De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 5 juli pagina 12

5 juli 1919 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

12 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 5 Juli '19. No. 2193 CORRESPONDENTIE MET EEN DAME door een BESCHAAFD ONTWIKKELD HEER XI Het verheugt mij, geachte dame, dat de reden van uw lang, mij zwaarvallend, stil zwijgen eene was van ethischen aard, en ik haast mQ, met voorbijgaan van uw uitwei ding betreffende uw retraite, u op den verderen inhoud van uw schrijven te ant woorden. En nu vraagt ge mij, dame, in welke hoedanigheid de vrouw het best tot haar recht komt. Tot wie voelt gij u het meest aangetrokken," schrijft ge, tot de vrouw als moeder of als minnares, als echtgenoote of als vriendin?" Mijn antwoord zal u mogelijk verrassen. Ik houd het meest van de vrouw als tante. Als tante is het, dat haar vereerenswaardige eigenschappen zich het glorierQkst ontplooien. De tante is voor mij het symbool van de vrouw als vrouw. Wat in den hemel de engelen zijn, dat zijn op aarde de tantes. Ik zal u mijn voorliefde toelichten. Al hoe gevoelig ik ben voor de liefde eener vrouw, liefde dan genomen in den banalen zin van het woord en niet als wijsgeerige fraze, toch is er in deze liefde een be standdeel van onrust, dat haar vreugden vergalt. De vrouw als minnares en ook als echtgenoote doet den man weliswaar op enkele oogenblikken juichen, doch hierte genover staat als noodwendige keerzijde, dat ze hem op andere momenten ten doode bedroefd maakt. De omgang met de vrouw als tante mist weliswaar die hoogte-momenten, maar is daarentegen ook gewaarborgd tegen deze diepe depressie. Bij zijn tante blijft de man gelijkmatig en de troost, die zij schenkt, is vredig en kalmeerend. Gij weet, dame, hoe de filosofen het er over eens zijn, dat de man in alle instanties zijns levens ten slotte eigenlijk niets anders blijft dan een groot kind. In de moeilijk heden en verwikkelingen, waarin het bestaan uwer sexe zijn leven pleegt te brengen, is hij aangewezen op moederlijken raad. Zijn vleeschelfjke moeder zal hem echter nooit kunnen helpen. De wet der natuur wil nu eenmaal, dat ouders en kinderen van elkaar vervreemden en moeder en zoon ver tegenwoordigen buitendien twee generaties, die elkaar zelden begrijpen. De man als minnaar vergeeft het zijn moeder niet, dat llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltlimilllllMnmilllllllimilllllllllll iiiiiiuillillllllii CEREMONIEEL BIJ VREDESONDERHANDELINGEN Een voor een komen de limousines voor het perron aangegleden.. en heeren komen er uit, heeren in gekleede jas of cut-away, met glanzende hooge-hoeden op.. heel correct sommige, andere weer een beetje slordig, haastig allemaal, en ze wippen de trappen op, tusschen een nieuwsgierig haagje van officieren, journalisten en pers fotografen door, en het gebouw binnen. Wanneer er niet de eere- compagnie was, die telkens stram het geweer presenteert, dan zou men een oogenbllk kunnen denken dat daarbinnen een vergadering van com missarissen van de een of andere onder neming aan den gang is, of een wetenschap pelijk congres. Gevolg Is er weinig of niet.. hoogstens een paar secretarissen met portefeuilles gaan tusschen de bekende figuren door.. en alleen Paderewski, in zijn tenue van matinée-in-een- provinciestad (gekleede jas, wit vest, zwart strikje) heeft een wonder lijk operette-soldaatje achter zich loopen, in een fantastische Poolsche uniform. Zonder dat soldaat j e, zonder de eere compagnie, en zonder het militalr-civille groepje b IJ de Ingang, zou men niet denken dat daarbinnen de Vrede van Versailles wordt voorbereid... en nu kan men het zich nog nauwelijks voorstellen. Dan komt de veldheer.. hij stapt uit een eenvoudige automobiel, waarvan reeds vór hij stilstond een soldaat afgesprongen is, om het portier te openen.. Een paar bevelen., hij stapt langzaam langs de onbewegelijke wacht en salueert. Verder geen ceremonieel.. Ja toch.. er /s ceremonieel, maar van een ietwat negatieve soort.. Want straks rukt de wacht in, en even later komen weer heeren in zwarte kleeren, en met hooge hoeden op. Het zijn de Duitsche afgevaardigden. Ze doen alsof ze het groepje bQ de ingang niet bemerken, of ze de op hen gerichte lenzen niet zien, en niet de glimlachende blikken die hen volgen, wanneer ze de trap pen opgaan. Zij dragen portefeuilles, en kijken strak voor zich door lorgnetglazen, en hunne houding is stijf en ongemakkelijk en onaangenaam van beheerschte emotie. PADOX HOUTBOUW levert desverlangd inzeer korten termen alle houtconstructies a/s: Noodwoningen Winkelgebouwtjes Schuitenhuizen Stalgebouwen Catalogus op aanvrage ze hem in een luierbroekje gekend heeft, en de mogelijkheid dat ze deze onteerende omstandigheid ten alle»tijde tegen hem zal kunnen uitspelen, staat alle vertrouwe lijkheid in den weg. De tante daarentegen maar gij begrijpt reeds, nietwaar, dat ik geen vleeschelijke tante op het oog heb, doch een bepaald type van uw sexe in een bepaalde verhouding jegens een mijner sexe-genooten,?is geboren uit en in denzelfden tijd als haar vertrouweling. Zij doorziet zijn hart en kent zijn omstandigheden, en het licht waarin zij dit alles aanschouwt, is dat van een kalme, getemperde liefde. Deze liefde is a-sexueel, inzoover de moge lijkheid om op zijn tante verliefd te worden evenals het omgekeerde ontbreekt. Sexueel is zfl echter, omdat ze typisch-vrouwelijk is. Het is de moederlijkheid zonder de reminicens aan het luierbroekje. Gij wilt zulk een tante" liever vriendin" noemen ? Gij vergist u, want de vriendin onderstelt mededingerschap, en gij weet koe de geheime nijd enboosaardigheid tusschen vriendinnen een afzonderlijk hoofdstuk be slaat in onze geïllustreerde stuiversbladen. De tante dingt niet mede; bijna zou ik zeg gen : ze is wegens meerdere bekwaamheid buitengesloten, wat beteekent, dat ze de teleurstellingen van haar eigen leven heeft weten te veredelen door de grootheid van haar hart. Door strijd tot vrede gekomen, verstaat zij de innerlijke conflicten van haar neefjes als geen andere dat ooit ter wereld vermag. En Is dat niet, dame, de schoonste roe ping der vrouw: troosteres te zijn op het slagveld van het leven; in Roode Kruis dienst lafenis te brengen aan de slachtoffers van een meedoogenloozen strijd ? Staat deze verpleegdienst van ongeneeslijke kranken niet hooger dan het al maar weer wonden toe brengen van die felle Amazonen, die haar oogen als pistolen gebruiken en wier stem dolkstooten boort in het mannenhart? Horatlus reeds heeft de liefde als een gevecht bezongen; is het niet heerlijk, dat in de hitte van den slag naast die krijgszuchtige vrouwen, wier gratie het felste oorlogstuig is, dat de wreede menschheid ooit uitvinden kon, de zachtaardige verpleeg sters gereed staan met verbandmiddelen, lafenis en troost? De oorlog heeft ons mannen zoo duchtig gehavend, dat wij naar verademing snakken; laten wij de dienaressen van den vrede er kentelijk zijn en huldigen wij derhalve de vrouw als tante. Maar gij merkt op, dat tante" voor -een vrouw toch niet altijd een eere-titel is. Men vleit een dame niet met van haar te zeegen: Nou, dat is ook een tante!" Dame, gelijk God de wilde en de tamme kastanjes schiep, vaarvan de eerste oneet baar van bitterheid worden weggegooid doch de laatsten, opgediend met een glaasje IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllllllllllll III III Sommige wisselen op bestudeerd-lijkende manier een paar woorden onderling of een glimlach. De militairen en persmenschen bij de deur praten nu luid tegen elkander; ze dringen om over elkanders schouders v/at te kunnen zien, ze halen kleine zak-fotografietoestellen te voorschijn en gaan midden op de trappen staan om gemakkelijker te kun nen fotografeeren. Wanneer dan de Duitschers hen voorbij gaan is het heel stil, maar er zijn er die glimlachen.. en het is juist die stille lach op al die gezichten, het ironisch-volgen-met den-blik en de losse houding, die ons de gedachte geven: Daareven was er een soort stilzwijgend, een onultbundig ceremonieel.. nu is er niets dan nieuwsgierigheid., het recht van den overwinnaar.. De Duitsche pers heeft melding gemaakt van scènes die plaats gehad zouden hebben aan het station te Versailles, bij het vertrek van een deel der Duitsche afgevaardigden; men zou hen met steenen getroffen hebben. De Franschen hebben daarop verklaard, dat de tartende houding van een der vrou welijke leden van het gevolg, daartoe aan leiding gegeven zou hebben... Niettemin staat het feit vast dat er met steenen geworpen is... * * * De tijden zijn wel veranderd, sinds de viedes van 2, 3 eeuwen geleden, toen een uitgebreid reglement bestond, om alle afge vaardigden de noodlge eer te doen ge schieden. .. toen bepaald werd met hoeveel edelluijden en pages in hun gevolg, met hoeveel paarden voor hunne karossen de gedelegeerden verschijnen zouden, en in welke volgorde. Men vergat niet de strengste maatregelen te nemen, om ieder minder aangenaam incident tusschen overwinnaars en over wonnenen te voorkomen. Voor mij liggen de: Vreedens tractaten, Verhandeld tot Rijswfjck, tusschen de Ambasadeurs en Plenipotentiarissen van Syn Alderchristelykste Majesteyt van Vranckryck, ter eener, En die van Syne Konlnglycke Majesteyt van Groot Brittange, ende haar Hoog-Mogende de Heeren Staten Generaal en hare Geallieerdens, ter andere zQde: Geslooten ende Geratlficeert, enden Jarel697." Brj den Vrede van Rijswijk, waar de gezant van den Koning van Zweden als bemidde laar optrad, hadden de onderhandelingen, evenals bij den vrede van Versailles van 1919, plaats in een buiten de stad gelegen landgoed. Men vreesde zoo verhaalt Wagenaar dat de Franschen te veel invloeds zouden hebben op de handeling, zo dezelve gehou den werdt in den Haage, daar de Staaten vergaderden, en daar de Fransche gezanten punch den naargeestigsten winteravond gezellig ma ken, zoo schiep God ook twee soorten van tantes. Tegenover de tamme, die ik u beschreef, staat de wilde; tegenover de zoete de bittere; tegenover de eetbare de oneetbare. Helaas ken ik ook de wilde, bittere, oneetbare tante uit ervaring. Dit individu is al tijd waar het niet zijn moet; ziet altijd, waar het niet kijken mag; zegt altijd, wat kieschheid verzwijgt. In de romantiek is deze bittere kastan je vereeu wigd in de figuur van Ursula, Prikkebeen's zuster. Gij kent toch den roman ? Doch helaas, 't was jammer dat Prik een booze zuster had..." Prikkebeen's levensroe ping: .Vlinders vangen in zijn net Was zijn allergrootste pret...", belemmert zij door haar eeuwig-waakzaam oog. Bestaat er, dame, pretti ger bezigheid dan vlinders vangen ? Het leven is voor ons mannen, die in saaie en dooie zaken" den kost moeten verdienen tot we er dood bij neervallen, zoo grauw en eentonig, dat het ondragelijk zou zijn, zoo er boven den beeanen grond in de liefelijke zomerlucht geen vlindertjes wiekten. De vlindervangst is voor het zwaar-zakelijke leven van den man de een i ge uitkomst. Moet hij dan niet haten wie (zich tusschen hem en zijn allergrootste pret" plaatst? En dat doet de tante van het oneetbare soort. De lucht is lauw, de bloemen geuren, de avondzon neigt ter kimme en kleurt de schapen wolkjes paars. Daar zweeft een beeldschoon vlindertje voorbij het avondrood. Prikkebeen slaat toe, wat heeft hij? In zijn net een grena dier l" Een grenadirr van een tante. Wat moetdie tante nu juist wrer op de plaats van het vlindertje? Maar haar oogen zeggen het en heel haar bittere wezen drukt het weispreker d uit: zij is de wrekende gerech tigheid, die den man tegen rijn eigen dwalingen be hoedt. En zoo blijkt zelfs deze antipode van het tamme soort tante op haar beurt ten slotte toch ook weer de geest die steeds het booze wil doch steeds het goede tot stand brengt. Ook de wereld der tantes is polarisch; ge-lijk de man de vrouw als tante liefhebbend vereert, haat hrj tegelijkertijd de vrouw als tante met doodelrjken haat. UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE met de Leden der hooge Regeeringe verkeeren konden." Het Huis Van Nieuwburg,?gelegen omtrent een musketschoot van het Dorp Rijswijk," werd aangewezen. De beide partijen hadden onderscheidel ij k de beschikking over de vertrekken links en rechts van den ingang gelegen, terwijl de bemiddelaars het midden van het gebouw bewoonden. Op den negende van bloeimaand nemen de onderhandelingen een aanvang. In den namiddag van dien dag, begaf de Zweedsche Ambassadeur Lillieroot zich daarheen, in een met zes paarden bespannen koets, rij dende door de middelpoorten van het ge bouw. Daarna reden de gezanten der bondgenooten binnen, door de opening in den muur, rechts van de groote poort, en een half uur later volgden de Fransche gevol machtigden door de linker Ingang. Zij allen reden in met zes paarden bespannen koetsen maar reeds aanstonds werd bepaald dat voor de volgende bijeenkomst ieder gezantschap met niet meer dan n koets met zes paarden, twee paadjes en twee lakeflen" te Rijswijk zou komen. Bij die gelegenheid werd door HunneHoogmogenden tevens het reglement van orde goedgekeurd en bevestigd. Lillieroot had dit naar het voorbeeld van het reglement van orde voor de vrede van Nijmegen opgesteld. Hier volgen elke passages er uit: Reglement. Met eenparige toestemminge bij de Heeren Ambassadeurs en Plenipotentiarissen op de Vredehandellng gearresteert. Den Heere Baron van Lillieroot, Extraordinaris Ambassadeur van sijne Koninklijke Majesteyt van S wed e n, en des selfs Plenipotentiaris tot de Meditatie der Vrede; Doen te weten: dat alle de Heeren Ambassa deurs en Plenipotentiarissen, alhier op de vredehandeling tegenwoordig, eenpariglfjk hebben geapprobeert den voorslagh bij ons gedaan, omme alhier nu wederom te doen observeeren het reglement, voor desen tot Nij m e g e n, omtrent het Ceremonieel en de Policie geintroduceert, met eenige ver meerderingen, die na de gelegenheyt der Plaatse, en andere circumstantien, daar bfj dienstig wierden geoordeelt: Zo dat naar rijpe deliberatie eenpariglijk is geconsenteert in de volgende Articulen. 1. Dat naargelaten en vernietigt sal wor den alle notificatien wegens de aankomste der Ambassadeurs en Plenipotentiarissen, als mede alle plechtelijke visites en contra visites, die ceremoniën verryflichen, des i mini niimiiMiiMilllimiHillliiiiimmiiilimniiilm Dame, ik eindig dit ietwat bewogen schrij ven met den wensch: Mocht gij mijn tante zijn l Maar dan natuurlijk mijn tamme, zoete, eetbare tante! Geloof mfj intusschen Uw B. O. H. iimMiiimiiiimmiiiiii llliiiililliiiiiilitiiiiiiiiiiiiiiiii sal het aan ieder vrij staan elkander soo dik maal te besoeken als hij goetvinden sal, sonder nochtans, dat het aan yemand als een plicht sal worden afgevordert, of dat het selve voor het toekomende in con sequentie soude konnen werden getrokken.. (enz.. enz.. enz..). 2. De Heeren Ambassadeurs en Plenipo tentiarissen sullen ter plaatse voorsz ver schijnen, vergezelschapt met een kleyn getal Edelluyden, met et een of ten hoogsten twee Pagies, en seer weynig Lacqueyen, en sal niet meer als eene Karosse, daar in sy zelfs zitten, op de Blnnen-plaatse komen; zullende de zerdere Karossen (zo sy tot haar l ieder gezelschap een of meerdere andere nodig mochten hebben) tot voorkominge van alle ongemak en disordres, buyten de Blnnen-plaatse moeten blijven, het welkd mede exactelijk sal werden geobserveert in alle publyke plaatsen daar groote confluentie van Menschen is, als namentlyk omtrent Comedlen, Gastmalen, Baletten &c. 3. Aan de Koetsiers en het verdere gevolgh, zal zeer striktelyk werden gelast sich van alle questlen en querellen exactelyk te ont houden, maar ter contrarie met alle beleeftheyt te ontmoeten, en sich gereet toonen om malkander te helpen, zo sy malkanders hulpe nodig mogten hebben. 4. De Edelluyden die de Ambassadeurs accompagneren, zullen zorge dragen dat de mindere Domestijken sich hier na reguleren, ofte sullen de selve, anders doende, rigoureuselijk straffen. 5. De aanwesende Heeren Ambassadeurs en Plenipotentiarissen van den Keyzer en de Hooge Geallieerden, zullen op de plaats van het Huys tot de Negotiatie gedestineert, komen door de Poorte daar toe expresselijk gemaakt aan de zijde die naar den Haag ziet, en voorts mede naar haare Apparte menten opklimmen langs de trappen die aan de zelve zijde zijn. De Ambassadeurs van syne Alderchristelykste Majesteyt zullen gebruiken de Brugge en de Poorte die onlangs na de Delftsche zijde zijn gemaakt enz.. enz...) 6. Of het quame te gebeuren dat twee Karossen malkander rencontreerden in eenige enge straaten, daar sy malkander niet zouden konnen passeeren, zo zullen de Koetsiers geensins met malkander twisten om den voorrang, en daardoor den een den ander de passagie belettende, occasie geven tot confusle, maar sullen in tegendeel liever ieder van syne syde syn best doen, dat den doorgang zo veel doenlyk is en gemakkelyk Is open en gemakkelyk worde, en sal die geene eerst stil houden, die eerst be vinden zal dat de passagie nauwer werd, en alzo plaats maken zo haast hij bemerkt, IIEIIIIIIIlllllllll iiilliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiüiiijjii dat aan syne zyde den doorgang gemakkelyker is. 7. In de publyke wandelplaatsen, als het Voorhout en de Maliebaan, zal men obser veren de gewoome die reeds is gerecipieert, dat yeder aan syne kant de rechter zyde houd; 't welk ook geobserveerd sal worden op alle straten, gemeene wegen, en overal daar sulks gemakkelyk sal konnen geschieden, zonder eenige twist of yver om den voorrangh. 8. Geen Pages, Laqueyen, nochte niemand die Llvrey dragen, zal het geoorloft zyn, Degens, Stokken of eenig Schietgeweer by sich te hebben, hoe kleyn of verborgen 't zelve mogte wesen, 't tij binnen of buyten de Stad, in de Wandelplaatsen, ofte ook op de weg naar Ryswyck, zullende alleenlijk de Pages Rottinkjes in de hand mogen hebben; gelyk ook aan een yegelyk ver boden werd sich des nachts, zonder express bevel van synen Meester, buyten huys te laten vinden, op dat niemand by nacht langs de straten werde geapprehendeert, sullende de Overtreders strengelyk werden gestraft, en uyt haar meesters huys gezet..." Volgen nog een reeks voorschriften omtrent den te volgen justitieelen weg bij ongere geldheden. Dat was in Mei 1697. Sindsdien is er veel veranderd. In Juni 1919 kwamen de gevolmachtigden niet meer in met zes paarden bespannen karossen, maar in zestig-paards automobielen het landgoed binnenrijden, en hun gevolg be vatte geen pages meer, maar type-juffrouwen en experts. Overwinnaars en overwonnenen vonden niet meer gelijke ingangspoorten, maar kwamen langs n oprijlaan... de eersten verwelkomd door een eere-compagnie, de laatsten door een groep persmenschen en officieren met kodaks. Ik weet niet of dit oude reglement ter weerlnge van wan-order en onlust" goed heeft gewerkt, en ook niet of er bij den vrede van Versailles een dergelijk reglement bestaan heeft. Alleen heeft de pers vermeld dat een Duitsche type-juffrouw tartend heeft ge lachen, en dat daarna en dientengevolge een aantal Duitsche afgevaardigden door steenworpen bloedend verwond is. MELIS STOKE

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl