De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 14 juni pagina 10

14 juni 1919 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

r DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 14 Juni '19. - No. 2190 per jaar beschikbaar moet gesteld worden voor aflossing. Men zal daartegen aanvoe ren, dat dan gedurende 29 jaar het budget nog met dat bedrag bezwaard blijft. Maar een belangrijk deel daarvan zal ook gevor derd worden, indien het aan den minister toegeschreven plan wordt vastgehouden. Immers voor eene 5 pCts. leening van f 400 millioen zal indien het voorbeeld der leening 1918 gevolgd wordt eene annu teit van 5 83 pCt. voor rente en aflossing in 40 jaar gevorderd worden, dus ruim f 23 millioen per jaar. Maar die 23 millioen zullen het budget gedurende 40 jaar druk ken, terwijl volgers het boven ontwikkelde denkbeeld f 35 millioen gedurende slechts 20 jaren noodig z|n. Voor eene zuivere vergelijking moet men echter nagaan, wat voor eene in 20 jaren aflosbare 5 pCts. leening noodig zal zijn en dan bl(kt, dat daarvoor eene annuïteit van ca 8 pCt. gevorderd wordt, hetgeen dus ? 32 millioen ztude bedragen. Bedenkt men verder dat een groot deel van de addltioneele ? 300 millioen voor delging van rentegevende schuld kan aangewend worden, dan wordt in werkelijkheid door een jaar lijks bedrag van / 35 millioen het budget niet veel zwaarder belast, dan Indien de plannen van den Minister uitgevoerd worden. Door een en ander zullen gelden beschik baar komen om voor delging van rentegevende schuld te besteden, hetgeen krach tig zal kunnen bedragen tot verhooging van het niveau van de Staatsschuld en andere eerste klasse beleggingswaarden. En daarin zullen zf, die in de gedwongen rentelooze leening moeten bijdragen, eene niet te versmaden compensatie kunnen vinden voer het offer, dat thans van hen gevorderd wordt. Bovendien ontvangen zij voor hunne deelneming in de rentelooze leening een verhandelbaar papier, waarvan weliswaar geen rente getrokken wordt, maar dat van jaar tot jaar in waarde toeneemt en waarop zij in 20 jaar het geheele aan vankelijk gestorte kapitaal integraal terug ontvangen. Het denkbeeld moge, zooals reeds opge merkt is, op het eerste gezicht radicaal lijken, maar men bedenke, dat het eene opoffering waard is, de delging der crisis schulden krachtig aan te pakken. Daar door wordt tevens medegewerkt tot eene ver betering van het Staatscrediet, dat in de laatste jaren reeds te veel geleden heeft, niet door wantrouwen in de solvabiliteit van den Staat, maar door overvoering der markt met telkens nieuwe leeningen. Heeft eenmaal de overtuiging post gevat, dat aan dien aanvoer een einde is gekomen en daarentegen geleidelijke schuldvermindering in uitzicht Is, dan zal zich ook de koers /van het Staatsfonds geleidelijk kunnen her stellen. J. D. SANTILHANO IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIimillllllllIIIIIIIIIIIIIIII t, Vlougols on Kunstepolpiano'sAoorttuur In eigendom verkrijgbaar, mits In drie Jaar afbetaald. Brievan No. 1431, Bureau van dit Blad, llllllllliifuiiiillllliiimiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiimimiiiiiiiiiitili Jaarboekje van de Vereeniglng van Directeuren van Hypotheekbanken De vijfde jaargang van dit jaarboekje is dezer dagen verschenen, eenige maanden vroeger dan gewoonl^k het geval was. Daardoor is aan gegronde bezwaren te gemoet gekomen, want de uitgifte in de laatste maanden van bet jaar, zooals tot nu toe, ontnam alle actualiteit aan de zeer belang rijke gegevens, die dit jaarboekje bevatte. De nieuwe jaargang geeft behalve de ge wone statistieken op het hypotheekbedrijf betrekking hebbende, onder het Mengelwerk een viertal belangwekkende studiën. Zonder te kort te willen doen aan de waarde der andere drie bijdragen, meen ik, dat speciale aandacht mag gevestigd worden op een artikel van den heer C. D. van Vliet, direc teur der Hollandsche Hypotheekbark, over Hypotheek op Landerijen". Ofschoon in hoofdzaak bedoeld om op te komen tegen de vrijwel algemeen gangbare, doch be twistbare, meening dat hypotheek op landerijen grootere zekerheid aanbiedt dan die op bebouwde eigendommen, geeft deze studie veel meer dan de titel aangeeft. Aan de hand van talrijke statistieke gegevens, toont de schrijver aan, dat de waarde van land bezit in den loop der tflden aan zeer groote fluctuatiën onderhevig is geweest en dienten gevolge vtlstrekt niet die grootere zekerheid aanbiedt, als algemeen aangenomen wordt. In den breede gaat hij de oorzaken na van die wisselingen in waarde, die natuur lijk in nauw verband stonden met het meer of minder winstgevende van het landbouwbedrjf. Het in cultuur brengen van nog onontgonnen streken in Noord- en ZuidAmerika, uitbreiding van verkeerswegen, waardoor de producten dier streken tot lager pr(s naar de wereldmarkten konden gebracht worden, oefenden eenerzijds on gunstige invloeden uit, terwijl anderzijds de ontwikkeling der Industrie door vermeer dering van consumtie en gelgktijdige ver hooging van productiekosten weder tot hooger prezen leidde. O a. wijst hij op de enorme daling der graanprijzen enkele jaren na de Napoleontische oorlogen, toen de middenprijs van tarwe op de markt van Groningen van / 20.90 in 1817 daalde tot ? 11.?en ?660 in dr beide volgende jaren en in December 1823 zelf* tot ? 2.92 De gevolgen van die dalingen bleven niet uit; gerechtelijke verkoopen waren aan de orde van den dag, kapitale boerenplaatsen werden voor spotprijzen verkocht; de land man kon zijne grond niet eens voor de halve waarde beleenen. Terecht merkt de Heer van Vliet dan ook aan het slot van zijn artikel op: Men zij indachtig aan het jaar 1818 toen eveneens na een oorlogs toestand eene plotselinge inzinking in landprQzen ontstond, al behoeft daarmede volstrekt niet gezegd te worden, dat de ge schiedenis zich in alle opzichten herhalen zal". Het komt mij voor, dat de schrijver een goed werk verricht heeft met te wijzen op het wisselvallige in de waarde van iets, dat blijkens het axioom Land is zekere bezit ting", ten onrechte als toppunt van zekerheid beschouwd wordt en kan ik daarom zijn HMIlmlIMMlMUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlnlIlllllllllllmlIllllllmlIII f II .. .stond, rechtop, de telepaath... IN HET SPOOR VAN DEN TELEPAATH Herinneringen aan een zonderlingen namiddag Wij de teekenaar en ik keken elkander onthutst aan; daarna dronken wij gelijktijdig onze glaasjes leeg, en concludeerden Ja-ja l" En scherper geformuleerd dan deze, is feitelijk geen der conclusies geweest althans geen openbare of deskundige van het zonderling gebeuren van dien Donderdagnamiddag. Het gemeenschappelijk oerdeel van medici en journalisten, de eersten de meest scep tische, de laatsten de meest objectieve volgers van den telepaath, bij zjn tocht door Amsterdam is terug te brengen tot dit constateerend ja-ja", gevolgd door een soort tastend na-zwQgen. Er z|n ook buiten het reeds door Hamlet aangeduide patrouille-gebied van In gelen en Duivelen nog andere niemandslanden, waar de weten schap en de pers met onzekerheid den hyper-sensitieven mensen volgen en zij kunnen er slechts constateeren, hoe deze eenzame wandelaar zich onderwerpt aan wetten die van de natuur zijn, en van de menschen, maar die nog niet geformuleerd zijn in de wetboeken der wetenschap .. de studleboeken. Met natuurwetten is het omgekeerd als met menschenwetten; terwijl de' laatsten gemaakt worden om buiten-het-kader-dansenden tot de ordelflke maatschappelfke quadrille terug te brengen, ontstaan de laatsten doordat z*o'n bulten-danser, die de geest heeft", zich op zulk een uitzon derlijke wfze boven den algemeen betreden parketvloer verheft, dat het de moeite waard blijkt zijne evoluties te noteeren en z«o mogelijk te analyseeren. Er vormt zich rondom den danser een kring van belangstellenden, die verbaasd het lythme van zfjn bewegen tracht te doorgronden. * « Zulk een kring vormde zich onlangs in het American-Hotel, rondom den gedachten(?)-lezer Eugen de Rublni, een uit Russischen gevangenschap ontslagen Hongaar, die tot dusverre alleen zijne landgenooten verbaasd had met experimenten op telepa thisch gebied. Een aantal modici had gehoor gegeven aan den oproep van 's Heeren Rubini's Impresario, en daar waren bijeen de pro fessoren Burger en van R;es, een aantal doctoren, en eindelijk ook de officieuse voelhorens van eenige andere hooggeleerden, belichaamd in hunne officieele echtgenooten, dewelke rapporteeren zouden of het hier wonderen dan wel goocheltoeren gold. En voorts natuurlijk de pers... Ach, hoe rijk en veelvuldig was dit machtig lichaam vertegenwoordigd... een raadsoverzicht schrijver en een financieele expert hadden evenzeer gevolg gegeven aan den sensationeelert oproep als een kinderziel kundig journalist met zijn min-of meer kunstzinnige vrouwelijke collega en een dertigtal verslag gevers, ongerekend nog de verslaggevers van het commentaar-loos beeld, de knopdrukkers en slingerdraaiers... Alles stroomde tesamen rondom den telepaath, een bleeken blonden knaap met een weeken mond en zware oogleden, die geïntroduceerd werd door een energiek heertje met groote bril leglazen, en een scherpen snauw stem, die bij voorbaat een soort bedeesd vertrouwen in de te houden proefnemingen trachtte op te dringen. 't Geen waarlijk overbodig was, door 't geen volgde. * * * Op meisjfskostscholen, en in Zwitsersche hotels worden, op regendagen z.g. jeux innocents beoefend. Daar onder dan ook vaak gedachtenlezen, 't geen echter meestal neerkomt op 't volgende: het medium" wordt geblinddoekt, «n Iemand anders tracht hem door handoplegging en gedachtenconcentratie tot de een of andere har deling te brengen, 't geen veelal aan leiding geeft tot gegil, gestoei en blindekoe zoo niet erger. Iets dergelijks vertoonde de heer Rubini; aanvankelijk door een kleine kabel ver bonden met dengene uit het publiek, die hem tot een vooraf beraamde actie zou dwingen, later geheel los van dezen, zocht h| allerl i voorwerpen uit de zakken zijner gasten, en bracht die naar gewenschte en hem onbekende plaatsen in de zaal. Men zag hem, op den voet gevolgd door eenen peinzenden hoogleeraar, door de zaal schrijden, op jacht naar verborgen spelden, of gehoorzamend aan diens onuitgesproken wensch om het horloge van zekeren toe schouwer op zeven-minuten-over-half-negen te zetten. 't Geen alles zonder merkbare inspanning 1I5SQLRNCHE ClGFVRETTES artikel ten zeerste ter lezing aanbevelen. Intusschen moet ik opmnken, dat wel licht zonder het te bedoelt n de schrijver den indruk geeft, dat bebouwde eigendom men een grootere zekerheid als onderpand van hypotheken aanbieden. Dit is echter m. i. volstrekt (niet het geval en de hooge prijzen, die thans voorn.m.l. In groote steden voor huizen betaald worden, leveren een niet minder groot gevaar op. Talrijke facto ren van voorbggaanden aard hebben gedu rende de oorlogsjaren - en ook thans nog tot de prtjsopdrijviiig van huizen in de groote steden bijgedragen en het is volstrekt niet zeker, dat die prijzen zullen kunnen gehand haafd blijven, indien die factoren vervallen. ). D. SANTILHANO H. BEÜSSE^BRUGGE, PORTRETFOTOCRAAF ZEESTRAAT 65, naast Panorama Mesdag, DEN HAAG. Tel. 1538. Overzicht van Nieuwe Boeken ONDERWIJS: «r. W. F. Tiemeijer brengt in itfjn Opleiding tot de hogeschool aan H S.S, en Gymnasium, bij Emmering A'dam, f 0.75, verslag uit aangaande de enquête onder de studenten naar de resultaten hunner respec tieve opleiding; een onderzoek, dat ingesteld werd door de Vereeniging tot Vereenvoudi ging en Verbetering van Examens en On derwijs. De ingekomen antwoorden geven den heer T. aanleiding tot 't poneeren van eenige stellingen t. o. van de belangrijke tekorten in onze volksopvoeding. Om de eenheid van het Hoiger Landbouwonderwijs te bewaren en de nieuwe Landbouw hoogeschool niet een bij uitstek praktisch karakter te geven, terwijl het theoretisch gedeelte kan ondergebracht worden bj een onzer Universiteiten, daarvoor levert dr. A. H. Blaauw, hoogleeraar van de Landbouw hoogeschool, een warm pleidooi. Uitgegeven Firma Gebt. Filiaal AMSTERDAM Jacob Obrechtstraat 26. - Telefoon Z. 2507 Vraagt onze Voorraadiijst miiiiiimiiiiimiüiiiiiiiiimiii ...... iimiiiiiiiimimm ..... umllMluilliii gelukte, schoon soms niet dan na kleine vergissiegen, waarbij b. v. een expert op psychisch gebied die, naar eigen zeggen gewoon was geconcentreerd te werken" geheel abusievelijk ontdaan werd van zijn boord en das . . . iets wat niemand gewenscht had ... ja, wat iedereen gaarne zou hebben willen voorkomen, gezien den toestand dezer voorwerpen. Deze geconcentreerd-arbeidende deskun dige verwrong zijn aangezicht echter tot zulk een afzichtelijk energieken grijns, dat de heer Rublni verschrikt terugdeinsde en in dit nummer bijna faalde. Het liefst liet hij zijn wil leiden door professor van Rees, en deze, een man met open oog voor alles wat niet of nau welijks zichtbaar is, stemde er in toe den heer Rubini zijn wil op te leggen tot het zoeken van een binnen de stadsgrenzen ver borgen voorwerp, en liet plegen van eene handeling met dit voorwerp. Voor dit doel waren tien automobielen beschikbaar; en nu stelle de lezer zich het volgende voor: De stoet van auto's is als volgt samen gesteld: A. Een auto, waarop, naast den chauffeur, rechtop, blootshoofds, en in onberispelijk avond-gala, de telepaath, wiens hand, naar achteren reikend, door een kabel verbonden is met die van den blnnen-zittenden hoog leeraar. Drze is, met enkele anderen, van den opdracht op de hoogte, De chauffeur zelf is echter zoo sceptisch gestemd, dat fifj den heer R. toevoegt senuwe-laier"; desondanks ge hoorzaamt hij elk gebaar van de vooruit wijzende linkerhand van den leidcr,van dezen vreemden optocht. B. Een lange reeks van volgauto's, bezet door medici, journalisten en fotografen. C. Rondom: Amsterdam, op een zumerschen namiddag. * * * In een wolk van stof en damp snelt Rubini's auto door de stad, die hemzelf onbekend is en die hem op haar beurt ook met bevreemding begroet, De heele sleep UIT HET KLADSCHRIFTiVAN JANTJE SLUIT UW LEVENSVERZEKERING BH VERZEKERD BEDRAG 65 MILLIOEN bij Veenman, Wageningen. Bij Wolters, Gro ningen, Den Haag verschenen: In de serie Nederland in Woord en Beeld: Heideoniginnins in Noord-Brabant van *. A. Kwast als handleiding tot bijbehoorende plaat, apart f 0.25. GESCHIEDENIS: Voor 300 jaren werd ook een belangrijke conferentie gehouden: ook van November tot Mei. Dat was de Synode van Dordt, waar Calvijns Institutie overwon en de Libertijnsche remonstranten veroor deeld werden. Doch de Broederschap bleef niettemin bestaan en geeft thans, naar aan leiding van haar 300-jarig bestaan een geïllustreerd gedenkboek uit: De Re monstranten", Syth ffs Uitg. Mij, Leiden, samergestrld door dr. G- J. Heering met medewerking van bekende mannen, bfhoorende tot verschillende gezindten : de Proff. Groenewegen, Knappert, Kuhler en Pijper, dr. Haentjes en dr. Hooykaas. De Remonstrantsche leer heeft het oude standpunt geleidelijk verlaten : wat vroeger een strrjdvraag was van de eerste rang wordt thans in geheel ander licht gezien. Wie zich er speciaal op toelegt om in een ander daglicht te plaatsen, kwesties, die tot nu toe op een bepaalde wijze werden gezien, is de Uitg. iimmiHiimiiniiiimiiiiiimiMimimmimmimmiimiiiiimimiiii i immuun iiimmliimt l iiiiiimllliillimillllliii Mij. Fulura", die een serie van twintig afleveringen doet verschonen onder den titel van Geschiedvervalsching", waarvan thans No. 2 het licht ziet: Gtlilee Galilel door p, fr. E. L B. Jansen ord. preed., die meent dat de veroerdeellng van den grooten geleerde een persoonlfjke dwaling was en geen aanleiding geeft tot beschuldigen van de Katholieke Kerk zelf. Van meer neutralen aard is het zeventiende jaarboek van het genootschaf Amstehdamum", waarin o.a. een artikel over het voormalige stadhuis en waarin ook de geschiedenis van eenige onzer fraaie grachthuizen, uitgeg. bij ten Brink en de Vries, Amsterdam 1919. M. ... wankelend, en gevolgd door Professor van Rees... hem achterna, allengs versterkt "door fietsers en rijk gewordenen die doelloos rondreden. Op de drukste pleinen stopt, knarsend, de eerste auto.. handen zwaaien,. straatjongens hoonen, trams blijven staan, en duizend voetgangers en voertuigen stellen den een zamen verkeersagent voor het hagelnieuwe vraagstuk of de politieverordening zich in dienst mag stellen van de nog ongeschreven wetten der gedachtenoverbrenging. Maar Rubini ziet niets van dat alles ... wankelend, en gevolgd door professor van Rees, baant hij zich een weg door het janhagel .. tast in de lucht.. slaat zich tegen het voorhoofd., en bestijgt de auto weer. ..De stoet stelt zich weer in beweging, en het publiek blijft achter met den twijfel of het hier een bioscopegrap met hoogge leerde medewerking, dan wel een criminalistische proefneming geldt. Ik wil u niet verder lastig vallen met de tallooze incidenten en rellen waartoe dit zon derling vreemdelingenbezoek aanleiding gaf. Genoeg zij de mededeeling dat Rubini het bewuste huis vond de bewuste kamer.. de bewuste kast.. de bewuste doos.. en de bedoelde enveloppe, die tusschen vele andere lag.. Dat hij deze enveloppe langs allerlei wonderlijke banen leidde.. aan het hoofd ...ontdaan werd van zijn boord en das... van den aanzwellenden stoet naar een gebouw dat hij binnenging., dat hij daar de enveloppe deponeerde op een bepaalden plek.. en dat wij elkander verbaasd aanstaarden... Ook toen, een kwartier later, professor van Rees den verzegelden opdracht opende, en ons voorlas wat zijne gedachten den telepaath hadden opgelegd. En dit alles stemde overeen met hetgeen er geschied was. Nu nog dit: men brengt de prestaties van den heer de Rubini terug tot het ondergaan van de geringste spierbewegingen bij anderen. Hoe is het dan echter mogelijk, dat h|, zonder lichamelijk contact met zfln leider, aan zekere opdrachten voldoet? Hijzelf ver klaart zijne handelingen een beetje vaag met hyper-sensitiviteit. Of die sensitiviteit uitsluitend mechanisch dan wel ook psy chisch is weet ik niet. Ik geloof niet dat hu de onuitgesproken gedachten of gemoedsaandoeningen van zrjn leider ondergaat; wél diens wil tot zekere handelingen, en deze dan nog ontleed in hare kleinste samenstellende deelen, in de natuurlijke volgorde uitgevoerd. Zooais men een recruut leert exerceeren. Maardan zonder uitgesproken commando's. Zoodat de practische consequentie van deze proefnemingen duidt op de mogelijk heid van een uit de verte, draadloos bestuurst u u r baren en daarbij niet in halfslaap verkeerenden mensch. Wie schrijft de sensatie-roman... ? Tot zoover waren de teekenaar en ik ge komen, toen de kelner twee nieuwe glaasjes bracht. En, ietwat duizelig van dezen vreem den tocht door Amsterdam, knikten wij elkaar toe, herhalend onze leeken-conclusie van: Ja ... ja... je moet er toch bij geweest zijn om het te kunnen gelooven ... D'r zijn toch dingen ..." Hier zwegen we, ook al om Shakespeare niet te plagineeren... in dronken peinzend van het levens-elixer... MELIS S T OK Geïllustreerd door Is. van Mens

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl