De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 21 juni pagina 9

21 juni 1919 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

21 Juni '19. - No. 2191 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Fransche Kunst" (Blbl. van Fransche letterkunde enz., redactie Dr. P. Valkhoff.) X: Dr. C. SERRURIER, De Pensees van Pascal* PASCAL */"*"* <BP^ *- i? - ""*'. f' "*' -*&*; /-l Mf ft* ' Voor Herman Wolf Men kan natuurlijk zeggen, dat het on mogelijk is omtrent het doel van ons leven, omtrent onze plichten en omtrent God tot klaarheid te komen. Men kan evenwichtig zijn en gelukkig leven, weinig ziende, nimmer meer vragend en zonder ooit te strijden. Maar dan is men geenszins sterk, tamelijk slap, zeer half. Pascal was niet aldus. Hij was geheel. Hfl was de geestkracht zelf. Hij was een harde persoonlijkheid, die zich indreef, als een onweerstaanbare wig, in ieder vraagstuk, hoe taai het ook mocht zijn; die zich indreef met een hartstochtelijke energie, welke het versmaadde haar krachten te tellen. Hij wilde het geluk en dus het geheele geluk; want wat hij wilde, wilde hij steeds volkomen. En het geheele geluk was hem slechts mogelijk indien hQ de diepste waarheid wist. De waarheid, de volledige, was wat hQ zocht. Men zfet het zijn wijd opfn oogen aan, de klare, de rechtstreeks zoekende. En van zijn smalende lippen leest men het af, hoe hij elke schil n waarheid verachtelijk van zich wierp. Pascal's lippen zeggen «neen" tot de wereld; neen, te gering''; en Pascal's oogen vragen, me.t vertrouwen maar dringend tegelijk, waar de totale zekerheid mag zijn, hooger dan elke zekerheid op aarde. Toch kleefde hQ aan de aarde, want hij was roemzuchtig, waardeerde de liefde, de vriendschap. Z<n hart was werrHsch, maar zijn overtuigingen niet. Hu hecht aan de werMd, maar strefft naar God. HQ strQdt. Pascal is een strijder, krachtiger misschien dan er ooit een was, een strijder om zijn waarheid. HQ heeft die gevonden. Als weinigen is het hem gelukt God te gevoelen met het hart; en dit is het brste. Hl] heeft ten slofte gevoeld geweten met het gemoed dat God is, dat God ons ziet, dat Cbd een gestrenge meester is, die in zijn ondoor grondelijkheid doet met ons gei ij k het hem behaagt. Klein is hQ geweest en gebeefd heeft hQ voor de grootheid van zijnen Heer. Den mensch zonder de goddelijke genade heeft Pascal gering geweten, gering door dat hQ van vroegere grootheid, die aan *Leiden, Sijthoff, 1919, gtïll., 152 blz. God haar deel had, was vervallen tot weeslachtigheld en zwakte. Dit verval, deze zondeval is een waarheid voor zQn verstand en voor zQn hart. De zonde val is zQn hoofdovertuiging en de motor van zQn wQdste gemoedsbewegen. Daar naast moge hQ andere verstandsmiddelen kennen om den christelijker! godsdienst aannemelijk te maken; hQ moge wedden dat God bestaat, hQ moge (trouwens soms vreemd spitsvondige) argumenten putten uit de profetieën van het Oude Testament en uit de wonderverhalen van het Nieuwe: de zondeval blijft zQn rQkdom, zQn redding, zQn steunzuil. De zondeval verklaart hem: dat de mensch het absolute wil, dus dit schijnt te bes»ff en en dat de mensch tegelijk in het betrekkelijke moet leven; dat hQ de begeerte heeft van een engel en de laagheden van een dier. Voor ons beteekent dit alles niet veel meer. De zondeval verklaart wel iets. Maar hQ werpt een nieuwe vraag op, geenszins minder beangstigend dan de oude: heeft die almachtige God, toen hQ ons vallen deed, dan hard voor ons willen zijn? En hoe kon hQ ons straff-n voor zQn eigen hardheid? Pascal's verklaring verklaart slechts om ons in nieuwe duisterheid te storten. En Pascal's Gjd, de hardvochtige, is niet de onze. Hoe, indien eens w ij zei ven God waren? Indien de enkelingen en de landen, en allr dingen, eens verstoffelQkte gedachten van Go 1 konden zQn ? Dan zou het angstig en vergeefsche zoeken naar God onnoodig worden; dan geen vrees meer voor straf hiernamaals, dan geen noodzaak meer om al het aardsche te verwerpen. Het leven ware zelf vergoddelijkt, de moraal verwereldscht. Maar dat heeft Pascal niet kunnen aannemen en dat toch is misschien wel het geloof der toekomst. Wat kan Pascal dan wel voor ons zfln ? M'en niet dat het weinig is. Lees dit eens: Qu'on s'imaglne un nombre d'hommesdans les chaines, et tous condamnés a la mort, dont les uns tant chaque jour gorgés a la vue des autres, ceux qui restent voient leur propre condition dans celle de leurs semblables, et, se regardant les uns et les autres avec douleur et sans espérance, attendent a leur tour. C'est l'image de la condition des hommes". (Pensee 199*). Beseft gQ niet op eens met ontzetting, wat en hoe gQ zQt, bij het lezen van zulk een zin? Waarlijk, dit gaat ons rechtstreeks aan, onszelf, ons allen. De mensch is klein, is afhankelQk; ziedaar wat hQ moet weten en wat niemand heeft gezegd zoo verwoed en zoo onverwoestbaar als Pascal. En nooit is voor of na Pascal, met zulk een verheven poëzie tegenover die menschelQke kleinheid de grootschheid der schepping gesteld: Que l'homme contemple donc la nature ennère dans sa haute et pleine majesté, qu'il loigne sa vue des objets bas qui l'environnent. Qu'll regarde cette eclatante lumière, mise comme une lampe ternelle pour clairer l'univers, que la terre lui paralsse comme un point au prix du vaste tour que eet astre dëcrlt et qu'il s'étonne de ce que ce vaste tour lui-mëmen'estqu'une pointe delicate a l'égard de celui que les astres qui roulent dans Ie firmament embrassent". (Uit Pensee 72). Nimmer ook werd met de bijtende bitterheid van Pascal, met zijn ver fijnde raakheid getoond hoe niets, maar ook niets wat van den mensch is, volmaakt mag heeten, zijn recht niet, noch zijn zeden, zijn rede noch zijn karakter, zQn wil even min als zQn kennis, niets, niets. Plaisante justice qu'une rlvière borne!" roept hfl uit, om het menschelijk recht te hoonen. Vé/it au de^h des Pyrér.ées, erreur au dela1'. (In Pensee 294). WQ lezen dit alles geboeid; wQ rillen als Pascal ons terneerwerpt en wij juichen om het inzicht; vernederd en gelukkig tegelijk. Ja, gelukkig toch ook, en trotsch; want: La grandeur de l'homme est grande en ce qa'il se connalt misérable" (in 397). Ziedaar voor alle tQden de waarde van Blaise Pascal, den schrijver der Pensees. Behalve deze waarde voor steeds heeft hij ook een waarde voor zijn tijd. En een waarde voor den onzen. ' De Renaissance was in hoofdzaak geweest de wereldschheid die de askese uitwierp. In haar verliet de menschheid den bijbelschen God om zich tot de aarde te wenden. De Renaissance was een eerste schouderschokken en hoofdruk der menschheid, toen deze, half bewust nog, zich van den last der christelijkheid bfgeerde vrij te maken. Helaas, de Renaissance heeft de gemoederen teleurgesteld. De rede bleek in haar handen buiten staat om alle levensvragen op te lossen; en hft gehoopte universeele geluk bletf uit. PQnlijk, strijdend met zichzelf, keerde de menschheid tot het oude geloof terug, dat voor gevoel en verstand nog niet volkomen onaannemelijk scheen. De 17e eeuw wilde het met hft christendom nog eenmaal probeeren. In Pascal vond zij haar man. Volgende eeuwen hebben anders gewild en zij vonden andere mannen ... Het is dan ook maar ten deele zoo onze eigen tijd zich in Pascal terugvindt. En toch hebben wij veel met hem gemeen. Het zQn voor velen onzer geen ongewone gedachten: dat de mensch zonder zekerheid omtrent mttaphysische vragen eigenlijk niet leven kan; dat intuïtie een beter kennismiddel is dan de rede; dat ware schoonheid van heiligheid niet is te scheiden; dat politieke verbetering minder belangrijk is dan de cultus van den geest; dat alle vooruitgang geschiedt bij schommeling, dus dat hij tijdelijke achteruit gangen impliceert... en dit zijn alle ge dachten van Pascal. Het is ook voor onze tijd geen ongehoord probleem, de smarteIQke vraag of wQ een ik hebben, dat is: of onze ziel een geheel ontleedbaar samen stel van krachten is, en meer niet; een samenstel waarvan een volmaakte analyse niets zou overlaten of wel dat zij een vast middenpunt heeft van eigen aard, primair en vrij in zich zelf. En deze vraag is door Pascal ontroerend gesteld. (Pensee 323). En niet het minst herkent zich onze tijd in Pascal, wanneer wij weliswaar nog streven naar cultus en cultuur der persoon lijkheid, maar wanneer daarnaast ons eerste begeeren is naar een groot geheel dat alle per soonlijkheden, hoe rijk ook. in zich op moge nemen. Pascal kan ons niet vreemd zijn, hQ die schreef: nous nalssons [donc] injustes, car tout tend a soi. Cela est contre t^ut ordre: il faut tendre au genera]'. (Uit Pensee 477). Maar grooter dan deze tijdelijke... geNAAMLOOZE VENNOOTSCHAP MotordienstvanTetenburg DAGELIJKSCHE MOTORDIENST UTRECHT LEIDEN DEN HUG DELFT !Ïsutin»tiew8||. Btrecht8chev8!r26. Fygjékadifi. Nouttutnnl VICE.VERSA iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii bruikswaarde van Pascal, is zQn waarde voor eeuwig. Niet omdat wQ enkele onzer meeningen bQ hem bevestigd vinden, behooren w| hem lief te hebben en te danken, maar omdat de kracht en diepte van zQn gemoed, omdat de grootschheid van zQn dichterschap missehien nooit evenaard zQn. Daarom zQn wQ hem schuldig: liefde en dankbaarheid. Ja, zeker, beide. Minder is niet genoeg. * * * Om dezen Pascal nu te leeren kennen, bestonden tot dusverre, behalve zijn Pensees zelf, talrijke beschouwingen in vele talen. Deze zijn natuurlijk slechts volkomen duidelijk als men de Pensees reeds kent; | en de Pensees zQn... moeilQk. Mej. Dr. C. Serrurier heeft daarom met dit haar beekje een zeer goed werk gedaan. Het is nl. een beknopte inhoudsopgave en uitlegging van de Pensees, met vele, goed vertaalde citaten; met enkele Htteralr-historische verwijzingen (zooals naar een belangwekkenden brief van Racine); met eenige vergelijkingen tusschen; Pascal en andere grooten van den geest (zooals Francois de Sales, Montaigne, de romantici); dit alles voorafgegaan door een korte, zakelQke en duidelijke inleiding over Pascal's plaats in de litteratuur-geschiedenis en over zQn leven. Gedachte 323, die m. i., als gezegd, het ik-probleem opwerpt, schQnt schrQfster anders op te vatten; zoo geloof ik ook niet dat zQ aan Pascal's uitweiding over het divertissement" geheel recht doet weder varen. Maar dit zijn betrekkelijk onbelangrQke bedenkingen. Het is blijkbaar, dat Mej. Serrurier Pascal en zfln waarde tot in schakeeringen zelf gevoeld heeft en dat zQn gedachten haar eigendom zijn geworden, zonder dat zQ daarom bQ hem zweert. Haar boekje is een uitnemend academisch cellege. Mijn raad zou zijn, de Pensees niet te lezen, alvorens van deze inleiding te hebben kennis genomen. JOHANNES TlELROOY * Uitgave Brunschvicg. IMIIMII! lllMIEMlIIMIIIIIIIMIIIIIIIIIIlfl II II II Illllllllllll Verzen van een Rijmelaar Soms voel ik warm een bloelende ge dachte, die mij gelukkig maakt, en hooger draagt op krachten, die 'k weet, maar niet doorgronden kan ... ... ze laat een spoor van licht, dat na-gloeit in mijn oogen, wanneer het vage beeld In zon-glans is ver vlogen, maar 'k heb mQn stille vreugd ervan. Gedachten zwermen op als rappe vluchten van vogels.., plotseling... verschrikt... en weg... als duchtten ze onheil van de aarde die hen draagt. Ik staar ze na... ontroerd door 't on verwachte, in 't blindend licht, waarin 'k ze heb verloren, ... waar 'k ze niet volgen kan... Maar na trilt in mQn ooren hun juichkreet, die in 't opgaan klaterlachte, maar die, als 'k hem wil vatten, is vervaagd. ... Een lichtspoor, dat voor mQ alleen was na-gebleven, trekt als een wond tesaam... die 't blauw daarboven splijt, en lost zich op in glans... en gouden bollen zweven door 't licht-doorwarmd azuur van de onein digheid ... Zódrijft verbeelding na, die 'k niet tot vorm kan binden maar wier aroma stijgt, als geuren uit den wijn die in den winter peinzen doen aan lauwe winden vanzomerdagen,.. dieal lang vervlogen zijn... H. S. LIJNTREKKERS" (Ingezonden) Een Amerikaansch hoogleeraar over onze leegloopers. New-York, 18 Mei XIX. Aan den heer Melis S t o k e", p. a. de Oude Groene, Amsterdam. Hooggeachte Heer, Een goed vriend zendt mij een Groene met een krabbelija bij uw artikel over l ij n trekkers". Zalige herinnering aan het vaderland. Het eerste wat ons wachtte bij het aan .land komen: Ken welkomst-komiteit van lanterfanters, bereid in het taxilooze Rotterdam een rijtuig voor ons te hilea, happig op de te-groote fo»i die de onwetende Amerikaan allicht zou afschuiven. En daarna schooierende jongelingen aan het station, op de bruggen die men weer na zoovele jaren over steekt, in de buurt van de menigvuldige kroegen. Zij doen mij denken aan een welbekend insekt, dat wij gelijk de armen, hier steeds bij ons hebb?n, dat in Holland, naar ik meen onbekend is. L'e naam van ons beestje is w a t er b u g" zoo genoemd naar zijn voor liefde voor waterpijnen en lekke badkamers. Het diertje is hruin, heeft vele beenen, lange fpi-ieten op de kop en is een centimeter of drie lang. Eigenlijk kwaad doet het niet. Het bijt niet en veroorzaakt geen onaangename jeuk-sentimenten. Toch is hetzelfs aanwezigheid de meeste menschen een gruwel. Men komt 's avonds laat onverwacht in de provisiekamer. Men draait het licht aan. En ziet, daar is de onwelkome gast. Hij w ndelt op een stuk overgebleven t art. Hij spartelt in de kumpot. Hij is zoo juist in de boterpot gegleden. Geen van die artikelen bederft hij. want er is geen ziertje vergif in hem. Maar de appetijt wordt er niet beter op nadat gij >hem met een lepel weer op de vaste wal gebracht hebt. Daarna kunt ge hem natuurlijk van bet lieve leven beroeven. Gelijk de inheemsche lijntrekker" is hy geen vechtersbaas. Uw voet is hem een even drei gend gevaar als de politie voor de kwaadstichte^de leeglooper. Met volle vaart van alle beenen tegelijker tijd rent het bruine gedierte naar de veilige spleet in de vloer. Vermorzelt gij hem wat hebt ge dan bereikt? Het dier is gevuld met een kleverige mosterd. Tenzij ge een doek haalt en warm water en flink boent blij ven er overblijfselen van pooten en voelhorens en een leelijke bruine vlek op de \Ioer van uw schoone keu ken. Gij doet dus iets anders. Ge zendt naar den ver delger van het insekt. Een man komt bij u die voor een dollar of wat (meestal wat") het broedsel uitroeit. Hebt gij last van muizen of ratten dan maakt hij aan die plaag ook een einde. Op zeer eenvoudige wijze. Hij heeft een zak bij zich met verderfelijke ver giften die het toekomstige ras eenvoudig niet toestaan ooit de levensgrens te bereiken Het houdt met de laatste generatie waterbu^s op. De overigen bezorgen ons nooit meer last. Hamlet's vraaK van .,bestaan of niet-bestaan" wordt voor hen in het negatief beantwoord. Toen men in Amerika ontdekt had dat de vlieg een groot gevaar voor de volksgezondheid was werd er idem zooveel per kilo vliegen betaald; het heele land trok op een kruistocht ter vliegenverdelging uit. Ge moogt er om lachen, maar als ik in mijn huis nog eens een enkele vlieg tegenkom dan maak ik er (uit pure gewoonte) jacht op totdat hij dood en in de prullemand begraven ligt. Wat de moraal van deze brief is V Er is eigenlijk geen moraal. Het machinegeweer proces voor ongewensch-e burgers werd l door Frederik de Groote als ontoereikend verklaard. Maar de bruine insekt en zijn lijntjestrekkende collega bestaan omdat wij ons om hfn niet bekommerden totdat zij uit de spleet in de vloer te voorschijn komen. Dan'zeggen wij die ver domde beesten ' en gaan er met een schoen op af. Terwijl Melis Stoite ons op het ongewenschte van verdere drommen leegloopers wijst houdt Zijne Excel lentie den Minister van Binnenland?che Zaken een fraaie speech en beklaagt het toenemen van die booze menschen die niet meer gelooven aan de woorden van de Heilige Scbrit't d;it ..de mensch zich vermenigvuldi gen zal." Maar .ent oder weder" zooals men in wijlen het Duitsche Rijk zeide. In een weiland waar plaats is voor veertig koeien laat men er g"en tachtig grazen. In een land waar plaats is voor vier millioen en waar men het dubbele aantal op de ekonomische markt laat grazen zullen er velen zijn dia niet tot een fatsoenlijke was dom komen. Tien tegen n, stond er buiten het ge bouw waar Zijne Excellentie die fraaie w<>orden <prak een dnzijn slampampers met CRnien te gnkken Bij het weggaan \\erd de ka<*os van Zijne Excellentie met vuil beworpen. Gelukkig echter hadden de ouders van de haastig vluchtende bende zich riet verdaan aan de woorden van de Heilige Schrift. In hoever hun ongewenscht broedsel naar het iinagie van God" geschapen ?was, laat ik aan het pnlitie-rappor.t over. HENDRIK WILLEM VAN LOON Doods-liedje Ai-vrees, die mQ vervolgt altQd, voor dreigende ontijdigheid van 't eind in dit bewuste ... Hoe graag beval 'k een stil bestaan in ootmoed der bestemming aan, en legde mQ ter ruste. Maar liefde tot het menschelijk woord DrQft mij in 't staamlend zeggen voort van onvolkomen dingen. Ach, kende ik mQn stervenstQd, ik zou in rust en zaligheid van 't mooie leven zingen. Nu werk ik tot den nieuwen dag, en 't is of ik niet droomen mag, maar enkel weten ... En telkens als het uurwerk slaat, dan peil ik schrikkend of de maat ?, Is volgemeten. H. S. * IIIIIIIIIIIHIImillll llllllilIHIIIIIIIIIlHlll'll fp-l 1U llUUIUUllUll))! WABIöESmAAT. Restaurant den geheelen dag :-: -:- :-: -:- Dagelijks Concert Zalen voor Vergaderingen. Transport - Maatschappij HOLLAND" WEESPERZIJDE 94 Tel. Zuid 4271 - Tel.-Adres TRANSPORT" Amsterdam Verhuizingen en Transporten, Onder volledige garantie, door geheel Europa in gedesinfecteerde Verhuiswagens, zonder overlading. Embaleeren van Inboedels enz. voor verzending naar Overzeesche Gewesten. BEWAARPLAATSEN VOOR INBOEDELS, SPECIAAL VOOR HET OPSLAAN VAN MEUBELEN GEBOUWDE BEWAARZOLDERS, met Centrale Verwarming, Electrische Lift en Verlichting, Brand- en Inbraakvrije Kluis. - EIGEN NACHTWACHT. Behangerij en Stoffeerden]. Bij Verhuizingen of bij het zich Inrichten kan men alle werk zaamheden aan ons opdragen, zoowel het vermaken van het reeds aanwezige, als het leveren van nieuw materiaal. UITGEBREIDE STALENCOLLECTIE. VLUGGE EN SOLIDE AFWERKING. MACHINALE STOFREINIGING, zoowel aan Huis, als aan onze Inrichting. Voor de verschillende Afdeelingen zQn ter bespreking steeds vakkundige personen beschikbaar BAARN Woning-Bureau van den Makelaar en Taxateur H. J. VMN DUURSEM TELEFOON 266 - STATIONSPLEIN 2O Je adres voer VILLA'a - HUIZEN - BOUWTERREINEN enz. DE HAAS & Co's WONINGGIDS FRED. HENDRIKPLEIN 34 's 3RAVENHAGE TEL. SCHEV. 2056 :: AJU Inlichtingen «n toezending Gids ko sta l ooi :: \m n n v/o R PEN ypEjs KOKT5TEN TUJD S^ü) GiELEVERP ,(£>.,,* 9DOOP. ? P </:' MONORTEeJ VAN DRUKKERE UITVOERING UTRE1CHT c .SCHERP ¥?'* CONCUF<RrE!\f7ND SS SLUIS VOGEL- en oon Inrichting C. L v. d. DON K Laan van Meerdervoort 6 h|d Zeestraat DEN HAAG Vraagt prijzen, wij leveren billijk Geen Filiaal. C. W. L. ZWAAL c. s., Make laars, zullen op Maandag 7 Juli 1919, des avonds na Zes uur, in het Verkooplokaal Frascati", ten overstaau van de Notarissen A. D. STUMPHIUS & P. W. v. d. PLOEG, in veiling brengen: De navolgende gunstig op erfpachtsgrond der Gemeente Am sterdam gelegen, goed onder houden 7 Woonhuizen met drie afzonderlek verhuurde Bovenhuizen. Balcons, Open Plaats en Tuin, aan de Rtiijnvis Feithstraat 28-40, Kad. Sectie F, No. 4701-4707, ter gezamentlijke grootte van 12 Aren. Deze perceelen zullen afzonder lijk en in combinatiën worden geveild. Te bezichtigen des Dinsdags, Donderdaes en op den Verkoopdag van 2?4 uur. Vellconditic i enz. b(j de Nota rissen A. D. STUMPHIUS & P. W. v. d. PLOEG, Honthorststraat 18. Nadere inlichtingen bij den Ma kelaar C. W. L. ZWAAL. Heeren gracht 42. Telef. N. 7104. Illustratiednik-nanier van de Firma C. G. A. CORVEY, Keizersgracht 255, Amsterdam, Tel. N. 1202 en 555

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl