeteekend, eenvoudig en meestal
vierstemmig bewerkt, door Ja p Kunst ver
scheen bij Wolters G'Oningen, Dm Haag,
van de Eerste Reeks de 2e druk, prijs f l 90.
Een derde druk beleefde ne Spijsvertering
van dr. B. T. ten Cate, Baarn, Hollandia
Drukkeiij 1918. Het efrste deel bevat Maag,
Darm en Leverziekten, met inbegrip der
Galsteenen. Deel II: Ve'zucht, Suikerziekte,
Jicht, Nierziekte en Blerkzuch». Mr S. B.
Cohen, hoogleeraar te Groningen, behandelt
de Landarbeiderswet en hare tot-patsing, als
No. 7 van de Nutshoekerij. Nutsuitgeverij
te Zalt- Bommel 1919 Dit geschrift is een
handleiding voor de uitvoering der Wet van
20 April 1918 (Stbl. No. 259).
iiiimiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiimiiuuHiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiimiitmiiMii
weeten waarom ik afgunst zou voelen. Ik
heb geen enkele reeden om Kioos te be
nijden en ik gun hem de eer en de stoffe
lijke hulp die hij ondervindt van ganscher
hart». Ik protesteer alleen waar de waar
heid in 't gedrang komt.
Het is een mooi ding, opstandig te zijn
en onversaagd voor eigen waarheid uit te
koomen. Dat behoort bij het waarachtige
dichterschap. Maar dan behoort er pok bij
niets-ontziende oprechtheid, minachting van
alle uiterlijke reputatie, en deemoedige
zelfverneederlrjg als men bemerkt gedwaald te
hebben zooals Oscar Wilde en bij ons
Jacob Israël de Haan die hebben getoond.
Bij Kloos is van dit laatste nooit iets te
vinden geweest.
Ook acht ik de hulde van een volk aan
een geliefden dichter volstrekt niet gering.
Het jüodscfie volk zal Jacob Isrsël eeren
zooals hij verdient, ondanks zijn dwalingen,
en Tagore wordt door zijn voik geëerd, al
schreef hij soms woeste verzen, losbreekend
uit alle fatsoenlijkheid.
Maar hier, in dit geval, zie ik slechts den
schijn eener waarachtige volkshulde. De
figuur van Kloos leent er zich niet toe,
omdat hem de oprechtheid en ootmoed ont
breekt en de Hollandsche regeerders
hebben er zich alleen toe geleend omdat
zij het juiste inzicht in de zaak niet konden
hebben.
FREDERIK VAN EEDEN
1) Zesde bundel Studies pg. 79.
2) Happy Humanity (pg. 50) Glückliche
Menschheit (pg. 62).
llltllilllllMinnilllllllMlIllllllllllimilimillllMIIlUlllllltlllllllllllimillll
NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP
MotorÉnstïaiiTetenbDrg
OAGELUKSCHE MOTORDIENST
TIECHT Ulffl DEI HAAI KLFT
>lutaMkin«. ItmlrtiilumrH. Frijttifcl. hitUral
VIOI-VKIKA