De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 24 mei pagina 1

24 mei 1919 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

1°. 8187 Zaterdasr 24 Mei A°. 1919 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ONDER REDACTIE VAN Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRÜGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en H. SALOMONSON UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF Prijs per No. f 0.20. Per 3 mntf. f 2.50. Abonn. loopen per jaar Redactie en Administratie: Keizersgr. ch( 333, Amsterdam ft /?* dvertentiën omsla i'O .40 Pregel, binnenpag. fO. 50 n. re<rcl INHOUD t Bladz. 1: Twee Nieuwe Vreemde lingen, door v. H.?Buitenl. Overzicht, door dr. G. W. C. Byrsriok. De Paraatheid van onze Weermacht gedarende de Oorlogsjaren, door Gen. O. J. Bnjjders. 2: Liohtstad. door dr. f reit. van Eeden, met teekening v»n J. London. Krekelzacg, door J. H. Speenhoö. 3: Feuilleton: De Krans, door Ferd. Kleyn. 5: Voor Vrouwen (red. Elis. M. Bogge). Geitrud Baümer, door E. C. van Dorp. Nieuws in de Voedingsleer, van J. H. Ons Kookboek. Vrouwen dn de Prov. Statsn, t:ekeniog van B. Wonteraen-van Doesburgh. Zooals wie eens, door TOPT de Bidder. Uit da Natnur: De Wildernis by Haren, door Jac. P. Thysse. 7: Het Saaibekken, teekening van George van Bsemdonok. Een inbeslaggenomen boek, door H. Balomonson. Spreekzaal. De Schonwburgkweatie, teekening van Jordaan. De Pimsisohe Kwestie, door Prof. H. Biugmans. 8: Tentoon stellingen, door Plasechaeit.?Een Schenking van het Bjjk. Edelsmeedkunst door Corn. v. d. Sluis. Op den Ec. Uitkijk: Het Kijk f n de Jaarbeurs, door Jhr. Mr. H. Smissaert. 10: Overheidscontrole op levensmiddelen, door v. O. De Vermiste N. C. 5. Uit het Kladschrift van Jantje. 't Schietgat. Rumkronyck, door Melis Stoke. 11: De Sultan blijft te Konstantinopel. teekening van Joh. Braakensiek. Veilingen, door H. Damtnbriek, red. K C da Jonge. Bijvoegsel: Da Dnitsohe tegenvoorstellen, tee kening van Joh. Braakensiek. IIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIMIItllllll Illtlll Illl HUI i lllilllllllllllllllllllllllllllill TWEE NIEUWE VREEMDELINGEN VOLKERENBOND EN SOVJET Twee dingen spelen op het oogenblik in de wereld een rol, welke misschien een groote toekomst omvat. Wanneer wij ze in nen adem noemen zullen, staat menigeen verbaasd. De Sovjet, en de Volkerenbond/ Toch staan beide op den tweesprong die het volledige wansucces van het meest waardevolle burgerrecht scheidt. Het hangt er maar van af, waarmede zij worden vastgekoppeld, en waarvan zij kunnen worden losgemaakt. De Sovjet wordt gecompromitteerd door het bolsjewisme. De Volkerenbond kan gecompromitteerd worden door de philantropie. . Maar maak ze beide los daarvan, beschouw ze in hun mogelijke kracht voor de werkelijkheid, en ge ziet mis schien op het oogenblik de geboorte van twee instellingen waarop over een halve eeuw het geheele openbare leven te rusten komt. * * * Wie in den Volkerenbond wil gelooven moet hem los maken van de bitteren kritiek. Maar ook van de idealistische philanthropie! Op 't oogenblik zingt een heel stuk van de wereld het Duitsche thema na, dat Wilson met het harde vredestraktaat zijn beginselen heeft ver zaakt. Tegelijkertijd is het misschien de treffendste grootheid van den Amerikaanschen staatsman, dat hij de werkelijkheid niet aan een onbuigzame theorie geofferd heeft. Principes berijden is gemakkelijk genoeg. Maar zij die hadden gewild dat de Vredesconferentie zoo maar alle WILSON & Co I Verlangt men eigenlijk niet van hem dat hij daar op de vredesconferentie enkel door zijn woord of het zwaaien van zijn staf, zijn wil zal oplegeen aan de overige wereldgedelegeerden? Wil men in hem een toovenaar zien? Het vreemde is: hij is werkelijk soms een toovenaar geweest. Toen hij in 't begin van het jaar Fran krijk verliet om vooreen poos naar Amerika terug te keeren, toen was de invloed van zijn naam, in de Vereenigde Staten sterk gedaald. Het was de vraag of hij de pu blieke opinie nog achter zich had. Men begon in Europa de schouders op te halen, de vrees uit te spreken... was Wilson nog de man die hij eenmaal was geweest ? En zie, de enkele rede in Boston uitge sproken veranderde de stemming van Ame rika, en daarop die andere rede in htt groote Operagebouw van New-York, den avond voor zijn vertrek wederom naar Europa. Er komt het mooie woord in voor over het gevoel van thuis te zijn. Hij is het gewaar geworden wat dat beteekent, de President, zoo erkent hij, toen hij van ParQs weg zich terug vond op vaderlandschen bodem en in de eigen omgeving dadelijk de zekerheid van ooideelen en optreden her kreeg: niemand was er meer nco^ig om hem de meening van de menschen te ver tolken, hij gevoelde zich direct in aanraking met hun geest. Hoe wist hij dien plotseling te bezielen! toegeeflijkheid en juridische inschikkelijk heid tegenover de Duitschers zoude hebben betracht, zouden in waarheid alles in de war nebben gestuurd. Een deur moet nu eenmaal open of dicht zijn. De vrede moest, of fnuikend voor de meeste geallieerde landen zijn geweest en slechts een onverwachte bof voor 't bestaande Duitschland, of een zware harde beproeving voor dit laatstgenoemde land. Nauwkeurig even wicht is er niet. In het eerste geval had men den oorlog niet behoeven te voeren. Wij zouden gestaan hebben voor een verward Europa, een lamgeslagen Frankrijk, een vermorseld België een ontzield wereldverkeer, en een Centraal-Europa dat vergelijkenderwijze de gunstigste gelegenheid zou hebben gehad om zijn voorsprong te nemen. Dan waren in de wereld denkelijk niets veranderd geweest en hadden wij de zelfde ellende van voren af aan kunnen beleven. Het is nog niet gezegd dat de Duitschers een ander element zouden zijn geworden, enkel omdat zij sinds den wapenstilstand een paar keer kopje ge duikeld zijn. Dit ware dus de werkelijkheid, die achter den philanthropischen vrede, van Duitsche zijde, ook rechtsvrede" ge noemd, zou hebben gestaan. Zoo verstaat ook het meest idealistische deel van de Vredesconferentie den toestand. Volmondig hebben zij aan 't tegenwoordige resultaat medegewerkt, juist omdat zij tegelijkertijd practici zijn. Dit brengt vanzelf mede, dat voorloopig de anderen, de overwinnaars, den voorsprong krijgen, en dat men staat kundig niet alleen, maar ook economisch de Duitschers achteruit heeft gezet. Over de onderdeden van het tractaat spreken wij ditmaal niet. Als grond gedachte echter ware iets anders niet mogelijk geweest. Doch is die grondgedachte nu hope loos? Ziedaar, dat de Volkerenbond op den voorgrond treedt. Niet aanstonds als ideaal instituut van broederschap onder de natiën. Van: vergeven en vergeten en voortaan engelen zijn. Wie er dit van wil, komt bedrogen uit. Maar erger nog: Hij hult den Bond in het misleidend kleed der teleurstelling. In werkelijkheid kan immers de inter nationale broederschap, de vredesgeest, niet door een tooverslag, niet door een besluit worden afgekondigd. Dit te be weren, bedekt slechts f onverstand f listig zelfbelang. De internationale geest moet gekweekt worden. Moet gezocht en nagejaagd worden. Vooreerst met moeite nog. Daarvoor nu biedt de Volkerenbond het terrein. Daar ontmoeten de staats lieden der volkeren elkaar. Daar dient naar samenwerking en naar 't algemeene belang gezocht. Dan kan men tot elkan der groeien. En dit is dan ook juist het mooie, dat de idealistische realisten, waarvan 't hier te Parijs vol is, in het vredestractaat zien: dat het gén eind maakt, maareen blijvenden, zwevenden toestand. Hij sprak tot het beste, hoogste, onzelfzuchtigste dat de Amerikanen in zich hadden. In een oogwenk had hij het pleit gewonnen. Wie durfde er nog aan denken om de opneming van het volkerenverbond in het vredesverdrag met succes te bestrijden, nu de President aan de Vereenigde Staten hun roeping had getoond voor de wereldorde te waken l Hij had gewonnen als door een tooverslag, hij kon teruggaan naar Parijs met zijn mandaat als woordvoerder van de Nieuwe Wereld voor de wereld. Sinds dien tijd zijn er thans eenige weken verloopen en weder is er een Wilson-eclips. Duitschland grijnt sentimsnteel: Wij die onze hoop hadden gesteld op den President, zijn een illusie armer geworden, of het huilt woedend: nu hij zijn masker van engel des lichts heift afgelegd, blijkt hij de;fjchuweIfjkste duivei ie wezen die ons ten afgrond heeft gevoerd. (Ja, wanneer zedelijke verontwaardiging overigens niet meer in de wereld was aan te treffjn, kan men zeker zijn dat zij nog in Duitschiand zou schuilen.) De tooverstaf om den aanstaanden wereld vrede tot een echten Wilsonvrede te maken. heeft den President ongetwijfeld nog geman keerd ; waar wie zegt ons dat de omstandig heden ook maar eenigszins gu \stig Ingen om zoo'n vrede voor den dag te tooveren l Of wie is er niet van overtuigd, dat hij nog heel andere trekken zou hebben vertoond, wanneer de President niet aanwezig was geweest! En wie verzekert ors dat dit het laatste woord is van Wilson ? Kan hij voor ons nog niet een verrassing bewaren ? Hoe meer men den President leert kennen, hoe meer vertrouwen men in hem krijgt. Natuurlijk, zooals ieder mensen, zal hij zijn fouten hebben begaan, en ten allen tijde heeft hij dingen eedaan, waarover alleman het hoofd heeft geschud. Ik noem b.v, in het brgin van 7i;n Presidentschap zijn politisk tegenover Mtxico. Heeft hij datrom in al die ziken ongelijk gehad? Ver daarvandaan. Hij hetft er voor Zeker, daaruit kan veel staatkundig gevaar komen. . Alles wat zweeft kan tot schokken leiden. Wat stilstaat staat vast. Men be hoeft maar weinig sceptisch te zijn om over de verwarringen die uit dit tractaat geboren kunnen worden, de handen ineen te slaan. Maar dit is nu juist de vraag: welken kant de menschheid zal opgaan. Zij kan uit al dit zwevende, al die gedwon gen samenwerking ook een betere munt slaan! Namelijk die van den gemeenschappelijken arbeid, van de onderge schiktheid van het eigen belang. Zij staat er op 't oogenblik bij als een voorwaar delijk veroordeelde: de gelegenheid wordt haar nu gegund, om een geheel nieuw pad te gaan. Die gelegenh eid bestaat wel het zwaarst en hardst ook voor Duitschland. Het zal zich eveneens moeten herzien. Het kan niet zómaar in den Volkerenbond binnengaan. Het deelt niet zómaar in den vrede. Doch dit toe te laten, ware slechts lichtzinnigheid geweest. Er moet daar nog iets meer gebeuren. Dan is 't ook zeker, dat de intreding in den Volkerenbond tevens de afslijping der hardheden van het oogenblik met zich zal brengen. Daarop hebben, welke practici zij ook zijn, de scheppers van dien Bond dan ook juist gerekend, al staat het er niet bij. De Volkerenbond heeft dus recht op belangstelling en hoopvolle verwachtin gen. M its de o verdrijvers en de praatjes makers hem niet bederven, is hij het instituut van de toekomst. De knoeiers houdt hij zich dan zelf wel van het lijf. * * * Ook de Sovjet zit aan 't wanbegrip vast. Maak hem daarvan los, en wie weet wat hij biedt! De Sovjet riekt thans naar bloed en terreur. Hij is 't vcrzamelwoord van schrik voor den rustigen burger. Hij is de belichaming van de dictatuur van het proletariaat. Doch als men hem van zijn geheelen bolsjewistischen en Russischen achter grond ontdoet, blijft er dan nog niet iets over ? Ja, dan blijft er een gewoon nieuw instituut van volksvf rtegenwoordiging over. Als zoodanig ':« de Sovjet alierinteressanlst. Als zoodanig verdient hij de aandacht van den praktischen staats man. Want als zoodanig kan de Sovjet een geheel nieuw en levenskrachtig middel van volksbestuur, van democra tie zijn. Het is ook zeer opmerkelijk, hoe velen, die zich van het wezen der Russische revolutie nader rekenschap geven, van deze beteekenis van den Sovjet door drongen worden. De Sovjet wordt het middel van volks vertegenwoordiging, opgeworpen tegen over het parlemenlarisme. * * * 't Behoeft waarlijk niet onder stoelen of banken gestoken, dat over de geheele wereld het parlementarisme steeds meer en meer een teleurstelling wordt. Hoe grooter macht men aan de parlementen toekent, hoe breeder men het kiesrecht uitrekt hoe scherper het partijwezen IIIIMIIIIIIIIIIIlnillllllllJIIIIMIIIIIMIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIlnillllllllllllMIMIII bedankt zich te rechtvaardigen, hij heeft dat niet noodig geoordeeld zijn opinie d e derriére la tète te openbaren, hij heeft, wat bij hem in zijn au fond stug timide natuur geen kunst was, ztjn mond gehouden, om het met een enkel woord te zeggen. Waarom dat alles? Omdat hij gedeeld heeft. Hij weet dat er veel dingen in de wereld mettertijd van zelf terechtkomen. Het baat niet, of men ze ontijdig wil gaan verhelpen. Dat sticht eerder verwarring. Hij heeft immers nog tijd tot 1920; dan raken de gulden jaren van zijn President schap op. Zijn vriend en zijn alter ego, Colon«l House, heeft eens verklaard: zes of acht jaren achtereen kan iemand z;ch met een zelfde taak beztg houden. Dan heeft hij *ijn krachten voor d-.t ch p ter van zijn 1-ven uitgeput en mott ie s nieuws op touw eiten cf gaan uitrusten. Nu, dat brengt ons ook ongeveer tot 1920. Een jaar geleden, zoo ik mij niet vergis, is er in Amerika over Wilson's intiemen metgezel, die dikwijls als zijn plaatsvervan ger d'enst doet, een boek versciirüen onder den titel The real cnlonel House. Het is, met uitzondering v; n enkele onbeteekenende uittreksels, weinig bekend gewor den in Europa. Jammer genoeg, want ik ! geloof niet dat eenip atider boek ons zoo'n sprtkend beeld geeft van den President. Wij komen er niet verder door dan tot de allerlaatste maanden van 19<7, maar dat is geen bezwaar. Neen is het niet een voor deel ? Want daarbij verkrijgen wij een ze kere distantie van waaruit de dingen rustig zijn te bezien. Kalmte is de eerste plicht wanneer men een stardpunt wil innemen. Slei-hts een pa^r woorden tot inleiding omtrent Ertwarri Heuse l M,*n heef; hun w «l een mysteneusen man j genoemd mi bij, ?n'öfi oo>t eenige s'aaisi functie te hfhb- n brklred, de man van verj trouwen van oen Prtsh'e.it is geworden en i raast hem de eerste plaats in de politieke wordt doorgevoerd. Des te meer maken de parlementen bankroet. De Amerikaan verklaart zich reeds gelukkig, dat hij geen eigenlijken parle mentairen regeeringsvorm heeft. Zijn magistraten hebben daardoor veel zelf standigen, persoonlijken macht, met den president vooraan. Overal elders klaagt het volk, dat het wel de parlementen kiest, maar dat het er ten slotte niet door vertegenwoordigd wordt. Dat zij met al hun macht machteloos zijn tegen over een stuk papier of tegenover een kommies. En dat de ware volksbelangen er niet door tot hun recht komen. Het wonderlijke volk realiseert niet eens dat het zélf, door altijd maar meer kiezersmacht te eischen, dien toestand ge schapen heeft. In elk geval zijn de groote verwach tingen van het parlementarisme overal voorbij. Frankrijk heeft zijn syndicalisme, dat een groote macht wordt. Engeland ziet thans een National Council of Labour werken, dat geheel privéreeds meer com petentie verworven heeft dan 't Lager huis. En de Duitsche Nationale verga dering buigt in voor het radenstelsel. * * Inderdaad zit in dit radenstelsel een nieuw constitutioneel begrip. Het volk, naar plaats of naar beroep, door ver schillende raden vertegenwoordigd. Die zelfde raden weer gezamenlijk tot grootere geheelen vereenigd, met een centraal lichaam aan de kroon. Het zou kunnen zijn dat wij door dezen nieuwen vorm tot een gezonder en verantwoordelijker democratie kwamen, dan die 't parlementarisme heeft gebracht. Hoofdzaak van elk vertegenwoordigend stelsel is toch dat het volk er vertrou wen in stelt en er rust in vindt. Uit die behoefte zijn ook, eeuwen terug, de par lementen geboren. Eerst in bescheiden, soms in vreemden, eindelijk in defini tieven vorm. Het is raadzaam, ook het radenstelsel als een begin van nieuwe constitutioneele ontwikkeling te bestudeeren. Dit kan, wanneer men het maar los van 't bolsjewisme maakt. Vele vragen zullen zich ook dan voor doen. Bijvoorbeeld deze: of het 't Par lementarisme. moet vervangen of alleen daaraan terzijde worden gesteld. De Duitsche plannen Kaan voor 't oogenblik in de laatste richting. Daar denkt men zich de twévormen van vertegenwoor diging naast elkaar. Doch revolutionaire staatsinstellingen leveren meestal geen criterium op. Wij denken, dat de raden en de par lementen eerder in elkander tot een nieuw stelsel zullen versmelten. In elk geval zal, onder de voorwaarde alweer van een geestelijk gezondmenschelijk geslacht, het radenstelsel ook een nieuwe vorm voor de samenleving zijn. De menschheid heeft het in haar hand van Volkerenbond en Sovjet te maken wat zij kan. v. H. iiiiiiiiiiiiiilimniiimmiiiillllliiiiiiiiiiHiimtllliiiiiiiiiiiiiiilMMiiitiiiiii wereld van Amerika inneemt. Maar er is waarlijk niets geheimzinnigs in de belrekking. Hij heeft zij»positie aan zijn persoonlijkheid te danken, en die per soonlijkheid ligt open voor de wereld. Fdward House, die thans reeds de zestig heeft overschreden, is van Texas. Hij heeft den tijd rog meegemaakt, in zijn jeugd, dat die grensstaat in voortdurenden oorlogstoe stand verkeerde met het naburige M^x^co. Dat staalde h?m. Zijn afkomst is, van waar de beste mrnschen komen, Rij, mijn lezer en ik d-; schrijver, van e^n Hollandsctie familie. Maar zij was a! heel lang in Ame rika gevestigd. Het type van zijn gezicht vindt ge wel bij onze landgenooten terug, bij officieren en zeelui die onder de keerkringcn hebben geeifd, de leuke mond die klare oogen, de neus met ietwat opgetrokken neusvleu gels eeiu'ger; van een kordate vriendelijk heid, die mfn toch niet al te na moet komen, f n de geheele houding slank en veerkrachtig, geift den geaecidterdfn eervoud te kennen va:; een ma'?, ie zijn evenwicht heeft gevo' den en niet licht zich daaruit zal laten brengen. Een matig fortuin maakte House zelfstan dig m, lerwijl het zijn wenschen beperkte, gaf het hem den kdng aan waarin hij zich moest bewegen. Politiek en geschiedenis waren zijn liefhebberijen. Hij hield van hen om hun zelfs wil, niet om met gfleeidheid te prijken of om vooruit te komen in de wereld. Hij wilde niet gebonden zijn dan door werk waaraan h$ zijn luit en zijn ziel gaf. Een ander gunde hij het credif t ei het voordeel van wat hij had lot stand gebracht als hij maar het plan had mogen organiseeren en de beweging* had geleid. Toen h.'.m om t-.fn cf andnren dienst in het pol'titkïleven v;s den S'aat de titel van kolor.d v/as te d<urt gevallen «"n ziïn uniform hem werd huiss^racrit, keek hij c!e vesheven kle;dij >rt ha,r g-l.»! haar epaulttten en haar d<: f blinkende knooprn een moment aan, riep toen zijn neger-koetsier BERICHT Naar aanleiding der verschillende reclames over het te laat of niet ont vangen van nummers van ons blad, deelen wij mede dat de expeditie door ons steeds nauwkeurig en op tijd ge schiedt. Reclames over te late bezor ging gelieve men dus aan het post kantoor ter plaatse te richten, terwijl wij voor eventueel zoek geraakte nummers gaarne een ander nummer toezenden. De uitgevers VAN HOLKEMA& WARENDORF IIIIJHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlllIllllllllimillllllllllllllliim DE PARAATHEID VAN ONZE WEERMACHT GEDURENDE DE OORLOGSJAREN door Generaal b. d. C. J. SNIJDERS, Oud- Opper bevelhebber vanLand- en Zeemacht Voorzitter der Ned. Vereeniging Ons Leger". De Besturen der Nederlandsche Vereeni ging Ons Leger" en der Koninklijke Nederlandsche Vereeniging Onze Vloot", hebben een oproep tot het Nederlandsche Volk gericht tot het stichten van een gedenkteeken, ter herinnering aan de, door Leger en Vloot, gedurende het tijdperk van Augustus 1914 tot December 1918 bewezen diensten. Is het feit, dat Nederland buiten den oorlog is gebleven, inderdaad voor een belangrijk deel het gevolg van het optreden onzer krijgsmacht? Kunnen Leger en Vloot daarvoor aan spraak maken op de dankbaarheid der natie ? Is een duurzaam gedenkteeken de meest geschikte vorm om aan die dankbaarheid uiting te geven? Ziedaar enkele vragen, die ik mij voorstel, hieronder naar mijn beste inzicht te beant woorden. In de avondvergadering der Tweede Kamer op 13 Februari 1919, zeide het lid Duymaer van Twist: Naast God dankt ons volk het aan Regeering, leger en vloot, dat ons land voor den oorlog gespaard bleef." Maar de heer K. ter Laan sprak op 18 Februari d.o.v. als volgt: Ik ben het absoluut oneens met den Minister, waar hij zegt: dat onder de motieven, die te Londen en te Berlijn hebben gegolden om onze onzijdigheid te eerbiedigen, een voorname plaats werd ingenomen door de wetenschap, die men daar had, dat wfj bereid en in staat waren de plichten na te komen, die wij als neutrale staat hebben en die wij ook met pijnlijke zorg hebben ver vuld." De oprechtheid van de overtuiging van den Minister trek ik niet in twijfel, maar van die overtuiging zelf is m. i. geen woord juist. In Berlijn en Londen hebben heel andere motieven gegolden en zei hem: Neem die ... dingen mee. Sindsdien op de avondvergaderingen van zijn negerclub verscheen er een prachtig uitgedoste, eerbied en nijd afdwingende zoon van Cham. Voor de verkiezing van een nieuwen President der Vereer.igde Staten in 1912 werd Edward House in den arm genomen. Wllson, wiens loopbaan als historicus, presi dent van Princeton Universiiy en gouverneur van den staat New Jersey hij had nagegaan, bezat zijn volle sympathie. Persoonlijk kende hij hem in 't geheel niet. Het was rerst in 1911 dat zij de gelegenheid vonden elkander te ontmoeten in New-York. Zij waren vreeselijk beleefd tegenover elkander," vertelde House later. Elk van ons gaf den ander gelegenheid te zeggen wat hij op zijn hart had. Hij begon en wachtte dan mijn gedachte af. Wjj stemden in alles overeen. Er was maar n uur tot onze beschikking en de tijd vloog om. Toen hij voorbfl was, kwamen wij beiJen tegelijk rmt het voorstel voor den dag om nog een samenkomst te houden. Wij moesten lachen om ons wederzijdsch enthousiasme. Nog veel aangenamer was onze tweede ontmoeting. Uren en uren hebben wij toen samen gepraat. Nooit heb ik een man ge vonden wiens ideeën in zoo'n gelijke lijn liepen met de mijnen. Governor", zeide ik, toen wij elkander eenige dagen later weder zagen, is htt niet vreemd dat twee menschen die elkander van te voren in 't geheel niet kenden, zoo eenstemming denken ?" Maar hij antwoordde: Btste kerel, wij hebben elkander onsheelc leven door gekerd."" Ik kan u riet zeggen, hoe hij mij beviel. Hij scheen mij te goed om er werkelijk te zijn. Ik kon niet gelooven dat het mogelijk zou zijn hem te laten verkiezen. G: weet in de politiek kun men nooit den besten man verkozen krijgen. Nu, Roosevelt, zijn tegenstander, heefi er ons bij geholpen." Laat ons ook het vervolg hooren. W. G. C. BYVANCK

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl