Historisch Archief 1877-1940
7 Juni '19. - No. 2189
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Nationaal Technisch Scheepvaartkundig Museum. Gebouw, zijde Oosterkade
HET NATIONAAL TECHNISCH SCHEEPVAARTKUNDIG MUSEUM
door J. ODERWALD
Commandant van de Kweekschool voor de Zeevaart
Men mocht geen groote verwachtingen
koesteren over hetgeen men te zien zou
krijgen bQ de opening van dit Museum, in
aanmerking genomen den korten tijd van
voorbereiding en de tijdsomstandigheden.
In Februari 1916 kwam het voortoopig
Comitébijeen en den 30sten Mei 1916 werd
de vereeniging opgericht, die ziCh ten doel
stelde het stichten van een Museum voor
alles wat met de techniek der scheepvaart
In verband stond.
En thans, juist drie jaar later, kon men
met genoegen constateeren, dat men zich
het tijdverlies voor een reisje naar Rotter
dam niet heeft te beklagen.
Voor hetgeen men nu bijeengebracht ziet
blijkt het gebouw aan het Haringvliet, het
welk slechts tot voorloopige huisvesting
dient, reeds te klein, terwijl vooral de aan
dacht valt op de groote verscheidenheid
der verzamelde voorwerpen.
Al is de verzameling nog beknopt, reeds
nu blijkt dat de bezoekers in de gelegenheid
worden gesteld kennis te nemen van alles
wat den bouw en de inrichting van schepen
betreft en dat in een zeer ruime opvatting.
Zoo vindt men op Zaal I, aan de voorzijde
van het gebouw, op de eerste verdieping,
behalve het model van onze eerste onder
zeeboot, in bruikleen gegeven door H. M. de
Koningin, een zeer mooi model van het s.s.
Statendam", welk schip, voordat het in
bezit der Holland-Amerika LQn kwam, ge
durende den oorlog gezonken is. Dit met
andere modellen van Nederlandsche schepen
bereiken vooral het groote publiek omdat
zij ongetwijfeld een groote belangstelling
wekken in scheepsbouw en scheepvaart.
Andere modellen op het gebied van vaar
water-verbetering, zooals baggermolens, on
derlossers en zandzuigers zijn ook aanwezig
en werd den bezoekers aangetoond hoe deze
voorwerpen van moderne techniek hun
nuttig werk uitvoeren.
Het model van een stoomsloep, geschenk
van Prins Hendrik, hangt in davits volgens
het Welin's Patent en dit miniatuur is keurig
afgewerkt, zoodat het een duidelijk beeld
geeft van de goede werking van deze manier
om scheepsreddingsbooten buiten boord te
brengen.
In dit verband kan ik tegelijk de aandacht
vestigen op een even goed model van davits
volgens het systeem-de Vos, oud-officier
van de Nederlandsche koopvaardijvloot, die
zich, na de uitvinding van zijne davits, is
blijven interesseeren voor middelen tot het
redden van schipbreukelingen en aan het
Museum verder nog heeft afgestaan een
zwemvest, dat niet zwaarder weegt dan 6
ons en toch iemand 24 uur lang drijvende
kan houden.
Tevens een model van zijn
mand-reddingboot.een der doelmatige typen van reddingboo
ten, zooals dat o. a. blQut uit een bijgevoegd
attest van kapitein Teensma van het s.s. Leto.
Ook is het model aanwezig van het sy
steem van te water laten van reddingbooten
in gebruik bQ de Stoomvaart-Maatschappij
Ze-land, waardoor het mogelijk gemaakt
wordt alle booten aan n zijde overboord
te zetten een zeer groot voordeel, wanneer,
tijdens het strijken der booten, het schip
slagzij heeft.
Het wipper toestel, meer op het gebied
van het kustreddlngswezen, wordt eveneens
gedemonstreerd, evenals de .safe", hét In
strument, om waardevolle papieren te red
den, tijdens een zeeramp.
De draadlooze telegraphle is ook ver
tegenwoordigd, terwijl op het gebied der
practische zeemanschap nog de aandacht
trekt een aardig uitgedacht toestel om een
goede demonstratie te geven van de
seinlichten door vaartuigen op zee te voeren
en' in verband daarmede, den leerling, op
visscherQscholen bijvoorbeeld, een goede
gelegenheid te geven om maatregelen te
leeren nemen bQ het passeeren van schepen.
Stoomfluit en klok zQn zelfs bij dit toestel
niet vergeten.
Het Koninklijk Nederlandsen Meteorolo
gisch Instituut kon zijn werk ten dienste
van de scheepvaart niet beter demonstreeren
dan door het inzenden van eene complete
installatie van den stormwaarschu wingsdlenst
met grafische voorstellingen om aan te
toonen, hoe nuttig en noodlg haar werk is.
Vermelden wQ nog een blok met vernuf
tig uitgedachte remschgf, als ik het goed
heb verstaan, vervaardigd door een werkman
van de Holland-Amerika-LQn, dan dient nog
opgemerkt de inzending op het gebied van
kustverlichtlng, die ook, zooals vanzelf
spreekt, nog lang niet volledig is, maar de
goede keus der verzamelde voorwerpen geeft
een juist beeld van hetgeen op dit gebied
tegenwoordig wordt voortgebracht.
Het is voornamelijk het zoogenaamde A.
G. A. licht, dat gedemonstreerd wordt.
Het leven op vuurschepen of in vuurtorens,
die aan drukke stoom vaart-routen gelegen
zijn mag bezwaren mede brengen, maar is
nog niet te vergelijken met dat van den
lichtwachterop een toren in straat Maghellaen,
in de Hudson baai of aan de kust van
Labrador. Bovendien zjjn er nog punten
die, met het oog op de veilige vaart,
noodlg verlicht moeten worden en in vele
omstandigheden geheel ongenaakbaar zijn,
zoodat het ondoenlijk is een wachter er bQ
te plaatsen. Daarom is het alweder gelukkig
dat er vernuftige menseden zijn, die de
middelen weten te vinden om het zonder
menschelQke hulp te stellen, practisch ge
sproken althans. De Zweedsche ingenieur
Gustaf Dalen heeft met zijn A.G.A.-systeem
(Aktiebolaget Gas-Accumulator) veel mooie
resultaten verkregen, door te werken met
gecomprimeerd acetyleengas, zoodat
lichttorens worden opgericht die met een betrek
kelijk kleinen voorraad gas en weinig kosten,
zonder bewaking het geheele jaar door
kunnen branden.
Merkwaardiger nog is zijne uitvinding
van het in het Museum aanwezige
Zonneventlel, waardoor het licht automatisch
met het Scheep
vaartbedrijf in be
trekking zijn, om
niet te spreken van
den prikkel, die
het voor vele jon
gelieden kan zQn
om zich voor de
zeevaart te be
kwamen.
En niet alleen
een prikkel, maar
tevens eene waar
schuwing voorjhen
die van meeniog
mochten zijn dat
het zeemansvak
geen of weinig
studie vereischt.
De officier van den
tegenwoordigen
tQd moet, om een
bruikbaar mensch
aan boord te
worden, wel
degeiQkzichallemaeite
geven om zich in
den meest
algemeenen zin te ont
wikkelen.
Een goede bibli
otheek is ook reeds
aanwezig en een
ruime zaal om er
van gebruik te
maken en wanneer
wQ den directeur
bQ de opening
hooren verklaren
dat men In de ge
legenheid wordt
gesteld om schrif
telijk boekwerken
aan te vragen en
dat zelfs advies
gegeven wordt bij
de keuze van boe
ken en het in de
bedoeling ligt be
zoeken aan het
museum op aan
vrage te combi
neeren met het
bezichtigen van
havenwerken etc.
dan is men over
tuigd dat hier naar
het volmaakte ge
streefd wordt.
Dit museum kan
men, evenals het
Nationaal Histo
risch Scheepvaart
Museum, be
schouwen als
gedenkteekens aan
de E. N. T. O. S.,
getwijfeld in het
gemaakt heeft.
Beide lichamen
lende richtingen,
DE VERLOREN ZOON IN DEN VOLKERENBOND
Teekening voor ,de Amsterdammer" van /ordaan
Verloren ... voel ik me genoeg, maar nog heelemaal geen zoon."
i, , i, u , n i i iiinii l immuun iiiiiuiiiii nu
welke tentoonstelling
onland een grooten indruk
toch, al gaan ze
verschilbeoogen hetzelfde doel,
Nationaal Technisch Scheepvaartkundig Museum. Model van een Graanelevator
Nationaal Technisch Scheepvaartkundig Museum Bibliotheek
gedoofd wordt, zoodra de zon gaat schijnen
of wanneer het dag wordt en het licht dus
niet meer noodig is en omgekeerd. In het
kort berust de constructie van het toestel
daarop dat geobsorbeerd licht In warmte
wordt omgezet en dat lichamen door warmte
uitzetten en om daarvan nut te trekken heeft
Dalen gebruik gemaakt van de eigenschap,
dat dofzwarte lichamen gretig lichtstralen
absorbeeren en glinsterende lichamen de
lichtstralen grootendeels terugkaatsen.
Op het gebied van scheepsbouw en
werktuigkunde zijn ook reeds enkele
mooie voorwerpen aanwezig.
Men vindt er voorbeelden van het gewone
en het Isherwood-systeem, machinedeelen,
van het vervaardigen van schalmen voor
ankerkettingen, electrlsch gewelde werk
stukken enz.
Op het gebied der theoretische navigatie
trekt vooral de aandacht een zeer mooie
demonstratie van het Koerstolkompas, of
het Gyroscoplsch kompas, een Instrument
dat men voorde practij k aan boord geschikt
tracht te maken omdat het de richting van
het ware Noorden aanwijst. Thans, nu
aanboord de electriciteit in zoo groote mate
wordt toegepast wordt de mogelijkheid
daarvan zeer vergroot. Aan boord van het
s.s. Deutschland heeft een dergelijk toestel
van dr. Anschütz gedurende vier weken
goed voldaan.
Vermelden wQ ten slotte nog dat op het
gebied van havenwerken ook reeds veel te
zien is, waaruit niet alleen de leek, maar
vooral de leerling of de onderzoeker een
goeden indrijk krQgt van den enormen voor
uitgang in de werktuigen, die gebruikt
worden om de schepen zoo spoedig mo
gelijk te lossen en te laden. Op dit
gebied trok vooral de aandacht een
graan elevator en een kolentransporteur
waarvan de werking gedemonstreerd wordt,
terwQl een maquette van het pand St. Job
van de N.V. Blauwhoedenveem, een model
van de loods New-York" der Holland
Amerika Lijn en van Thomsens havenbedrijf
den grooten omvang aantoonen van het
tegenwoordige Scheepvaartbedrijf.
Nu reeds kan dus de vakman en de leer
gierige in dit museum veel vinden wat hij
noodlg heeft en wanneer de inzendingen
zoo door blQven gaan dan zal dit museum
van groote waarde worden voor allen die
n.l. het naar voren brengen van het groote
belang der scheepvaart voor ons land, nu
zoowel als in vroegere tijden en de stich
ting van twee belangrijke inrichtingen in
de beide groote havens van het RQk is een
merkwaardig feit, waarvan de waarde nog
niet valt te schatten.
SCHILDERKUNST-KRONIEK
SINT-LUCAS, AMSTERDAM
Het schilderij, het Schrikbeeld, de Revo
lutie door Lizzy A n s i n g h is een, dat
der schilderes allerlei en langdurige moeiten
heeft gekost, en dat ik in vele phasen heb
gekend. Dat gebeurt met schilderijen als
met vriendschappen. Ik moet constateeren,
nu ik het werk op Sint-Lucas ten slotte
heb gezien, dat de laatste phase van de
phasen die ik gekend heb, de beste is ge
worden. Het geheel is grooter geworden,
luchtiger, toch meer gebonden. Het spel der
vele witten is geschakeerder; het rood er-in
is rijk en niet zwaar. Een der figuren, der
poppen, die ge het meest en face ziet, is
het nieuwst van uitdrukking, het meest ma
terie. Het geheel is een werk, dat niet de
Verstootene overtreft en niet het Kind, va
rende op den rooden visch, den waterval
TOONKAMERS VAN
C. J. LANOOY
PAPESTRAAT 24 -.- DEN HAAG
EXPOSITIE VAN
Eerste Proeven Kunstglas
iiiimiiiiuiiiiiiimiiiiiiiiiiiMiHiMMii
iiiimiimiiiiiiiii
af, noch de wijde arabesk in het verzonken
Beeldje. Het is minder, maar ieder, die werk
maakt, waarin de phantaisle sterk moet zijn,
weet dat van tQd tot tQd een InzinkinR moet
komen, die door een periode van lenigheid,
spankracht, elasticiteit n a t u u r l ij k wordt
gevolgd. Dit zal het geval zijn ook bQ deze
schilderes. Haar productie heeft mQ verrast,
maar de snelheid dier productie heeft het
voortgebrachte verschraald, nu en dan de
intensiteit te veel verminderd. Het betere is
bQ haar echter opnieuw te wachten.
Monnickendam's Stilleven, Aan
Dionysus, en zQn Onhandige Faun zijn drie van
de merkwaardigste schilderijen van de ten
toonstelling. De kleur er in is zwaar, dat
kan nooit anders bQ Monnlckendam (zijn
aard toch wordt zoo uitgedrukt) maar de
kleur is van het bruine uitgekeerd naar een
overdaad van kleuren. Het eene stilleven is
iets, dat in zijn overgroote hoeveelheid der
afgebeelde voorwerpen, en in de wijze,
waarop ze geschikt zijn, doet denken aan
stillevens uit de vroegste schilderkunst van
ons land, toen zucht tot uitstallen met een
voud te saam, dergelijke opeenhoopingen
veel keer deed schilderen. Ik geloof oek,
dat de aard van Monnickendam, hem zoo
ziende, niet onjuist is geschetst. Er is nog
iets anders in deze schilderijen te consta
teeren; het is heugenis van zuidelijker praal.
WQ noemen dat gemakkelijk Italiaansch,
maar het lijkt me toe, dat nog zuidelijker
gezocht land zuiverder nog bepaalt.
M e j. M. E. van Regieren Altena's
drie stillevens zQn het werk van een vrouw,
die vooruitgaat. Haar grijzen zijn beschaafd,
Bart Pelzel's schip is het beste, het meest
eigen van zijn Inzending. Mryer werd wat
zwaarder van uitdrukking; Ritsema's groep
koeien is een schilderij met spanning en
met n fout. Freule de jonge is te noemen
om haar stilleven met appels, en haar ander
met keukengerei. Hulshof Poll is dramatischer;
Westerman's paard op sneeuw is een geheel,
met overal in hetzelfde licht (het is zwart
en wit elgentlijk gedacht). Reus is goed in
de portretstudie, maar daarin alleen; Ter
Weeme fijn, met sterk, in het kijkje achteruit.
Van Mej. van den Berg noem ik de roode
bloemen; van Grauss, het toilet. No. 90, van
Smorenberg de onweersbul, een schilderQ
dat, hoewel gestyleerd aandoend, feitelijk
Impressionisme is. Birnie's groote symmetri
sche golf heeft dat eigenaardige van zwaar
van verf te zQn, en toch daarboven uit te
gaan. Colnot is in drie werken een der
minst gecompliceerde moderne
bloemeschilders. Het Is werk, dat geen felle per
sonaliteit vertoont maar toch een afzon
derlijk schilder. Van het zwart-en-wit etc.
noteer Ik Lekman, No. 116 van Heukelom,
(Papegaai); de Witte Reigers van S. van Beek
zijn zwak tegenover die van Th. vanHoytema;
Everbag's reproductie naar de Berisping
(van L. Anslngh) nam daaruit de fijne be
weeglijkheid weg.
PLASSCHAERT.
iimiiimiiiimiiiit [iiiiiiMiiiiiiuiiimumiiim
f TENTOONSTELLING COLLECTIE GOUDSTIKKER*
Academie v. Beeldende Kunsten ROTTERDAM
SLUIT ZONDAGMIDDAG 4 UUR
j