De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 21 juni pagina 12

21 juni 1919 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

12 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 21 Juni '19. ~ No. 2191 S iiiiiiiiimiiiiiiiiiiimiiii MOMENT-OPNAMEN l De Wederzijdsche Angst of de Gestoorde Nachtrust Maar behalve die ne keer hebt u toch nooit 's nachts bij me hooren schieten" zei me de smokkelaar die mijn buurman was. En in gedachten doorleefde ik weer die zonderlinge nacht. Het was kort na de geboorte van onzen oudste, ik sliep toen boven op de logeer kamer en de pleegzuster beneden bij mijn vrouw en het kind. Wij hadden "'s avonds wat langer bij elkaar gezeten dan gewoonlijk en z»o was ik vrijwel dadelijk in een zwaren slaap geraakt. Omstreeks middernacht werd iiniiiiiiiiiiiiiMiimiuiiiiiii VAN EEN LEVENSLUSTIGEN GRIJSAARD (Het straat-type Had-je-me-maar") En nu, lezer, verheug ik mij in de vriend schap van een waarlijk levenslustigen grijs aard .. eenen grijsaard dien ik sinds jaren uit de verte kende die ik duizenden malen voorbijgegaan was, en hij mij, zonder dat wfl elkander ooit hadden leeren op prijs stellen zooals wij het sinds dezen avond nimmer meer zullen ophouden te doen. Maar nu ken ik hem van zeer nabij, den grfsaard met het Vlctor-Hugo-hoofd die had-je-me-maar" geheeten wordt omdat hij het was die onzen spreektaal met dezen uit roep verrijkte en die nu alweer onvermoeid in het Rembrandt-plantsoen op een bankje zit te peinzen over nieuwe en even verras sende tusschenwerpselen, waarmee h rj straks, juichend en grimassend ondanks zijn 76 jaren te voorschQn springen zal, schrik en vreugde brengend onder passeerende dienstboden, die reeds gewoon zijn gillend uiteen te stuiven wanneer deze geaccrediteerde pseudoDon-Juan-van-de-straat zich maar vanuit de verte laat zien... er hevig op mijn deur gebonsd. Ik schoot mijn sloffen aan en opende de deur. Vór mij, met een walmende kaars in de hand, en in volslagen négligé, stond de pleegzuster; diep teleurgesteld merkte ik op dat de verleidelijke krulletjes waarmee zij overdag te pronk liep, 's nachts door rolletjes papier in het leven werden geroepen. Maar lang tijd om daarover na te denken had ik niet, want hoogst verschrikt voegde zij mQ toe: Meneer, er is onraad in het onderhuis, komt u asjeblieft dadelijk mee!" Iets in haar stem deed mij voelen dat het ernst was, en dus voldeed ik aan haar verzoek en volgde haar naar de kamer van mijn vrouw. Maar wat is er dan toch eigenlijk pre cies? vroeg ik, en vernam dat de dames waren wakker geschrikt van een schot, dat gevolgd was door een zwaren val, waarna ze zachte stemmen hadden hooren beraadsla gen, gevolgd door heen en weer geloop. Het was inderdaad ernstig genoeg; ik nam mijn revolver, dat ongeladen was, uit de kast en overdacht of ik het laden zou. Maar de gedachte om voor het eerst van mijn leven door een medemensen heen te schieten, leek mij weinig ver k wikkelij k. Dus liet ik het ongeladen en verzocht de pleegzuster mij met de inmiddels aan gestoken petroleumlamp naar beneden te willen volgen. Voorzichtig daalden wij de trap af, terwijl ik intusschen hardop de zuster moed insprak, met de bedoeling om mijn eigen onrustige gevoelens tot bedaren te brengen. Kom", zei ik luide, wat zou er nu kun nen gebeuren, ik heb immers mijn revolver?" (dit laatste in de hoop dat het gespuis daardoor bang zou worden en op de vlucht slaan). Intusschen doorzochten wij het heele hij den zijne.. de koffiehuizen langs, waar . . . gillend eenige jonge vrouwen . . . hij bulkspreekt of liederen zingt, of ons de illusie tracht te verschaffen dat hfj met zqn hand lantaaarnpalen kan omzagen, en waar hij op zijn goedige en zoo menschkundige wijze wandelende meisjes verschrikt met een geheel onschuldig bedoeld, doch verrassend luid en onverwacht uitgeroepen: Hap." Dezen avond stal de heer Nelis de Gelder mijn hart, door met een groote bouquet witte rozen op het plein te komen, waarvan hij er telkens een g racelij k, zij het ook ver gezeld van het onvermijdelijk Hap", aan elke voorbijgaande dame bood; weliswaar onderhuls; in de etenskelder niets verdachts, in het kolenhok evenmin. Ik opende de tuin deur; een koele nachtwind woei naar binnen, maar de tuin lag zóvredig en stil in het witte maanlicht, dat ik het heele verhaal voor een verzinsel of een nachtmerrie begon te houden. En toch hadden zoowel mijn vrouw als de zuster duidelijk een schot gehoord, en het zwaar neervallen van een log lichaam, en voetstappen en stemmen. Wij sloten de tuindeur, en deden nog eens de ronde door het heele huis; maar, daar wij verder niets verdachts meer hoorden of zagen, gingen wij na een kort beraad maar weer naar bed. Den volgenden morgen, liefst al om half acht, werd er gebeld. Meneer, hier is Willems, de slager, voor u," waarschuwde mij de traphit. En inderdaad vond ik den slager in de gang met een mengelmoes van ernst en guitigheid op rijn gezicht. U is vannacht bang geweest!" begon Willems. Och, bang..." weifelde ik, nieuwsgierig naar wat er volgen zou. Nou, maar ik nog veel banger!" hervatte de slager, ik durf de eenvoudig niet naar huis, toen ik u met die revolvr hoorde!" Maar was jij dat dan vannacht en wadr was je, en wat voerde je H. STINIS Haarlem - Kruisweg 23 TELEFOON 15O6 EXPORT IN TABAKSARTIKELEN NAAR DE GEALLIEERDE STATEN iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii zegge ze, heb u dan ook niet van die voor stellingen gegeven op het Rembrandtplein.. ?" ... jawelzeker zeg ik... ik ben de bekende en alombekende mag ik wel zeggen, hadjememaar... hapseitie... sacherijnige menschen ken ik niet goed vele... je bent voor je lol op de wereld... Nou, en waarom geeft u van die voorstelllnge, vraagt die rechter verder... Voor de dat zeg ik (gebaar van eten)... Verbruikt u nooit geen sterke drank? vrage ze me toen, en komt u nooit in geen herreberg.., ? Jawel zeg ik, maar dat is om wat te ver dienen ... en anders nergens om... wil ik je es wat vertellen.,. ? Nu neemt hij een oratorische rustpoos... kijkt me lang aan met scherpe van pret tintelende oogjes, die uit zijn harige kop blinken als bij een duivelschen dwerg... en n oogenblik beb ik werkelijk de sen satie, dat daar tegenover mij een zeer levenswijze en menschkundige grijsaard zit, die ons allemaal voor den gek houdt door er zelf voor te spelen... en dan zegt hij met een peinzenden stem: Het Rembrandtplein is te klein voor mijn.. ik moet de heele wereld voor mijn hebben.. Kijk na Rembrandt . . die staat er ook nog altijd.. en die is van de arreme begrave moete worden ..." Ik knik sympathiek van ja . . maar het is of de duivelsche dwerg op dat moment gewacht heeft, om zich in zfjn volle menschenverachting te openbaren, want nu vervolgt hij met een verrassend wending Had-je-me-maar" Ge kent hem immers.. den man met het sigarenklstje, den zanger en grollenmaker wiens portret ge hier boven ziet en wiens aangezicht ge herkennen zult wanneer ge tot de zulken behoort, die wel eens voor een cafézitten ... ? Welnu, deze mensch heet Nelis de Qeider, en wat hieronder staat is een ware ge schiedenis: De grijsaard Had je me maar" was dezen avond in een bijzonder gunstige conditie; het was even acht uur, toen ik hem het Rembrandtplein op zag komen, waar hij een veel bekender, en zeer zekerlijk meer ge waardeerde versiering van is dan Rembrandt zelf. De versch|ning van den grijsaard had je me maar", des avonds op het Rembrandt plein kan alleen vergeleken worden met die van Lohengrin op de helft van de eerste acte van die opera... tot het moment van zijn opkomst heeft men voortdurend de sensatie gehad, dat er. iets zeer b IJ tenders zal gaan gebeuren... aldus ook met mijn vriend... dat gaat zoo: Onverwacht hooit men een luid gegil in een der belendende straten... de menschen staan stil, of buigen zich over hun caf tafeltjes om te zien wat er te doen is... dan komen gillend eenge jonge vrouwen van nederige geboorte aansnellen... in hun gillen is angst en genot... een agent zet de handen in de zijden... uit de zijstraat klinkt een schorre schaterlach als van een bevredigden boschgod, en dan stapt grijn zend om den hoek, steunend op zijn stokje, de grijsaard die nu mijn vriend is... .0 zeggen de menschen het is hadje-me-maar"... en ze hernemen hunne hou dingen van rust, of gaan hun weegs... en S \jf\r* t-A N 'i . ^?9*9 ? .. .op een bankje zit ie peinzen... knoopte hij aan deze hulde herhaaldelijk doch schertseiïderwfjs de voorwaarde vast van: Geef-me-een-zoen-van-je", maar ook al werd daarop afwijzend beschikt, dan liet hij zich toch nog niet onbetuigd in waardeerende uitlatingen betreffende kleeding en overig schoon der bedeesd vluchtende meisjes. Juist toen hij vlak voor het caf was gekomen waar ik gezeten was, trachtte hij een bij zonder schoon meisje een tiental van zfjn witte rozen ineens aan te bieden... en naar aanleiding van de daarop volgende kwetsende weigering, kwamen wij in gesprek, en zette hij zich naast mrj neer, ietwat tot ergernis van het meer op O. W.-ers ge brande bedieningspersoneel. Wij sloegen elkander eenige mrlen op den schouder, wisselden eenige malen den uitroep hadje-me-maar", en daarna de geluiden van het zagen door lantaarnpalen en sigarenkistjes... en de vriendschap was gemaakt. Eenige fragmenten uit ons gesprek, dat een vol uur duurde laat ik hier volgen: Wat zei je ?... vloeken ?... nee, dat bestaat niet bij mij... maar me zakke vol met grappemakerij (volgt een gichellachje door zijn dichte ringbaard, en een sissend geluid, als van onder hoogen druk ontsnap pende pret)... de politie zelf magge me graag... maar laten ze me nou toch twee reuzenbekeuringen geven... Ik voor de rechters... Bent u niet dronken geweest in de Sint Anthonie Breestraat bij de Nieuwmarkt," vrage die me... ik ben nooit dronken zeg ik... dat kan niet bestaan... ik geef alleen voorstellingen... zoo met m'n kissie, en meteen begin ik te zinge en te danse van had-je-me-maar falderaldera... en zullie an het lachen achter d'r tafel... Maar, zingend: Ik ga nooit verloren .. hoera .. hup-Ajax Deze uitroep brengt ons onderhoud op onverwachte wijze op voetbalgebied. Daar is hij een groote voorstander van . .trouwens van alle lichaamssport. De kinderen uit de buurt van het Rembrandtplein houden onder zijne leiding wedstrijden in het hardioopen en tollen, waarvoor hij prijzen beschikbaar stelt, in den vorm van ijswafels van 5. 3 en 2 cent, terwijl hij ze ook geheel belangloos helpt aan voetballen, die echter prijziger zijn. namelijk 15 cent in de bazar. Maar dit heeft hij graag voor ze over, want hij houdt dolveel van kinderen, en de menschen uit de buurt hoort hij vaak zeggen: kijk die ouwe man daar nou weer aardig met ze bezig zijn.." Hij mag gerust zeggen dat ze hem alle maal graag magge.. moet je maar eens zien 's avonds, als de cafés dicht gaan.. dan loope ze gewoon naar hem te zoeken. Maar daarvoor moet hij dan ook zorgen dat h (j altijd nieuwe grappen bij de hand heeft... daar zit hij dan over te prakkiseere in het Rembrandt-plantsoen, (het Park noemt hij dat)., op een bankle.. en hij doet het voor.., z'n slimme oogjts halfgesloten in z'n harige kop.. en dan maar denke over nieuwe grappen. In het park loopt ook z'n vriend de boschwachter, die hij onderlaatst nog een nieuwe wandelstok in z'n poote gegeven heb, omdat hij maar als met zoo'n dunne rond liep, en dat staat toch niks voor een bosch wachter. En eten kan hij zooveel krijgen als hij maar wil.,, 's avonds om half negen kan hij in zijn vaste cafézijn eten komen halen.. vroeger at hij er met het personeel, maar n 's hemelsnaam uit?" vroeg ik, ten hoogste verwonderd. ,Een koe slachten in de kelder van uw buurman," was het onverwachte antwoord, doorgaans gaat dat schot geruischloos af, naar deze keer maakte het een geweldig kabaal, en 't was toch al zoo'n waagstuk net die nieuwe commiezen aan den over kant, u hebt me bijna een strop bezorgd, maar mag ik nou misschien het bloed bij u in den tuin begraven, daar weten we geen weg mee." Best," zei ik, maar dan is de haas voor mij!" en zoo kwam het dat ik van een verrukkelijken runderhaas smulde in een der vleeschlooze tijdperken van het oorlogsjaar '18 April 1919 Duc RIJM-KROMEK Telefoon Misère De meest ellendige der plagen in dere verwarme dagen is niet d'onleschb're dorst, en niet de akelige steek-muskiet en niet de volte in de treinen en niet 't meedogenloze schijnen der felle zon op 't astfalt... 't Is de prikkelende ergernis in telefooncel en kantoor om 't urenlange geen gehoor" om 't eeuwig toeterend geluid van in gesprek" b| Noord en Zuid, ... een booze juffrouw sluit je aan nog vór ze 't nummer heeft verstaan en als j'een half-uur hebt gewacht op Jansen van de Keizersgracht dan hoor j'opeens: Spreek ik met Jacob...?" Verkeerd verbonden... hang de haak op...!" Dan wacht je weer een tijd op Noord omrede dat zoo'n spektakel gaf, krijgt hij het nou apart.. en daar moet hij zelf om lachen .. ze magge hem allemaal even graag en hij hoeft maar even aan de Monico te vragen, of daar komt de kok al met een gemeubileerde boteram.. hier Nelis, voor jou is d'r altijd wat... De meisjes..?., dat is goddelijk goed" zegt hij vervolgens ongevraagd met innige over tuiging, en er komt nu een bijna vrome aandacht op zijn satersgezicht wanneer hij vertellen gaat van zijne genegenheid voor de vrouw in het algemeen en van de be wijzen die tallooze vrouwen hem dagelijks van hunne waardeering en liefde geven... Hij wordt zelfs pathetisch, wanneer hij te gewagen komt van eene bijzonder milddadige dame, die hem, nadat hij haar door een leugentje mild gestemd had, een bijzondere gift-ineens had geschonken; terwijl hij deze episode uit zfjn zwerversleven vertelt, gaat zijn ouwe stem beven, en hij haalt weer allerlei godsdienstige uitspraken en bijbel teksten door zijn verhaal van onschuldige avonturen om tenslotte bij de culminatie ervan ontroerd op n knie te zijgen, her halend de woorden die hij zijne weldoenster toevoegde: U bent een God... een Engel van God..." ... en in de extatische her innering aan dat oogenblik vergeet hij, dat het een Hilversumsche juffrouw was, die hem geld en boterhammen gaf, hoewel hij geweigerd had haar mede te deelen welke van haar knechts hem had veroorloofd met zijn , medezwervers in haar hooizolder te overnachten... en ondanks het feit dat hij in strijd met de waarheid verklaard had: .dat ie heelemaal van Rotterdam was kome loope"... z'n witte rozen aan te bieden . Maar deze uitstapjes in de provincie zijn slechts zeldzaam: vroeger, toen hij nog acrobaat was, kwam h| op alle kermissen... nu is hij meer uitsluitend Amsterdamsch straattype... en wat voor een straattype, zeker wel het meest bekende sinds de dagen dat Van Maurik m>g jong was. Wat geen ander straattype gedurende zijn leven heeft mogen bereiken, is zijn deel geworden ... hij heeft namelijk met groot succes voor zichzelf gespeeld" in een revue in het Rozentheater; dat vertelt hl] zó: Ik was voor een maand angenomen... je komt daar op het tooneel, en dat stelt een herreberg voor; en dan zeg ik: geef me en klaart je meneer kas e'ein. Hij geeft me der een, en dat drink ik op, en zoo 22 achter elkaar... allemaal water snap je... Nou, en dan zegt ie: het is nou tijd om te gaan afrekenen. Wat zeg Ik... afrekenen ... ? m'n naam is bekend... Hadjememaar... En dan gaan we allebei aan het drinken, en dansen tot we voor de wereld gaan. En dan komt er een agent en die neemt hem mee... maar ik blijf liggen... je lacht je beroerd als je het ziet gebeure. Maar dan komme der vijftien dames binnen... Hè, zegge die... daar heb je hadjememaar, die gaa'c nooit verloren... En die melden an het dansen met me, en zingen... Maar knijpen dat die meiden me dee'en, en schudden... ik werd er lederen avond misselijk van ... ik ben een man van 76 jaar... l" Aldus eindigde om gezondheidsredenen de tooreelloopbaan van den levenslustigsten grijsaard van Am sterdam ; den vader van zeven oppassende kinderen, waarvan er drie luchtwerkers bij Hagenbeck, en eenige andere bij het onder wijs zijn; de eenige zoon is fluitist, en tien tegen een dat ge hem wel eens op zomeravonden op straat hebt hooren spelen. Ik zou u nog zooveel van dezen merkwaardigen mensch kunnen vertellen... van zijn zeer merschkundig oordeel over de maatschappelijke toestanden van voor en na den oorlog; wanneer hij ooit grijnzend BATENBURG & FOLMER | Den Daag -:- Huijpspark 22. j SPECIALITEIT: | VERHUIZINGEN ONDER GARANTIE-:- -:- -:- -:? -:- ?:- ?:- -:? BERGPLAATSEN VOOR INBOEDELS waarbij je drie gesprekken hoort, en daarmee neemt de juffrouw wraak voor 't driftig tikken op de haak (het eenig middel nog waarmee je protesteert als abonné). Je wacht met nauw-verbeten toorn minutenlang, en houdt den hoorn eerst rechts, dan links, en dan weer rechts ... maar alles wat je hoort is slechts gebrom, gereutel en getuit, en dan een vrouwelijk stemgeluid dat schel aan een vriendin verhaalt wat ze voor koffie heeft betaald, Zoo gaan er drie kwartier voorbij, en, als de grens der razernij bereikt is zoo niet overschreden dan deelt een lieve stem je mede dat je verbonden bent met Zuid ... verheugd rofp je het nummer uit dat haastiglflk wordt na-gebromd ... je wacht... je wacht maar niemand komt... ...een vol uur is voorbijgegaan... dan vraagt een opgewekt orgaan: Hallo...! Btnt u nog in gesprek...?" Dan zeg je (binnensmonds) verr-k... MELIS STOKE ... net 'n zwemmertl . . . tegenover u komt te staan op straat, moet ge u niet verbeelden dat ge met een ge wonen bedelaar te doen hebt... hij zal u nooit om geld vragen, hoewel hij uw gave gaarne aanneemt, maar als hij een oogenblik later een anderen zwerver ontmoet die het meer noodig heeft dan hijzef, dan geeft hij onmiddellijk van zijn tijdelijken overvloed, want zegt hij, Armoel ken ik niet zien... ik geef alles weg aan mijn evenm-nsch... Hij kijkt er zijn publiek ook op aan.. oudere dames zal hij nimmer verschrikken met zijn onverwacht HAP, en het publiek van het Rembrandtplein is hem, op dat van de Vrolijkstraat na, het sympathiekste van Amsterdam; achter het Concertgebouw heeft hij nooit anders aangetroffen dan TUIG, dat met steenen gooit naar een ouwe man. Maar zijn grootste haat geldt de practijken van sommige nachtkoetsiers, die er speciaal knechts op na houden, om de vrachtjes te berooven en geld af te persen .. of vrouwen die ze onder bedrijgirgen exploiteeren in ontuchtige minnehandel op straat.. op het plein, als de café's gesloten zijn. Dit wekt zijn oprechte verontwaardiging op, meer dan het anti sociaal verschijnsel der O. W.-ers, dat hij blijft aanzien in zijn tallooze ver schijningen, met de objectiviteit die den waardigen grijsaard past.... Werkelijk, zooals hij later op den avond tegenover mij zat, in een fauteuil van VAN MENS, den teekenaar die zijn atelier welwillend beschikbaar had gesteld tot dit intervieuw (dat helaas slechts voor een klein gedeelte hier plaats kan vinden;.. zooals hij daar zat te vertellen, had hij iets waardigs en iets van den man die zijn wereld kent.. Op zijn jas prijkten de drie symbolen van zijn levensopvatting: Een linlje in de kleuren van de voetbalvereeniging AJAX Een coüectebloemetje van LIEFDADIG HEID NAAR VBRMOGEN en een oranje-zijden zakdoekje dat hij schalks noemt zqn DAMESLOKKERTJE . , de onverbeterlijke Don Juan die hij is on danks zijn 76 jaar. Als er n straatlype recht van bestaan heeft, is het wel de heer HADJEMEMAAR, alias Nelis de Gelder., de vreugde der spelende kinderen, de levenslustige en waarlijk fat soenlijke grijze ex acrobaat en grappen maker, die naar zijn eigen zeggen nooit niet vloekt en geen sagefijnige menschen uit kan staan.. die als reclamemaker meer waard is dan 30 mannen mrt borden, omdat hij direct een schare van honderde menschen in zijn voet spoor verzameld .. Zijn populariteit komt hem zelfs wel eens wat ongelegen., want die stremt soms zoozeer het verkeer dat een politieagent tusschenbeide moet komen.. met wijde harden, zooals hij het impres sionistisch uitdrukt., net een zwemmert..", om hem in het bureau op te bergen. Maar ze late me altijd weer gaan, getuigt hij, want de pelisie zelf moete om me lache.. Hij vertelt nog een heele tijd verder, ernstigovertuigend soms en dan weer met dwaze tusschenwerpsels en geluidjes uit zijn witte ringbaardje., maar om negen uur moet hij opeens weg., m'n eten halen., weet u?.. in het Gouwe Hoofd. En met zijn onafschei delijk kistje onder den arm, strompelend met zijn stokje, gaat hij er vandoor., naar zijn plein.. ZIJN plein, dat immers wel naar R;mbrandt geroemd werd, maar dat van hem JS, van HADJEMEMAAR... MELIS STOKE Teekeningen van Is. van Mens

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl