Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
21 Juni 19. No. 2191
VOOR WILLEM KLOOS
i
N.V.
PAERELS
Wel is Gods macht vernietigend beweezen
aan wie, als gij, woest Zijn gebooden schent,
en dan de verootmoediging niet kent
als de eenige artsenij die kan geneezen.
De hoogste Majesteit hebt gij ontkend,
gij dorst te schimpen op der Liefde Weezen,
van 't Woord der Waarheid hebt ge u afgewend,
niet mijne, maar Gods wrok hebt gij te vreezen.
O droeve Climax.! jammerlijk schandaal l
Gij had als eerlijk zondaar kunnen boeten
als Oscar Wilde, die sterk in geloove,
Zijn Kerkerstraf door Jezus zag verzoeten
Verlaine stierf getroost in 't hospitaal...
en Willem Kloos... gaat op bezoek ten hoove."
II
Zou ik u .nog benijden, arm oud kind!
die eenmaal Dichter waart en nu moet leeven
door een bewonderende kliek omgeeven,
dankend en beedlend om een stukje lint?
Wat is er van uw trotsche pracht gebleeven,
gij God-verzaker, eens zoo hoog gezind,
die door uw vuist, in haat en hoogmoed blind,
't gebergt der Liefde trachtte te doen beeven ?
Ach, arme Duivelgod, wel diep getuimeld
zyt gij van uwen troon van ijdlen waan,
en hoe ellendig is uw Oproer-Vaan
door 't zoo Verachte beest Publiek beduimeld!
Karikatuur! waarvoor elk Dichter siddert,
bejuubileerd, belauwerd en beridderd.
IIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllllllllllllllllllltlMIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIMItllll llllllnlMIIIUI
Ziet gij den graf kuil niet, die ons verbeidt?
Eerlang, eerlang, tot aan zijn rand gedreeven,
zal ons al men&chelijke steun begeeven,
zijn wij dan voor die neervaart wél bereid?
Daar wacht ons een waaracht'ger Majesteit
dan die hier orde-linten pleegt te geeven,
en dondrend vraagt ons de Gerechtigheid:
Wie hooger Ernst gemaakt heeft van zijn leeven.
Gij, renegaat uit 't heilig Kamp der Sterken,
wat hebi gij met uw dichtergaaf gedaan ?
en wat blijft er voor 't Eeuwig Licht bestaan
van al uw fraaye literaire werken ?
Welk Dichter is als gij zoo diep verworden,
Huis-ridder van de Oranje-Nassau orde ?
IV
A Is strijdbaar Ridder van den heil'gen Geest
zat ge eenmaal fier en zelfbewust in 't zaal,
als een die lachend Dood noch Demon vreest,
de Zon der Waarheid flonkrend op uw staal.
Toen schold gij hoonend op het Leugenbeest
Publiek, met zijn verachtlijk ideaal.
Terwijl ge uw diepste zelf in stoute taal
als de beheerscher deezer kleinen preest.
Maar ach! toen hebt ge Liefde niet verkooren
maar Haat als hoogste goddelijke kracht.
Toen ging uw schijnschoon Hoogmoeds-rijk verlooren
Nu ligt ge hulploos in aer kleinen macht.
Ter neer gesmakt, verneederd in het stof,
gaat gij nu pootjes geeven aan het hof.
electriciteit en de hulshouding met tal van
nieuwe uitvindingen gemakkelijk en rationeel
wordt, zal de komende tijd de tuinstedcn
zien ontstaan. Vooral daarvoor is bosch
noedig en vooral daarvoor is de ban" noodig
die de gemeenschap bij tijds op die bosschen
daarbuiten leggen kan, opdat de eigen baat,
de natuurlijke zucht naar persoonlijk gewin
het natuurschoon daar niet verloren doet
gaan.
Behalve de instelling van de ban" kan
een belastingpolitiek in die richting veel
goed doen. Adressanten noemea nog ver
schillende zaken op ten bate van het Neder
landsche bosch, ik heb de hoofdzaak hier
echter aangeduid in de overtuiging dat deze
algemeene instemming zal vinden.
Zoowel onder de boschbouwkundigen zelf
als onder de bezitters zullen tal van
persoonIQke offers geëlscht worden, reeds heden
klinkt naast dit grootsch geluid de stem
van persoonlijke baatzucht en waar wij
elkaar in ons kleine landje allemaal kennen
hoort men ook de bekende intrigeerende
stemmen van persoonlijk vooroordeel en
vijandschap, maar het is te hopen dat daar
boven uit de algemeene roep naar werkelijk
grootsche en gemeenschappelijke bossehen
en ander natuurschoon zal doordringen tot
de regeering, die zelf de noodzaak voelende
van moderne wetten dan alleen wat bereiken
kan als de eendrachtige wensch van het
volk ten duidelijkste blijkt.
De ouderwetsche, zwaarwichtige theorieën
over de al of niet wenschelrjkheld van Staats
bemoeiing in de« materie zfln uit een histo
risch oogpunt voor enkele snuffelaars van
belang. WB, die de boschgeuren zelf ruiken,
begrijpen plotseling dat w| bulten het be
reik van alle oude geleerdheid en
boekenkennis de wijsheid zelve ontdekten in de
bosschen daarbuiten en wfl gevoelen zér
duidelijk dat machtige eischen naar gemeen
schappelijk recht op de goddelijke natuur
daarbuiten ingewilligd zullen worden.
IIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIHIIUIIIIIIIIIIII»"»'11""11"111
op gebied van tooneel en muziek, beeldende
kunst en gedachtewisseling gedurig af
wisselt. Ik heb in Holland heel diepe,
zuivere en schoone emoties gekend, een heel
rustig genot des geestes, dat als een schat
in mijn herinnering rust, en als een weemoed
pijnlijk en zachtzinnig is. In mijn laatste
gesprekken en brieven, te Amsterdam, liet
ik, als bij voorgevoel, doorschemeren dat
ik een bittere ontgoocheling vreesde, en me
aan een groot verschil van leven verwachtte.
En ik heb me niet bedrogen. Maar hoe zou
't anders hebben gekund, ook? Vier jaar
lang is men hier afgesloten geweest van
alle gemeenschap met het buitenland,
geschelden van het geestelijk verkeer der
wereld, van boeken ea tijdschriften gespeend,
van de medewerking van alle vreemde
krachten beroofd, op schaarsche geldmid
delen aangewezen. Als men alles goed over
weegt is 't zelfs nog verrassend en een
gunstig teeken voor de levenskracht van
het Vlaamsche ras en het Belgische volk ,
dat wat nu is reeds bestaan kan, en dat
men, na vier jaar, nog geen slechtere toe
standen moet boeken, een algeheele vernie
ling van alles wat aan kunst en geestes
cultuur raakt, een algemeene inzinking van
den moed en den wil in deze richting.
Overal is men aan 't werk integendeel, met
ijver en volhardendheid, en al is de uitslag,
van den beginne af, niet bevredigend, er
klotst water tegen den dijk overal, er wor
den pogingen van allerlei aard aangewend
en men smeedt plannen langs alle kanten.
Natuurlijk staat het geestelijk leven geheel
en al in het teeksn des tijds. Op het tooneel
behandelen alle nieuwe stukken een
vaderlandsch onderwerp; in de vitrines der
schilderijen- en platen-handelaren prijken
bijna alleen allegorische verheerlijkingen van
België en zijn bondgenooten en smaad- en
schotprenten op de Duitschers, tot vervelens
l toe, zonder maat, in vaak machtelooze
bombastiek; de concert-programma's wijzen
schier geen Duitsche muziek meer aan en
vermelden eveneens veel gelegenheidswerk,
vele triomfmarschen en patriotische liederen.
't Is de eerste bevlieging maar ik weet
met zekerheid, dat er spoedig meer beza
digdheid zal komen, meer evenwicht en meer
zuivere kunstbezieling. De mtnschen ver
gissen zich nog, maken nog geen onder
scheid tusschen het gegeven en de uitwerking,
de begeestering en de innerlijke waarde van
een werk ze juichen, omdat het Belgisch
Uit Antwerpen
Het versch'l is wel treffend voor iemand,
die uit Holland en uit Amsterdam komt, uit
het volle intellectueele leven van de groote
Nederlandsche stad, waar aan alle uitingen
van de geestelijke beweging zooveel plaats
wordt ingeruimd, en waar het allermodernste
*
'l^:«
I-T2*
EEinaaoN
s¥j£!
ilïMiMIffiltlMït
ATELIER
DOOR
JOH. C. P. ALBERTS
In gezelschappen bleef ie graag onopge
merkt. Stil hooren en toeschouwen, zooals
de ware eenzame doet in de bonte straten vol
belangwekkendleven.op de wije pleinen en de
bruggen van de stad. Niet zoo, dat je praten
moet, dat een hinderlijke omgeving, kritisch
en bijna vijandig iets van je verwacht, dat
je gedecideerde of kwasi-kwijnende opinies
moet geven, in stijl en ad rem.
Zoo toog ie dan ook met angst en weer
zin naar die atelier!uif, plastische dans-nacht
in de bekoorlijke intimiteit van rood
lampionllcht, gloeiend in zware mahoniekasten en
koper, van half voltooide naaktstudies, brutale
stillevens, zwaar in de verf, reproducties van
Qaugulns, kussens, banken en sof as. En een
keur van artieste-grootheid.
Hij vond er alzoo: den benijden gastheer,
is, of vaderlandslievend, maar niet omdat ze
het mooi vinden en er, met volle mededeel
zaamheid, van genieten. We bevinden ons
nog in een overgangstadium, terwijl we op
het rijpen van den nieuwen, van den oorlog
bevrijden doch door den oorlog geleuterden
tij n wachten.
En dan: er wordt zooveel gedaan uit lief
dadigheid en philantrophie! Zooveel ellende
moet worden geleend, zooveel lijden gesust,
en overal verrijzen de aanplakbiljetten van
allerlei concerts de bienfaisance" en repr
sentationsde charité."En het milde doel stemt
vergevensgezind tegenover veel knoeiwerk,
veel onbeholpen maar welgemeende offer
vaardigheid.
In dezen tijd heeft het dilettantisme overal
de bovenhand; geregelde tooneeltroepen zijn
nog niet ingericht; vele kunstenaars van
beteekenis en beroepsartisten keerden uit het
buitenland nog r.kt terug; het seizoen is te
ver gevorderd om iets definitief tot stand
te brengen; er moet te veel ineens worden
aangepakt: zoo komt men er heel natuurlijk
toe beroep te doen op allerlei amateurs, op
vrijwilligers en scholieren in de kunst
beoefening, wier kunnen niet sterk, wier
bereiken nog gering is, al zijn ze niet spaar
zaam op hun bereidwilligheid.
Het amateursstelsel kwijnt nog niet in
Vlaanderen. Op theatraal gebied bijv.
telde ik nog al de letterminnende toon- en
tooneelkundige maatschappijen van vroeger,
en ze spelen nog met dezelfde moed en
overtuiging, met dezelfde vastberadenheid
en onbeschaafdheid, het harte uit, in zware
belijdenis van volksgevoeligheid, die geene
schakeeringen kent. En hetzelfde repertoire
van vroeger spelen ze, met een paar nieuwe
Yzer-slukken erbij, alsof er niets was ver
anderd in den geest en de stemming van
den tijd en we alleen een paar oorlogslegenden
wijzer waren. Ook op muzikaal gebied is
de toestand weinig gewijzigd: zooals vroeger
zijn de Belgen beminnelijke menschen met
weinig kritischen zin gemiddeld, niet moeilijk
in hun keuze en die gaarne hun vriendschap
betuigen en onverwijld hun voldaanheid
luchten; jonge zangers en zangeressen,
muziekanten en dirigenten, die in Holland
nog in stilte voortwerken in hun kamer,
waar niemand hen uit durft halen, worden
hier reeds totgejuicht en vinden gelegenhsid'
i om op te treden ers zich b e kei d . te maken
En wel heef t het vaak veel goedkoop succes ten
gevolge, maar toch openbaart het veel meer
OELOF
Kalverstraat 1
- Opgericht 1850
TELEFOON 658 N
Paarlen, Brilianten
Goud, Zilver en Horloges
Uitsluitend eersta kwaliteit
gelukkige, die geen discours hoefde te
forceeren, zich geen houding hoefde te geven,
den heelen avond ontvangen en organiseeren
kon. En wel zonder dat men er hem vijandig
om aankeek, dat hij geen meening over
degeneratie of erfelijkheid, thepsophie of
levenskunst formuleerde. Want dit blijkt wel
de sleutel tot de gêne en de verlegenheid
in groote gezelschappen: de angst voor de
kleine kritiek der zelfbewuste middelmatigen.
Van die menschen, die een speciale
afdeeling van het leven in de puntjes kennen,
en altijd over een honderdtal weloverwogen,
onweerlegbare en steeds door hen te ver
dedigen formules beschikken on daarmee
te allen tijde wanneer dit van hen verlangt
wordt of als het in hun kraam te pas komt,
van hun verbluffende kennis sympathiekelijk
blijk te geven. Het zijn die menschen, niet
waar, die men gaarne ontvangt, omdat ze
leven brengen in de brouwerij, allicht
een stukje piano, onberispelijk ingestudeerd
en van den componist die in zwang is, een
stukje declamatie of een snelteekening ten
beste geven en het discours, dat geanimeerd
behoort te zoemen links en rechts, in alle
hoeken, waaruit van tijd tot tijd een schater
lach op kwinkslag, een uitroep van ver
bazing of enthousiasme hoort op te klinken,
voor inzinking bewaren. Men ontvangt ze
graag omdat men gewoonlijk aan hun wel
bewuste drukte de lof van vrienden en
kennissen dankt dat de avond werkelijk
alleraardigst en. uitmuntend geslaagd is. En
zij zijn het dan ook, d!e den eenzame, die
alles bevat, die over de kosmische wijsheid
b «schikt doch geen bepaalde en steeds bruik
bare formules .ïaarvoor in zijn ransel draagt,
zij zijn het, die den schuchteren eenzame,
die in alie eenzaamheid pleegt te wachten
tot een détail zich in rijpheid aan hem wil
openbaren, grooteiijks hinderen en verlegen
maken. De stille wordt stiller, tenzij hij zich
aanpast en, nerveus, ongeleerde phrases
meestameit, en daardoor onherroepelijk af
sluit den goddelijken bron waaruit in een
zaamheid en rijkdom, zijn klare weten als
kisar water we't.
O, als men zich daar overheen kon zetten,
over de kleine kritiek der middelmatigen.
Als onze stilte eens zoo stil en bewust
superieur kon zijn, dat zij de babbeldebabbels
tot zwijgen imponeerde. Maar het is nooit
aldus, men windt zich op tot meedoe», men
voelt zich ongerust en onbeholpen, men
stottert, men vergeet zijn eigen hoogheid
en de goddelijke bron zijner wetenschap,
men tracht de stille stem, die gemeenlijk en
gemeenzaam tot ons spreekt, tot babbelen
te forceeren, en als zij zwijgt, trekt men
zich vol schaamte en mokkend in een hoekje
terug en benijdt alle musiceetende, citeerende,
vroolïjk lachende of hoogst serieus orcerende
specialiteiten, en den gastheer, die slechts
Meubileering M'J.
COMPLETE MEUBILEEKLNG
-: BETIMMERINGEN
:
Rokin 128 Telef. 4541 N
iiitmiiiiiiimiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiimimmiiiiiiiiiiiiiiiiiinMiiiiin
leven, 't brengt meer verrassing en ver
scheidenheid, en 't houdt meer fut en werk
lust in het hart der jongeren wakker.
De Koninklijke Nederlandsche Schouwburg
werkt het geregeldst voort, al missen we
noode Laroche en Magda Janssens, Verstraete
en Van Rijn enz., die nog in Holland het
masker dragen; de vroegere gasten zijn dus
in rang geklommen en de gaten werden
door liefhebbers of beginnelingen gestopt,
zoo goed als 't ging. Maar het repertoire
stemt moedeloos: stof overal, traditie zoo
veel men wil, en geen nieuwe adem, geen
jeugd, geen durf, geen cosmopolitische
werking: het tooneel van en voor een
provincie-stad. Geen Shakespeare en geen
Qoethe, geen Strindberg en geen Shaw, geen
Ibsen en geen Vondel, zelfs geen Molnar
en geen Heyermans.
Ook deVlaamsche Opera gaat haar gangetje
nog al rustig en zeker; er zijn eenige nieuwe
krachten aangeworven, die niet geheel tegen
vallen en niet al te veel het verleden doen
betreur.cn, al zullen we voorzeker zoo spoedig
niet een tijd beleven, als toen Laurent S wolf s
en Berthe Seroen aan onze Opera samen
werkten. Veel van het oude programma
blijft bij val oogsten; men geeft veel Vlaamsche
muziek Blockx o.m. wiens Herbergprinses"
en Bruid der Zee" opnieuw werden ge
monteerd en men heeft er Fransche
bijgenomen, Carmen" en Faust" om te
beginnen.
Oorlogswee" van A. Timmermans, een
oorspronkelijk werk in n bedrijf, zag het
vuur... van het voetlicht, maar 't glansde en
warmde niet; het bleef praal, en zwaar en
overbodig van gevoel.
De Fransche Opera terug onder de vroe
gere direct ie geplaatst, sinds een paar weken
is nog het verst van haar glorie van eertijds,
omdat al de bizondere tolisten uit het buiten
land moeten komen. Ook hier is men tot het
verleden teruggekeerd, en Faust" en Car
men" worden in 't Fransen gezongen, zoo
als ze, eenige honderden nieters verder, in
het Nederlandsch worden voorgedragen. Van
nieuwigheden schijnt er voorloopig geen
spraak te zijn, en moderniteit ontbreekt
thans zooals weleer.
Het Nationaal-Fransch tooneel bracht ons
een versch-gebakken stuk van Wicheler,
een der ouders van Beulemans: Belglque
ou les Beulemans pendant l'occupatlon. Zoo
blijft Beulemans een goudmijn voor de twee
gelukkige scheppers van dezen nationalen
held. Want terwijl Wicheler ons den
lustigen brouwer in België afschildert, bij het
uitbreken van den oorlog, gedurende de be
zetting en ten tijde van de bevrijding van
het grondgebied, vertoont Ponsen hem aan
het Fransche publiek, als uitwijkeling,
Beulemans a Marseille. Het blijkt al meer
en meer dat Wicheler geen zeer belangrijk
aandeel in het schrijven van de bekende
Beulemans-comedie moet hebben gehad:
zijn nieuw stuk is grenzeloos vervelend en
oppervlakkig, mist al wat er aan gemoede
lijke scherts, boertige hartelijkheid en
frissche opgewektheid in den eersten Beule
mans stak. Terwijl Fonson's stuk te Parijs
een succes oogst, bijna even aanzienlijk als
van Le mariage de Mademoiselle Beulemans
en de heele Fransche pers den fijnen en
jovialen geest en de zachtmoedige en
pretentielooze levensvolheid van zijn Beulemans
d Mttseille looft.
Van een ander stuk Le Peilt Beige heeft
de auteur zich zelfs niet durven bekend
maken: een filmpje in acht tafereelen, met
een futloos dialoogje als goedkoope premie
erbij, en eindelooze frazen van rethoriek,
die niet ontroeren.
Wat denk ik met spijt en weemoed terug
aan Royaards en Cor van der Lugt en
Heyermans, aan Mengelberg en zijn machtig
orkest, aan Seroen en Cornelis en hunne
geraffineerd-moderne programma's, aan de
kunstzalen van het Rokin en de collecties
van het Stedelijk Museum, aan L;
Fauconnier en Sluyters, aan de Beurs op
i den Dam, aan de uitstallingen van
Woonj huys en Binnenhuis, aan alles wat al zoo
j ver af ligt, op een hoogte welke we hier
j nog niet zoo spoedig zullen beklimmen, en
waarvan de toover me des te meer kwelt,
daar ik vier jaar lang zelf heb genoten op
dezen top, in de stille schaduw van een ge
heel aan de kunst besteed leven, in een land
dat nooit achterwege biijft en voor niets on
verschillig is van al wat met de cultuur in ver
band staat. Een land echter waar geen oorlog
heeft gewoed, zeoals hier in 't povere België,
dat ik lief heb, ondanks zijn armoede, omdat
het al dien tijd zijn plicht heeft gedaan en
hoeft te ontvangen, stoelen aan te schuiven,
tot eten en drinken te nooden, voor te stellen
en vriendelijk welkom te heeten, wat men
inderdaad k wel zou kunnen, omdat het
een goddelijke taak is gastheer te zijn.
Dan is daar de gastvrouw, de kleine
verlegen Betsie, die zich veilig en wijselijk
achter een gordijntje, bij bordjes, glaien,
bij de bowl en andere geprepareerde of te
prepareeren heerlijkheden verstopt en slechts
af en toe, een blad met glazen volgeladen,
te voorschijn treedt, lachend, en met groote
oogen van naïeve bewondering voor al deze
kleurige en drukke gewichtigheid die de
gasten van haar schilder-man zijn; presen
teert, haastig wat babbelt en lief wordt
gevonden en charmant, terwijl ze toch k
geen gesprekken voert, zelfs geen musikale
of litteraire, philosophische, plastische of
picturale spïcialiteit blijkt te zijn, alleen
maar huisvrouw. Heusch, het is geen ver
gelijk, de taak van de gastvrouw en die van
den tobbenden eenzame in dit nest vol
piepende, zingende, kwinkeleerende spe
cialisten.
Daar is verder een dame, die piano speelt,
waarschijnlijk een renommée, die hoogst
verontwaardigd is als men haar, weliswaar,
zooals bij filosofen vanzelf spreekt, op het
verkeerde moment, over een willekeurig
onderwerp aanspreekt, zonder vooraf over
haar kundigheid te hebben gerept en naar
BUITEN BEST
Ver van muffe, rechte straten
Ver van Tante Maatschappij,
Dwalen we als vreemdelingen
Door de onverdeelde hei.
Kleine, zorgelooze bloemen
Zonder etiket er aan,
Zien we hier als kostbaarheden
Zonder dienders-toezicht staan.
Frissche, rinsche, teere bessen
Zijn hier niet geprijsd per ons,
Groote, blauwe, doffe bramen
Plukt men zoo maar, zonder bons.
Onze scharrelende beenen
Zien we onvoorzichtig gaan.
In het drukke stadsgewritmel
Dachten we er zelden aan.
Hier geen tergend lieve juffer
Met een bloote hals voor niets,
Hier geen knetteren en janken
Van de monster-motor-fiets.
Hier geen lief gepronk met Meertjes
Door de zoontjes-met-n Pa",
Geen aanmatigende geurtjes
Walmen hier nog suffig na.
Zooals onverschrokken Hunnen
Avontuurlijk en gezond,
Willen we iets gaan ontdekken
Wat voor ons nog niet bestond.
Torren zijn hier krokodillen
Vliegen zijn hier kaketoes,
En de dansende konijnen
Lijken hier op kangeroes,
Steeds gaan we nog meer ontdekken
In dat verre wonderland,
Soms ontdekken we o.*rs zelve
In het warme, gladde zand.
Met het hoedje op het neusje
Denken we aan niemendal,
En we draaien maar zoo'n beetje
Door het vriendelijk Heelal.
Ver van al ons doelloos werken
In den wedstrijd om het brood,
Gaan we ons eens wat versterken
Met gedachten aan den Dood.
J. H. SPEENHOFF
iiiiiiiiiiiniiiii'immuun itiiiiu iiiiiiiiiitimiiiiiiiiitiiiiiiiiiiMM
DEVO
Gourigo Sigaar
FABRIKANTE
N.V. DIEVENBACH's
Hall SlgaranfabrUk UTRECHT
IIIHIHIIIIIIIIIIIIIHIIIIIMIIIIIHt
diep geleden En wie onder ons het geluk
hebben gehad, gedurende die smartelijke
jaren, in het buitenland te vertoeven en er
deelachtig te zijn in het nieuwste
wereldleven, die zullen met des te meer hardnek
kigheid en genegenheid het hunne moeten
bijdragen om den verloren tijd helpen in te
winnen, en België op het peil te brengen,
waarop het, op alle gebied der cultuur, moet
komen te staan in de toekomst, zooals we
ons deze droomen, beter en schooner dan
eens het verleden...
ANDRÉDE RIDDER
BOEKEN-VEILING
Wij verwijzen onze lezers naar eene
advertentie in dit blad voorkomende van
de firma Burgersdijk en Niermans te Lelden,
betreffende eene zeer belangrqke veiling
van boeken en tijdschriften op elk gebied
van wetenschappen en kunsten welke van
30 Juni tot 9 Juli a.s. gehouden zal worden;
de kQkdagen zijn Vrijdag en Zaterdag 27
en 28 Juni.
techniek en genre, opleidingen bevindingen
op kunstgebied te hebben geïnformeerd. Ze
had ook zoo mooi gespeeld en mocht
inderdaad verwachten dat men wat meer en
handiger belangstelling in haar talent en
werken toonde, dan een verwarde eenzame
kluizenaar vermag.
Daar is een kopstuk uit onze
schilderswereld, die w?duit een sigaar zit te rooken
in een groote gobelinstoel, welke lang uit
schuchterheid door de jongeren onbezet was
gelaten. Hij denkt goddank in zichzelf en
zegt dus weinig, schrikt alleen af en toe
op, om een lampion te helpen rechthangen,
het licht te gaan dempen waar het noodig
is, of een vrouw een stoel toe te schuiven.
Een redacteur van een groot biad, dat er
naar het algemeen oordeel h'nantieël beroerd
voor staat, wordt met ontzag en Ironie
bejegend van den kant der litteraire specia
listen, wier producten hfl wellicht eens
beleefdelijk retourneerde en die hem nu,
half kruiperig naar gewoonte, half spottend
en in groeiend leedvermaak vereeren. De
man, hooghartig, en vriendelijk lachend,
zorgelijk en onaantastbaar korrekt, zit met
zijn jeugdige vrouw, in fraise Liberty, op
de rand van een divan en eet langzaam en
voorzichtig studententenhaver.
Een jongmensch uit Blaricum maakt ge
slaagde grappen over de vrouw in 't alge
meen, oreert luidop over Socrates, over