Historisch Archief 1877-1940
31 Mfi '19, No, 2IM
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
DE
HEEMSCHUTTENTOONSTELLING
door A. W. WEISSMAN, Architect,
Secretaris van Heemschut
Toen, nu acht jaar geleden, de Bond
Heemschut werd opgericht, die zich het be
houden van de schoonheid in Nederland ten
doel stelde, waren er velen, die, ofschoon
dat doel welgezind, toch twflfelden, of het
nieuwe lichaam veel invloed zou kunnen
uitoefenen.
? De Heemschut-tentoonstelling, die door de
goede zorgen van den heer J. W. Qerhard
in het Stedelijk Museum te Amsterdam werd
ingericht, en die van den 25sten Mei toten
met den 151en Juni voor ieder kosteloos
toegankelijk is, bewijst, dat die twijfel geen
reden heeft gehad. Voor deze tentoonstelling,
die beoogt een denkbeeld te geven van wat
er in Nederland en in het buitenland op het
gebied van heemschut, waaronder het be
houden van de schoonheid in den ruimsten
zin wordt verstaan, reeds verricht werd, is
het Bestuur van den Bond den heer Qerhard
ten zeerste erkentelijk. De rijke stof, die
bijeen werd gebracht, is met smaak uitge
stald, terwijl zij tevens zógerangschikt is,
dat de bezoeker bij het genot, dat hQ heeft,
tevens heel wat kan leeren.
De Bond Heemschut zond, behalve zijn
jaarverslagen, de verslagen der Heemschut
conferenties van 1911' en 1913, benevens
verscheidene vlugschriften. De conferenties,
die in 1915 en 1917 hadden moeten gehouden
worden, konden door door de tijdsomstan
digheden niet plaats hebben. Doch in
December van 1919 hoopt men hen, die
in het behouden der schoonheid van Neder
land belang stellen, weder tot een confe
rentie uit te noodigen.
Uit de jaarverslagen blijkt, dat bij den
Bond Heemschut thans 48 vereeniglngen zijn
grooter. Natuurlijk kan van de gemeente
besturen niet worden geëlscht, dat zij zich
met het beoordeelen der ingekomen ont
werpen belasten. In eenige meer aanzienlijke
gemeenten zijn daarom commissies van
deskundigen werkzaam, die de spraakma
kende gemeente schoonheidscommissies"
noemt. Daar echter voor kleine gemeenten
het instellen van dergelijke commissies te
belast is, heeft op de tentoonstelling een
zeer belangrijke inzending. Men ziet daar,
hoe dikwijls een kap verbod fraaie bosschen
en lanen gered heeft, niet slechts door statis
tische ciffers, maar ook door voortreffelijke
fotografiën. Een blijvende boschwet, die de
tijdelijke vervangt, is thans in voorbereiding.
Zij zal een zegen voor Nederland zijn.
Voor het behoud van de schoonheid te
De heer Gerhard is van meening en
ik ben het met hem, die een te dezer zake
bij uitstek deskundig man is, volkomen
eens dat de beste propaganda voor
heemschut in en door de (school kan ge
maakt worden. Helaas moet de heer Qerhard
getuigen, dat er hier te lande in dit opzicht
nog heel veel ontbreekt. Mogen tal van
onderwijzers de tentoonstelling bezoeken,
bezwaarlijk is, behooren provinciale com
missies aan die gemeenten de noodige
voorlichting te geven. Noord-Holland bezit
reeds een dergelijke commissie, dank zij het
initiatief van den Commissaris der Koningin,
jhr. mr. dr. A. Roell. BQ die commissie,
welke te Amsterdam, Sarphatistraat 92,
gevestigd is, kunnen alle gemeentebesturen
van Noord-Holland kosteloos adviezen over
ingekomen ontwerpen en over
uitbreidingsaangesloten en dat er 200 buitengewone !
leden zijn. Als wi] zien, hoe, volgens de
fegevens, die de heer Qerhard vermeldt, de
witsersche heemschut-vereenlging bijna
25000 leden telt, dan is het cijfer der bui
tengewone leden van Heemschut al zeer
gering. Moge de tentoonstelling er toe mede
werken, dit getal te doen toenemen l
De jaarverslagen maken melding van heel
wat schoonheid, die door Heemschut's
optreden behouden werd. Zij spreken ook van
den strijd tegen de ontsierende reclame, die
niet zonder gevolg bleef, daar thans in de
provinciën Noord-Holland, Zuld-Holland,
Zeeland en Limburg de reclame door een
verordening van het provinciaal bestuur is
verboden. Deze verordeningen zQn echter
niet toepasselijk op de bebouwde kommen
der gemeenten. Wel hebben eenige gemeente
besturen reclame-verordeningen uitgevaar
digd, maar juist in de groote gemeenten,
waar de reclame op de ergerl|kste wijze
de schoonheid schendt, ontbreken zij nog.
Het is te hopen, dat vooral Amsterdam,
's-Qravenhage en Rotterdam spoedig een
reclame-verordening mogen vaststellen, op
dat dit voorbeeld ook de kleinere gemeenten
opwekke, er een te maken.
Heemschut wil niet slechts bestaande
schoonheid bewaren, maar ook het tot stand
komen van nieuwe schoonheid bevorderen.
Daarom ijvert het ervoor, dat de gemeenten
in hare bouwverordeningen de zoogenaamde
welstandsbepaling" opnemen, waardoor het
mogelijk is, het verwezenlijken van ontwer
pen voor gebouwen, die niet aan de eischen
der schoonheid voldoen, te beletten en dus
ontsiering te voorkomen.
Het getal der gemeenten, die de .wel
standsbepaling" aanvaarden, wordt steeds
llllllillllllllllliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiimiiiiiiiiim
Wlth the Zlonists in OallipoU, door
Luitenant-Kolonel J. H. PATTERSON.
I
De Man. Cairo. Het Continental Hotel.
En ik wacht. Ik wacht al meer dan tien
dagen. En niemand weet waarom ik wacht.
En ik kort mij de lange dagen lezend,
schavend, pratend. Een middag samen met
den jongen Joodsch-Egyptlschen dichter
Georges Cattani in de leeszaal. Ik word
voorgesteld. Den naam hoor ik niet goed.
' Maar ik hoor zooveel namen van menschen,
die ik toch nooit weer zal zien. Maar den
Man zie ik heel goed. Een slanke, sterke
gestalte. Zijn gezicht open en eerlijk. Zijn
oogen sterk en fel. Hoe oud ? Dat weet ik
niet. Maar de vrienden zeggen, dat hij elke
tien jaar tien jaar jonger wordt. Als hQ
afscheid neemt, vraag ik zfln naam. Wel,"
zegt Georges Cattani: 't was kolonel
Patterson, van 't Zionistische corps op
Gallipoli." Ik had het moeten weten! Maar
't hindert niet. Kolonel Patterson logeert in
hetzelfde hotel. Wij zien elkaar weer. Rn
het is mij een groote ontroering den aan
voerder te zien van de eerste Joodsche
legerscharen, die sinds den Romeinschen
tijd, als gesloten eenheid optraden. Zelf
geen Jood, heeft kolonel Patterson een groote
genegenheid voor het Joodsche Volk en
voor zijn Joodsche Soldaten. Wanneer wij
scheiden, geeft hl) mij als aandenken zijn
boek over het Joodsche Bataillon op Gallipoli.
Voor een deel had ik het boek al in het
Hebreeuwsch gelezen. Het Hebreeuwsche
plannen krijgen. Weldra zal, op aanstichting
van jhr. G. de Qraaff, Inspecteur der Volks
gezondheid, ook in de provincie Zeeland
een dergelijke commissie worden ingesteld.
Voor de provinciën, waar een dergelijke
commissie nog niet bestaat, zal binnenkort
de Bond Heemschut met steun van het Rijk
een advies-bureau oprichten, waar de ge
meentebesturen kosteloos adviezen, omtrent
al wat de schoonheid betreft, kunnen
inwinnen.
Het beschermen van de schoonheid in de
natuur is een der voornaamste punten op
het werkprogramma van den Bond. HQ heeft
hierbij een krachtigen strun in de
Vereenlging tot Behoud van Natuurmonumenten
in Nederland, wier prachtig werk de
algemeene waardeering ondervindt. Deze
vereeniging toont op de Heemschut-tentoon
stelling afbeeldingen van sommige gedeelten
van het beschermde gebied, dat reeds meer
dan 1000 hectaren groot is.
Groote sommen heeft deze vereeniglng
bijeen weten te brengen om fraaie ge
deelten van Nederland, die anders aan de
baatzucht ten offer zouden zijn gevallen, te
koopen en dus voor tijdgenoot en nageslacht
te bewaren. Doch het was haar natuurlijk
onmogelijk, alle bosschen en lanen in eigen
dom te verkrijgen, die, toen de oorlog de
prijzen van het hout bovenmatig had doen
stijgen, door den bijl werden bedreigd. Toen
heeft Heemschut op wettelijke maatregelen
aangedrongen; als gevolg van dien aandrang
kwam de nood-boschwet" tot stand, die
den Minister van Landbouw de bevoegdheid
gaf, door kapverbod het schend f n der
schoonheid te beletten.
Het Staatsboschbeheer te Utrecht, hetwelk
met de toepassing van de nood-boschwet"
llltlllilllllllllllllliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiilliilliiiiili
weekblad Nieuws uit het Land" brengt het
als feuilleton.
II
Het Boek is natuurlijk als de Man. Stout
en sterk. Open, eerlijk, fel en spottend.
Voor mij zijn de aardigste hoofdstukken:
Formation of the Zion Mule Corps"; The
Zion Mule Corps lands in Gallipoli"; How
Zion Mules upset Turkish Plans" en
Recruting in Egypt". Hij heeft heel wat landen
en legers gezien: Indlë, Zuid-Afrika, Ame
rika, Duiischland, België, Spanje, deze Man,
die in den Boerenoorlog binnen acht maan
den van luitenant klom tot luitenant-kolonel!
Waarom heeft hij in dezen oorlog minder
voordeelig gediend? Was hij te critisch?
Spottend te fel?
Het boek dateert van 1916. Geen voor- i
deelige dagen voor de geallieerden. Toch
blflft hij onwankelbaar overtuigd, dat Enge
land winnen zal (blz. 13), zelfs goed winnen
zal (304?305) door zijn heerschappij ter zee.
Fel is hij tegen de Duitschers. Maar de
Turken zijn eerlijke, open soldaten, zonder
Duitschen invloed tot geene wreedheden In
staat (blz. 49, 188, 200, 293).
Er is veel critiek in het boek. En veel
spot. Het pleit voor de Engelsche vrijheid,
dat het eenen Engelschen dienenden officier
mogelijk is geweest zoo een boek uit te
geven. In Duitschland toen volstrekt onmo
gelijk. Critiek tegen de zorgeloosheid ten
aanzien van de Duitsche onderzeeërs (161
165), gebrek aan munitie (180?181), onprak
tische wijze van aanvallen (194), tegen den
staf (249), verkeerd gebruik van de menschen
(265), legerbureaucratisme (283).
Van aardige, spottende verhalen is het
botk vol. De Man en zijn Boek.
Buitengewoon veel lof heeft kolonel Pat
terson over voor de dapperheid van zijn
Joodsche soldaten. Velen hunner zijn eervol
vermeld. Verscheldenen hunner waren Rus
sische onderdanen. Kolonel Patterson heeft
Overzicht van de tentoonstelling
Amsterdam waken het Genootschap
Amstelodatnum en de Commissie voor het
Stadsschoon, die beiden door jaarverslagen en
afbeeldingen op de tentoonstelling ver
tegenwoordigd zijn.
Van de oude huizen, op deze afbeeldingen
voorgesteld, zijn er reeds verscheidene aan
gekocht door de Vereeniging Hendrick de
Keyser, die voor de monumenten onzer
bouwkunst wil doen, wat de Vereeniging
tot behoud van Natuurmonumenten op haar
eigenaardig terrein verricht. Dit is de eenige
afdoende monumentenzorg".
Belangrijke inzendingen zijn die van de
Nederlandsche Reisvereeniging, van den
A. N. W. B., Toeristenbond voor Nederland
en van de Algemeere Nederlandsche Ver
eeniging voor Vreemdelingenverkeer. De
eerste geeft een overzicht van wat voor het
bevorderen van de reislust" in Nederland
gedaan wordt, de tweede zond fotografiën
van hare onvolprezen wandelwegen en de
vier prachtige deelen van Ons eigenland",
trrwijl de derde door fraai uitgevoerde
afbeeldingen onzer ou e gebouwen zien laat,
hoeveel karakteristieke schoonheid er nog
in Nederland aanwezig is.
Behaive van ons vaderland bracht de heer
G;rhard ook veel belangrijks van Duitsch
land, Zwitserland en de Vereenigde Staten
bijeen. Hieruit blijkt, dat in deze landen de
belangstelling voor de heemschut-beweging
veel grooter is, dan bij ons.
Dat er een nauw verband behoort te be
staan tusschen heemschut en volkshuisves
ting, zal men den heer Gerhard moeten toe
geven. Hoe zal er liefde" zoo zegt hij
voor het heem, den geboortegrond, het
vaderland, gewekt kunnen worden bij men
schen, die in bedompte, onreine woningen
hun leven moeten doorbrengen?" Inderdaad,
dat is onmogelijk. Doch de gezonde en
frlssche woningen, die men thans
noodzakelQk acht, behoorin ook een goed uiterlijk
te hebben. Zij moeten niet door goedkoop
ornament worden opgesmukt (?), doch door
hun eenvoudige vormen en schoone verhou
dingen een lust voor het oog zijn. En dat
dit mogelijk is toonen de afbeeldingen der
tuindorpen, op de tentoonstelling aanwezig.
Fin GE. mm
Filiaal AMSTERDAM
Jacob Obrechtstraat 26. - Telefoon Z. 2507
Vraagt onze Voorraad i ijst
denRusslschen consul te Alexandrië uitvoerig
geschreven over de heldendaden der
RussischJoodsche soldaten van zijn corps. Men vindt
dien brief, samen met andere merkwaardige
brieven, in het Aanhangsel".
Slechts ne opmerking: de beteekenis
der Macaabeeën is den schrijve r niet geheel
duidelijk. Zij streden niet tegen de Romeinen.
Het laatste Joolsche leger vinden -ve in den
tijd van Bar-Kochba, omstreeks 135 n. Chr.
III
De Man. Jerusalem. Het Russische
domein. Thans bj de Engelschen in gebruik.
Op het zonnige plein sta ik te praten met
eenen Eigelschen officier. Er gaan een
aantal soldaten voorbij, die ik voor
BritschIndiërs aanzie.; Ik zeg: Wat) een| kerels,
hè, die Indiërs?" Maar een van de kerels
heeft het gehoord. Hij h*eft zich al omge
keerd. Hij lacht: Maar ik ben geen Indiër,
ik ben een Jood, van Malta." Hij is een reus
van een jongen. Waar hij dan gediend heef t?
In het Zionistische Corps op Qallipoli. Maar
dan kent hij zeker kolonel Patterson wel ?
Zijn kranige snuit wordt n vreugd. Zou
hQ kolonel Patterson niet kennen ? Zijn eigen
beste, trouwe cht.f? Door vuren zijn de
mannetjes voor hem gegaan. HIJ is heel
verheugd te hooren, dat ik den kolonel ook
ken. Hij schrijft zijn naam en een paar
woorden op een naamkaartje, dat ik den
kolonel sturen zal. De Man en het Boek:
open, eerlijk, spottend, fel. Maar de held
van zijn soldaten.
In het Boek van mijn Kwatrijnen heeft
kolonel Patterson dit:
Voerder van de eerste Joodsche legerscharen,
Die de Geschiedenis sinds eeuwen zag,
Dank voor 't verhaal hoe dapper mijn
genooten waren,
In de loopgraven en in den openen slag.
J A C O 13 I S R A h L DE HAAN
om, als zij gezien hebben, wat hun Dultsche
en Zwltsersche vakgenooten in die richting
doen, ook te trachten, iets ten bate van het
behoud der schoonheid in Nederland te
verrichten! Zij zullen dan opvoeders der
jeugd in den besten zin zijn.
De plakprenten, die de jeugd zooveel
aangename ontspanning geven, worden in
Duitschland aan het bevorderen van heem
schut dienstbaar gemaakt. Misschien zijn de
voorbeelden, die de tentoonstelling laat zien,
als de albums, die door de samenwerking
van Jac. P. Thijsse met de Firma Verkade & Co.
te Zaandam'ontstonden, of als Boon's Albums
met tekst van P. Teunissen, Honigs
MaizenaAlbum .Mooi Nederland", de afbeeldingen
van vogels en visschen der Firma van
Houten & Co. en de Albums uit het Stedelijk
Museum te Amsterdam der Firma Van
Witzenburg.
Ook de kalenders, die men op de tentoon
stelling ziet, verdienen de aandacht. Er zijn
er vooral uit Duitschland en Zwitserland.
Wel voldoen zij niet alle aan de eischen,
die men in Nederland zou stellen, doch het
denkbeeld is goed en ook hier valt voor
onze uitgevers ten bate van heemschut wel
wat te doen.
Eindelijk moeten nog vermeld worden de
talrijke plaatwerken, tijdschriften en boeken,
die de tentoonstelling te bezichtigen geeft.
Ieder vindt daarbij zeker iets van zijn gading,
Oude, maar vooral hedendaagsche kunst
zijn daar vertegenwoordigd door werken uit
Nederland, Engeland, Amerika, Frankrijk,
Bohème, Duitschland en Zwitserland.
Onder de Nederlandsche werken noem ik
die van H. van der Kloot Meyourgr, van
J. H. W. Leliman, van B. von Brucken Fock,
van D. J. van der Ven, van dr. H. P. Berlage
en van Brledéals bijzonder belangrijk. Uit
Engeland ziet men veel over het thans zoo
actueele onderwerp der tulnsteden. Ook de
Amerikaansche landhuizen verdienen de
aandacht.
Hoe Frankrijk zijn verwoeste streken wil
herbouwen ziet men in La Maison des
Pays de France" van Léandre Vaillat; hoe
Duitschland het doen wil leeren Grundlagen
für das Bauen in Stadt und Land" door den
Bund Heimatschutz."
In dit kort bestek kon slechts een zeer
onvolledig overzicht gegeven worden van
wat de tentoonstelling te aanschouwen geeft.
Mogen velen zich opgewekt gevoelen, om
naar het Stedelijk Museum te gaan, en daar
kennis te maken met de schoonheid, die
niet geheel naar den hedendaagschen
Nederlandschen smaak. Maar voor een jong kun
stenaar en een ondernemend uitgever zou
ook bij ons in dit opzicht zich een veld
ter bearbeiding kunnen open.
De afdeeling Heemschut en
Wandeltoerlsme", die de heer Gerhard op de Ten
toonstelling inrichtte, is zeer bezienswaardig.
Want er is geen beter middel om zijn land
te lerren kennen en liefhebben, dan het
wandelen. In Zwitserland en In Duitschland
wandelt men veel. Daar wordt het wandelen
van de jeugd niet slechts bevorderd door
de school, maar ook door vereenigingen.
Met groote waardeering maakt de heer
Gerhard melding van wat de A. N. W. B.,
Toeristenbond voor Nederland, ten bate der
heemschut-beweging deed door het openen
harer bekende wandelwegen.
Dat ook heemschut en weldadigheid ver
bonden kunnen worden bewijst Zwitserland.
Daar wordt, zoo door Pro
Juventute-postzegels" als door prentbriefkaarten, waarop
schoone gezichten uit Zwitserland zijn voor
gesteld, te verkoopen, een belangrijk bedrag
verkregen, dat ten bate der jeugd strekt.
De som, die op deze wijze bijeenkwam,
beloopt reeds meer dan een millioen francs.
Heemschut strijdt tegen de ontsierende
reclame, doch is daarom nog niet tegen
alle reclame gekant. Er bestaat zelfs een
reclame, die het gaarne ziet, namelijk de
plaatjes, die door sommige firma's verspreid
worden, om de schoonheid van een land
in ruimen kring bekend te maken. De heer
Gerhard heeft veel op dit gebied bijeen
weten te brengen, zoo uit Nederland als uit
het buitenland. En uit wat hij toont, blijkt
dat ons vaderland hier aan de spits staat.
Want nergens vindt men iets zoo fraais
IIII911IIIIII1IIMMII1IIIIIII1I
iitiiimiimimimt
De Tarweprinses, door JEAN WEBSTER;
geïllustr. door FELIX HESS; vertaald
dOOr A. QUARLES DE QlJARLES.
Amsterdam, van Holkema en Warendorf.
Efn vriend zei mij: .,The Wheatprmcess
is het beste boek van Jean Webster". Ik
vroeg of het dan beter was dan Dgddy
Long Legs en The John Grier Home. Het
Is heel anders", was het antwoord.
Inderdaad is het het heel anders en toch
herkent men in de Tarweprinses de beste
eigenschappen der schrijfster: haar levendige
verhaaltrant, haar fijne psychologie, ook
haar stille humor. Misschien staat de Tarwe
prinses boven de twee genoemde door de
knapper geronden verwikkeling en door de
contrasten tusschen het leven en de denk
wijzen van eenerzijds de r||ke Amerikanen,
die het oude Italiaansche kasteel betrekken
en aan den anderen kart die der omwonende
boeren en van het Italiaansche volk. Het
was zeker een aardige en gelukkige vondst
van Jean Webster de dochter van den
Amerikaanschen tarwekoning", die de
wereldmarkt van het graan beheerscht en
door terughouding in tijden van schaarschte
groote winsten maakt, het kasteel te
laten betrekken van den slechten Prins",
die daar twee eeuwen geleden werd ver
moord omdat hQ in Italië destijds dezelfde
praktijken had toegepast. De geschiedenis
herhaalt zich, ook in dezen zin dat ook nu
weer de Amerikaansche Miss Copley gevaar
loopt, wanneer het volk hoort welken rol
haar vader speelt. Zij zelve weet daarvan
nog niet; als zij 't verneemt ontwaken in
haar diepere gevoelens, dan zij tot nog toe
kende. Zoo leert zij ook den aanvanke
lijk raadselachtigen gezantschapssecretaris
Sijbert in eer. ander licht zien en wrndt
zich meer en meer af van den jongen
schilder, tot wien zij eerst zich sterk aan
getrokken voelde omdat hij alleen voor de
schoonheid" leeft Maar dit alles
benog overal aanwezig is, doch die zou ver
loren gaan, wanneer niet in tijds gestreefd
werd, om haar te behouden. Die taak heeft
de Bond Hremschut voor Nederland op zich
genomen. Wie den Bond daarbij steunen
wil, kan zich als Buitengewoon Lid tegen
f 2.50 per jaar opgeven aan het Secretariaat,
Heerengracht 247 te Amsterdam.
Ik hoop, dat velen zich daartoe geroepen
zullen gevoelen.
005TER5EEK
hoort tot het romannetje, dat door het heele
verhaal heenspeelt en dat heel knap
samengeweven is met de geschiedenis van
Italië in Umberto's eerste regeerir gsjaren.
Ik zal het genoegen van den lezer niet be
derven door dat romannetje hier na te ver
tellen. Jean Webster moet Italië het land
van toen goed htbben gekend en in de
eigenaardige volksmentaliteit diep zijn door
gedrongen om dit boek te kunnen schrij ven.
En zij hetft veel verven op haar rijk palet:
zij geeft ons het landschap in verschillende
kleuren. Het onweder in de bergen; de
Campagna met haar afwisselenden aspecten;
de dagen van regen en van brandende
zonnewarmte... het is de heele schaal, de
gansche gamma.
Zoo is dan De Tarweprinses een zeldzaam
aantrekkelijk boek, dieper en f ij r er dan dat
andere Italiaansche werk van Jean Webster.
Jerry, dat ik destijds ook hier besprak en
dat meer zuiver als amusant is bedoeld, als
een blijde lach, terwijl in De rarweprinses
de bange nood van het hongerende volk
gromt. Op dien donkeren achtergrond
teekende de schrijfster de eerst lichtende
silhouette van het zorgelooze, schatrijke Ameri
kaansche jonge meisje, maar zij leidt haar
door den drang der gebeurtenissen tot
dieper inzicht. Toch beseft de Amerikaansche
dat noch zij met haar geld, noch Sybert
met zijn goede bedoelingen en zijn warme
liefde voor het land, dat hij als zijn tweede
vaderland beschouwt, Italië kan helpen.
Itali* fara da se! Er is een onoverbrugbare
kloof tusschen de nationaliteiten.. Gedachten
als deze dringt de schrflfster ons nirt op;
zij ontwikkelen zich uit haar boek, dat een
echte roman is, maar toch ook zooveel meer:
een boek vol ideeën; vol strijd ook. Daarbij:
elegant en vlug geschreven. Knap en aan
trekkelijk.
S M ! S S A E R T