De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 7 juni pagina 13

7 juni 1919 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

7 Jnni '19. No. 2189 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 13 EEÏST IDIE 3STIET Teekening voor .de Amsterdammer" van Joh. Braakenslek LOOPUIT fc- FABIUS De Bazel: Het plan De Bazel voor bebouwing van de Vijzelstraat is door den Gemeenteraad verworpen." (Dagbladbericht) Als jelui het beter weten, doe het dln maar zelf" BIMIIllllllllllllllllllllllllllIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItlllllllllllllllüll IIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIMHIMIHIIIIHMI IMIIIIIII IHUIIIIIIKOIIIIIIIUMIIIMIIIMUMI Royal Auction Bridge Verschillende malen dat Ik Royal Auction Bridge speelde is het mij opgevallen, dat de beginnende spelers gewoonlijk verloren, doordat ze verkeerde declaraties deden, waarbij hun goed spelende partners dikwijls het slachtoffer werden van de fouten, die bij het declareeren door hen werden gemaakt. Ik wil daarvan nog eens behandelen het declareeren, wat toch de hoofdzaak is bij Royal Auction Bridge. Vele spelers toch kunnen zich niet los maken van hetgeen zQ bij het troef maken bij gewoon whist en bij het gewone Bridge hebben geleerd. Zij stellen zich op het standpunt, dat zQ een annonce doen in een kleur, waarmede zij als troef het spel willen spelen en vergeten, dat behalve zij zei ven nog drie andere spelers die troef kunnen bepalen, waardoor hun bod een geheel andere beteekenis krijgt. Hun bod zal toch slechts zelden het bod zijn, waarmede het spel wordt gespeeld. En wordt het spel dan niet in de kleur gespeeld, die zij noemden, dan rekent hun partner dikwijls tevergeefs op de slagen, die hij vertrouwt, dat zij in de aangekon digde kleur kunnen maken. Ik heb het reeds meermalen gezegd, maar wil het nog eens herhalen: de beginannonce moet gebaseerd zijn op hooge kaarten: azen en heeren". Afgezien van de mogelijkheid, dat het spel zoo goed is, dat het spel met die kleur als troef door U zelven kan worden ge speeld, is de beginannonce in elk geval geval ook een aanwijzing voor uw partner, dat ge in die kleur hooge kaarten hebt, en dat ge hem daarin met enkele slagen kunt steunen. Gewoonlijk wordt vergeten dat, door het noemen van een kleur bij een beginannonce, geen troef wordt gemaakt. Dat gebeurt eerst na het einde van het opbieden en nadat ieder van uw medespelers zijn meening daaromtrent heeft gezegd. Als het eerste bod beslissend was en de genoemde kleur ook troef werd, zou elke lange kleur geschikt zijn voor het bod en als dat bod alleen beteekende om aan uw partner te zeggen welke kleur ge bij voor keur als troef wilde hebben, zou tegen een dergelijk bod ook niet zulk een groot be zwaar zijn, maar de tweede beteekenis, die aan zulk een beginannonce moet worden gehecht is het aankondigen van steun in de genoemde kleur, wanneer uw partner In de gelegenheid Is in een andere betere kleur of in sansatout een e annonce te doen. Elke speler, die vergeet, dat zijn begin annonce in een kleur altijd ook moet zijn gegrond op hooge kaarten, in die kleur, welke, bfj het spelen van het spel, in welke andere kleur ook, steun kunnen geven aan zijn partner, begaat een prlncipieele fout, die bijna altijd aanleiding is tot voor hem en zijn partner slechte gevolgen. Bekend mag worden aangenomen, dat de kroonschoppen en harten kleur de kleuren zijn, waarin men, met het oog op het voor het winnen van de manche benoodigde \ aantal slagen, het liefst het spel zal spelen. Daarom zal het bij een beginannonce in een van die kleuren altijd hoogst gewenscht zijn, dat men een serie van vijf kaarten in die kleur heeft, opdat men bij het spelen van het spel in die kleur een behoorlijke lengte in die kleur heeft. Ruiten en klaveren daarentegen kunnen geannonceerd worden, op vier, in het bijzonder gaat dat als men aas, heer vrouw, aas heer boer, aas vrouw boer, of heer vrouw boer heeft op een serie van 3 kaarten. Men moet dan echter in het spel toch nog meerdere kracht hebben. Zij dienen dan ook in hoofdzaak om steun aan te bieden voor het maken door den partner van een bod in een der hoogere kleuren of in sansatout. Nemen wij nu eens b.v. ern beginannonce in harten of kroonschoppen. Aas, vrouw vijfde in een van die kleuren, zonder vaste trek in een der andere kleuren, kan geen beginannonce in die kleur zijn, aangezien zij niet voldoet aan den eisch om, wanneer het spel in die kleur niet wordt gespeeld, voldoende kracht te hebben orn in die kleur j en B staan zooals ik zooeven zeide 16 in alleen den partner goeden steun te bieden, j de manche; winnen zij de drie schoppen, Iets anders is het, wanneer men behalve j dan winnen zij de manche, maar de kans die aas vrouw vijfde ook nog een aas of heer vrouw in een andere kleur heeft, dan is eene annonce van n harten of n kroonschoppen zeker op zQn plaats. Evenzoo eene annonce van n ruiten op heer boer zesde van ruiten, door den gever gedaan, doet bij zijn partner de verkeerde gevolgtrekking post vatt?n, dat de eerste zeker twee vaste trekken in ruitin kan maken. HJ houdt daarmee rekening bij het opbieden en komt geheel bedrogen uit. Hen dergelijke annonce van n ruiten biedt toch op zich zelf niet den minsten steun, wanneer een andere kleur troef wordt. Nemen wij bv. eens het volgende spel S aas, heer, vrouw, 9, G, 5 H 9, 6, 3 R 5, 3 K aas, vrouw. B S boer 4 S 10, 3, 2 H aas, heer, boer, 8,2 H vrouw, 7, 3 R vrouw, 4, 2 K 7, 4, 2 C R aas, (i K Heer, bof r, 10,9,3 G S 8, 7 H 10, 4 R heer, boer, 10. 9, 8. 7 K 8, 6, . G annonceert n ruiten, A n harten, B n schoppen, C kan zijn partner wel steunen en biedt twee harten, G past, A past, B twee schoppen. Nu is C weer aan de beurt; G en B staan reeds met 16 inde manche en winnen die manche als zij twee aan trek in schoppen behalen ; C heeft twee rentrants voor zijn lange klaveren kleur n!. hartenvrouw en ruiteriaas, hij waagt het er op en annonceert drie harten, G past en A past; B telt zfjne slagen, zes slagen in schop pen, een in klaveren en daarbij de twee slagen van G in ruiten, waarop hij rekenen mag; hij annonceert dus drie schoppen, C kan niet hooger bieden, hij past; eveneens G; A past ook. Voor C en voor A was wel te overwegen of zij zouden doubleeren, G om het spel door B te doen verliezen ia te klein. G. heeft ruiten geannonceerd en B is tot drie schoppen gegaan. Hl] zal dus onge twijfeld nog in een andere kleur ook goede kaarten heboen; in harten kan dat niet, dus dat moet dan wel in klaveren zijn. Boven dien is de kans groot, dat hij spoedig renonce heeft in harten. Doubleeren zou dus niet gerechtvaardigd zijn. Gaan wij nu over om het spel te spelen. C begint met harten, die A in allen gevalle neemt met d<:ii Heer. A moet nu rroefspelen om het gevaar te keeren, djit. de blinde nog een troef j e maakt op harten. Spelen wij dan het spel verder, dan zien wij, dat B hoog stens twee aan trek maakt. Als hij het er op waagt en ruiten spelende en den blinde met den boer snijdt, maakt hrj maar n aan trek, en dat zou toch de eenige kans zijn, om aan zijn contract te voldoen Zijn bod van drie schoppen was volkomen gemotiveerd, maar door de onjuiste beginanaonce van zijn partner komt er van het spel niets terecht. Had G in den aanvang gepast, dan zou A een harten hebben geannonceerd, B n schoppen, C twee harten. Er zou nu voor G aanleiding zijn om een noodsignaal te geven, want hij kan de schoppen van B maar heel slecht steunen, maar dan moet G gaan tot 3 ruiten en dat is veel. Door te passen geef t hij toch al te kennen, dat hij de schoppenanr.once van B niet kan sleuren. A past. B, die in zijn spel ongeveer zeven slagen heeft biedt twee schoppen. Opgrond van dezelfde overweging als vroeger ge noemd, biedt C drie harten, G past, A past en ook B, die niet door G gesteund wordt, past ook. A speelt dus drie harten en vol doet aan zijn contract. Indien G bij de 2: ronde van het bieden we! een bod had gedaan van drie ruiten, dan had A die, behalve zijn harten niets heeft, zeker gepast. B heeft wel een sterk spel, maar kan de annonce van G niet anders opvatten dan als een noodsignaal. Zit het spel wat gelukkig en wint G zijn drie rui ten, dan is de manche toch gewonnen en voor het geval, dat de drie ruiten door C worden gedoubleerd, kan hij altijd nog over gaan tot drie schoppen. Hij past dus; en in dit geval, dat A, niettegenstaande het opbieden door C tot twee harten, toch gepast heeft, zou ik in de plaats van C ook passen. Er bestaat zeer zeker kans om G het spel te doen verliezen en de punten boven de lijn tellen ook mede. Wanneer wij het spel spelen zien wij ook dat G niet aan zijn contract kan voldoen. Wij kunnen nu nog eens het volgende geval nemen. . S 10, 9, 7, 4 H heer, 5,4 R aas, vrouw, boer, K aas, vrouw, B S aas, vrouw, 3 H aas, vrouw, boer, 9, 2 H 10, 8, 7, 3 R 10, 6, 4, 3 A C R 9, 5,2 K 4 K heer boer, l , 8,0,3 G S heer, boer, 8, 6, 5, 2 H 6 R heer. 8, 7 K 9, 7. 5 G heeft zier zeker geen beginannonce in schoppen, maar, aangezien hij daar vroeger nog al eens succes mede heeft gehad annon ceert hij n schoppen, A twee harten, B twee schoppen; C met zijn renonce schop pen wil zijn partner laten weten, dat hij hem wel kan steunen en biedt 3 harten, G past, A past; B met zijn goede troeven en mooi bijspel en de andere kleuren is voikomen verantwoord te gaan tot 3 schoppen, C past, G past; A met zijn aas vrouw van schoppen lange harten kleur n singteton in klaveren heeft een goed spel, werd ge steund door zijn partner en biedt vier harten. Wat zal B nu doen? Q heeft gepast, met zijn spel in handen en de annonce van zijn partner komt het B voor, dat het voor A niet mogelijk zal zfln om aan zijn contract te voldoen daarom doubleert hfj. Het is voor C en A niet mogelijk om in een andere kleur over te gaan en A speelt dus 4 harten. In verband met de annonce van G en schop pen, is het voor B aangewezen uit te komen in schoppen en dat is de winst van het spel voor G. HQ maakt schoppenaas vrouw, waar op hfj twee ruiten uit den blinde weg werpt, speelt daarna klaveren 4, die B met het aas moet nemen; B kan nu nog ruiten aas en harten heer maken, maar daarmee is het ook uit. Had G bij den aanvang van het spel zijn vrouw gehouden, dan was B waarschijnlijk uitgekomen met ruiten aas en dan was er geen kwestie van geweest, dat A zijn spel had kunnen winnen. Door de ongemotiveerde beginannonce van G hebben A en C het spel gewonnen en is de doublure door B mislukt. Ik heb in het vorenstaande nog eens door voorbeelden willen doen uitkomen hoe ver keerd het is beginannonces te doen in kleu ren, waarin men geen steun kan bieden, als een andere kleur troef wordt. Kort geleden hoorde ik zeggen: Ik mag toch wel n slag annonceeren in een kleur, waarin ik drie honneurs zesde heb". Dat is niet juist, het hangt er geheel van af welke die hon neurs zijn. In het laatste voorbeeld had G aanvanke lijk moeten passen, dan had hfj in de tweede ronde zeer goed eene annonce in schoppen kunnen doen, maar dan had zijn partner geweten, dat hfj die kleur wel als troef kon hebben, maar dat hrj geen hooge steunkaarten in die kleur had. BRIDQER BOEKETJES SOFISTIEK xx JAN PIETERSZOON COEN in 1919 E:n grillig noodlot heeft Nederland ge dwongen de stichting van Batavia te vieren op een oogenblik, dat, op 'teerste gezicht, niet zeer passend moest schijnen. Want uit de puinhoopen, (waarop, volgens het be duimeld jaartallenboekje onzer schooljaren, de groote Coen het begin van een Neder landsen Imperium stichtte) is in onzen tijd de ziel van het oude Jakatra verrezen, en haar moet onze feestelijke herdenking der vestiging van ons gezag" op Java welwil lend euphemisme voor: aanvang der inten sieve exploitatie-te-onzen-behoeve een beet j: onprettig hebben geraakt. Natuurlijk treft niemand in dezen eenig verwijt. Een koloniseerende mogendheid van onzen, Nederlandschen rang, welker grootheid, welvaart en rijkdom, naar klas sieken trant, feitelijk gerekend moet worden ,ab urbe (Bataviae) condtta" kon zich toch moeilijk, ja onmogelijk, van deze overigens ordentelijke en zelfs saaie viering onthouden uit sentimenteele over wegingen! Dewelke haar trouwens op kolo niaal gebied sinds onheugelijke tijden vreemd zijn gebleven, behalve, zooals men behoort te weten, sinds zij den ethiachen koersinsloeg. Maar gelukkig kan zelfs de nerveuze ziel van den Indiër (die wij na 300 jaren, ondanks onzen goeden wil om Insulinde te maken tot Nederlandsch-lndlë, of juister wellicht: tot Indlsch-Nederland, nog niet geheel en al plegen te begrijpen) zich ditmaal troosten over het toch altijd ietwat penibele van een zoo bij uitstek nationaal d.i. Hollandsen feest. Niemand minder toch dan de Minister van Koloniën, oud-Toewan Besar boven dien ! kwam in een weekblad-artikel niet alleen uiteenzetten, wat onze grootouders, de rakkers, zoo Farizeesch wegmoffelden achter allerlei droogstoppeligheden, zie den Havelaar, dat nl. Java cum annexis zoo veel als de kurk vormden, waarop de be teekenis en het prestige,, kortom de standing van de Zeven Provinciën, en van het Vereenigd Koninkrijk evenzeer, vanaf Coen tot en met de batig-slof'-periode veilig dreven. Maar ook mocht Z.Exc. het uitzicht openen op: een toekomstig (Indisch) Gemeenebrst"! En, dit geschiedde, zonder dat denzelfden dag de Indische cultuurwaarden ter beurze een duikeling maakten. Coen en Multatuli had den het moeten beleven. En zelfs kon, in een merkwaardige wending der meest beteekenende rede aan den voet van Coens standbeeld... de annexatielust onzer zuidelijke buren worden afgewezen, zonder dat de overeenstemming tusschen Belgische mentaliteit van nu en de onze in de dagen van het Jakatra delenda est" al te nadrukkelijk sprak... leder, ook de Soewardi's dunkt ons, moet deze evidenties met eenlg genoegen hebben waargenomen. Ligt in dit alles niet de royale erkentenis: dat het Moederland" de ontwaking en verrijzenis van het oude Jakatra met waarlijk-moederlijke vreugde begrosf, en ook de Indische beweging (die toch in laatste instantie den gordel van smaragd uit ons nationaal byjouterie-kistje wil désannexïeren . .) In overeenstemming acht met den polsslag van den tijd ? Of, was toch die Coen-hulde niet heelemaai zóbedoeld ? Dan: kassitn .... GE RH. v. D. Alle Artikelen voe UITSTAPJES in ruime keuze voorradig !

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl