De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 7 juni pagina 1

7 juni 1919 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

Zaterdag 7 Juni A°, 1919 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ONDER REDACTIE VAN Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE GASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en H. SALOMONSON UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF Prijs per No. f 0.20. Per 3 mnd. f 2.50.' Abonn. löopen per jaar Redactie en Administratie; Keizersgracht 333, Amsterdam Advertentfên omslag f 0.40 p. regel, binnenpag. f 0.50 p. regel INHOUD»Blsdz. 1: Eoonomisme, doorv.H. Bnitenl. Overzicht: Wilson & Oo., III, door dr. W. G. O. Byvanok. 2: Demooratie in Japan, door prof. Einko Goraï, Het van Stapelloopen van het schip de Van Bensselaar", door dr. Fredenk van Eeden. Krekelzang, door J. H. Speenhoff. Bpreekzaal: Een vrfl-religienze Volkspartij, door Tan Deventer. 8: Het Godshuis in de Liohtstad, door Th. Molkenboer. 5: Voor Vrouwen (red. Elis. M. Rogge). Vrouwen in ds Provinciale Staten, teekening van mevr. E. Wontersen-vsn Doesbnrgh. De Schatten der Huisvrouw, door Ariëtte. Meeuwen, door Geeitrnida Earelsen. Z(jn Bloemen, door Jo de Vos. Ons Kookboek, door C. D.-H. uit de Natuur: De Zwarte 8 ter n tj es, lae. F. Thfjeae. T: Nieuwe Engelsehe Boeken, door Willem van Doorn. ?>- KwatiQnen, door mr. Jaoob Israël de Haan. Fransoillonnerie, teekening van George van Baemdonok.?Over proletarische" philosophie, door mr. Giltay. 8: Het Nationaal Technisch Scheepvaartkundig Mnseum.door J.Oderwald. Schilderkunstkroniek, door Plasschaert. De Verloren Zoon in den Volkerenbond, teekening van Jordaan. 10: Op den Economische Uitkp: Tan voortbrenging en verdeeling, door jhr. mr. H. Bmissaert. Biljartspoit, door B. 12: BQmKroniek. 't Schietgat, door Melis Stoke. Uit het Kladschrift van Jantje. Feuilleton: Zyn Portret, een monoloog door H. Salomonscn. 13: Een adviseur die niet adviseeren mag, teekening van Joh. Braakensiek. Royal Auotion Bridge, door Bridger, - Boeketjes Bofhtiek.door Gerh. v. D. Bijvoegsel: Het Berooide Dnitschland en Oostenryk, teekening van Johan Braakensiek. ECONOMISME Wij zaten laatst bijeen met eenige van de voornaamste uitgevers uit Parijs, Londen en New-York. De vraag werd geopperd: wat willen de menschen tegenwoordig het meeste lezen?" En de bedoeling was daarbij nu niet het genre te weten van romans of van vertelsels, die het meest in den smaak vallen. Maar: de onderwerpen waar de intellectueele wereld heden ten dagen naar trekt. En dan was het antwoord: niet meer naar vraagstukken van internationale politiek, noch naar beschouwingen van toekomstphilosqphie. Wat de geesten op het oogenblik wenschen, zijn boeken over economie en techniek, over bedrijf en onderneming, over het herstel en de nieuwe vormen van productie. Dat werkt magnetisch. Deze ervaring, een thermometer als het ware aan 't gemoedsleven van ver schillende natiën aangelegd, is teekenend. De phase van de staatkundige om wenteling duurt nog voort. Zij zet zich eigenlijk pas in. De problemen groeien nog iederen dag uit. lederen dag vraagt weer een nieuw land de aandacht. Morgen is het de Dodekanesus, de twaaf eilanden in de Grieksche Zee. Overmorgen Armenië. De volgende week Shantoeng eens weer, dat de Chineezen nog maar steeds direct aan zich wenschen te zien toegekend, waarvoor ik zelfs onlangs de eer had met een lijnrechten afstammeling van Konfucius te dineeren. Konfucius, de Chineesche WILSON & Co. III Herinnert men zich nog welk een verwijt er Wilson van is gemaakt, dat zijn herver kiezing tot President, in het jaar 1916, plaats greep onder de leus als zou hg den vrede hebben bewaard voor Amerika, terwijl de eerste daad van het hoofd der regeèring in het begin van 1917 moest wezen: de oorlogs verklaring aan Duitschland? Hoe geleidelijk en van zelf sprekend de gang der gebeurtenissen toch ,is geweest, bemerkt men eerst wanneer men den loop der geschiedenis kan volgen die zich ont trok aan de publieke waarneming. Want de President, ondanks het geringe succes van zijn bemoeiingen in Europa, bleef een groot deel van zijn zorgen wijden aan den heilloozen toestand, ingetreden door den al woester geworden duikbootoorlog. Tegen het begin van 1916 vaardigde hij voor de derde maal colonel House af, thans In officieele missie, met de opdracht, als inleiding tot den vrede, de oorlogvoerenden tot een accoord te brengen voor den krijg ter zee. House vond Engeland niet ongeneigd zijn blokkade te temperen wat betrof den toe voer van levensmiddelen, maar Duitschland, trotsch op zijn pas behaalde zege over Russen en Serven, stelde onvervulbare eisenen. Het zag zich meester in de toekomst, en het wou niet gelooven dat zijn roeke loosheid den tegenstander juist tot ver nieuwde krachtinspanning opwekte. Het dacht er alleen aan vrees aan te jagen en daardoor te zullen winnen. Schiik voor den Duitschen naam overal! Weet ge wel wat de Britsche regeering eigenlijk heeft tegen uw aanvallen uit de lucht op weerlooze steden? vroeg House wijsgeer, wiens wieg immers ook juist op 't schiereiland Shantoeng heeft gestaan. Doch voor het individu is de belang stelling voor die zaken naar den achter grond gedreven. Tijdens den oorlog heeft het er in mede geleefd. Nu laat men het aan de bewindsleiders over. Wat het individu thans boven alles raakt, is het materieele, dagelijksche bestaan. Hervatting, herstel van het stoffelijke. Ziet daar de gewichtigste gedachte die allen nu gaat bezig houden. De gaping van wat verloren is gegaan, doet zich gevoelen. De nooddruft om aan duurte en te kort te ontkomen, om de lasten te kunnen opbrengen en de lusten weer te vermeeren, zit vooraan. * * In allen leeft een behoefte om in dit alles weer te voorzien. De geesten concentreeren zich. Zij doen het ook voor een deel uit armoede. De dagelijksche zorg kortwiekt de breedere vlucht. Algemeene belangstelling is een weelde artikel, dat pas na zelf- verzorging aan de beurt kan komen. Wanneer die zich weer zoo nijpend opdringt, verdwijnt het andere in rook. Voor de hoogere cultuur, voor het geestelijke leven is dit zeer zeker geen bemoedigend vooruitzicht! Het wordt armer door gebrek aan overdaad. De gouden jaren van vór den oorlog zijn voorbij. Ook de moraal, de levensbeschouwing, krimpt wat samen. Stoffelijke belangzucht beslaat de groote plaats. Idealen vinden geen tijd. Individueele zorg voor den man en zijn gezin, materieele ver betering van de massa en de menschheid, zijn preoccupatie nummer een. Niet wat er van de glorie en van de oorlogs idealen is overgebleven, speelt meer de voornaamste rol. De oogen vallen op het stoffelijke saldo. In dit opzicht zijn de nuances zeer geschakeerd. De Engelschen en Amerikanen zijn niet malcontent, de laatsten zeker 't minst. Frankrijk is pessimistisch. Het staat voor groote zorgen, waartegen de vreemdeling het nog gemakkelijker opgewassen ziet dan op 't oogenblik deze natie zelve, ge negen tot een zeker soort melodramatiek als zij toch immer is. De Belgen worden door soortgelijke economische zorgen beheerscht. De Japanners glunderen boven aan : de enquête van de Vredesconferentie heeft immers zoo juist aangetoond dat zij 't allervoordeeligst uit den oorlog te voorschijn gekomen zijn. Vernietigingsoorlog en sociaal-demo cratie löopen aldus samen in den drang om het stoffelijke belang tot hoofdpunt van 't program te maken. Wij treden vanzelf een tijdvak van economisme binnen. Eerlang zal wel de nieuwe Saint Simon opstaan om van dien economischen drang ook weer een evan gelie te maken, evenals dit honderd jaar geleden is geschied. IIIIIKI ..... iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitii aan de autoriteiten in Duitschland. Zij vindt dat gij het gebied van uw Zeppelin offensief te veel beperkt. Ge moest het meer naar het Westen van Engeland uitbreiden. Uit de oostelijke graafschappen heeft men al door uw raids een millioen vrijwilligers gekregen, en de werfofficieren klagen dat de opkomst in de Westelijke graafschappen lang zoo groot niet is. Geheel zonder vrucht was toch de gang naar Europa van colonel House niet geweest. Had hij de militaire partij te Berlfn niet overtuigd, zijn argumenten hadden staats lieden als Bethmann Hollweg en vonjagow wel getroffen-, vooral hij had den Amerikaanschen gezant en den consuls een vaste gedragslijn kunnen inprenten die gewicht bijzette aan de publieke meening van de Nieuwe Wereld, als ze aan Duitschland werd kenbaar gemaakt. Maar zijn thuiskomst aan den overkant viel samen met de torpedeering van de Susscx in het kanaal. Amerlkaansche passa giers bevonden zich op het schip. De aanval leek wel een uitdaging. Eerst begon Duitschland te loochenen: de Snssex was op een mijn geloopen; lang zamerhand werd het gedwongen te erkennen het nummer van de boot en den naam van den commandant. Het krachtig protest van Wilson en van den gezant te Berlijn misten dan vooreerst hun uitwerking niet. Duitsch land wilde voldoening geven. In de lente van 1916 scheen er zoo eenige kans te bestaan dat Amerika tenminste een deel van zijn wenschen zou verkrijgen, en dat het niet ten oorlog zou behoeven te gaan. Een andere zaak nam toen de aandacht der Vereenigde Staten in beslag. Er moest een nieuwe President worden gekozen. Wilson kon er zeker van zijn door zijn partij, de democraten, tot oandidaat te worden benoemd. Er was daar niemand om zich tegenover hem te stellen. Maar hoe stond het met zijn kans om de meer derheid der kiezers over het geheele gebied der Vereenigde Staten op zfjn hand te krijgen? De vooruitzichten waren niet gunstig. Hij was in 1912 tot President gekozen, omdat de tegenpartij over twee namen was verStaat ook niet het aanhangige vredestractaat voor een groot deel in het licht van dit economisme? De zorg, om er tusschen uit te komen, de zorg vooral ook om den tegenstander niet te laten profiteeren, maar in de eerste plaats voor de eigen stoffelijke dekking te zorgen, ziet daar een rooden draad,die elke staats man voor zich er in heeft geweven. Het groote publiek, althans in de Westelijke landen, vraagt niet meer vór alles naar vraagstukken als van Rijngrens of vrijheid ter zee. Dantzig, de Saar en de koloniale mandaten, om nu maar drie van de ge wichtigste punten te noemen, ontleenen hun belang aan het economische belang, dat er door vertegenwoordigd wordt. En wanneer op het oogenblik Polen en Oekraïniërs over enkele grensdistricten bakkeleien, dan zit daarachter dit, dat die districten rijke velden van petroleum zijn, waarvoor de internationale ondernemers zich in 't bijzonder interes seeren. De geheele strijd over het vredestractaat is voor 't grootste deel een strijd op economischen grondslag, omdat alle volken en alle individuen er de toekomst van hun dagelijksch, stoffelijk welzijn bij betrokken zien. Dit is ook een, zoo niet ' de oorzaak van de geacharneerde Duitsche protesten. De reden evenzeer van der anderen vasthoudendheid. Men moet kiezen of deelen: gij of wij in de neer. Uw pudding bewaren en opeten te gelijkertijd, dit gaat nu eenmaal niet. Is ook niet een groot deel van de in Holland ruchtbaar geworden verontwaar diging over het ontworpen vredestractaat, aan economische roerselen toe te schrij ven ? Wij zien daarmede een achterland verdrogen, waarop ons geheele welvaarts-systeem gewoon was te berusten. 't Is alleen maar wie in Holland zich niet aanstonds had voorgesteld dat ftt zoo komen zou, wie nog had eeióofd aan de maandenlange D -u/fsc/jf fantasiën, dat zij er aardigjes bov en^ft ?ouden komen, die is uit de lucht gevallen. Inderdaad zal Holland zijn economische energie in andere richting moeten ont plooien. Het oogenblik is onzes inziens daar, om eens een groote nationale onder nemingskracht te concentreeren op de economische ontwikkeling van een nieuw terrein, dat voor ons tevens een oud terrein is: Indië, de Koloniën. De bloeiende samenhang met het Duitsche achterland is voor ons land toch waarlijk nooit een onmisbare levensvoorwaarde geweest, al denkt een oppervlakkig handelsman nu eenmaal te vaak in dien geest. Wij hebben het er eeuwen buiten gedaan, en juist in de koloniale exploitatie een dankbaar veld gevonden. Dit is weer de aandacht waard, wij herhalen het: niet als winterrein voor enkele kringen, maar als groot nationaal werkveld, om daar de rijkdommen, die zoo noodig zijn, nu eens met ijver aan den dag te brengen. IIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMMIIIlllllllllllllllllllllllllllllllllll deeld geweest. HIJ had het getroffen, maar inderdaad was een minderheid van stemmen op hem uitgebracht geworden. Die minder heid moest zich in een meerderheid transformeeren, wilde hj worden herkozen. Gewoonlijk gebeurt het niet dat de aan hang van een regeering sterk groeit wanneer z( aan het bewind is. De partij die nieuw is en die met beloften kan aankomen, staat altoos veel sterker dan de man die op het resultaat van zijn werk moet wijzen en die velen heeft moeten teleurstellen. Hij moest zich verdedigen, terwijl de ander offensief kan voorgaan. Wilson nu had zijn zwakke punten. Zoowel tegenover Mexico als tegenover Duitschland vond men zijn houding slap. En verdedigen kon hij zich niet, of hij moest zijn geheime politiek blootleggen, en daardoor zijn eigen zaak bederven wanneer hij die gelijkstelde met de groote rol welke hij voor Amerika in de toekomst zag weggelegd. Hij kon niet voor den dag komen met de verborgen motieven voor z|n handelen. Maar hij stond niet ongewapend. Zijn genie verliet hem niet, hij wist zich te weren. En hij had House naast zich. House met zijn rustlgen blik over het geheele terrein der Vereenigde Staten, trok de lijnen van het plan der verkiezing. Hij begreep dat de meerderheid door den Presi dent te verwerven in alle geval maar zeer klein zou wezen. Er mocht dus geen enkele fout worden gemaakt, en men moest zijn voordeelen zoo goed mogelijk zien te ge bruiken. Ja, waarin men achterstond, daarin moest men juist een reden zien om den voorsprong te behalen. Hadden de Republiekeinsche tegenstanders over rijke middelen te beschikken, en was de kas der Democraten voor de verkiezings agitatie slechts karig voorzien, dit was, preekte hij, een troef in de hand van Wilson, want wie onbeperkt geld tot zijn dienst had, ging er in den regel onverstandig mee om. Daarentegen wie zuinig moest huishouden plaatste zijn geld, waar het vruchten droeg. Zoo raadde hij aan in de Westelijke Staten, zonder opzien te verwekken, een campagne te voeren en de Progressieven en de vrouwenkiezers daar te winnen. Weinig kosten waren Over het geheel genomen zal het tijdvak van economisme voor Nederland's positie niet ongunstig behoeven te zijn. Onze beteekenis is daarin veel grooter dan in de periode van staatkundige beweging, die juist achter ons ligt. Van zwak politiek gestel, hebben wij de wereld in dat opzicht niets te bieden gehad. Om onze staatslieden en juristen is men waarlijk niet verlegen geweest. n' en déplaise ook de anti-oorlogsraders. Onze bijzondere kracht blijft zitten in het commercieele en in het economische. Men kan het hier te Parijs ook waarnemen, dat met de ontwikkeling van de vredesdingen, met het steeds gewichtiger worden van het economische, ook de beteekenis van Nederland toe neemt en stijgt. Onze bankiers en groote kooplieden zijn bekwaam en veelzijdig. Hun observatrepunt ziet meer dan waar elders naar alle kanten uit. In definancieele bereddering ziet men goede Hollandsche kraehten eenrolgaan spelen. die naar verhouding veel meer voor aanstaande is dan den Nederlandschen staatsman immer werd toegedacht. Als geldmacht is natuurlijk de Nederlandsche markt op zichzelf betrekkelijk gering. Maar wat zeer gewichtig is, is hare functie, te weten de rol van internatio naal kruis- en wisselpunt, die ook steeds hare eigenaardigheid heeft uitgemaakt. Daardoor ziet men op het oogenblik 't prestige van Nederland stijgen. Men beleeft weer het oude verschijnsel, dat zich na vroegere wereldoorlogen in nog veel grootere mate heeft voorge daan: dat de Nederlandsche beurs een figuur wordt van erkend gewicht. Het staat aan ons om dan bovendien onzen tweeden machtsfactor tot volle ontwikkeling te brengen, n.l. de macht van de ontzaglijke hoeveelheid grondstof die in onze koloniën ligt opgehoopt. Zal het economisme den engen egoïs tische, of den breeden solidairen weg opgaan? Vrijhandel of mercantilisme? Ziet daar nog den tweesprong. In Frankrijk denkt men ongetwijfeld, deels wel nooden natuurgedrongen, aan een sterke afge sloten, protectionistische toekomst. Ik meen, dat in andere landen deze tendenz in verschillende vormen evenzeer den boventoon voert, ofschoon tot dusverre minder sterk dan ik oorspronkelijk had gedacht. Toch blijven ook de Engelschen in deze richting gaan. En komt men er niet vanzelf, als verdedigingsmaatregel, toe, wanneer men b.v. maar denkt aan de gevaren, waaraan de Duitsche invoer door den abnormalen markenkoers nze jonge industriën blootstellen kan? Het geheele economisme loopt de kans nationale zelfzucht te onderhouden. Waarschijnlijk stapt men daarvan in de aangebroken internationale wereld ook niet zoo spoedig af. De geheele sociale arbeidersbeweging in de verschillende landen maakt dit, met hare steeds hooger wordende eischen, bijna onvermijdelijk. Alleen de IIIMMIUIIIIIIllllllllllMIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItllllllllHHllMllllllllllu, er te besteden aan drukwerk voor de groote centra, maar op het land moest men propa ganda maken waar men den tijd heeft om te lezen en vooral het verkiezingsterrein bewerken van den grond af, van de kleinste eenheden uit. Men moest de gemeenten bearbeiden alsof het een gemeentelijke keus gold, heette het. De andere partij, beweerde hij, verdoet haar schatten in de Staten waar zij toch reeds de meerderheid bezit. Wilson van zijn kant liet zich niet door zijn tegenstanders in een hoek dringen, maar ontplooide breed zijn programma: Vrede en Voorspoed, zonder achterwege te laten, dat Amerika zich niet onvoorbereid hield tot actie, zoo noodig. De Republikeinen hadden daar geen eigen leuze tegenover te stellen, ' Toch liep de kans voor de Democraten tot het eind zeer nauw. Hoe meer echter in de laatste verkiezingsdagen (begin Novem ber) de spanning toenam, hoe kalmer House werd. Bij hem kwam ieder steun, vertroos ting en opwekking vragen. Gelijk bekend is, was de eerste indruk van de verkiezing in New-York dat Wilson's tegenstander met een aanzienlijke meerder heid de keus had gewonnen. Maar House bleef verzekerd dat zijn berekeningen zouden uitkomen. Den heelen nacht door had hij den telephoon naast zijn bed om dadelijk op alle aanvragen raad te kunnen geven. Wacht nog, tot we meer nieuws van het Westen hebben gehoord", meldde hij. En vooral niet zich beangst maken om die eerste groote meerderheden in het Oosten l" Zijn vertrouwen werd door den uitkomst in het gelijk gesteld. Het was een succes, maar op den rand af, eigenlijk beslist door 3000 stemmen in Californië, welke de 13 stemmen van dien Staat aan Wilson schonken. Wat deed het [er toe? de overwinning was be haald, en zooals House heeft verklaard, was het een persoonlijke triomf voor den Presi dent. En nog meer dan dat. Het was een politieke revolutie, het was een nieuwe rich ting en een nieuwe ordening voor het nati onaal gevoel. Zoo sprak hij en zoo zou het blijken. Aan onze Medewerkers De redactie acht het gewenscht, haren medewerkers en inzenders nadrukkelijk te verzoeken, voor hunne bijdragen zoo veel mogelijk rekening te houden met den voor het Weekblad meestgeschikten om vang. Te lange artikelen leveren ver schillende bezwaren op, zijn ook voor de lezers veel minder aantrekkelijk. De normale afmeting van artikelen moet op ten hoogste 1500 woorden, en, die van Feuilletons op ten hoogste 2000 woorden worden gesteld. Van met potlood geschreven bijdragen kan de redactie geen kennis nemen; evenmin van die bijdragen waarvan het papier aan beide zijden is beschreven. Zoo mogelijk, gelieven de inzenders ge typte copie in te zenden. Alle inzendingen moeten geadresseerd worden: Aan het Secretariaat der Redactie van De Amsterdammer", Week blad voor Nederland, Keizers gracht 333, Amsterdam, zonder vermelding van persoonsnamen. Eventueele vragen over drukproeven, overdrukken, tijdstip van plaatsing e. d. eveneens en uitsluitend te richten tot het Secretariaat". llllllllllllllltlllllllmilllllllllllllllllllllllMIIIIMIIIHmllllllltlllllllllflIIIII Duitschers zijn er vanzelf op aangewezen, hun kracht bij de internationale neigin gen in de socialistenwereld van de entente te zoeken. Doch waarschijnlijk krijgen zij daarbij niet spoedig de over hand. Het zal dan aan de politieke solidaririteit, aan de gemeenschapsstaatkunde in den geest van den Volkerenbond staan om ondanks het economische nationalisme een politieken toestand van goede har monie te scheppen. Dit is niet onmogelijk. Ook op zich zelve individueel sterk staande staten kunnen onderling vreed zaam zijn georganiseerd. Vrijhandel is geen panacee voor wereldvrede. Protectie geen ongemeenlijk oorlogsgif. Aan de levenskracht van n ding zou men eerder wanhopen, dat is aan die van de algemeene, geestelijke beschaving. Deze is reeds sterk achteruit en zal onder de eenzijdige economische belang stelling zeker nog veel meer te lijden krijgen. De kunstenaars, de dichters en de fantasten zullen ervoor moeten zor gen, om der menschheid een tegenwicht er tegen te zijn! En voor de wereldstaatkunde, n voor de persoonlijke Ie venskunst zullen fantasie en imaginatie meer dan ooit van noode zijn, om de tyrannie van het onver mijdelijke economisme te matigen. v. H. iiiiiimmiiiiiiiiimiiimiiiiiiiiMmiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiniifiiiiiiiiii Want het oorlogstooneel in Europa had onderwijl ook zijn dramatische voorvallen gehad. Duitschland in het Oosten bedreigd, had over Rusland en Roemenië gezegepraald. De militaire partij kreeg het overwicht. De Keizer bood vrede aan; wel te verstaan, het was een vredesaanbod uit de hoogte, het zou een Duitsche vrede wezen. De President eveneens stelde zich be schikbaar, zoo het te doen was om een onderhandeling over vrede. Het was een tijd van vreemde spanning; vrede werd ge noemd, oorlog dreigde. Op Wilson's schouders," zoo zegt House, rustte in die dagen de hoop van de wereld op vrede. Het gewone menschenverstand kan het gewicht van die verantwoordelijk heid niet beseffen. Hoe zwaar zij hem ook drukte. Hij droeg haar zonder een klacht en zonder gedrein. Het land was niet klaar voor den oorlog en wilde geen oorlog. De President was besloten den wil van het volk te gehoor zamen. En hij heeft de zaken zoo weten te behandelen, dat toen de breuk met Duitsch land plaats greep het gevoel van de Duit sche schelmerij was als een klap in 't gezicht van Amerika. Het land stond eensgezind achter Mr. Wilson, omdat de feiten voor iedereen duidelijk aantoonden dat de Presi dent al wat menschen-mogelijk was, had gedaan om den vrede te bewaren." In December nog was te Berlijn het besluit gevallen van den onbeperkten duikbootoor log. Men hield het volstrekt geheim. Zimmermann door den Amerikaanschen gezant geïnterpelleerd ontkende iets te weten, Bernstorff te Washington hield zich on schuldig. Het waren geen uitvluchten die zij gaven, zij logen apert, zij bedrogen mis dadig. Wilson den 22en Januari 1917 richtte zijn boodschap tot den Senaat, waarin hf den vrede schetste gelijk hij zich dien voor stelde. Acht dagen later ontving House in New-York het telephonlsch bericht waarbij hij naar Washington werd opgeroepen, dadelijk.om met den President te consulteeren. De duikboottyrannie was aangekondigd van Berlijn. W. G. C. BYVANCK

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl