De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 31 mei pagina 2

31 mei 1919 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 31 Mei 19. No. 2188 DE AMSTERDAMSCHE RAADSVERKIEZINGEN ' Teekenlng voor mde Amsterdammer" van fordaan Rood en zwart met kruizen... Juist de stadskleuren." IIIIIIIIMIIIlllllllllllllllllllllllflIllllllllllllflIlllltlllllllllllllllllllllllllftllllllllllllllllllllHIMMIIIIIIIIIIM III i^y^js^^^sfsf^^^tü^XsfjyJ/i \ miiiiiMMMtmii FINLAND'S WEDERGEBOORTE door Prof. YRJÖHIRN te Helsingförs Prof. Y. Hirn, geboren in 1870, is hoogleeraar in de Kunstgeschiedenis en Letter kunde aan de Hoogeschool te Helsingförs. In wetenschappelijke publicaties zfln o. a.: 1900. The Origins of Art. Psychologlcal and sociological Inqulry (Macmillon & Co.) 1909. Det heliga skriult (Engllsh translation 1912. The Sacred Shrine. A study of the poetry and art of the Catholic Church. Macmillon & Co.) 1913. Det estetiska lifuet. (The aesthetic Life. 1916. Baralek (Chllds play. Some chapters and songs, dance sand small theatres:) 1918. Episoder (Episodes. Some chapters on U/e and llterature in the 18th Centary.) Sinds den oorlog heeft de heer Hirn in zijn land een gewichtig politieke rol gespeeld. Tegenover de overwegende pro-Duitsche invloeden heeft hQ steeds op moreele en politieke gronden toenadering tot de Entente bepleit. Hij heeft daaraan ook een tijdschrift gewijd Ad interim" genaamd. Aanvankelijk in een sterk bestreden minderheid, is de heer Hirn nu erkend als een der voornaamste en meest vooruitziende vertegenwoordigers voor de belangen van zijn land. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIlllllllllllll INVLOED VAN DEN OORLOG OP DEN LEVENSSTANDAARD door Mr. B. TACONIS Onder de gevolgen van den wereldoorlog, -welke met het enkel staken der vijandelijk heden niet teniet werden gedaan, nemen de schaarschte en duurte zeker een eerste plaats in. Vooral die landen, welke doorgaans alleen door invoer uit het buitenland volledig in hun behoefte konden voorzien enhieronder mag ook Nederland worden gerekend moesten in dit opzicht gedurende de laatste jaren minder aangename ervaringen opdoen. Immers, waar die prijsstijging zich in de eerste plaats uitstrekte tot artikelen van dagelijksch gebruik, was het directe gevolg een vermeerdering van de kosten van het levensonderhoud. De invloed, welke deze verhooging van den levensstandaard reeds in verschillenden vorm op het maatschappelijk leven heeft gehad, is oorzaak dat aan deze belangrijke kwestie den laatsten tijd meer aandacht wordt geschonken. De regeling van het loonvraagstuk, waar toe thans zoowel overheid als particuliere werkgever zich opmaken, is aanleiding, dat dit punt herhaaldelijk ter sprake komt. Immers, zij is het hoofdargument bij looneischen en een der belangrijkste factoren voor de beoordeeling hunner rechtmatigheid. Waar op losse gronden berustende schat tingen slechts tot misleiding of meerdere onrust aanleiding kunnen geven, kan het misschien zijn nut hebben, die vermeerdering van de kosten van het levensonderhoud eens nader te bezien. Al zal een zekere ontstemming, als ge volg der tijdsomstandigheden, ook vaak tot de overdrijving op dit punt hebben bijge dragen, de hoofdoorzaak hiervan moet, gelooven wij, meestal elders worden gezocht. De fout, die men ongemerkt beging, was, dat men zich geen voldoende rekenschap gaf van den invloed der prijsstijging op den levensstandaard. De verschillende posten waaruit het totale budget van een gezin is samengesteld, zijn onderling zeer verschillend in grootte. Niet alle nemen dus een even belangrrjke plaats In, waaruit volgt, dat de prijsstijging van Wanneer een Finsch letter kundige zich tot Nederland sche lezers wendt, kan hij met meer vrij heid van zijn land gewagen, dan hij dat zou kunnen doen tegenover bur gers van een groot land. Met recht kan man veronderstel len, dat een klein land ge makkelijk de Ue schrijver van dit artikel gedachten Van een ander klein land vatten kan. En waar Nederland, door zijne ligging tusschen de belligerentc mogendheden, in een zeer moeilijke en delicate positie verkeert, zal men er zich zeker kunnen indenken, welke bezwaren Finland te overwinnen heeft gehad. Het vertrouwen daarop wordt versterkt door de veelvuldige bewijzen van sympathie, die Finland, gedurende de worsteling voor zijne onafhankelijkheid, van Holiandsche zijde ont vangen heeft. Ondanks dat alles is het met een zekere aarzeling dat ik hier, als Fin, tracht voor een Nederlandsch publiïk de meeningen uiteen te zetten die zich gedurende den Nederl. Munt Hollands meest gebilde Sigaar elk dezer posten dus ook niet evenveel gewicht in den schaal zal kunnen leggen. Lichten we dit even met een voorbeeld toe en vergelijken daarvoor b.v. de uitga ven voor voeding met die voor kleeding. De enorme prijsverhooging van de kleeding (plm. 200 pCt.j, waarvoor de gemiddelde uitgave doorgaans nog geen zevende deel van het totale budget uitmaakt, kan en zal onmogelijk dien invloed uitoefenen als de stijging (plm. 75 pCt.) van de uitgaven voor de voeding, welke ongeveer de helft vormt van de totale'gezinsuitgaven. Houden we dit voor oogen en bedenken daarbfl dat er ook budgetposten zijn, welke in het geheel niet of slechts zeer weinig zijn gestegen (b.v. huishuur, belasting), dan zal men reeds dadelijk inzien, dat wij die stijging van de kosten van het levensonder houd niet met honderden procent zullen behoeven te tellen. Hoe staat het hiermee dan wel ? De eenige manier om juiste gegevens hieromtrent te verkrjgen was langs statistischen weg. Ten opzichte van Nederland zijn op dit gebied in den loop van den oorlog eenige belang rijke onderzoekingen gedaan. Nadat de Directie van den Arbeid door een enquête in Febr. 1917 en Febr. 1918 den stoot had gegeven, heeft het Bureau van Statistiek der Gemeente Amsterdam zich verder met dit onderwerp bezig gehou den en het eens begonnen werk voortgezet. Sinds Augustus 1918 onderzoekt dit bureau geregeld om de drie maanden hoe de toe stand zich in dit opzicht wijzigt. Met het laatste onderzoek, dat in Maart 1919 heeft plaats gehad, heeft men aldus een beeld gekregen van het verloop der duurte in de laatste drie jaren. Al deze onderzoekingen strekten zich uit over een aantal Amsterdamsche gezinnen, uit de kringen der z.g. modern-georganiseerde arbeiders, die men bereid had gevonden al hun uitgaven gedurende een bepaalde periode gespecificeerd op te geven. De bewerking dezer gegevens, waarvan een nadere uiteenzetting ons hier te ver zou voeren, leverde de volgende resultaten op. Een arbeidersgezin, dat in 1911 voor zijn onderhoud uitgaf f 100 zou, wanneer die zelfde levenswijze ook nu nog mogelijk was geweest, in Maart j.l. hebben moeten besteden f 183; wat dus zou neerkomen op een stijN.V. PAERELS Meubileering MIJ. COMPLETE MEUBILEERING : BETIMMERINGEN : Rokin 128 Telef. 4541 N wereldoorlog in Finland hebben doen gelden. De Finsche quaestie, die sinds 1899 door de Europeesche pers besproken is, is aller eerst een rechtsquaestie. Toen Finland een oproep deed op de verlichte meeningen der wereld, deed het dit vooral in betrekking ot de principes van onschendbaarheid van erdragen, en het zelfbestemmingsrecht, de >rinclpes waarvoor de Entente-mogenheden len wereldoorlog gevoerd hebben. Het zou lanook geheel onbegrijpelijk kunnen schijnen, waarom de openbare meening in Finland niet geheel partij gekozen heeft voor de Entente. Maar wel zijn er redenen, die de jermanophile houding van de leidende standen en de burgerij in Finland gedurende den oorlog, weliswaar niet rechtvaardigen, naar toch eenigszins psychologisch verdaren. In dat opzicht moet men zeker, zoo niet het grootste belang hechten aan het eit dat Finland, sinds onheugelijke tijden, zeer nauwe en economische en geestelijke relaties met Duitschland heef t onderhouden. Maar zelfs waar de Finsche handel zich over de Baltische zee op Duitschland geicht heeft, en waar het grootste deel der ?insche geleerden hunne opleiding genoten lebben aan Duitsche universiteiten, en door het bestudeeren van Duitsche litteratuur, daar zou dit alles nog niet voldoende zijn, om er die germanophile zending mee te verklaren. Want Finland heeft ook betrektingen met Engeland onderhouden, op handels- zoo goed als op geestelijk gebied, en de Fransche cultuur was in Finland, zooals in alle andere wonderlijke landen, iet onderwerp van een aan aanbidding grenzende vereering. De Fransch-Engelsche sympathiën hebben intusschen in Finland eene ontstemming te overwinnen gehad, die gerezen was tegen de verbondenen van Rusland. Sinds de Tsaristische regeering in "inland haar dwang begon uit te oefenen, heeft men, in heel wat Finsche kringen, en op onrechtvaardige en te lichtvaardig aangerfomen redeneeringen, de verbondenen van Rusland in beschuldiging gesteld van passieve medewerking aan het systeem van russificeering. Maar deze zienswijze was de eenige niet, en er waren anderen, die het uiste onderscheid bleven bewaren tusschen Rusland en zijne verbondenen. Het feit dat de Fransche iniellectueelen, ondanks het verbond met de Tsaristische Russische egeering, in het openbaar Finland bleven steunen, heeft natuurlijk bijgedragen, tot het wederom aanbinden en versterken der sym pathiën met de Fransche Republiek. Toen, tengevolge van de verkrachting der onafhankelijkheid van Servië en België, de wereldoorlog uitbrak, hoopte men ook ten onzent, dat men ook aan Finland zijn echten terug zou geven. Indien Rusland oen zoo verstandig was geweest dat te doen, dan zou het niet alleen de oude en atente loyaliteit van het volk weer wakker gemaakt hebben, maar tevens een ernstige Ijverige bondgenoot voor de Entente gewonnen hebben. In plaats van deze aan gewezen diplomatie, betrachtte Rusland een egenovergestelde methode. Het was er van overtuigd dat zijn wapenbroeders gedurende den ooriüg geen criüek zouden uitbrengen op de politieke maatregelen van een bond genoot, en Rusland heeft daarom zijn systeem van russificatie doorgedreven tot aan den rand vanonz-n naiionalen ondergang. Onder die omstandigheden maakte een politieke wanhoop zich van een groot deel der be volking meester; men meende dat er geen rechtvaardigheid ter wereld meer bestond, en dat Rusland's nederlaag het eenige middel was, om Finland's toekomst te waarborgen. ging van 83 pCt. Houden we echter rekening met de wer kelijke levenswijze van thans, zooals die door rantsoeneering en noodzakelijke bezui nigingen sterk wordt beïnvloed, dan blijkt, dat zoo'n gezin vroeger voor f 100 had kunnen krijgen, waarvoor het moest betalen in Februari 1917 f 128, Februari 1918 f 144, September 1018 t 1G5, December 1018 f160 en Maart 1919 f 165. Dit beteckent dus in Maart 1919 een stijging van (J5 pCt. Hoewel bij deze onderzoekingen om praciische redenen moest worden vergeleken met het vrcdesjaar 1911, mag men toch wegens rie geringe prijsvcrhooglng in de jaren 1912 en 1913, dïe stijging beschouwen als vrijwel uitsluitend door den oorlogstoe stand veroorzaak*. Dit ai!e« h.-.ifcft feitelijk alleen arbeiders gezinnen. Onderzoekingen met betrekking tot beter gesitueerden hebben niet plaats gehad. De ruimere levenswijze van dergelijke gezinnen maakt het uit statistisch oogpun noodzakelijk, opnctringen ie doen over een tamelijk lange periode, waardoor het moei!tjk \vordt met korte tussciienpoozen een beeld van de gewijzigde levensomstandig heden te gsven. Teneinde echter verkeerde gevolgtrekkingen omtrent den toestand bi deze categorie te voorkomen, willen wij er hier op wijzen, dat, terwijl de arbeide kan profiteeren van verschillende prijsre ducües, o. a. voor schoeisel, kleeding en brandstof, hij gewoon is van alles de min dere kwaliteit te koooen, welke over h algemeen het sterkst in prijs blijkt te zijn gestegen. De beter gesitueerde daarentegen mist dit voordeel i'er prijsreducties, maa neemt doorgaans minder slechte kwaliteit welke niet die prijsstijging vertoont als de goedkoopere soorten. Een en ander wettig o.i. de veronderstelling, dat in dit opz'ch de toestand in de verschillende lagen der bevolking nooit ver uiteen zal kunnen loopen. De uitgaven voor voeding vertoonen de laatste jaren een onafgebroken stijging tot op den huidigen dag toe. Was dit aanvan kelijk alleen het gevolg van het steeds duurder worden der verschillende artikelen, wat de laatste maanden betreft moet dit ook voor een deel worden toegeschreven aan een ruimere levenswijze, mogelijk ge worden door de ruimere distributie en op heffing van enkele rantsoeneeringen. Wel Deze zienswijze, en tevens het hardnekkig oegepaste denkbeeld dat de vijanden van onzen vijand onze vrienden waren, bracht er een deel van de Finsche jeugd toe, gemeene zaak met Duitschland te maken, in den strijd tegen Rusland. Twee jaar lang had deze germanophile redeneering ingang gevonden onder het volk, toen de Finsche burgeroorlog uitbrak, die dreigde onze beschaving te vernietigen, en die een smet wierp op de eindelijk ge wonnen onafhankelijkheid van het land, eene onafhankelijkheid die reeds erkend was door verscheidene mogendheden, waaronder Frankrijk als de belangrijkste genoemd moet worden. De omstandigheden dwongen er den aanvoerder van de witte garde toe, om, zichzelf ten spijt, hulp te aanvaarden van de eenige zijde, die hem hulp verschaffen con . .. en zoo kwam het dat de Duitsche egers optraden als bevrijders, . . een rol iie hen wel wat vreemd stond. Toen daarna iet land gedurende zes maanden door de Duitschers bezet was, werd de regeeringsjolitiek zeer sterk germanophiel getint, letgeen niet alleen dankbaarheid was voor de verleende hulp. Het land werd bedreigd door een nieuwe afhankelijkheid, waaruit sas de volledige overwinning der Entente iet bevrijdde. In groote trekken is dit alles in het Buitenland bekend. Maar minder bekend zijn daarentegen de wanhopige omstandigicden, die er zoovele leidende persoonlijkleden toe brachten, een politiek aan te nemen, die feitelijk dn strijd was met de oude, moreele en loyale zienswijze van het volk, en met de ideeele tradities van de worsteling voor onafhankelijkheid. Wat men nog het minst weet, dat is juist dat er in Finland een strooming bestond, die ge weigerd heeft de germanophile denkbeelden te aanvaarden. Wij die deze strooming ver tegenwoordigen, wij hielden vol dat de politieke structuur van het oogenblik aimmer de wijde vergezichten van de toekomst mocht bedekken. Hoe gevaar lijk ook de overwinning van Rusland ? schijnen mocht voor een volk, dat zijn nationale onafhankelijkheid gedurende den oorlog bedreigd zag, Finland kon toch alleen maar de zekerheid van zijn toekomst verbinden aan de overwinning der Entente. Zoodra Duitschland de macht verliezen zou om Frankrijk te bedreigen, zou hetWestersche liberalisme vrij zijn, om zoo goed Finland's rechten te beschermen, als die van de andere kleine naties. En de solidari teit eischte, dat Finland zijne sympathiën stellen zou aan de zijde der beschermers van België en Servië. Hoewel deze meening zich niet zoo vrij kon manifesteeren als de germanophile, slaagde onze minderheid er toch ten slotte in met woord en daad te bewijzen, dat men zelfs In Finland met Innige wenschen de worsteling volgde die westersche mogendheden voor de liberale denkbeelden voerden. *** De juistheid van deze zienswijze, die door geen enkele opportunistische redeneering gevoed werd, is bevestigd door het verloop van den oorlog. Daarom is het niet zoo vreemd, dat de Duitsche invloeden meer en meer hebben moeten wijken voor eene houding die meer in overeenstemming is met de oude tradities van ons volk. De nieuwe regeering, die zuiver republikeinsch is, en die in de maand April in functie is getreden, is in absolute tegenstelling met de regeering die aan het bewind was ge durende de tegemoetkomende houding jegens Duitschland. Dit is een bevredigend succes voor de minderheid. Maar de strijd tusschen de tegenovergestelde meeningen zal, evenmin in Finland als elders, daarmee geëindigd zijn. Zoolang de conjunctuur vanrhet oogen blik de politieke inzichten bepaalt, bestaat er geen enkele waarborg voor een bestendig politiek succes. Opdat het Westersche libe ralisme voorgoed vasten voet in Finland verkrijge, is vór alles noodig, dat het volk de zekerheid hebbe, om nooit weer bloot gesteld te worden aan de politieke wanhoop, die gedurende een kritieken tijd, een groot deel der bevolking in de armen van het Duitsche imperialisme geleid heeft. Daarenboven is het noodzakelijk, dat men miliimiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiil il in i"' was men hierdoor in staat zich van sommige artikelen meer aan te schaffen en zoodoende zijn levenswijze te verbeteren, waar echter, zooals we boven reeds opmerkten, behalve de prijsstijging ook de van elk artikel ge kochte hoeveelheid van belang is, leidde dit tot een stijging der totale kosten voor voeding. In verband hiermee zij dan ook opgemerkt, dat de enkele opheffing van het distributiestelsel, niet tevens gepaard gaande met een prijsdaling der meest be langrijke artikelen, den levensstandaard in de toekomst nog zou kunnen doen stijgen. Letten we thans eens op hetgeen het bui tenland ons in dit opzicht te zien geeft. De wijze van berekening door de bureaux der verschillende landen gevolgd, was niet overal dezelfde, zoodat de gege vens met eenige omzichtigheid moeten worden beschouwd. In hoofdzaak betreffen het de uitgaven voor voeding, waarbij dan als basis voor de berekening is genomen de levenswijze zooals die vór den oorlog was. Waar de praktijk heeft uitgewezen, dat het stijgings percentage voor de totale gezinsuitgaven, steeds een weinig beneden dat van de voeding blijft, kunnen dergelijke cijfers ons dus eenigermate inlichten omtrent den toe stand in die landen. Op grond dezer onderzoekingen kunnen nu, gelooven wij, zonder bezwaar eenige algemeene conclusies worden getrokken, welke in het kort hier op neer komen. In het eerste oorlogsjaar (1914) trad met uitzondering van Engeland en de stad Ber lijn, nog nergens een noemenswaardige ver hooging op het gebied der voedselprijzen in. De eerste helft van 1915 bracht reeds ver andering ; overal in Europa deden zich stijgingen gelden varieerend van 10 tot 10 pCt., behalve in Oostenr^k, Duitschland en Engeland, waarvoor toen reeds belangrijk hooger cijfers werden genoteerd. Daarna kan men een geleidelijke opklimming waar nemen bij alle landen. Tot aan het eind van 1916, na welk jaar betrouwbare gegevens omtrent Oostenrijk en Duitschland ni:t meer waren te krijgen, werd echter bij geen der oorlogvoerenden een dergelijke stijging waargenomen als in die beide landen. Wanneer in de eerste helft van 1917 de onbeperkte duikbootoorlog begint, blijven HET SCHEEPSBOUW-FEEST Langs de blinkende rivieren, Langs de IJssel, Lek en Maas; Langs de Noord en de Merwede Davert weer het werf-geraas. Hoort het rikketikkend klinken, Hoort de hamers ketsend slaan; Hoort de doffe drieklap-slagen Van de plaatbewerkers gaan. Hoort het knoersen en het dompen Van de logge ijzerschaar; Hoort de ponsen rustig knokken Nagelgaten naast elkaar. Hoort de boren sissend knarsen In het blanke, bloote staal. Hoort het snijden van de schaven In het levende metaal. Ziet het heffen en het strijken Van den hoogen, slanken kraan. Breede platen, zware spanten Voert hij glasvoorzichtig aan. Ruikt het rulle eiken zaagsel Ruikt de menie, teer en pek. Ruikt het verven en vernissen En het reeuwen van een dek. Ruikt het vonkend, witheet ijzer, Ruikt het vuur en ruikt het hout; Ruikt de ruimen en kajuiten Van het schip dat wordt gebouwd. Op maar Smuldersen en Smitten Volkers, Boeleris, aan de slag; Op maar Burgerhouts en Potten Voor de Nederlandsche Vlag. Laat ze -maar te water loopen, Bouwt maar onverstoorbaar voort. Op maar Amsterdam en Dordrecht Vlissingen en Feyenoord. Tracht millioenen te verdienen Geeft daarvan aan elk zijn deel. En betaalt de hoogste loonen Aan uw nijver personeel. In de lusten en de lasten Deelen ze dan allen mee. Samen bouwen, samen varen En ons Groote Schip" houdt zeeJ. H. SPEENHOFF FABR1KANTE IV, DlEVEfSIBACH't Hof!. Sigarcnfabriek UTRECHT in Finland, zoogoed als in alle andere kleine landen, er aan wetke om d.en invloed te keeren van de harde en onzedelijke leer stellingen van eeii geweldspolitiek, en dat men zich inspanne om de denkbeelden van recht en vrijheid te versterken, die de eenige waarborgen zijn voor de onafhankelijkheid van kleine natiën. daarvan de gevolgen niet uit voor die landen, waar de voedseltoevoer in belangrijke mate afhankelijk is van het vrije verkeer ter zee. Immers, terwijl in Engeland, Zweden en Noorwegen in de tweede helft van 1916 de stijging nog bedroeg respectievelijk 69 pCt., 47 pCt. en 63 oCt. loopt die in de eerste helft van 1917 snel op *ot respectievelijk 94 pCt., 70 pCt. en 90 pCt. In het bijzon der voor Noorwegen en Zweden heeft dit optreden van Duitschland een keerpunt ge bracht. Nadien behooren zij, waarschijnlijk echter na Oostenrijk en Duitschland, steeds tot de landen, waarin de stijging den grootsten omvang heeft aangenomen. Zooals uiteraard was te verwachten, is de invloed het ge ringst geweest in die landen, welke het verst van het oorlogsgewoel verwijderd lagen. In Australië en Nieuw-Zeeland b.v. beliep die stijging kort voor het sluiten van den'wapenstilstand ongeveer 30 en 40 pCt. Amerika, waar tot 1916 nog geen veran dering viel op te merken en hetwelk ook in dat jaar nog maar in onbelangrijke mate van de duurte had te lijden, ondervond na zfjn toetreding \ tot de oorlogvoerenden direct de gevolgen. Een half jaar daarna bedroeg er de stijging reeds ongeveer 5 i pCt. en was sindsdien, hoewel in niet zoo sterke mate, geregeld toenemend. Overzien we nu den toestand, zooals die zich voordoet tegen het eind van 1918, dan blijkt, dat Nederland (Amsterdam) en Dene marken ten opzichte van vele andere neutrale en oorlogvoerende landen in Europa een zeer gunstige positie innemen. Immers, terwijl in Zweden, Frankrijk, Zwitserland en Engeland de kosten voor voedine toen waren gestegen resp. met ongeveer 230 pCt., 160 pCt., 135 pCt. en 130 pCt., beliep dit cijfer in ons land en Denemarken toen slechts ongeveer 85 pCt. Waar onevenredige loonsverhoogingen een positie op de wereldmarkt zeer moeilijk zouden maken en tot verdere ontwrichting van het oeconomische leven zouden kunnen leiden, kan het van belang zijn, een en ander niet uit het oog te verliezen. Amsterdam, Mei 1919.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl