Historisch Archief 1877-1940
17 Mei '19. - No. 2186
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
7
OUSTAV LANDAUER f
Het is weer teegen gesprooken, maar het
zal toch wel waar zijn. O ik Gustav Landauer
is vermoord, eeven als Liebknecht en Rjsa
Luxemburg.
Men verwondert zich dat er in ons land
nog te vinden zijn die het Bolsjewisme
verdeedlgen, maar het is verklaarbaar dat men
zegt: een zaak die door menseden als
Gustav Landauer verdeedigd is, was niet
onverdeedlgbaar, en geen kwade zaak. Het
kan zijn dat hij meegesleept Is in een
strooming die hQ niet kon stelpen of in beetere
bedding leiden maar hij moet kans gezien
hebben voor een groote zeegenrQke omkeer,
zonder geweld. HQ was geen geweldsman,
en afkeerig van alle uiterlijke dwang. Hij
was een zachtzinnig, hoog icschaafd man,
met bizonder diepe wQsgeerige inzichten.
HQ behoorde tot die eedele joden, waaraan
Dultschland zooveel te danken het ft. HQ
was moedig en standvastig, beginselvast
en voor geen dreiging vervaard.
Ik had hem in 1914 nog gezien te Potsdam,
weinig weken voor het uitbreeken van den
oorlog En hQ behoorde tot de weinigen,
tot de zeer zeldzamrn, die niet meegesleept
werden door de vloedgolf van krQgsiust en
patriotisme die zelfs den besten Duitschers
te machtig was. Hij wa< deeenlpe van mijn
Duitsche vrienden, die eevenals Liebknecht
de dwaasheid en het onrecht van deezen
oorlog terstond had ingezien. HQ was langen
tQd onder hen de eenige, die het met mij eens
was omtrent oorzaak en afloop van den oor
log. HQ dacht er over als Oe schrijver van
j'accusel".
Natuurlijk werd onze correspondentie daar
door onmoogelQk. De censuur kwam tusschen
beide, en alleen door bedtkte termen, en
door bemiddeling van bezoekers in Holland
begreep ik dat Landauer standvastig bleef,
en aan de zijde van Liebknecht volharde.
Wat hQ publiceerde was zoo opstandig als
DE VREDESONDERHANDELINGEN
EN HET RECHT
door ETIENNE GIRAN
Toen, op 11 November, de Duitsche ge
volmachtigden voor den maarschalk Poch
verschenen, vroeg deze hen:
Wat komt ge hier doen ?"
Wij komen", antwoordde het hoofd van
de Duitsche delegatie, de voorwaarden van
den wapenstilstand bespreken."
Neen", antwoordde Foch, U komt de
wapenstllstandsvoorwaarden omvangen".
Het probleem was duidelijk omiQnd: het
gold een door overmacht gesteunden wil,
die kenbaar gemaakt werd.
* * *
Tot nu toe stelde men zich tevreden met
de bewering dat de oorlog dwaas en mis
dadig was. Men had theorieën ontworpen,
schitterende plannen op papier gezet, en
prachtige, overbodige vredespaleizen ge
bouwd, maar had men zich werkelijk
afgevraagd, wat er aan al die mooie planoen
ontbrak ?
Ja, enkele scherpe geesten hadden de
oplossing doorzien; op het congres vanden
Haag werd zQ aangeduid; het ware vol
doende, de internationale arbitrage ver
plichtend te stellen. Dit zou voldoende ge
weest zijn om den oorlog te voorkomen.
Maar Dultschland waakte. Het verklaarde
zich heftig tegen dezen maatregel en alles
bleef bQ vrome we nschen ...
Maar wenschen alleen zijn niet voldoende!
Op het gebied van recht, is het niet vol
doende om goede stelsels te hebben. Er is
een kracht noodig, om de eerbied ervoor te
handhaven. Toen men op het Haagsche
congres niet tot algemeene overeenstemming
gekomen was, toen was het noodig geweest,
dat een krachtige meerderheid de eenige
heilzame oplossing had doorgevoerd; de
verplichte internationale arbitrage.
Maar Duitschland was sterk gewapend,
en niemand had lust het den oorlog te ver
klaren, om het te beletten die te ontketenen,
later, en op het oogenblik dat het zelf zou
kunnen kiezen.
Ik herinner mQ een uiting van een der
gedelegeerden op het Congres: Eigenlijk
moest men a la Qridoullle handelen, zeide
bij mQ, en den moed hebben om in het
water te springen, om later nooit meer
nat te kunnen worden. Maar niemand denkt
daaro'/er l'
Nu is alles ver nderd, Men is niet meer
bijeen in een congres. Duitschland is tot
onmacht gebracht en kan niet meer spreken
van zQn scherpe zwaard en droog kruit. Ont
wapend, schoon nauwelijks berouwvol, treedt
het voor zijn overwinnaars. En de Haagsche
onderhandelingen worden weer opgevat.
Maar nu is er geen kwestie meer
vanwenmoogelQk was, onder den zwaren druk der
censuur en der algemeene opinie.
Toen ik elndeiqk hoorde dat hQ in de
Beiersche regeeiing was gekoozen en op
trad als Spartakist, toen hoopte ik nog op
een misverstand. Misschien was er nog een
andere Landauer. Maar de beschrijving
gegeeven door den heer NQpels, in 't Han
delsblad, nam allen twlfel weg. Het was
Gustav Landauer, de fijne wQsgeer, de
prachtige reedenaar, de zachtzinnige,
kunstlievende mensch. De beschrijving van den
correspondent was een leelQke karikatuur,
maar toch goed herkenbaar. Toen ik las
hoe men het beeld van deezen man kon
verminken en bespottelijk maken, torn be
greep ik dat er meer gedwaald wordt om
trent Spartakisten en Bolsjewieken dan de
meesten in ons land vermoeden.
Het Is te verklaren, door de verbittering tee
gen het wreede en ruwe optreeden der Russen
en hun lettische en chineesche soldaten.
Maar dat kan ik getuigen, mijn eedele
vriend Gustav Landauer was niet de mal
loot nut Papoea-haar," die de heer Nijpels
in hem eezlen heeft. Dat hQ, de echtgenoot
van de filngevoellge dichteres Hedwig
Lachman die onlangs gestorven ia, de socialisee
ring van de vrouw zou hebben willen
doordrQven, in de grove beteekenis die daaraan
in ons land wordt gehecht, dat acht ik
ondenkbaar.
Er zal nog veel aan 't licht komen later,
omtrent de tot nu toe on verklaar bare feiten,
in deezen revo'utie tij l. Maar voor de eer
van een man als mQn vriend Landauerduif
ik nu reeds opkoomen, met alle kracht.
Wat hQ gewild heeft was goed, en hij is
gevallen als offer van zfln plicht, en heeft
den dood geleeden als een eerlijk, moedig
en standvastig man.
(FREDERIK VAN EEDEN
ROBBEEIKALFkC'
AriSTEBDATI.
Honsngaua«iii57ngra; HmaicaAOiT270
iiliniillllllimunil
schen : een machtswil wordt opgelegd,
tot verkrQging van een nieuw systeem.
Welke zijn de elementen daarvan? Alleen
die, welke de orde in eiken georganiseerden
staat waarborgen. Dat zQn: wetten, recht
banken, en een voldoend sterke politiemacht
tot handhaving van de orde.
Dit zijn de heel eenvoudige zaken, die
men te Versailles aan de wereld schenken
wil EigenIQk moest iedereen daar verheugd
om zijn. Maar neen; men protesteert en is
verontwaardigd. Waarom ? Omdat niets van
dat alles volmaakt is, omdat het niet de
overheersching van het absolute Recht is,
omdat de aangenomen stelsels niet iedereen
bevredigen, omdat zQ de belangen van
sommigen kwetsen, en hard zijn voor anderen
weer; omdat...
Is er felielQk wel een menschelQke wet,
die niet deze zelfde f juten heeft ? Gelocft
ge dat de Nederlandsche wet iedereen ter
wereld bevredigen zou ? Vraag maar eens
aan Troelstra. Een wetten stelsel blijft een
menschenstelsel, dus onvolmaakt, en be
hoeftig aan voortdurende herzieningen en
langzame vervollediging.
Maareen regeering kan niet op de toepas
sing ervan wachten, totdat de volmaaktheid
bereikt is... Een wet wordt toegep st zoo
als zij is. De rechters zQn ervoor om haar
te spreken, en de politie om haar te hand
haven.
NituurlQk is het jimmer, dat het niet de
heeren van de groote N*-derhndsche Pers
zfjn, die te Versailles zetelen.
Ophetoog^nbl k zitten daar nu eenmaal LI iyd G*orges
Cém-nceau, Orlando en Wilaon. Zij hebben
een stelsel opgebouwd, en zijn overeen
gekomen tot de oprichting van een inter
nationale rechtbank, met een politiemacht
die de besluiten ervan zal doen eerbiedigen.
Ziehier de nieuwe regeling, die vanuit
Versailles over de wereld zal komen.
N>et het stelsel is nieuw, en ook niet het
denkbeeld van een internationaal gerecht;
nieuw is de maeh'swil tot het doen eer
biedigen van rechtsbesluiten.
Dit is in waarheid het nieuwe... de
schrede voorwaarts. . de voornaamste factor
van een nieuwen tQdgeest.
Eén God, zoo schreef ia 1903 Edmond
Thieaud ere, zou alle goden die elkaar de
goddelijkheid in deze droeve wereld be
twisten, terzijde schuiven : de God die het
menschelijk gespuis tot het goede dwong.
Maar al de duivelsche godjcs laten het
mair verkeerde dingen doen! Deze,.nieuwe
God" is opges'aan: Het is de Politie G»d
van Versailles, die de stichters van wanorde
zal dwingen tot eerbiediging van de
nieuwe wet.
De BQbel zegt wel: Vergis u niet! Men
drijft niet den spot met G >d. Zoo ge zaait
zult ge ook oogsten'*, maar deze bedrei
gingen schrikken niemand meer ff; ze zfjn
voor de overwinnende volkeren
zooalsonschadelijke en weinig afschrikwekk'nde vogel
verschrikkers, voor de vogelen des velds
zijn... De vogels lachen om hun machte
loosheid, en onder hunne bescherming is
het, dat ze de landen plunderen en vernielen
de bloeiende akkers!
Voortaan is er iets veranderd. Nu waakt
iemand anders dan een vogelverschrikker,
of een spooksel, of een nimmer
tusschenRIJM-KRONIEK
Woning-actie
Nu de vraag naar goede hulzen
allengs tot een noodkreet stijgt,
nu het woningvraagstuk aldoor
meer van een malaise krijgt,
komt, als kUnken van den hemel,
uit den Haag het schoon bericht,
dat de KoninkIQke
Dieren-tuln opnieuw wordt ingericht.
Sierlijke, goed-ingerichte
huizen voor falsanten, pauwen,
hanen, hennen en patrijzen
wil men eerlang laten bouwen.
Ruime, frissche, goed verwarmde,
aangename, schoone huizen,
maken Haagsche architecten
voor den aap en zijne luizen.
Vogels, visschen en insecten
Torren, wormen, slangen, padden,
krijgen wQdscher lustverblijven,
dan de krotten die zij hadden.
't Is helaas, alweer het zoogdier,
dat de duue-ervan moet zijn,
beeren, wolven, zebu's, lama's
herten vossen en wiU-zwQn
worden opgeruimd; de?
huurcom-missie is voor hun k 't doove oor
en een nieuw tehuis, dat doet zich
voor hen niet 1-2-3 voor.
ZQ zijn onze lotgenooten
in den strijd om eigen haard,
zebu's, lama's, wolven, menschen,
zwerven dakloos over d'aard.
Slechts de aap, de schelm der dieren,
heeft ook hier weer winst behaald,
die heeft met zQn vleze charmes
't menschelijk sleutelgeld betaald.
MELIS STOKE
iiitimiiiiiiitiiimiiiiiiuiiiiiiiiiiiii
Er stond in zeker do'pje
(een dorpj»in het G oi)
een stil verscholen huisje.
Dat hult j: was niet mooi.
Het leek een boerderptje,
maar op een bord ervoor,
stond zwart op wit geschilderd
het machtwoord Postkantoor.
Je belde aan het huis ernaast
dan wachtte j- een tijd
geduldig met je telegram,
dan kwam een boerenmeid.
Men hetft haar nu verwijderd
die dikke boerenmeid.
Er kwam door hare luiheid
geen telegram op tijd.
iiiiiiiiiiiiiiiiiimmmiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
beiden-komende godheid: nu is het de
polltie-god van Versailles; hij kan
tusschenbeide komen, want hij heeft er de middelen
toe, om de taak dien hij zich gesteld heeft
te verwezenlijken.
Hij is reeds tusschenbelden gekomen. HQ
heeft de rust-verstorende volkeren gegrepen
en ontwapend... en op dit oogenblik is
hij bezig ze de voorschriften van zQn recht
voor te schrijven.
Ha! die rechtsvoorschriften! geen
enkel volk dat zich respecteert kan zulke
voorwaarden aannemen!"
Inderdaad, wanneer men de voorwaarden
op zichzelf beschouwt, los van de feiten
die hen verklaren of wettigen, ja, dan zijn
ze onaannemelijk en, zelfs, weerzinwekkend.
Maar wanneer men niet uit het oog verliest,
van welke feiten ze de normale gevolgen
zQn, wanneer men ze beziet in onmiddeliqk
verband met de verwoestingen die ze her
stellen, de gevaren die ze voerkomen willen...
dan komt men tot de tegenovergestelde
conclusie. Het is ook gemakkelijk te bewijzen,
dat, hoe hard de voorwaarden ook zijn,
ze nog niet evenredig zijn aan de veroor
zaakte schade. Er is zelf»tusschen de
verant woordelijkheid, die men op zich genomen
hetft, en de opgelegde ei enen een voor
een kind al te begrijpen onevenredigheid.
Wanreer Oui'sch'and alles moest terug
geven wat het genomen heef', alles betalen
wat het vernielde, de steden wet r op
bouwde... kortom herstellen zou wat het
aan de wereld ontnam... dan zouden r och
zijn rijkdom, r och zfln bronnen of goede
wii dit mogelijk m«ken,
Dui'schland hetft iets onherstelbaars
verni' ld.
Het ei gen l ij k recht zou nog strenger eischen
stellen! De christelijke wet zelfs, waarop
sommige schrijvers zich ten onrechte be
roepen, zou heel wat harder zijn.
roepen, zou heel wat harder zQn.
He ft Jezus niet gezegd: Want'metwelk
oordeel ge oordeelt, zult gij geoordeeld
worden, en met welke maat gij meet zal u
weder gemeten worden."
Wat zou er van Dultschland komen, in
dien met zijn eigen oordeel en maat geoor
deeld en gemeten zou worden; wat zou er
van zijn indus'rle worden?
Is het noodig hier Ereberger's
vredesvoorwaarden te h rhalen? Voor mij liggen
de bepalingen van de Kommandaiuur van
Laon onder de Duitscle bezetting; de uit
voering van een kwart van deze bepalingen,
zou iedere vrijheid in Duitschland reeds
vernietigen.
De bijbel bevat tal van woorden, waarvan
de toepassing Duitschland vernietigen zou.
Maar de wetgevers van Versailles weten, dat
er een diepe waarheid is in het recht van
het heidensche R >me:
Summum jas summa injurlo.
Daarom hebben zij niet de voile maat van
het hun toekomende recht willen nemen.
Zij hebben alleen de mogelijke restitu'ies
willen nemen, alleen dat deel eener to'aie
vergoeding, dat Duitschland geven kan. En
aaar de betaling moeite zal clschen, geven
ze ook een lang crediet.
Maar omdat zQ de wereld ook waarborgen
willen geven voor latere rechtschennis, heb
ben zQ voorzorgen en garanties willen
VOOR HET BORD
Teekening voor .de Amsterdammer" van Jordaan
Reken me dat eens voor
Nu is 't een boerenjongen,
die jongen loopt wel snel,
maar aan zQn boerenwoning
bevindt zich niet zuo'n bel.
Daarvoor k rijgt hij de fondsen niet
van den Gemeenteraad.
Zoo komt dusnog- gelijk voorheen
elk Telegram te laat.
H. v. D. V.
stellen. Waar is de verstandige en voorzichtige
man, die zQn schuldenaar geen voorwaarden
stelt? Waar de vredige burger, die niet den
handhaver van de orde eerbiedigt, die den
roover ontwapent?
Dit alles wil de politie G ad van Versail
les zijn. Voortaan zal de wereld weten, dat
de oorlog een leelijk en hachelijk bedrijf is,
dat men het gebrokene betalen moet, en
dat men beter met zijn tegenstander over
leg kan plegen, dan hem meesleepen in eene
onderneming die honger en armoede brengt.
Het zal een heilzame vrees voor alle
volkeren zijn, dat het bijbelwoord waarheid
spreekt, waar het zegt dat ge u verzoenen
zult met den vijand, opdat hij u niet voor
den rechter brenge, en deze u voor den
gerechtsdienaar die u in de gevangenis
zal voeren, waaruit ge niet komen zult na
betaald te hebben tot den laatsten cent.
En daar de vrees het begin van alle wijsheid
is, bestaat er kar s, dat de wereld daardoor
wijzer worden zal.
Maar toch zal men mQ tegenwerpen
blij/en de vredesvoorwaarden hard voor
Duitschland!''
Zeker, maar waarom heeft Duitschland
dezen weg gekozen... wie dwong het...
waar het reeds langs vreedzamen wrg bezig
was de wereld te veroveren. Waarom heeft
het zoo dwaas en wreed de kip gedood,
die de gouden eieren legde?
Het mag blij zijn niet alles te oogsten
wa' het gezaaid h-t ft!
Dit is niet de absolute ondergang. Duitsch
land is een groot en sterk volk, met veel
weerkracht en rijke bronnen.
En het heeft vrienden, die hopenlljk
niet alleen vrienden van het oogenblüzullen
zijn, maar die het zullen helpen, met crediet,
opdat het zfln nieuwe verplichtingen onder
de oogen zal kunnen zien. Ik zie niemands
ondergang gelaten aan. Het bedroeft mij
een groot v> Ik te zien in de omstandig
heden die Duitschland zich op den hals
heeft gehaald.
M-ar ook weet ik, dat Frankrijk om
slechts van een zijner slachti ffers te spre
ken een schuld van 175 Miliard op zich
geladen ziet, en, wanneer iemand het
gevaar van den ondergang moet loopen,
laat het dan de schuldige zijn en niet het
slachtoffer.
Nooit zoo werpt men mij tegen
zelfs niet in 1870 of te Brrst Litovsk, zfjn
zulke voorwaarden gesteld!"
Zeer juist, maar geen oorlog leek op dezen.
Bijna altijd was het de overwinnende aan
valler, die zijn eischen stelde. In '70 moest
Frankrijk den Inval ondergaan, de schade
herstellen, een bezettingslt ger onderhouden,
en twee provincies afstaan.
Nu is alles verai.derd. Het slachtcffer is
overwinnaar, en de aanvaller moet de kosten
betalen. De rekening Is hoogcr, en de voor
waarden zijn harder.
De schadeloosstelling van '70 was een
machtsmisbruik en een onrechtvaardigheid;
de herstellingen en garanties van 1919 zijn
rech'matig.
Voor deze maal, dat het rechtsgevoel, dat
in ons aller harten Ie ft, blijkt niet een
ijdel woord te zijn, zou het wellicht beter
zijn er zich niet al te zeer om te b-droeven.
ETIENNE GIRAN.
ROYAARDS-FONDS"
Op initiatief van een voorloopig bestuur,
bestaande uit den heer Herman Roelvlnk,
president, mevr. A P. J. den Tex-Dikkers,
secr.-penn., mevr. S. Wiardi B:ckman-Kuenen
en mr. C. D. Salomonson, is gesticht het
Royaards-fonds", eene instelling die tot
doel heeft: het bijeenbrengen van een kapi
taal 't welk het bestuur van het fonds in
staat zal stellen jaarlijks aan de N. V. Het
Tooneel" steun te verleenen. Het fonds zal
bestaan uit stichters, leden en donateurs.
Het adres van desecr-pennlnemeesteresse
is mevr. A. P J. den T.x-Dikkers, de
Lairessestraat 102, Amsterdam.
Sint Maarten. Utrecht
De heer Plasschaert heeft kritiek uitge
oefend op de organisatie der tentoonstelling
Sint Maarten te Utrecht en heeft een aanval
gedaan op het bestuur der vereeniging op
een wijze, die zeer moeielijk te rijmen valt
met htt feit dat geroemde heer in de ge
legenheid is geweest zich behoorlijk van de
zaken pp de hoogte te stellen, doordat hQ
als artistiek propagandist aan de
tentoonsteUj g verbonden was.
Uit het schrfjven van den heer Plasschaert
waarin gezegd wordt dat het bestuur van
Sint Maarten .vermoedelijk grootendeels
bestaat uit menschen van goeden wille,
maar zonder de noodige autoriteit in het
aesthetische, zonder de noodige relaties",
zal wel niemand kunnen begrijpen dat het
bestuur van Sint Maarten voor deze ten
toonstelling bestond uit de volgende leden:
N. Bastert, J H. Boot, J. Gabr ëlse, Jan
Sluyters, Jan Toorop, J. C. Wienecke,
J. C. A. Legner en de Kunstminoenden
G. Th. Geesink, W. L-ydenroth van
Boekhoven, Mevr. A. H. de Merster - Obreen,
Mr. P. H. Ritter en Mr. J. H. Vuystingh.
Ook werd door den heer Plasschaert niet
gezegd dat de commissie van toelating voor
deze tentoonstelling voor de afdeelingen
schilderijen teekeningen en graphische kunst
bestord uit de kunstenaars leden van het
bestuur en vlfr Uden aangewezen door de
inzenders, te samen dus:
L'z y Ansingh, N. Bastert, J. H/Boot,
B. F rwerda, J. GabrlHse, J, C. M. Legner,
E. R D. Sc aap, Jan Sluyters, Jan Toorop,
en W. Witsen.
Integendeel wordt door den heer Plas
schaert voorgewend alsof de inzend ngen
werden beoordeeld door de Uirechtsche
leden of tenminste dat hun invloed buiten
gewoon groot zou zijn en dat terwijl er
slechts drie leden in of bQ Utrecht wonen.
Hier is dus door den heer Plasschaert
eene verkeerde vr orstelling gegeven en dit
kan geen toeval zijn.
Voor de afdreling beeldhouwkunst be
stond de commissie van toelating uit de
beeldhouwers: A. Hesselink, Hildo Krop en
J. C. Wienecke.
Wat betreft den uitslag van de bekronin
gen kan het bestuur van Sint Maarten
zeker niet worden aansprakelijk gesteld.
immers de leien der Jury zijn allen aange
wezen door de inzenders, bij meerderheid
van stemmen, en op hun uitspraak kan en
mag het bestuur geen invloed uitoefenen.
Wanneer nu de tentoonstelling van Sint
Maarten niet is geworden, zooals het bestuur
had gehoopt dan is hiervoor niet de reden
te vinden in de samenstelling van het be
stuur en de commissie van toelating, zooals
de heer Plasschaert gaarne wil aantoonen,
maar zijn de oorzaken van geheel anderen
aard Deze oorzaken zijn het bestuur volko
men bekend en kunr en dus, voor zoover
mogelfjk, voor een volgende tentoonstelling
worden weggenomen, eene mogelijkheid die
zeer groot wordt door de medewerking der
Nederlandsche kunsteraars, waarop Sint
Maarten alle recht heeft.
J. GABRIËLSE
Het antwoord van den heer Plasschaert
verschijnt in het volgende nummer.