Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
31 Mei '19. - No. 2188
VRAAGT
onsbeksnde merk:
?NIMBUS
INMAAKGLAZEN
~-1.fiM-/ [ '/
DE BIJENKORF
«mm»llllll Minimum u n n i m
Ter gelegenheid van de promotie van
Willem Royaards tot eere-doctor heeft
de Koninkl|ke Begeer een penning ge
slagen in verschillende afmetingen en
uitgevoerd in goud, zilver en brons, waar
van wij hierboven een reproductie geven
Bimiiiiiimiiiiiiii
Vervolg van pas. 8
verlaten en de bevolking zich in het ge
zonder hooger gedeelte vestigde Ij.
Een nieuw-Batavia, later naar het land
goed van den Raad van Nedcrl.-Indië,
Chasteleyn, Weltevreden genoemd, werd
gesticht.
Veel is over de Europeesche bevolking
van Batavia geschreven; de groote
hovaard|" der vrouwen, het zedenbederf, de
pracht en praal, zoomede de oneerlijke
praktijken der compagnie's-dienaren van de
laagste tot de allerhoogste enz., vormden
dankbare «nderwerpen, zoowel voor
Nederlandsche- als buitenlandsche schrijvers.
Een Baron Ta vernier in 1645 te Batavia
verblijvend, verhaalt in zfjn hoofdstuk Het
beleyt der Hollanders in Asia", zulke sterke
stukken, dat een Hendrick van Quellenburgh
naar de pen grijpt, om een Refutatie te
schrijven en zijn landgenooten, tegen diens
lasterlQke aantijgingen in bescherming te
nemen.
Een Dultsch schrijver, Johacn Traugott
Plant, zegt in 1793 van Batavia Jedergute
Mensch von Ehre ist zu bedauren, der auf
Speculation oder duren Nothzwangi hier
her kommt."
Batavia heeft ziek sinds een eeuw ont
wikkeld, tot een groote Europeesche stad,
die met haar lommerijke breede wegen,
villaparken, moderne gebouwen zoowel in
de beneden-stad (oud-Batavia) als in de
bovenstad (Weltevreden), winkelbuurten
Rijswijk en Noord wij k), hotel- en vervoer
wezen, een vergelijking met andere steden
in Azië kan doorstaan. 2)
Op het Waterloo-plein, voor het z.g.
Groote-Huis", dat oorspronkelijk door
Daendels was bestemd tot paleis van de
Gouverneurs-Generaal, doch waarin nu ver
schillende gouvernements-bureaux zijn onder
gebracht, staat het standbeeld van den
grooten Jan Pietersz. Coen, den grondlegger
van het Nederlandsch gezag in Indië.
Dit stand jeeld werd onthuld bij de her
denking van het 250-jarig bestaan van
Batavia, in die plaats.
Ten slotte, zij hier ook de taak vermeld,
die voor Batavia in de toekomst is weg
gelegd. Do»r de snelle verandering der toe
standen in het gehcele Oosten en ook in
ons Indië, vragen de bevolkingsgroepen van
het groote rijk Insullnde, terecht meer
medeDe Stand van 'sRijks Schatkist
Enkele weken geleden vestigde ik in een
ingezonden stukje in het Handelsblad de
aandacht erop, dat de vlottende schuld van
het Rijk, hoewel nog steeds toenemende,
dit toch niet meer in zulke schrikbarende
afmetingen deed als in de eerste drie maan
den van het jaar, toen de kasposltie van de
schatkist met c.a. ? 250 millioen afgenomen
is. Feitelijk was de vlottende schuld einde
Maart c.a. / 100 millioen lager dan einde
December j.l., maar Inmiddels was ca. / 350
millioen dier schuld geconsolideerd door
de uitgifte der nieuwe leening, zoodat in
werkelijkheid de positie der schatkist in
deze drie maanden met ? 250 millioen achter
uit gegaan is, hetgeen naar den maatstaf
van een milliard per jaar zoude zijn,
Intusschen is sedert begin April eene be
langrijke gunstige kentering ingetreden,
zooals uit onderstaande opsomming van het
netto-bedrag der vlottende schuld, ontleend
aan de wekelijksche opgaven in de Staats
courant, blflkt. Deze bedragen zijn verkregen
door samenvoeging van de aan het einde
van elke berichtsweek uitstaande bedragen
aan schatkist[promessen, schatkist-biljetten,
zilverbons en renteloos voorschot van de
Nederlandsche Bank, verminderd met die,
welke bQ de betaalmeesters in kas waren.
Als uitgangspunt heb ik de opgave per 15
Februari genomen, toen nagenoeg het geheele
bedrag der stortingen op de nieuwe leening
binnengekomen was.
Het netto-bedrag der vlottende schuld was
op 15 Februari 1919 /
399,554,000.22 , ,
416,214,000.Houten Gebouwen, Landhuisjes enz,
PADOX
Parkstr. 87 - Den Haag
Teekeningen op aanvrage
zeggingschap in het bestuur en de beslis
sing over vraagstukken, die voor hen van
het grootste belang zijn. Een ernstige proef
met een opvoeding tot modern staatsburger
schap is reeds van Regeringswege be
gonnen; den 18en Mei 1918 werd in het
voormalig Palels van den Leger-comman
dant, gelegen in het Hertogspark te Batavia,
de Volksraad" geopend, waarin de ver
tegenwoordigers der in Indië levende rassen,
hun wenschen en grieven kunnen kenbaar
maken.
Ook in den Raad van de sinds 1915 inge
stelde gemeente Batavia zetelen zoowel
Europeanen als afgevaardigden der andere
bevolkingsgroepen Eerst korten tijd geleden
werd door den G G. van Ned.-Indle, per
soonlijk een commissie geïnstalleerd, die
belangrijke ingrijpende staatsrechtelijke her
vormingen in Indië zal voorbereiden.
De sterke centralistische organisatie van
ons Nederlandsch koloniaal bestuur is ge
broken, de zoo opgeblazen Batavla'sche
Mei-beweging, opgezet door Europeesche
intellectueelen in het beruchte jaar 1848, is
in het licht van den tegenwoordigen tijd
gezien, een kalme politieke vergadering.
Doch de scherpe tegenstelling tusschen
Europeaan en niet-Europeaan zal geleidelijk
moeten verdwijnen en slechts een
wederzijdsch begrijpen en waardeeren der ver
schillende bevolkingsgroepen, niet een fana
tieke politieke party-strijd, zal Indië in goede
evolutionnaire banen kunnen leiden.
In dit verband, kan in Batavia, om de
gevleugelde woorden van Jan Pletersz. Coeu
te herhalen, voor geheel Indië, wat groots
verricht worden.
1) Zie voor de toenmalige sterftecijfers de
beruchte tabellen (Appendix A) van Raffl s'
History of Java", en C. Swaving, Bitavia's
sanitaire geschiedenis ander het bestuur der
O.-I. Maatschappij". 1878.
2) Zie het uitgebreid en belangwekkend
artikel Batavia" in de Encyclopaedle van
Ned.-Indië, 2e dr. 's Gravenhage, Leiden,
1917. Plantfeber Gids voor Batavia en
Omstreken". Weltevreden, 1909 en Verslag
over den toestand der Gemeente Batavia in
1912. Weltevreden, 1913.
minuutiiiiHiiiiiimiiiiijniiimiiitimiiiuiiMi imiiiiiiiiii
>|l S S B L ANC H E
ClCRRETTES
DE HEL"
Halfslachtig en Onjuist
De heer Salomonson schrift met de men
taliteit van een veel schrijvend journalist,
die aan een groot weekblad van goeden
huize werkt; d.w.z. hij spaart kool en geit.
De Hel" van Barbusse is een kunstwerk,
al is het dan niet de hel van Dante. Tegen
het boek is dan ook geen bezwaar, althans,
wanneer het in handen komt van
intellectueelen. De uitgave mag dus plaats vinden.
Maar de Haagsche Procureur heeft ook ge
luk, als hij, geleld door zekere ervaringen,
het boek in beslag laat nemen op grond
van Art. 240 en daarmee alle geestelijk
meerderjarigen beleed l gt.
Zoo poogt deze journalist, intelligent, be
schaafd en zelfbewust-gedecideerd, sierlijk
tusschen de gevaarlijke kllpjes door te zei
len; den hoogerhandschen machten geen
aanstoot gevend, de vrije kunstuiting be
schermend, vaderlijke vrees koesterend voor
bederf van de domme massa, het hoefsch
opnemend voor de beleedigde, uitgezochte
schare. Dat alles is correct, beschaafd, intel
ligent, maar toch... gezwam. Neen, dan
liever nog maar de inquisitie van
deAtazsbode, die om den brandstapel gilt vo«r den
schrijver, den vertaler, den uitgever. Daar
aan heb je tenminste wat.*)
Maar wat mij in het stuk van den heer
Salomonstn, veel meer dan al die
halfzachtigheid, spijt, is: dat, als hij het over
de Hollandsche uitgave heeft en daarmee
aan den uitgever toe is, hij zijn welgema
nierde omzichtigheid tempert en hierdoor
tegelijkertijd zijn vriendelijker! ernst loslaat;
berispingen geeft en onheuschheden doet.
Aankondiging en uitgave, schrijft de heer
Salomonson, geschiedden met meer ophef
dan wellicht raadzaam was. Nee maar, ge
achte heer, dat zult u moeten waar maken.
Er stond geen v. d. Hem- of Sluyter-plaatje
op den omslag; geen vrouwmensch
halfontkleed of driekwart naakte hercuul, zooals
ik die op een deeltje der Jack London-edltie
van de firma Brura zag. En het glasbiljetje;
hebt u dat gezien ? Een heel klein bescheiden
driehoekje in zacht-groen gedrukt, waarop
niet eens stond dat Barbusse de schrijver
van Het Vuur is.
Ik heb daadwerkelijk allen ophef bij de
verschijning van dit boek achterwege gelaten,
omdat ik bQ het uitgeven ervan niet uit
sluitend dacht aan de posten, welke ik
erdoor zou krijgen in te boeken. Ik gaf het
uit, omdat ik het een machtig, moedig kunst
werk vond en omdat de schrijver van Het
Vuur zich in zijn Hel openbaarde; omdat
de Hel verklaarde, liet zien, de enorme
sensitiviteit van den schrijver van Het Vuur.
Met dit voor oogen en met allen eerbied
iiimiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiciiiiiiiimiiiiiiiiiiiiMii
Tentoonstelling van
OUD-HOLLANDSCHE KUNST
UIT DE
COLLECTIE GOUDSTIKKER
IN DE ZALEN VAN DE
ACADEMIE VAN BEELDENDE KUNSTEN
EN TECHNISCHE WETENSCHAPPEN,
COOLVEST 84 ROTTERDAM
III "m l l lllllmiiilliliiiinilllliiii
l Maart
8 .
15 .
22 .
29 .
5 April
12
19
26 .
3 Mei
10 ,
17 .
24 .
434,470,000.445,84-4
000.
476.105000.494 782
000.504 524
000.
523.193COO.524,121
OfO.
513977000.
525128000.532,520
000.532 370
000.536
98*000.
545,702,000.TerwQl dus de vlottende schuld in de
zeven weken van 15 Februari tot 5 April
van f 399 tot f 523 millioen gestegen is
d.i. met f124 milllogn of bQna f 18 millioen
per week, bedroeg de vermeerdering in de
zeven weken van 5 April tot 24 Mei slechts
? 21.000.OtO of f 3 millioen per week.
Ik had dus volkomen recht om van eene
verblijdende verbetering te spreken, al geef
ik gaarne toe, dat blzondere omstandigheden
tot die verbetering kunnen hebben bijge
dragen en het nog volstrekt niet zeker is,
dat zQ In dezelfde mate zal blQven aan
houden. Voorloopig mogen wQ er echter
vrede mede hebben, dat de achteruitgang
in de positie van de schatkist teruggebracht
is van een bedrag naar den maatstaf van
bQna een milliard per jaar tot ongeveer
honderd vijftig millioen per jaar.
Waaraan deze verbetering to e te schrijven
is, kan door den buitenstaander niet met
zekerheid nagegaan worden, maar is toch
eenigszins te gissen. In zijne bekende rede
voering in de Eerste Kamev in Maart j.l.
deelde minister de Vries o. a. mede, dat
van Augustus 1918 tot Februari 1919 de
crisi'suitgaven voor militaire do el einden circa
f30 millioen en voor levensrniddelenvoor
ziening ca. f24 mill.p.maand bed ragen hebben.
Waar deze laatsten door opheffing van de
distributie beneden kostprijs v oor een aantal
artikelen belangrijk ingekrompen zijn, mag
aangenomen worden, dat voo r -dezen post
thans aanmerkelijk minder gevorderd wordt
terwijl het tevens zeer waarschijnlijk is, dat
de geleidelijke liquidatie van bestaande
voorraden in de diverse distributiemaga
zijnen heel wat geld in het laadje gebracht
heeft en nog zal brengen. *)
Wat de militaire uitgaven betreft, ver
spreidt de memorie van toelichting op het
dezer dagen ingediend Wetsontwerp tot
wijziging en verhooging van de begrooting
van oorlog ook eenig licht. Wel is het aan
gevraagde crediet van f 86 millioen voor de
eerste heft van 1919 nog altijd een respec
tabel cijfer, maar toch slechts ongeveer de
helft van hetgeen voor het tweede halfjaar
van 1918 noodig werd geacht. Uit de toe
lichting blijkt verder, dat het eindcijfer be
langrijk minder zoude zQn geweest, indien
het mogelijk ware geweest met alle leve
ranciers tot overeenstemming te komen
nopens de verbreking van contracten voor
die werken en leveringen, waarop onder de
tegenwoordige omstandigheden geen prijs
meer wordt gesteld. M. a. w. een deel van
het crediet is noodig voor afwerking van
reeds vór den wapenstilstand gesloten
contracten, die thans overbodig zQn ge
worden, maar die reeds te ver afgewerkt
zijn of niet zonder abnormaal hooge schade
loosstellingen kunnen geannulleerd worden.
Welke bedragen daarmede gemoeid zijn, kan
o. a. blijken uit de toelichting bQ art. ld;
waar gezegd wordt, dat alleen voor arbeids
loon en aanschaffing van kleeding, ledergoed
enz. ca. f 9 millioen gevorderd wordt, waarbij
aangeteekend wordt, dat pogingen om de
reeds vroeger aangegane leveringscontracten
te verbreken, niet tot de gewenschte uit
komst geleld hebben." Aangenomen mag
dus worden dat na afwerking van die con
tracten voldoende voorraden aanwezig zullen
zijn om voor gerulmen tijd verdere uitgaven
voor dat doel overbodig te doen zijn.
Iets dergelijks geldt voor een post van
ca. f l % millioen voor de motor-afdeellng en
van ruim f 7 millioen voor materieel der
artillerie.
UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE
LEvE^T-OiïCEV/lLLFil q/MSP
.T K, Tt «fct Tr-r ei'
daarvoor, betrachtte ik soberheid, enkel
soberheid bij de uitgave. Voor de order
van den door u gespaarden Haagschen
procureur was het betrekkelijk stil om het
boek; na diens order kwam de ophef. Is
het nu niet (zachtjes-aan maar) onbillijk te
schrijven, dat ik den ophef heb gemaakt en
dit bovendien nog te motiveeren met het
feit, dat een ietwat hebzuchtige
boekverkooper het boek op een kar laadde en door
de stad liet veeren? Heeft de procureur
dat niet ook op zijn geweten ?
De Populaire Editie, dat is de grief. Maar
de voorstelling daarvan door u gegeven
(zachtjes-aan-maar) is foutief. Ik heb van
dit boek geen ejcpresselQke, daarvoor ver
vaardigde populaire editie gegeven. Ik geef
een reeks uit, die De Populaire Editie heet
en in die reeks is het boek opgenomen.
Niet in een populaire editie" is het boek
uitgegeven, maar in De Populaire Editie".
Geen speculatie dus, maar eenvoudig
uitbreiding van een uniform-uitgave. Waarom
den procureur met handschoentjes geaaid
en den uitgever met een
miniatuur-boksijzertje gestompt ? Is een procureur 'n intel
lectueel, een uitgever 'n massa-dammerd
en moet op dien grond de eerste met
hoffelijke strijkages worden tegemoet
geOfschoon het niet met zoovele woorden
uit de stukken blijkt, kan er toch uit afge
leid worden, dat het grootste deel der uit
gaven, waarvoor het crediet aangevraagd
wordt, reeds in de eerste maanden van het
jaar geschied zijn en zoude dit de abnor
maal groote stijging in het eerste kwartaal
en de sedert Ingetreden vermindering ver
klaren.
BQ den post aanschaffing, voeding en
verzorging van paarden" vind ik
aangeteekend, dat .gedurende de eerste twee maan
den van 1919 ongeveer 19000 en na l Maart
nog 7000 paarden aanwrzig zullen zijn."
BQ een rations-prQs van f 1.85 per paard en
per dag of f55Vs per paard en per maand,
volgt daaruit, dat alleen voor paarden fourage
na l Maart ca. zeven ton (voor 12000 paar
den) per maand minder noodig is geweest
dan in Januari en Februari, afgescheiden
nog van hetgeen de te gelde making van
de overbodige geworden paarden en
fouragevoorraden zal hebben Ingebracht.
Ik bepaal me slechts tot deze enkele
puuten, maar zij zQn m.i. voldoende om aan te
toonen, dat de in het begin van het jaar
door den minister aangevvoerde groote
cijfers hoofdzakelijk betrekking hadden op
grootendeels past hlstory" en dat sedert
de positie aanmerkelijk gunstig gewijzigd is.
Van zQn standpunt niet geheel onverklaar
baar, omdat hQ bj| de Kamers zijne ver
hoogde belastingplannen ingang moest doen
vinden, heeft hij die cijfers blijkbaar nog
eenigszlns aangedikt en zorgvuldig alles
vermeden, wat op de gunstigere keerzijde der
medaille kon wijzen.
Toch bestaat die keerzijde en blijkt zQ
uit de in de laatste weksn gepubliceerde
weekstaten van den stand van 's Rijks schat
kist. En waar de koers van onze staats
schuldbrieven voortdurend gedrukt blijft
onder den indruk van de vrees, dat nog
groote bedragen aan nieuwe schuld zullen
moeten uitgegeven worden, acht ik het niet
overbodig op de kennelijke teekenen te
wijzen, dat er reeds eene kentering ten goede
iiilliiiiniiiiiiiiiiiiimiiii
iiiiiiiiiiiiiiiiniiii
treden, de laatste met een gedistingeerden
snauw worden voorbijgegaan ?
E M. Q U E R I D O
?) Wat? . . . Reclame? S.
Halfslachtig? . . Inderdaad, zoolang men
aan een uitgever uitteraard eerder
mercantiele dan peadagogische eischen mag stellen,
zoolang ontgaat hQ lederen pertinent uit
gesproken blaam.
Onjuist? . . Dat is een quaestie van stand
punt. Iedereen stelt zijn eigen grenzen wat
betreft uitbundigheid In reclame ... en
in polemiek ... H. S.
Tenslotte mijne excuses voor de
onvergefelQke dwaling waarin ik verkeerde, door
te meenen. dat De Populaire Editie een
populaire editie was.
H. BERSSENBRUGGE,
PORTRETFOTOQRAAF
ZEESTRAAT 65, naast Panorama Mesdag,
DEN HAAG. - Tel. 1538.
timiiiiiiiiiiiiiimii
is ingetreden.
Wel staat er nog altijd een bedrag van
meer dan een half milliard aan vlottende
schuld uit, is er nog geene vermindering
van die schuld te bespeuren, maar nog
steeds eene alhoewel aanmerkelijk gerin
gere?vermeerdering; maar wanneer straks
uit het provenu der nieuwe Indische leening
een groot deel dier schuld kan afbetaald
worden en de boven geschetste verbetering
verdere vorderingen mocht maken, zal die
schuld binnen meer handelbare afmetingen
kunnen teruggebracht worden en de nood
zakelijkheid van het sluiten van eene nieuwe
groote leening nog verschoven kunnen
worden. J. D. SANTILHANO
*) Uit het zooeven verschenen nieuwe
wetsontwerp tot regeling der beschikbaar
stelling van levensmiddelen blijkt, dat in
derdaad ten aanzien der distributie reeds
belangrijke Inkrimping der kosten verkregen
is en nog verdere aanzienlijke inkrimping te
verwachten Is. TerwQl toch de uitgaven
voor distributie in de eerste vier maanden
van 1919, op honderd millioen geraamd,
? 90 millioen bedragen hebben, worden zij
voor de overige acht maanden van het jaar
geraamd op ruim ? 50 millioen, dus eene
vermindering van ? 221/2 millioen tot ? 6'4
millioen per maand. Op de
wittebroodrantsoeneering alleen wordt eene bezuini
ging van ? 2.250.000 per maand becijferd;
op het bruinbrood eene bezuiniging van
/ 550.000.?per maand, geleideUk te klim
men tot c.a. ? l'A millioen. Op de drie
broodsoorten te zamen wordt voor de acht
maanden eene bezuiniging van ruim 29 mil
lioen geraamd. En zoo zullen ook op peul
vruchten, aardappelen, margarine, vleesch
en spek de uitgaven zeer belangrijk inge
krompen worden, terwijl bovendien groote
voorraden vrflkomen, die door verkoop naar
het buitenland n»g niet te schatten bedragen
naar de schatkist zullen doen terugvloeien.