De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 31 mei pagina 8

31 mei 1919 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 31 Mei 19. No. 2188 DE HERDENKING VAN HET 300JAR1G BESTAAN VAN BATAVIA door A. DE BRACONIER Werd In Indië het feit van de stichting van Batavia, tot in het einde der l8e eeuw geregeld herdacht en sinds 1619 in het generael rendez-vous" der Edele Compagnie, op den 30en Mei van elk jaar n luisterrijk feest gevierd, in Nederland heeft men zich gedurende den loop der eeuwen, maar al te weinig rekenschap gegeven, van welk een groote beteekenis de grondlegging van het Nederlandsche gezag in het verre Oosten, zoowel voor Nederland, als voor Indië, is geweest. Nu bij de herdenking van het 300-jarig bestaan van Batavia, dit heuglijk feit in Nederland bQzonder wordt gereleveerd, ver dient een nadere beschouwing van de be teekenis en de ontwikkelingsgeschiedenis van deze stad, alle aandacht. Sinds |an Pletersz. Coen zijn lastgevers, den Meeren XVII, kon schrijven, dat hij voet en dominie", in het land van Jacatra had verkregen, was Batavia niet alleen de plaats, vanwaar de rQkbeladen retourvloten huiswaarts zeilden en kostbare gezant schappen, ter verkrijging van handelsvoordeelen, naar machtige Aziatische heerschers werden gezonden, doch voornamelijk het centrum, van waaruit het Nederlandsche gezag over den geheelen Indischen Archipel werd gevestigd. Van Batavia begint de Victorie! Door krachtdadige maatregelen en ten koste van vele offers, wist de Edele Com pagnie zich een groote machtspositie in de Indien te veroveren, ten spijt van haar Europeeache mededingsters en de Inlandsche vorsten. Een krachtig en bloeiend moederland, meetellend in de statenrQ van het Westen en waarin zelfs de Europeesche politiek werd vastgesteld, en als een onmiddellijke weerkaatsing, in het verre Oosten een steeds grooter worden van de Nederlandsche in vloedssfeer, waardoor het oranje, blanje, bleu, tot zelfs in het rjjk van de rijzende zon wappert. Een langzaam verval en de inzinking van de eertijds zoo machtige Republiek der Vereenigde Nederlanden, gaat gepaard met den achteruitgang van de O. I. Compagnie; bezitting na bezitting wordt prijsgegeven, die voorheen als kostbare edelsteenen in den schitterenden kolonialen diadeem hadden gefonkeld. Zoo is vór 1800, de wisselwerking tusschen Nederland en Indië steeds geweest De O. I. Compagnie verdwijnt, haar octrooi wordt opgeheven en met al de schulden overgenomen door de n en ondeelbare Bataafsche Republiek. Het Koninkrijk Holland, het aanslibsel der Fransche rivieren, wordt bij het mach tige Keizerrijk ingelijfd (la Hollande est Ie complement de l'Empire) en de NederlandBatavia in 1629 sche bezittingen in Azië vallen in handen der Engelschen. Nederland in knechtschap, Batavia, de roem der Batavieren, de zetel van het be stuur van den genialen Raffles. Doch na Neêrland's herstel, is het den Souvereinen Vorst en Koning, wien bij uitsluiting" het bestuur over de Koloniën Wordt opgedragen en zfjn het weder Neder landers, die in zijn naam, het gezag der Engelschen overnemen, zoodat de driekleur, als van ouds, van het stadhuis te Batavia wordt ontplooid, ten teeken, dat het kleine Holland weder zijne taak als groote koloniale mogendheid heeftop genomen. Thans moet Indië het berooide Nederland steunen en helpen, de batige sloten" vloeien, dank zQ het cultuurstelsel, ruim toe en het is vanuit Batavia, dat alle maatregelen worden over wogen en genomen, om het zieke moeder land, weer op de been te helpen. Nederland herstelt; doch in Indië, wordt na een lange periode van lauwheid en onverschilligheid, eerst onder het bestuur van den Gouverneur-Generaal van Heutsz, (1904-1909) n Ned.-Indisch gemeenebest gegrondvest, waardoor het Nederlandsch gezag, tot zelfs in de diepste sehuilhoeken der z.g. Bulten-Bezittingen wer kelijkheid wordt. Nederland is daardoor de tweede koloniale mogendheid der wereld gebleven en haar internationale positie, in de rq der naties, bevestigd geworden. Doch Batavia, steeds is het Batavia geweest, waarin zich de heerschappij van Nederland ia Indië weerspiegeld heeft en de hartslag van den Nederlandschen stam duidelijk hoor baar was. En zoo moet ook Batavia worden gezien, gedurende den loop der eeuwen heen, als het bolwerk van het Nederlandsch gezag, de sluit-schakel van den gordel van smaragd, als de hoek steen van het paleis, dat thans Insulinde genoemd wordt. De herdenking van de stich ting van Batavia brengt de be langrijkheid van Indië voor Nederland, zoowel uit een na tionaal als internationaal standpunt, scherp naar voren. Batavia heeft zich als stad sinds haar 300-jarig bestaan merkwaardig ontwikkeld. Bezong men Batavia, uit den Compagnlestfld, de oogelijn van Indien", aldus: .Zoo leit Batavia, de roem der Batavieren, En spiegelt haar paruik in d'ongebaande zee", haar ligging in de onmiddellijke nabijheid dier ongebaande zee, heeft haar meer kwaad dan Roed grdaan. En toch, was Batavia juist in de 17de en Batavia. Gouvernementsgebouwen Weltevreden. links; Noordwyk rechts 'NEK DE TANDHEELKUNDE ALS FAC TOR DER VOLKSGEZONDHEIDS VERZORGING door A. L. J. C. VAN HASSELT Tandarts, Dr. dent. surg. De heer A. L. J. C. van Hasselt, heeft, daartoe door de A m s te r dammer" uitgenoodigd, onder staand (rtikel ge schreven over Tand heelkunde.Hij is Voor zitter van de Mij. tot bevordering der Tandheelkunst, vicevoorzitter v in het Nederlandsih Tand heelkundig Genoot schap en vice-voorzitter van de Verecnlging tot bestrijding van het Tandbederf. De schrijver van dit artikel Memento oris" Gedenkt den mond" Evenals de heelkunde, de chirurgie, in den loop der tijden zich heeft ontwikkeld en opgewerkt van een meer of minder ge minacht onderdeel der geneeskunde tot een van hare meest belangrijke specialiteiten, zoo is thans de tandheelkunde bezig eene soortgelijke evolutie te doorloopen. Ver schillende verschijnselen, welke men in de laatste jaren heeft kunnen opmeiken, wijzen er op hoe in groeiende mate en in steeds grooter wordende kringen van ons volk het besef is ontwaakt van de beteekenis van den gezonden mond en het gave gebit voor den algemeenen gezondheidstoestand. De redenen na te gaan waarom dit in zicht niet reeds veel eerder is gekomen en niet allang gemeengoed is geworden, valt buiten het bestek van dit artikel, doch, dat het aanzien der tandheelkunde en dat harer beoefenaren dienovereenkomstig noodwen dig moest lijden ligt voor de hand. En zelfs thans nog, al erkennen wij direct grooten vooruitgang, zijn er menschen, en niet alleen onder de minder ontwikkelden, die in den tandarts voornamelijk dengene zien, die in staat is hen van de gruwelijke pfln af te helpen (als de huismiddelijes niet meer baten) en hun uiterlijk te verbeteren wan neer de gevolgen van het tandlijden al te zeer in het oog springen. Zij schijnen nimmer te hebben nagedacht over het eenvoudige feit, dat onze mond het voorportaal is van onzen inwendigen men?ch, waar al het vaste en vloeibare voedsel het welk wij tot ons nemen door gaat, voor het zijn nuttige werking op ons lichaam kan uit oefenen. Wel verlangen zij, zeerterecht.dat de voedingsmiddelen die zij koopen deug- i delijk en zuiver van samenstelling zijn en ' eischen ze chemische en bacteriologische controle op alles en nog wat, maar on die zelfde spijzen in de mondholte eene innige vermenging te doen ondergaan met allerlei ongerechtigheden, rottende sprjsresten van ! vroeg're maaltijden, etter van zieke tandwortels afkomstig en met legio bacteriën, welke de een of andere ziekte kunnen ver oorzaken en die in den onzuiveren, zieken mond zulk een ideaal voedingsbodem vinden, daarvoor deinzen ze volstrekt niet terug. Ook hebben ze blijkbaar nooit geweten, dat een tand niet is een dood stukje been, maar een stuk leven, dat door bloedvaten en zenuwen ten nauwste samenhangt met ; de rest van het lichaam ei dat de ziekelijke aandoeningen ervan gevolgen kunnen h faben voor het gansche organisme van den meest ernstigen aard. Kwamen de ziekten der tanden en mond holte nu slechts sporadisch voor, het algemeene belang ervan zou van ondergeschikte beteekenis kunnen zfln. Helaas, dit is nift het geval. Een van de ziekten, de tandcarics (tandbederf, wolf) is de meest verspreide volksziekte. Geen 10 pCt. der volwassen bevolking blijft ervan verschoond en zelfs bij schoolkinderen, dus die van 6 tot 13 jaar, bleek, volgens onderzoekingen in den Haag verricht, dat 78 pCt. aan cariës lijdende was en dat van het geheele aantal aanwezige tanden 21 pCt., dus meer dan 1/5 gedeelte, carieus was. BQ volwassenen bedroeg dat aantal zieke tanden 30 pCt. Brengen we de bovengenoemde feiten met elkaar in verband, dan is het te begrQpen dat een wereldvermaard chirurg als de Amerikaan dr. Charles Mayo in eene lezing over algemeene lichaamsziekten in verband met plaatselijke infecties uitriep: De eerst volgende groote stap op den weg der medische vooruitgang en der preventieve geneeskunde zal door de tandartsen moeten worden gedaan." Wat een d-rgelijke uitbreiding eener ziekte beteekent voor de volkswelvaart is niet moeilijk in te zien. Het verlies aan arbeids dagen, aan uitkeeringen wegens ziekten tengevolge van tandaandoenlngen, aan onvoldoend vermalen voedsel enz. bedraagt zooveel, dat daarom alleen al elke maat regel die beoogt het kwaad in den grond te bestrijden de ernstigste overweging ver dient. Wanneer wij de vraag willen beantwoorden welke maatregelen er genomen kunnen worden om een einde te maken aan den treurigen toestand op het gebied der mond- en tandhyg ene, dan moeten wij wel onderscheiden. Onder het tegenwoordige geslacht, voor zoover het den schoolleefiijd achter den rug het ft, waar de uitbreidirg der landziekten reeds zulke afmetingen heeft aangenomen als ik boven aangaf, zal elke poging om op eenigszins a/doende wij e verbetering aan te brengen, moeten afstuiten op de groote geldelijke offers, die zoo iets zou eischen, alsmede op een niet minder groot gebrek aan bevoegde krachten om de noodige hulp te verleenen. Doch dit mag ons natuurlijk niet weer houden te trachten thans reeds, zooveel in ons vermogen is de ergste gevolgen der tandziekten te voorkomen. En dan heeft men in de eerste plaats zijn aandacht te richten op goede tandheelkundige hulpver schaffing in de ziekenfondsen. Wanneer de wetgever maar eenmaal genoegzaam door drongen zal zijn van het groote sociale belang, dat er mede gepaard gaat, zal hij zeer zeker de noodzakelijkheid inzien van het opnemen in de komende aanvullings wetten der ziektewet van den elsch tot het verstrekken van tandheelkundigenaastandere geneeskundige hulp. De extra kosten die deze met zich brengt zullen, mits een goed systeem en flinke organisatie worden toe gepast, zoo geducht meevallen, dat de groote voordeden die er anderzijds tegen over staan er ruimschoots tegen zullen opwegen. Ook in leger en vloot vindt de tandarts een uitgebreid arbeidsveld, zoowel in oorlogs-(kaakverwondingen) als In vredestijd. Gedurende de mobilisatiejaren zijn onze legerautoriteiten hiervan doordrongen ge worden en werden er een 20-tal tijdelijke militaire tandartsen aangesteld. Dit aantal was natuurlijk veel te gering in verhouding tot het groote aantal hulpzoekenden, ter wijl hunne organisatie en positie zeer veel te wenschen overlieten. G:en wonder dan ook dat de hulp die ze konden verleenen zich in het algemeen beperkte tot de meest elementaire poliklinische en men van het nieuwe instituut moeilijk als een succes kon spreken. Het is te hopen dat de opgedane ervaring en de adviezen die hen ten dienste staan door de autoriteiten zullen gebruikt worden om de straks in het leven te roepen nieuwe regeling n in militair n in tand heelkundig opzicht beter aan het doel te doen beantwoorden. Verder zal het ver strekken van goede tandheelkundige hulp aan de arbeiders en beambten in groote bedrijven niet alleen die personen zelve, maar ook het bedrijf ten goede komen. De wijze waarop dit in Amerika en elders geschiedt kan hier tot voorbeeld dienen. Zoo heb ik daneenige wegen aangewezen waarlangs, buiten de gewone particuliere behandeling, het mogelijk is breede lagen van ons volk op niet al te kostbare wijze te helpen. Een denkbeeld, dat wel meer is geopperd en onlangs weer door den heer Henri Polak in 't Algemeen Handelsblad is bepleit, wil ik hier nog even bespreken. De heer Polak betoogt de wenschelijkheid dat aan de Amsterdamsche Universiteit ge legenheid wordt geschapen voor volledige studie in de tandheelkunde, waardoor men de beschikking krijgt over de noodige klinieken, werkplaatsen, hoogleeraren, lec toren, adsistenten, gevorderde studenten, technisch personeel enz. En een van zijne argumenten, ja, ik geloof wel het voor naamste, is dat dan de hoofdstad, waar toch een tiende van de geheele bevolking des lands gevestigd is, tot op zekere hoogte voldoende tandheelkundige hulp zal erlangen, DE KLOET Teekenlng voor de Amsterdammer,, van George van Raemsdonck Rampspoedige Eeuw!1 flIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHHIIIIIIIIIII 18de eeuw, de typische oud-Nederlandsche stad, met haar poorten, grachten en bruggen, zoomede de in vaderlandschen stijl gebouwde huizen, gebouwen en kerken. De heerlijke thuynen" der rflke Compagnie's dienaren en vrije burgers, die weelderige lust verblijven, getuigden van een pracht en verfijning, welke den vreemdeling tot be wondering dwongen Hoort, hoe Jan de Marre den lof van Batavië, in zijn zes boeken bezingt en hij een gezicht op de beroemde Tijgers-gracht teekent: De Tflgersgracht waarop Batavië mag roemen, En zich om dit sieraad de pronk van 't Oosten noemen, uiiiiiiittiniimitttiniiiiiinimiiiiniiiunititiiimmttitnii 'iitiiiiiiiiiiiui NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP MotordienstvanTetenburg DAGELIJKSCHE MOTORDIENST UTRECHT LEIDEN DEN HAAG DELFT Vleutensclieweg. UtrechtscheveerZfi. FynjékadtS. HiuttuiainS VICE-VERS A iimiimiiMiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiii iiiiniiiiiiiiiiii waarvan wellicht ook de steden en dorpen, in een wijden kring om de stad gelegen, zouden kunnen profiteeren. Met alle appreciatie van zijne goede en sympathieke bedoelingen (en de al of niet wenschelijkheid van een Amsterdamsen instituut naast dat aan de Rijksuniversiteit te Utrecht om andere redenen geheel in 't midden latende), moet ik den heer P >lak toch deze illusie ontnemen. Uit een oogpunt van hulpverschaffing aan on en minver mogenden, waarbij men wil uitgaan boven de meest eenvoudige klezentrekkerij, zijn dergelijke inrichtingen van onderwijs grheel en al ongeschikt en de practlsche resultaten van uiterst geringe beteekenis. De ervaring van de docenten en oud docenten aan het Utrechtsche Instituut laat hieromtrent geen twijfel over. Iets anders, wat m.i. wél toejuiching verdient, zou zijn wanneer men aan alle universiteiten bekwame leerkrachten aanstelde om aan de medische studenten de zoo hoog noodige kennis bij te brengen van de eerste eischen eener rationeele mond- en tandhygiëne benevens de meer eenvoudige en elementaire begrip pen der tandheelkundige diagnostiek en therapie. Juist waar de moderne mondhygiënist zoo'n groote waarde toekent aan den invloed der voeding op het ontstaan van cariës xou de huismedicus door raad gevingen en aanwijzingen omtrent het dieet vooral bij kinderen, doch ook bij ouderen, onschatbare diensten kunnen bewijzen. En voor de bevolking van die plaatsen waar specialistische hulp moeilijk tekrQgen is (ik denk hier aan het platte land, aan kleine garnizoenen, ook aan Indië buiten de hoofdplaatsen) zou eenige meerdere kennis bij den arts van de diagnostiek en therapie der meest voirkomende tandaandoeningen van groot belang kunnen zijn. * Wil men echter met ernst en met kans op de meest gunstige resultaten den strijd aanbinden tegen het tandbederf en zijne gevolgen, dan staat er maar een weg open. Dan moet al ons streven erop gericht zijn het ontstaan en de uitbreiding der ziekte tévoorkomen. Doch het voorkomen kunnen we slechts doen bij hen, waar het kwaad of nog niet is opgetreden, of slechts in die mate, dat Ingrijpen ter verhoeding van een zich-verder-versprelden nog met groote kans van slagen mogelijk Is, dus in de eerste plaats bij de kinderen. De middelen die wij daarbij moeten ge bruiken zijn: Ie. opvoeding en voorlichting en: 2e. tijdige, behandeling. In woord f n in geschrift, in lezingen voor volksuniversiteiten, in vereenigingen als 't Nut, 't Groene Kruis en dergelijke, op kweekscholen voor onderwijzers, op huis houdscholen enz. enz. moet steeds weer gewezen worden op het groote belang van eene goede mondverzorging en wat hier voor moet worden gedaan en wat nagelaten. Dan kunnen ook op de lagere school en in het huisgezin d*ze voorschriften worden besproken en in praktijk gebracht bij onze kinderen en zal langzamerhand het begrip ?iimiiiiiumiliiiimiii iiiiiiiimmiMiiimi'iiiiiiiiiiiiiii Werd' van ons eerst beschouwt, daar zij, zo rijk bevrucht, Een reeks Paleizen trots doet stijgen in de lucht". Het kasteel, de zetel der Hooge Regeering, met zijn punten Diamant, Peerle of Paarl, Saphier en Rjbijn en de omliggende fo'ten en scharsen, maakten van de stad Batavia een geduchte vesting, zoodat het mogelijk werd, de belegeringen van 1628 en 1629 te doorstaan. Bitavia, de koningin van het Oosten, was echter ook het graf der Westerlingen en het duurde eerst tot de komst van den don derenden Maarschalk" D-iendels, dat het kasteel geslecht en het oude Batavia werd Vtrvoig op pag. W iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiMiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiimii ook daar doordringen ,,dat men zijn gezicht van binnen evengoed moet schoon houden als van buiten". Doch wie denkt met deze wijze van op voeding te kunnen volstaan vergist zich, daartoe zijn we te veel ..cultuurproducten" geworden en te veel erfel jk belast'. De behandeling zal onmogelijk gemist kun nen worden. Maar die behandeling moet niet plaats vinden ais het kwaad reeds op uit gebreide wijze zijn verwoestende werking hi-tft gedaan en pijnen en ontstekingen en abcessen zijn opgetreden, doch zoo vroeg tijdig mogelijk. Want het is een niet te ont kennen feit, dat ook de meest carieuse tand, waarvan het bezit aanleiding kan geven tot de ernstigste complicaties, toch altijd begon nen is met op een klein plekje te worden aangestoken dat met een minimum van tijd en moeite te her-tellen zou zijn geweest. Dit feit w|st ons, naast opvoeding, het tweede wapen aan in den strijd tegen het tand bederf, nl. een goed systeem en goede orga nisatie van vroegtijdige behandeling, m.a.w. van schooltandverzorging. Waar wij alle kir deren gedurende de wisselperiode moeten kunnen inspecteeren en pi. m. 80 pCt. zullen moeten behandelen, is dat al'een mogelijk met behulp van eschool. In 't buitenland, waar op dit gebied reeds zooveel is verricht, bestaat hieromtrent geen verschil van opinie meer. Wel worden verschillende systemen toe gepast die zich richten naar plaatselijke ver houdingen, doch bij alle is de medewerking der school een condltio sine qua non". En wil men het dichtst komen tot het ideaal der mondhygië nsten: elk kind van 12 a 13 jaar verlaat met een gezonden mond de lagere school, dan is er op 't oogenbllk slechts n systeem dat de meeste voor waarden voor slagen in zich bevat en waarvan het principe is dat men de kinderen in of vlak bij de school en gedurende den school tijd* behandelt. Ik zou mijne plaatsruimte verreoverschrijden wanneer ik hier uitvoeriger op dit alles inging. Voor hen die belang stellen in het onderwerp en er meer van willen weten kan ik volstaan met te verwijzen naar de bro chure, uitgegeven door de Haagsche Tand heelkundige Vereenigf'ng, getiteld: de Strijd tegen het Tandbederf en de Schooltandver zorging. Zij zullen daarin alle gswenschte ophelderingen en gegevens kunnen vinden. Laat mij ten slotte eindigen met den wensch dat de eisch die de S D A.P.in haar program van gemeentepolitiek onlangs heeft gepubliceerd: aanstelling van schooltandartsen en oprichting van tandheelkun dige klinieken, spoedig door de andere par tijen zal worden overgenomen, opdat er eindelijk in onsland een begin worde gemaakt met deze voor de volksgezondheid zoo be langrijke zaak. Den Haag, Mei 1919

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl