De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 24 mei pagina 5

24 mei 1919 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

24 Mei '19. No. 2187 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Vrouwen in de Provinciale Staten Tcekentng voor ,de Amsterdammer" van E. Woutersen-van Doesburgh VII Dr. Gertrud Baumer, wier portret hierboven staat, is van de vrouwen, die in de Duitsche Nationale Vergadering gekozen werden, wel de hier te lande meest bekende. Velen hier zullen zich harer herinneren van de bijeenkomst van den Internationalen Vrouwenraad in 1913 in den Haag; evenals Alice Salomon, van wie de Nieuwe Groene onlangs meedeelde, dat zij ook deel uitmaakte van de Volks vertegenwoordiging. Dit is echter een ver gissing. Allee Salomon heeft zich niet candidaat gesteld. Utrecht: Mevrouw H. B. BAKHUIS?WOLTERS (S.D.A.P.) llllllllliiliiiitillliiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiriiiiigiiiuiii iiiiiiiiiiiigifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Terwijl het reeds in mijn bedoeling lag hier enkele woorden over Gertrud Ba'umer te schrijven, wijdde een paar weken geleden Dr. Byvanck een deel van zijn feuilleton aan haar boekje: Zwlschen Gra'iern und Sternen." Men mag deze schrijfster niet maar zoo voorbijgaan", schreef hij, en hij sprak van den teeren en toch krachtlgen zin van haar woorden, en haar echt vrome gedachtenwereld. Dit is een mooie en juiste visie van Gertrud Baumer's persoonlijkheid, die tege lijk een vrouw van groote beteekenis en van groote bekoring is: waarschijnlijk de meest beteekenende persoonlijkheid uit de geheele internationale vrouwenbeweging. Ik leerde haar kennen op het congres te Berlijn in 1904; z| was toen nog heel jong, nog niet gepromoveerd, en alles werkte samen om haar een nauwelijks te omschrij ven charme te geven: de slanke, gracieuze, smaakvolle verschijning, en het gezicht met een uitdrukking van geestelijken rijkdom, zooals men er zelden een tegenkomt. En dien laatsten indruk heeft zij sedert wel bevestigd; zij heeft getoond een vrouw van buitengewone gaven en van een buiten gewoon karakter te zijn. Haar grootste beteekenis heeft zij ongetwij feld als sociaal- phllosoof. Zfj schreef een zeer belangwekkend boek over de Sociale idee in de wereldbeschouwingen der XlXe eeuw. Het is het probleem van de waarde der maatschappij-vormen voor de ontwikkeling van de persoonlijke kracht van den enkeling dat haar vooral gegrepen heeft; een probleem dat niemand van wien net zich meestermaakte ooit weer loslaat. Maar uit zulks wat zij schrijft leert men een vrouw kennen, die het Ideaal dat zij zelf voor de menscheIfjke ontwikkeling stelt: zich uit eigen kracht een innerlijke eenheid voor het leven te veroveren, wel zeer dicht genaderd is. Meer misschien dan ergens anders uit de essays, tijdens den oorlog geschreven, waaruit dr. Byvanck citeerde: en die een schat van diepe en fijne wijsheid inhouden; de wijs heid waartoe de mensch, die op de hoogte der zelfbezioning staat, inkeert. Te aantrekkelijker zijn die essays, doordat Gertrud Baumer een uitnemend stilist is: zelfs litterair-criticus van naam. Dat zij daarbij nog presidente van den Duitschen Nationalen Vrouwenraad, leidster der in 1917 ?iiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiniiiiiiiiiiiiiii de bijl van den hout kapper alles onpartijdig raseerde eer dat de een of andere planten soort de zege kon behalen en zoodoerde een nieuw tijdperk van begroeiing kon inleiden. Op deze wijze heeft zich daar de flora en fauna van het broekland in merkwaardigen rijkdom kunnen ontwikkelen. Voorgelicht en aangespoord door eenige Groninger natuurvrienden en met bescheiden stoffelijke hulp van de Groningers ook, heeft de vereenlging tot Behoud van Natuurmo numenten het mooiste stuk van deze wilder nis aangekocht en daarmede in dit deel van Nederland alweer een reservaat gesticht, dat d jor de intensiteit van zijn planten- en dierenleven inderdaad beschouwd mag worden als een zeer goed voorzien openlucht museum. Het terrein zelf is grootendeels onbegaanbaar en 't zal ook goed zijn, als het zoo weinig mogelijk werdt betreden maar men kan er om heen wandelen en van verschillende punten de bijzonderheden gadeslaan. Op sommige stukken is hethoul pas gekapt, maar een vtij groot boschje is nog overeind gebleven. Waterwilgen van allerlei soort, elzen, berken, esch en lijsterbes met kamperfoelie er door heen. Ook komen er hopstengels omhoogkrullen, die straks de wildernis nog ondoordringbaarder zullen maken, maar nu zijn er nog mos kussens te zien, haarmos en veen mos en hooge doode rietstengels met jonge spruite op den bodem, die vlekkig is van diep zwart veenwater. Kortom, het is een echte hobbedob. En terwijl nu boven het bosch de bewoners van het wijde veld, de kieviten grutto's en tureluurs fluitend en jodelenc ronddartelen, komt langs de takken en de rietstengels allerlei klein goed zich presen teeren. Daar zit met pikzwarten kop en IIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII in iiMiimiiiimii DE WILDERNIS BIJ HAREN Eerst ging het over de glibberige kleiïge hobbelkeien van Gioningen, toen door een , rommelbuur'je langs een stinkwater, daarna langs een breede vaart waar groote ijzeren schepen op stapel stonden, parallel aan den oever. Dan kwam er een brug en een spoorwegkruising en daarna een helder grintwegje door de bloeiende welden, nog altijd onder de schaduw van den Martini. Een tamelijk hoog boschje verrees uit het veld, blijkbaar een eendenkooi en in het verlengde daarvan zag het land ros en ruw, met kreupelhout en vale biezenplekken en dat was de wildernis. Die strekt zich als een malle strook een paar kilometers ver uit tusschen Hondsrug en Hunzi-, een gebied van oeroude woestheid vlak bij de vijfde stad van Nederland. Tal van eigenaartjes hebben er huis gehouden, hier wat hout gekapt, ginds wat rulgt gesneden, elders weer turf gestoken of veen gebaggerd al naar het hun uitkwam of al naar den staat van het land. Het zeer geparcelleerde bezit maakte, dat er van een systematische ont ginning of verbetering van den bodem niets kon komen, de veenputten moesten vanzelf maar weer dlch'groeien en de struiken en planten der boschjes groeiden op in onderlinge worsteling, die nooit recht tot een natuurlijk einde kwam, omdat Hamburg gestichte sozial-padagoglsche Hochschule" (een vrouwen universiteit, waarvan ik wel eens meer hoop te vertellen, en waar zij de leergangen in staathuishoud kunde geeft) en mederedactrice van Naumann's politlek-litterair weekblad .Die Hllfe" s, geeft wel een ongelooflijk denkbeeld van haar werkkracht. Dat zfj nu nog in de volksvertegenwoor diging zou worden geroepen, sprak wel van zelf: Gertrud Baumer neemt inderdaad een plaats in, die in de vrouwenwereld zijns gelijke niet kent. Op politiek gebied was zQ de heerschende stroomingen in haar vader and ver vooruit, en had zij zich aangesloten bij Friedrich Naumann, die hier te lande misschien het meest bekend is dooi zijn Mittel-Europa, maar wiens beteekenis voor zijn vaderland toch wel voornamelijk op sociaal-politiek terrein ligt. Zoo is Gertrud Baumer thans afgevaardigde der democraische partij, waarmede Naumann's riching in de niet-socialistische kringen de eidende geworden is. Dat deze vrouw diep door den oorlog geleden heeft, is even zeker, als dat haar nationalisme er in gelouterd en veredeld is ;ot een nationaal gevoel van het zuiverste allooi. In dezen tijd nu het er om gaat, een nieuwe gedachtesfeer te scheppen zijn menschen van groote innerlijke waarde van meer dan gewone betekenis voorde wereld en voor hun land. Op Gertrud Baumer ligt op het eogenblik een zware maar grootsche aak: minder omdat zij lid van de Nationale Vergadering is ik geloof niet dat haar werkkracht lang de ontzaglijke tijdsverspiling die de tegenwoordige werkwijze in de vertegenwoordigende lichamen meebrengt, zal verdragen dan wel omdat haar gaven haar dwingen mede leiding te geven aan het politieke leven in haar vaderland, dat die leiding zoo zeer noodig heeft. Zij toont al de evenwichtigheid van haar geest in deze allerzwaarste dagen en wat zij schrqft is rustig, waardig, bezonnen. Vooral daar mogen wij naar haar lu'steren waar zij eenerzijds zonder reserve en klagen de gevolgen v/in een politiek aanvaardt waarvan ook zfj thans de fouten in ziet wie den oorlog begint, moet de nederlaag kunnen dragen maar anderzijds met koele verachting afwijst, de met de macht van den overwinnaar af te dwingen zelfvernedering en boetedoening: uit zoo onzui vere bron kan niets van moreele waarde ontspringen. De enkele staat mag onrecht bedreven hebben, de allerlaatste oorzaken lagen In een gesteldheid der wereld, die iedere natie op geweldadig zelfbehoud aanwees, en tot grondslag van alle politiek deze voorstelling maakte, dat het er om ging hamer of aambeeld te zijn. Deze ge steldheid brengt de schuld van lederen staat op zichzelf in samenhang met een noodlottigen werelóketen, waarbinnen geen enkele het recht hèft zich schuldeloos te noemen". Als men de in den oorlog geschreven essays doorleest, wordt het al ernstiger maar ook al van grooter verzekerdheid; ontsproten uit sociaal-philosophische over peinzingen nemen haar gedachten de die? religieuze richting, die alleen naar de ver klaring van alle raadselen voert: het leven moet van binnen uit verlicht en vruchtbaar gemaakt worden; in den geest ligt het on verwoestbare, het ware leven. En als zfj dan de meer ontwikkelden voorhoudt hoe zrj de geestelijke atmosfeer te scheppen hebben, waarin voor het volk de materleele ellende te dragen wordt', dan wijst zij er ook op hoe minder dan ooit thans de vrouw tot perfekte Köchin" verlaagd mag worden, hoe meer dan ooit de vrouw nu de kunst moet verstaan het huiselijk leven op een hoog peil te houden. Aber diese Kunst stammt nicht aus der Küche." Gertrud Baumer is zonder twijfel een uitzonderlngsmensch. Zóhooge kwaliteiten te elschen in alle vrouwen, die ter volks vertegenwoordiging afgevaardigd worden zou onbillijk zijn. Maar toch doen wfl goed, ons aan de allerbesten te spiegelen. Wil toch de vrouw in het parlement wat goeds be duiden voor de toekomst van ons land, dan zal zij daar vooral twee dingen hebben mee te brengen, die Gertrud Baumer in bijzon dere mate bezit: economische kennis en sociaal-phllosophisch inzicht. E. C. VAN DORP Nieuws in de Voedingsleer Op verzoek van enkele lezeressen vragen wij nogmaals de aandacht voor het kookboek. De Moderne Voeding," uitgegeven door J. Ploegsma te Zeist. Mej. Wittop Koning, heeft dit Interessante boek voor Holland be werkt naar het Deensche DyrtidsKogebog" door dr. Hindhede te Kopenhagen. Menigeen zal bij 't lezen van dit boek eerst wat vreemd iiiMiiMiliimii uiiimiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiii blinkend witten halslcraag de rietgors onverdroten zijn simpel liedje te zingen. Naast hem klautert een kleine karaklet op en neer, kaneelbruin met geel, en een ander vogeltje, veel kleiner en In veel helderder groen-geel, doet kleine fl addersprongetjes in de pas bebladerde wilg en blijft dan even zitten om zijn aandoenlijk mooi liedj- te zingen, dat is de fitls. Op drie, vier plaatsen tege lijk schalt en ratelt een zanger, die er niet een enkel lijfdeuntje op na houdt, dat hij uit den treure herhaalt, maar die onuit puttelijk is in nieuwe motieven, al zijn er ook bij, die hij aan zijn naaste buren heeft ontstolen, met name aan de veldleruwerlk. Maar daarin vlecht hfj zooveel in van zich zelf en daar zijn zulke prachtige, wellui dende, volklinkende trillers bij, dat deze rietzanger terecht wordt medegeteld onder de groote virtuosen. Nergens bepaald zeld zaam, komt de rietzanger in de Wildernis van Haren al zeer veel voor en 't was een groot genot, niet alleen zijn zangte hooren, maar ook het hartstochtelijk diertje te zien, de witte veerij es van de keel wijd uitstaand, de schedelveer'jes opgewipt, de breede witte wenkbrauwen hoog opgetrokken, zijn bekje is van binnen helderrood. In vervoering vliegt hij af en toe al zingend omhoog, als wilde hij ook de leeuwerlkvlucht nabootsen. Deze vier vogels: rietzanger, karekiet, fitis en rietgors vormen de hoofdbevolking van dit boschje, maar er huizen nog heel wat andere soorien. Een hel gekleurde gele kwikstaart stapt slet lij k langs den oever van een veenplasje, een twintig meter in 't vierkant. Het water weerspi'g'lt nog de blauwe hemel en wij zien er gemakkelijk de waterspin aan zijn interessant werk. Maar ook zien we talrijke rosetten van smalle donkergroene bladeren hebbeo opgekeken, want er worden theorieën in verkondigd, welke afwijken van die, welke we tot dusverre op 't gebied van de voe dingsleer gewoon waren. Tot nu toe gold de meening, dat de voeding voor een be langrijk deel uit eiwit moet bestaan. Men berekende dat een volwassen persoon ge middeld dagelijks In de voeding moest op nemen: 120 gram eiwit, 60 gram vet en 500 gram koolhydraten. Daar vleesch veel eiwit bevat, werd dit als een uitstekend voedingsmiddel beschouwd. Dr. Hindhede breekt echter met deze the orie, en verklaart, dat de hoeveelheid eiwit veel kleiner kan zijn. Volgens zijn nieuwe leer zou men per dag kunnen volstaan met: 80 gram eiwit, 100 gram vet en 500 gram koolhydraten, Het gebruik van veel vleesch acht dr. Hindhede zelfs schadelijk. In de recepten, die we in het boek vinden, is dan ook slechls 60 a 90 gram vleesch per persoon opgegeven. Veel gezonder is, volgens dr. Hindhede, de voeding van graanproducten, boter, fruit, knolgewassen en vooral van aardappelen. Brood is een uitstekend voe dingsmiddel, vooral wanneer 't bereid is uit grof gemalen meel. 't Bevat ten ee ste veel meer voeding dan brood gemaakt van fijn meel (o.a. 't z.g.n. Fransche brood), daar er door 't malen niet alleen voedende bestanddeelen verloren gaan, doch ook stoffen, die 't lichaam niet missen kan (vitaminen). Bo vendien is brood van grof meel en hard gebakken brood veel beter voor 't gebit, daar zacht voedsel aanleiding geeft tot 't ontstaan van holten in tanden en kiezen. Eenige voorbeelden worden aangehaald, van waarnemingen gedaan bij verschillende volkssjammen, waaruit duidelijk blijkt, welk een invloed de voeding op't gebit heeft. Volgens dr. Hindhede zou men zich heel goed be vinden bij eene uitsluitende voeding van: brood, vet, aardappelen en vruchten. Boven dien zou eene dergelijke voeding in de levenswijze veel vereenvoudiging brengen, In de geschiedenis vindt men er voorbeelden van, dat juist de krachtige gespierde manren, zooals men die bij de oude Grieken, Romeinen, Egyptiërs aantrof, zich voedden met rijst, geistekoeken, maïsbrood, olie, vruchten. Bij 't kiezen van voedsel dient men in vele gevallen ook met de beurs rekening te houden. In dit opzicht verdeelt dr, Hindhede de levensmiddelen in twee groepen: de eigenlijke voedingsmiddelen en de genotmiddelen of luxeartikelen. Tot de eerste groep behooren: brood, meel, grutterswaren, aardappelen, margarine, spek, melk, kaas, suiker. Tot de luxeartikelen, vleesch, eieren, vruchten, groente, alcohol, koffie. Wie goedkoop wil leven, moet veel gebruik maken van de voedingsmiddelen uit de eerste groep. Een duidelijk overzicht wordt hierbij gegeven van 't verschil in voeding van eenige Deensche gezinnen. In 't gezin van een tandarts, waar meer gebruik gemaakt wordt van luxeartikelen, dan in een boerenarbeidershuishouden, wordt dan ook veel meer geld voor de voeding uitge geven. Volgens dr. Hindhede moet men van koffie en thee slechts een matig gebruik maken, eveneens van alcohol hoewel 't beter is, dit geheel af te schaffen l 't Doet daarom wat vreemd aan, dat men achter in het bo:k een recept vindt van limonade die met al cohol bereid is, terwijl men deze even sma kelijk kan maken, zonder alcohol te gebruiken. In dit boek vindt men ook een hoofdstuk gewijd aan 't dieet bij ziekten, welke door 't urinezuur veroorzaakt worden (jicht, zenuwlQden enz.), voorts een aantal spijslijsten met n en meer gerechten, voor eiken dag per week en eenige spQslijsten voor de zooeven genoemde ziektegevallen. Van de 283 recepten, die in dit boek voorkomen, zal ook de Hollandsche huis/rouw zeker vele in toepassing kunnen brengen. Enkele re cepten zullen ons minder bevallen daar ze volgens Deensche smaak en gewoonte zijr samengesteld, doch er blijft veel o /er, dal navolging verdient. Zonder twijfel zal dil boek door velen met belangstelling worden gelezen; men vindt er zoowel theoretische beschouwingen in, als in verband hiermede practische toepassing en't is juist deze com binatie, die het boek zoo aantrekkelijk maakt Bovendien geeft 'teen duidelijk overzichl van de wijze waarop men zich voor weinig geld, voedzame maaltijden kan verschaffen In verband hiermede vinden we achter in 't boek een lijstje, waarop de calorische waarde, en den prijs van de meest voor komende voedingsmiddelen zijn aangegeven J.H. Kleeding van de Maand Teekenlng van Roosje Bakhuis Ons Kookboek Recepten van Koekjes HERNHUTTERS 1!4 ons bloem, l'4 ons boter, 80 gram suiker, 70 gram krenten. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimaiiiiiiiiiiiiiii dicht bij de bsdetn. Die stijgen eerdaags op en dan is in enkele dagen het heele plasje bevloerd met de groene stekelige bossen van de krabbeschaar of wateraloë en dan zijn Inmiddels ook de zwarte sterntjes aan gekomen, die op dat wankel vloertje zoo graag hun nesten bouwen. Dat kan nog jaren zoo duren, maar door de rottende over blrjfselen van die weelderig groeiende schee ren wordt ieder jaar het plasje minder diep en mettertijd krijgen we hier dan weer een hobbtdob, net zoo een, als waar nu die rietzangers wonen. Maar daar ligt nog heel wat tusschen en het aardigst is wel, dat de heele historie van zoo'n verwording hier reeds is te aanschouwen, want we hebben hier veenputten uit alle tijden, zelfs van gisteren. Daar zijn er, die reeds tot mosveen zijn ge worden en andere tot rietveld of tot bultenterrein. En 't mooist en meest woest is wel een strook waar thans en noggeruimen tijddegaligaan de alleenheerschappij heef t, de nobelste van onze rietgrassen. Voor den kenner van het Nrderland-ch landschap is de gal i gaan het symbool van het echte weelderige onge repte moeras. Zijn stengels worden tot twee meter hoog en als zij in het najaar afsterven, dan blijven ze nog lang staan, zoodat het gallgaanbosch zomer en winter een veilige schuilplaa's biedt aan het gevogelte. De lange smalle, ietwat gootvormlge bladeren zijn aan hun randen bezet met scherpe s'ekels, daardoor is het onmogelijk om zonder rcheuren of schrammen diep in de galigaan door te dringen. Geen wonder dan ook, dat de groote vogels, die op begaan baar terrein geen kans zouden hebben, hier hun nesten bouwen. Zoo huist dan in deze betrekkelijk kleine wildernis de prachtige roofvogel van het Japon van witte voile met ringen in de kleur van het lijfje iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiliiilll Roer de boter tot room, voeg er 't meel bij, de suiker en de gewasschen krenten. Maak van dit deeg balletjes, leg deze op een met boter ingewreven bakblik en bak ze in een matig warmen oven bruin en gaar. Baktijd pl.m. 20 minuten. ZANDKOEKJES l Va ons boter, lj^ ons bloem, ¥2 ons poedersuiker, de geraapte schil vati Va citroen of 3 druppels citroenolie. Roer de boter tot room, voeg de bloem, de suiker en de citroenschil of citroenolte toe, en rol 't deeg uit lot rijksdaalder dikte. Steek, met behulp van een glas, ronde koekjes uit dit deeg en bak deze, op een met boter ingewreven bakblik, licht bruin en gaar. Bakt ij d pl.m. 15 minuten. KRINGELEN IJ.t ons boter, l h' ons suiker, 165 gram bloem, wat fijne kaneel, citroenschil, iets ei (b.v. Vs ei). Kneed alle ingrediënten goed daoreen, vorm van dit deeg ringen, waarvan men de einde tegen elkaar drukt, en bak deze op een met boter ingewreven bakblik licht bruin en gaar. Baktijd pl.m, 15 a 20 minuten. J.H. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItllllllIIlülllIlllllllIIIIINIIIIIIIIIIHIIIIIIIItllll Zooals wie eens.., Zooals wie eens, na lange jaren Het stadje weerziet van zijn jeugd, Waar alle dingen vroom bewaren Herinnering aan leed en vreugd, En als hij doolt, herkent den toren, Het breede plein de kerk de vaart, Zoo vreemd zich voelt en als verloren Naar al dat oud-vertrouwde staart, Zoo schrijd ik de uren van het leven In weemoed's zachte stilte door, 'k Voel in mijn hart verlangen beven Naar veel, wat ik sinds lang verloor. T o N Y DE RIDDER :: VERHUIZEN :: MEUBELS BEWflREN E. J. VflN SCHflICK BOOTHSTRAAT UTRECHT moeras, de bruine kiekendief en hoogst waarschijnlijk de roerdomp ook, die is er tenminste gehoord. O-k wemelt het hier weer van rietzangers en rietgorzen en er ligt nog weer een biezenplekje tusschen, waar een watersnip zijn nest zou kunnen verbergen. Al dat leven, nog veel en veel meer, dan ik hier haastig opnoem, is gecon centreerd op enkele hektaren gronds. Zoo'n eenig beboscht broeklandje Is wel het leven digste landschap, dat wij in Nederland kun nen hebben. Daarmee vergeleken zijn de duinen of de hei zoo goed als verlaten en de wei of het bosch nog maar tamelijk armoedig. Ia die moerassen daar broeit het van leven, men wordt er onwillekeurig her innerd aan den overdaad der tropen. Het is onze Hollandsche jungle. Door ons heele land zijn dergelijke plekken aan te treffen, sommige heel oorspronkelijk en andere toevallig en van jongen datum. Veertig jaar geleden had Amsterdam zulke brorklandjes langs den oever van het Nieuwediep, maar die zijn nu allemaal weggegraven of overstort met modder. Zoo gaan ze door het heele land, de een voor de ander na. Het is echter te hopen, dat men er nog vele zal kunnen bewaren, opdat de met den dag talrijker wordende bewonderaars van het leven zich kunnen verlustigen in de aan schouwing van een dergelijk rflk natuur tafereel. Er zullen er niet veel zijn, die zoo mooi en gunstig liggen als de Wildernis van Haren, die naar de eene zijde uitziet naar de stad en naar de vette Weilanden en aan de andere zijde steunt tegen de Honds rug, het natuurschoon van Paterswolde en de groote Drentsche heidevelden. I A C. P. T H IJ S S E

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl