De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 14 juni pagina 1

14 juni 1919 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

219 Zaterdag 14 Juni A°. 1919 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ONDER REDACTIE VAN Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en H. SALOMONSON UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF |Prijs per No. f 0.20. Per 3 mnd. f 2.50. Abonn. loopen per jaar] [ Redactie en Administratie: Keizersgracht 333, Amsterdam | Advertcntfën onssSa?; f 0.40 p. regel, ainnenpag. f 9.50 p. regel INHOUD: Bladz. 1: Gemeensehapsproctnetie, door v. H. Bnitenl. Overzicht: Wilson & Co., IV, door dr. W. G. C. Byvanck. Mr. dr. W. A. van Zijit f, door J. W. Th. O. Kettlitz. 2: De Kloet, door mr. G. Vissering. Krekelzarg, door J. H. Speenhofi. Het tijdvak der misyormde voeten, door dr. Predenk van Eeden. 3: Feuilleton: Het Baronnetje, door Ftitz Francken. 5: Voor Vronwen (red. Elis. M. Rogge). Vrouwen in de Provinciale Staten. Een Vronwenvergadering te Jeruaalem, door mr. J. I. de Haan. De Schatten der Huisvrouw, door Ariétte. Spelden en Naalden, door Pauline Noyon-Waesdorp. Ons Kookboek. Uit de Natnur: Naohtzwalnw, door Jao. F. Thijsse. 7: De Academisch Indische Week te Amsterdam, door prof. J. C. van Eerde. Boekbespreking, door dr. J. Prinsen J.Lzn. 8: Sohilderknnttkroniek, door Plasschaert. De Maiseillaise in mineur en majeur, door J. W. Enschedé. De Stakingen te Parjjs, teekening van George van Kaemdonck. Spreekzaal: Htt Godshuis in de Liohtstad, door dr. Fred. v. Eeden. Het Rflk en de Jaarbeurs.door B. Citroen. 9: Fi r an cien en Economie: Liquidatie van Orisisschulden. Jaarboekje van de Vereeniging van Directe uren van Hypotheekbanken, door J, D. Santilhano, 10: Uit het KJadechrift van Jantje. 't Schietgat: In het Spoor van den Telepaath, door Melis Stoke, met teekeningen van Is. van Mens. 11: Het verdwijnen van de Mij. Zeeland" nit Vlissingen. Schaakwbrick.red'. dr. A. C. Olland.?Lsekenepiegel. Bijvoegsel: De bevrediging tnsschen Nederland en België, teekening van Joh. Braakensiek. tiiniiiiiiiiiiiiiii GEMEENSCHAPSPRODUCTI SOCIALISME EN DEMOCRATIE IN DE DUITSCHE REGEERINGSPLANNEN De Duitsche Rijksminister voor de Economische Zaken, de heer Wissell, heeft zooeven zijne plannen voor de or ganisatie van het economische leven in zijn land ontwikkeld. Het zijn niet zijne persoonlijke plannen. Het is het geheele systeem van de Duitsche sociaal-demo cratie. Waarschijnlijk is de vrij onver wachte uiteenzetting, door den minister in het publiek er aan gegeven, een zet op zijn schaakbord tegenover de andere, niet-socialistische elementen in de Duit sche regeering, welke hij op deze wijze uit hun tent lokken wil. De denkbeelden op zich zelve zijn niet nieuw. Zij zijn in beginsel reeds herhaaldelijk in de Nationale Vergadering verwerkt ge worden. Maar 't is de moeite waard, ze nu offi cieel bij elkaar te zien. Aan aantrekke lijkheid winnen zij daardoor niet. Met de oude, individualistische pro ductiewijze, zoo wordt gezegd, moet het eens vooral uit zijn. Het geheele natio nale huishouden moet n gemeenschap pelijk bedrijf worden, teneinde het socia lisme zooveel mogelijk te verwezenlijken. Weliswaar moet de bureaucratie der productie- en distributievereenigingen, zooals die gedurende den oorlog in de meeste landen zijn ontstaan, worden ge laakt. Maar daarvoor dient iets anders in de plaats gesteld, dat er in principe nauwelijks van te onderscheiden valt. Bedrijven en industriën moeten zooveel mogelijk als gemeenschapsondernemin gen worden georganiseerd. Met het steenkoolbedrijf en de kaliproductie is miiMiiiiiiiiimiimiimitiiiiimimiMii! Illllllllltlllllllllllllll WILSON & Co. IV Geen politiek evenwicht, maar politieke gemeenschap; geen organisatie van machten die in wedijver tegenover elkander staan, maar een organisatie van den algemeenen vrede!" In die termen had President Wilson, brj zijn adres aan den Senaat van 22 Januari 1917, zijn gedachte geformuleerd over den toestand die een eind moest maken aan den strijd der krrjgvoerende partijen. Hij meende de En ten temogendheden te kunnen bespreken dat zij op den grondslag dien hij stelde, zouden gaan onderhandelen. Hij zag de mogelijkheid van den vrede. Daar toonde Duitschland zqn meedogen loos wapen van den duikbootoorlog. Het maakte 't den President duidelijk dat het in Amerika zelf bondgenooten zocht tegen de Vereenigde Staten. Toen was de breuk onvermijdelijk. Beslist, maar toch niet zonder tusschenpoozen waren de handelingen van Wilson, als om Duitschland nog gelegenheid te geven terug te komen pp zijn stappen. Eerst in April verklaarde hij Duitschland den oorlog. Het eigenaardige der daden van den Pre sident was het persoonlijke karakter dat zij droegen. Zij waren onverwacht van vooren tegenstanders In Amerika. Hij ging zijn eigen weg, alleen, den weg dien hij den rechten oordeelde, zonder de publieke meening te raadplegen en om iemands goed- of afkeuring te geven. Slechts met colonel House overlegde hij. HQ was niet alleen zijn raadsman, omdat dit reeds het geval. De electrische kracht voorziening en het maalbedrijf komen daarvoor nu verder het eerst in aan merking. Waar directe en gecentrali seerde staats-exploitatie niet mogelijk zijn, zal het Rijk zijn inmengingschap verwerven door in het aandeelenkapitaal der afzonderlijke ondernemingen deel te nemen. Hierdoor wordt voorkomen, dat aanstonds alle ingenieurs, wefkmeesters enz. tot ambtenaren worden gemaakt, terwijl toch de gemeinwirtschaftliche Beteiligung des Reichs" in werking tre den kan. Het middel om den staat dit aandeel in de kapitalen te bezorgen, zal zijn eene vermogensbelasting, die door overgift van kapitaalsaandeelen voldaan wor den moet. Bij het beheer van al deze overheids bemoeiing wordt getracht, de bekende bezwaren welke tegen gecentraliseerd ambtenaren-beheer bestaan, te onder vangen. Arbeiders zoowel als onder nemers zullen districtsgewijze, ieder op zichzelve georganiseerd zijn. Eenerzijds in arbeidersraden voor bedrijven en voor gezamenlijke landstreken, met eenen rijksarbeidersraad aan het hoofd. Ander zijds met kamers van koophandel en industriën en eenen rijksondernemersraad. Bovendien evenwel moeten beide groepen tot vak-gemeenschappen vereenigd worden, waarin beide elementen vertegenwoordigd zijn en die onder opperbestuur van eenen Reichswirtschaftsrat" de' leiding van het Duitsche pro ductiewezen zullen hebben. De zoo juist beschreven overheidsbemoeiïng met de zaken waarin de staat als kapitaal-deelnemer zal betrokken zijn, wordt toegedacht aan een Rijksvermogensbank, dus niet aan een ministerie. Deze bank zal mede winst maken, en op die wijze ook de rijksfinanciën ont lasten. Geschillen tusschen kapitaal en arbeid eindelijk maken nog een organisatie voor den arbeidsvrede noodig. De Duitsche regeering stelt zich voor, bepaalde be drijven onder een vredesverplichting, Friedensgebot" te stellen. Stakingen daarin zullen niet anders geoorloofd zijn dan in uiterste gevallen en onder controle van gemengde commissies uit de betrokken partijen. * * Men ziet hier een uiterst omvangrijk stelsel van organisatie en gebondenheid der productie gedacht. Een stelsel, dat ongetwijfeld den kring der Berlijnsche kooplieden, waarvoor Wissell het 't eerst als n geheel heeft ontwikkeld, den schrik om het hart deed slaan. Hunne organen zijn er tenminste ook reeds met kracht tegen opgekomen. Het Berliner Tageblatt bijvoorbeeld ziet een terugkeer naar de gesloten productievormen van de middeleeuwen aanbreken. Met n variant in elk geval: dat het niet de stad, maar een gansene staat, een geheel rijk is, dat aldus zijn bedrijfs vorm in déhand neemt! Toch mag men ook hiervan niet zeggen, dat het iets nooit vertoonds is en door zijn omvang onbereikbaar zal zijn. Wij zullen nu maar niet aankomen met remeniscentie's uit het oude Chineesche Rijk van 2000 jaren terug, waar zeer veel socialistische organisatie heeft bestaan. hij den toestand en de menschen van Europa kende, maar hij behoedde ook den President tegen den aandrang van allerlei soort van raadgevers en vinders van middelen om den oorlog spoedig tot een goed einde te brengen. House had de manier om de menschen te weren, zonder hen tot vijanden te maken, en hen tevreden te stellen, wanneer ze jaloersch van elkander dreigden te worden. Hij was een wacht in het vporhof van het Witte Huis. Maar hij was meer. Zeker, hij zorgde er voor dat de President zqn vrijheid van geest behield om aan de groote vraagstukken de aandacht te kunnen wijden die hun toe kwam; maar hij oversterkte hem tegelijk in de beginsels die hem moesten bezielen, wilde hij zijn taak volvoeren. Concentratie, dat was volgens hem de sleutel tot het succes, het uitgaan uit een middelpunt van alle wil en alle ktacht. Een grief is er van gemaakt tegen Wilson dat hij in dezen zwaren grooten tijd voor de Vereenigde Staten zich als een zuiver partijhoofd heeft gedragen en niet aan de Republikeinen een aandeel in de regeering heeft toegestaan. Men verwachtte dat hij, zooals in Engeland was geschied, een coalitiecabinet zou vormen. Wilson verklaarde zich principieel hier tegen. Hij gevoelde zijn positie fundamenteel verschillend van het ambt van een minister president in Europa. Een parlementsvotum kon een ministerie ten val brengen, maar hfl, gekozen door het geheele volk, had zijn macht vast voor vier jaren. Aan hem was door den algemeenen wil voor dat tijdvak de leiding der zaken toevertrouwd, en als zijn ministers moest hij personen hebben die in zijn ideeën opgingen. Geen strijd in het kabinet! De dingen vertoonden zich aan House onder denzelfden gezichtshoek. De historische traditie van de Vereenigde Staten leidt er toe om uit te kijken naar den Het lijdt geen twijfel, of de ontwikke ling van Frankrijks bedrijfsleven onder het stelsel van Colbert in de 17e eeuw en onder zijne opvolgers, geeft in menig opzicht een voorbeeld hoe een gansch koningrijk zijn bedrijfswezen centraal organiseeren, en tevens tot bloei brengen kan. Want wel moet zulk een strafgeorganiseerde staatsgemeenschap op den duur spaak loopen. En wel wordt telkens veel ontwikkeling ook gestremd. Maar toen, in Frankrijk, heeft het intusschen toch maar meer dan honderd jaar geduurd. En groote resultaten opgeleverd middelerwijl. Het hangt echter af van den toestand, waarin een volk verkeert en van de eisenen, die zijne economie op het oogen blik stelt. Ook voor ons eigen land moet zeer zeker worden aangenomen, dat .enkele monopolistische bedrijfsvormen onder de gegeven omstandigheden aanbeveling kunnen verdienen. Het bedrijf der elec trische stroomvoorziening b.v. behoort dien weg nog verder p te gaan. In ver scheidene mijnbedrijven ligt het geval er eveneens toe. Toegegeven, dat overheidsproductie in de geleidelijke maatschappij ontwikkeling iets abnormaals en zelfs iets on-economisch is. Toch kan daaraan < de behoefte bestaan, zopdra men zich in bepaalde historische tijdvakken voor geheel plotselinge abnormale behoeften ziet gesteld, die desnoods op on-econpmische wijze moeten worden bevredigd, dit wil dus zeggen: afgezien van hun eigen directe winstgevendheid. * * * Voor zulke gevallen staat de wereld thans weer. Beweegkracht, zoowel als grondstof, zijn noodig in eene mate en zoo plotseling, dat men noch aan het bezadigde, noch aan het avontuurlijke particuliere initiatief die voorziening geheel overlaten kan. Speciaal wat Duitschland betreft, dat thans zoozeer vó'r alles op ordening, op regeling, op stabiliseering van zijne productie aangewezen is, meer nog dan op uiterst intense en op risico be rustende ontwikkeling daarvan, 't geen eigenlijk meer iets voor een tijdvak van overdaad is gelijk 't nu onherroepelijk achter zich liggen heeft, begrijpt man, dat het dien kant op moet. Om nog een verder voorbeeld te noe men : de rijkdommen van onze eigen koloniën vragen sterk om zulk eenegemeenschaps-exploitatie, door het moe derland ter hand te nemen. Het ware te wenschen dat onze vele heele- en halvesocialisten, die zich zoo machtig voor de ontwikkeling van hetgemeenschapsbedrijf interesseeren, den blik eens wat verder wendden, en zagen wat in Indië door intens, modern-geleid overheids bedrijf te doen valt, waarvoor elk par ticulier initiatief steeds te beperkt en te onsystematisch zal zijn. Dit is heel wat belangrijker, dan het spreken over cpmmuniseering van het productiewezen in Nederland zelf. Want als er n land ter wereld is, waar de doorvoering van het denkbeeld steeds slechts in zeer bescheidene mate plaats hebben kan, dan is het ons vaderland! Land van kleinbedrijf en van beperkten bedrijfsgeest. Land van intens commer cieel egoïsme, en van het succes der eenen man die het land door zijn moeilijk heden heenredt. Washington en Lincoln zijn de groote namen aan den Amerikaanschen hemel. Wllson, volgens het denkbeeld van House, was de man em zich naast hen te plaatsen. Mr. Wilson," zeide hij, is vast besloten den oorlog te winnen. Hij heeft drie jaren om het in te doen, van dien tijd is hij ver zekerd, en hij zal den oorlog winnen. Wil men een krijgsraad naast hem stellen, dan kan hij tegen zoo'n besluit zijn veto uit spreken, en wordt de wet endanks het veto doorgedreven, dan kan hij in den raad toch altoos de personen plaatsen, die hij verkiest. Het groote feit is dat hij de macht heeften den wil om den oorlog te winnen. Men mag hem tegenwerken en hem lagen leggen, hem het leven onaangenaam maken, maar wan neer het volk met hem meegaat drijft hij het volksverlangen door. Hij zal den oorlog winnen." Winnen zonder daarbij veel te zeggen. Hard werken en zijn mond houden, dat bereidt den weg tot het succes", is de stelregel van den kolonel. Maar dat laatste is het lastigste ding om,te leeren voor een democratie", voegt hij er bij. .Wanneer Woodrow Wilson overkwam naar New York om daar een redevoering te houden, waarin hij zei: .Naar de Hel met den Kaiser!" dan maakte hij een donderend effect en het heele land zou van enthousiasme trillen. Maar of men met zulk gedoe den oor log wint, is een andere vraag. Persoonlijk geef ik niets om dat spreken. Het is de plaag van democratiën. Zij gaan allen den kant uit om een regeering bij monde te worden. Hoe meer ik van het leven zie, hoe meer ik er van overtuigd raak, dat het grootste letsel en de groote zwarigheid voor zoo menig staatsman is zijn voorliefde om op effect te spreken. Zij moeten iets zeggen voor het oor van de menigte en zitten dan een week met de handen in den schoot en de oogen op hun gedrukte rede voering waarvan ze nog niet kunnen vrijgevochtenheid op elk gebied. Weinig groot-industrie, weinig massaal-productie, geen groote landbouw. Nationale onge schiktheid voor organisatorische disci pline. ? En eindelijk een reeds geheel vaststaande en gevestigde economische bouw, op 't individueele bedrijfswezen ingesteld, dat goed marcheert en geen ernstige euvelen met zich medebrengt. Dit alles maakt het socialiseeringsvraagstuk voor Nederland weinig belangrijk en nog minder aantrekkelijk. Het zou zelfs gevaarlijk kunnen worden, wanneer de menigeen ingeboren zin tot nabootsen van wat ergens over de grenzen gebeurt, in dezen parten spelen ging! Een geheel vrij, zonder eenige staats bemoeiing voortwerkend productieleven zullen wij ons ook ten onzent niet meer voor moeten stellen. Maar den weg der Gemeinwirtschaft" moeten wij nog niet op. * * * Dit neemt daarom niet weg, dat men met belangstelling de ontwikkeling van den organisatiedrang in Duitschland gade kan slaan. Een superieuren pro ductievorm heeft men daarin niet te zien. Maar waarschijnlijk een ginds onmisbaren. De voorwaarden zijn er gunstig toe. Daar is de noodzaak, en daar is de geschiktheid. De markante organi satiedrang van het Duitsche volk kan hier helpen. Doch nu breekt een groote moeilijkheid aan, die juist ook door de gindsche bur gerlijke democraten sterk naar voren wordt gebracht. Wij stellen deze vraag: leent een werkelijke moderne democratie zich voor zulk een methodisch georganiseerde Gemeinwirtschaft" ? Dit is 't, wat valt te betwijfelen. Wat gegaan is onder de autocratische, cen trale macht van eenen Lodewijk Xiy, wat gepast heeft in 't stelsel der Prui sische hiërarchie en discipline, wat aan onontwikkelde volkeren rustig kan worden opgelegd, is daarom nog niet levensvatbaar in een modern ontwik kelde democratie. In theorie misschien wel. In de praktijk echter niet. Democratie beteekent vrije, individueele werkzaamheid. Beteekent: verschil van opinie. Beteekent: onderling overleg, vertegenwoordigend bestuur, discussie, en recht om het anders te doen dan een buurman. Beteekent: eigen oordeel. Hiernaar ziet men den Duitschen ont werper ook streven. Hij wil ambtenarenmacht zooveel mogelijk uitschakelen. Hij zoekt decentralisatie en vertegen woordigend zelfbestuur. De oude bezwa ren tegen autocratische centralisatie schakelt hij in zijn stelsel uit. Maar schakelt hij daarmede niet tevens de praktische bestaansvoorwaarden voor het geheele stelsel uit? Is dit niet volstrekt afhankelijk van doortastendheid en een hoofdigheid in de leiding, meegaandheid en gemakkelijkheid in de uitvoering? Reeds nu wordt de klacht gehoord, dat al die districts- en bedrijfsraden een omslag en een tijdverlies, en... mis schien eene corruptie, een geïntrigeer van belangen in het leven zullen roepen, waarvan het einde weg is. Stroever nog dan onder bekwaam bureaucratisch be wind, zal de bedrijfsontwikkeling onder 't democratische bestuurswezen worden i vastgebonden, wanneer dit niet op vrij heid is gebaseerd. En juist haar wenscht men uit te sluiten! Zoo ziet men een moeilijk conflict: de socialistische organisatie zal mislukken wanneer men in waarheid democratisch is, en de ware democratie zal niet tot werke lijke rijpheid komen, wanneer men pro ductief socialistisch wil zijn. Voprloopig zal 't wel met een com promis tusschen beide moeten gaan, zpoals 't nu eenmaal ginds en alom een tijd van compromissen tusschen uitersten wordt. Een begeerlijken maatschappelijken organisatievorm zien wij er niet in. Wel eene beweging, waarvan een en ander te ontleenen, en ... een en ander te schuwen valt! v. H. scheiden. Hoe minder men daarmee heeft te doen, hoe beter. Het beduidt niet andeis dan verspilde moeite en verloren beweegkracht, en och zoo dikwijls dwaze opgaven en beloften die men heel veel last heeft te verteeren en kwijt te raken". Er was nog veel meer dat kolonel House had te zeggen en waarvoor hij plannen maakte, o.a. had hij ideeën over een propa ganda onder het Duitsche volk. Laat ons daarbij echter niet stilstaan. ZQn groote werk in het jaar 1917 was de inrichting van de Amerikaansche missie naar de Inter-geallieerde oorlogsconferentie te Parijs op zich zelf reeds een groote stap vooruit in concentratie der krachten van de strijdvoerende mogendheden. Hij zou leiden tot een ordening, later tot eenheid van het beheer der gezamenlijke legermacht. House vertrok in den herfst van het jaar naar Europa als hoofd der zending welk een opspraak verwekte het niet dat een man die nooit een ambt had bekleed en zelfs geen Senator was geweest, door den Presidtnt werd uitgekozen om de Vereenigde Staten te vertegenwoordigen l Hij ging over Londen, om daar eerst oveileg te plegen met het Engelsche ministerie en zijn commissies. Er mocht geen tijd te loor gaan; daarom stelde hij als regel voor de leden van zi]n zending, dat zij hun redevoeringen achterwege zou den houden en hun uitgaan" zouden be perken; om met vrucht en snel te kunnen werken zouden alleen specialiteiten van de eene zijde met specialiteiten van de andere samenkomen. Tien of twaalf man om een tafel hebben zooveel langer noodig om een quaestie te decideeren dan drie cf vier," zeiae hij. Als het mogelijk is breng dan altijd uw werk voor sub-comités. Hoe kleiner het aantal menschen om een voorstel te bespreken, hoe juister het resultaat." De Amerikanen, zoo gedirigeerd, lieten een voortreffdijken indruk na in Engeland. Deze super-ambassadeur met zijn IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIItllllllllllHII Mr Dr WOUTER ADRIAAN VAN ZIJST f door J. H. TH. O. KETTLITZ Wethouder der gemeente Utrecht. Het is een bekend feit, dat krachtige, op den voorgrond tredende persoonlijkheden vaak blootstaan aan miskenning; men kan er zoo moeilijk toekomen een ander hooger te taxeer en, dan men meent zelf waard te zijn en hetgeen zulke personen bij het leven te weinig aan waardeering hebben ontvangen, ontvangen zij dan na den dood vaak te veel; immers zij staan dan niemand meer in den weg. Beide gevallen hebben zich bij Van Zijst niet voorgedaan. Zijn werk werd reeds bij zijn leven ge waardeerd en hoewel hij aan scherpe critiek het hoofd heeft moeten bieden en dat was hem toevertrouwd erkende men in hem Iemand van buitengewone kennis, groote werkkracht en een ongekende wils kracht en voortvarendheid. Na zijn dood werden zijne deugden niet vergroot; wat van hem werd gezegd stemde overeen met de werkelijkheid. Van Zijst was een persoonlijkheid, die in elk lichaam waarvan hij deel uitmaakte, in eiken kring waarin hij werkte, onmiddellijk op den Voorgrond trad: hij was een van die menschen waarvan men wel eens zegt: hij is alleen te gebruiken aan den kop, niet aan de staart." Wij zijn samen 13 jaren lid van den Raad geweest, 8 jaren lid van de Provinciale Staten en 3Vüjaar lid van het College van Burgemeester en Wethouders, zoodat ik alle gelegenheid heb gehad om hem te leeren kennen, te meer daar ik in de 7 jaren, die hij langer dan ik zitting had in het College, in den Raad herhaaldelijk zijn tegenstander bij belangrijke voordrachten was. Maar het was niet gemakkelijk om op de voordrachten, die hij namens het College moest verdedigen amendementen te enten, want men had te doen met een tegenstander, die het te be handelen onderwerp tot in de kleinste onderdeelen meester was, die zijn opvattingen steeds in het gunstigste licht wist te plaatsen en beschikte over een zeggingskracht, die op de raadsleden altijd grooten indruk maakte. Het behoorde dan ook tot de zeldzaamheden, dat men hem een concessie in de een of andere richting kon ontlokken en tot de nog grooter zeldzaamheden, dat een amen dement of tegenvoorstel de meerderheid kon halen. Dit wil niet zeggen dat hij niet voor over reding vatbaar was: bij de voorbereiding van een zaak had h J] een open oog voor alle opvat tingen, en nam hij 't goede ook van anderen gaarne aan, doch had hij een zaak eenmaal gezag en zijn activiteit l zoo noemde hem de Times. ' In Parijs was het succes niet geringer. Aan de inter-geallieerde oorlogsconferentie zouden 150 gedelegeerden van een dozijn naties deelnemen. Om hrn in weinig tijd hun werk te doen verrichten stelde House aan Clemenceau voor dezelfde methode te volgen die hfj in Londen had toegepast. Laat een van de gedelegeerden de uit komst vertellen. Toen ik de vergulde zaal binnentrad waar de eerste vergadering bijeenkwam en al die 150 zaten, ieder man van te voren geladen met een redevoering, ging mijn hart uit in dankbaarheid tot colonel House die de weidsche vereeniging van verbonden naties had teruggebracht tot een serie van kleine zaken-comité's. Hij had de overstrooming ingedamd. Zooals het nu afliep, nam Clemen ceau voor zijn openingsrede minder dan twee minuten, en binnen het half uur was de vergadering afgeloopen en iedereen aan zijn werk". Nu zou ik er over moeten spreken hoe House de taak had opgevat om de Amerikaansche missie en toen en later voor de vredesconferentie in staat te stellen zich van alle vragen van Europeesch belang op de hoogte te stellen. De beste werkkrachten van Amerika waren daarvoor door hem opgeroepen en in 't veld gebracht... Maar dit behoort tot een ander hoofdstuk, tot de geschiedenis van de Vredesconferentie, waarin het op 't oogenblik nog gewaagd zou zijn te treden. Men vindt daar weer terug de figuur van Wilson, eenzaam en hardnekkig zijn eigen weg gaande, zich niet storend aan goed- of afkeuring, de beslis sing houdend aan weinigen, en op den achtergrond den colonel, den raadsman zonder eigenlijken rang of titel, als den goeden genius uit de volkssprook die den held begeleidt. W. G. C. BYVANCK

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl