De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 12 juli pagina 8

12 juli 1919 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 12 Juli '19. - Nö. 2194 DE ROL DES VUURSD Prozagedlcht in acht Zangen Naar het Hebreeuwsch van CH. N. BIALIK, door J. Figatner en J. Gompers Eerste Zang Den gansenen nacht ziedden de zeeën van vlammen en belikten vuurtongen den hemel boren den Tempelberg. Sterren vonkten af van den brand des hemels, smeltende vuurstroomen stortten ter aarde. Heeft God Zijn troon ver van zich getrapt en Zijn kroon tot splinters geslagen? Rood-gekleurde wolken-stukken, zwaar door bloed en vuur, doolden in de verten van den nacht. De gramschap van den God der-Vergelding verkondden zij in het verre gebergte, Zijn toorn deelden zij mede aan de rotsen der woestijn. Heeft God Zijn purperen mantel van zich gescheurd en de flarden gestrooid in den wind? Daar ontstond een huivering Gods op de ver-afgelegene bergen, een beven greep de treurige woestijn-rotsen aan: De God der Wrake l de Eeuwige! de God, der Wrake verschrjnt l" Ziet, HQ-zèlf, de God der Wrake l Ziet, HrJ-zèlf In ZQn Majesteit l Rustig en ontzagwekkend zit HrJ neder op eem vuur-troon temidden van een vlammen-zee. Purperen vlammen Zijn omhulsel, gloeiende kolen ZQn voetschabel. Knetterende vlammen omkringen hem; een afgrijselijke vlammen-rei omdwarrelt Hem. Op Zijn hoofd brandt een vlam men-vuur, dat dorstig aan het wereldruim slurpt. Rustig en ontzagwekkend zit Hij daar neder, Zijn armen gekruist op den borst. Met een blik Zijner oogen vergroot Hij de vlammen', met een knippen Zflner oog leden mindert Hij het vuur. Looft den Heere, gij knetterende vlammen l Looft den Heere, vlammen-rei en vuur! Tweede Zang Toen het morgenrood opgloelde over de bergen en grijze nevelen zich uitstrekten in de dalen toen kwamen de zeeën van vlammen tot rust, de vuuitongen lieten af van het Heiligdom Gods, dat verbrand op den Tempelberg stond. En de Engelen-der-Bediening kwamen tezamen gelijk hunne gewoonte was in heilige koren om het Lied-van-den-Ochtend aan te heffen, zij openden de vensters van het Hemelgewelf en wendden hun hoofden naar den kant van den Tempelberg, om te zien of de deuren van het Heiligdom ge opend waren en of de walmende zuil van het rookoffer reeds opsteeg. En daar zagen zij, hoe God, de Eeuwige Zebaoth, oud van dagen, op de puinhoopen zat * in het roodachtige licht van den dage raad. Rookwolken Zijn omhulsel, asch en stof Zijn p.ostament. Zrjn hoofd is op Zijn borst gezonken. Bergen van kommer boven Zijn hoofd. Zwijgend en ontzagwekkend zit HIJ daar neder, Zijn blik gevestigd op den puinhoop. De toorn aller tijden verduisterde zfjn oogen, de groote stilte verstarde daarin. De Tempelberg staat nog vol rook. Sintels en asch, heuveltjes van gloeiende asch en rookende vutir-branden vormen n hoop; stapels zachtknetterende kolen schit teren en fonkelen als kristallijn en karbonkels in het zwijgen des ochtends. En de Vuurleeuw, die steeds, bij dag en bij nacht, gelegerd was op het altaar, ook hfj is uitgedoofd... bestaat niet meer. Slechts n verlaten krul aan het uiteinde zijner manen beweegt nog, siddert nog, voert den doodstrijd op den hoop verbrande steenen in het zwijgen des ochtends. Toen drong door tot de Engelen-derBediening wat God hen gedaan had. Een hevige beving kwam over hen, en de sterren van den morgen beefden met hen. De engelen verborgen hun aangezichten in hun vleugelen, want zij vreesden naar Gods smarten te zien. En op dien ochtend veranderde hun gezang in een zwijgend klaaglied, in een zacht en Ql smartlied. Zwijgend zonderden zij zich af en weenden, TELEFOON- EN TELEGR A A FMISÈRE Teekentng voor de Amsterdammer van George van Raemdonck De abonnédie geduldig op zijn beurt wacht lllllllflIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII iedere engel alleen... iedere engel alleen... en ook de wereld weende met hen in stilte... En n zachte zucht, zacht doch diep, steeg op van de hoeken der aarde, ver breidde zich en ging verloren in het zwijgend geween... Het hart der wereld was gebroken... Toen kon ook God zijn smarten niet langer bedwingen. De Eeuwige ontwaakte, brulde gelijk een leeuw, kneep Zijn handen krampachtig tezaam.., Toen steeg de Schegina op van de puin hoopen en verdween in de verborgenheid... Derde Zang En de Hlnde-van-den-Ochtend 2) straalde in kuische droefheid tegenover den Tempel berg. Uit de pracht van het hemelblauw lonkte zij naar de puinhoopen, haar zilveren oogleden trilden zacht. En een jonge engel, met treurige oogen en reine vleugelen, behoeder der paarlen van den traan, die verborgen is in den Kelk der Stomme Smart, zag, toen hij boven de Hinde-van-den-Ochtend zweefde, de vurige lok, het overblQfsel van Arlël 3), hoe zij beefde en sidderde en den doodstrijd voerde tusschen de verbrande steenen op den Tempelberg. Toen beefde het hart van den engel en het verdroot hem zeer, dat Qod's laatste gloeiende kool uit zou gaan dooven, dat het Heilige Vuur verdwijnen zou van de aarde, iiiiimmniMii VERKEERSMIDDELEN IN HET GOOI Daar ligt op plm. 23 K M. of ruim 5 uur wandelen van het midden van Amsterdam een landstreek zoo schitterend mooi, dat het mij tot ergernis geweest is, dat in de laatste 10 jaren niets is gedaan om het ver keer naar en In het Gooi afdoend te ver beteren. Het Gooi zou voor velen onbekend zijn en daarom slechts weinig Amsterdammers trekken, zoo zegt men. En inderdaad zou het gering aantal dagjesmenschen In verhouding tot de sterkte der Amsterdamsche bevolking wijzen op een groote onbekendheid. Daar staat evenwel tegenover, dat nu reeds jaren en jaren lang de Amsterdamsche jongelingschap twee tot driemaal 's weeks naar het Gooi wordt gebracht om daar als dienstplichtige te worden geoefend. Zulk een stelselmatige propaganda voor de schoonheid van het Gooi moest dan ook beter gewerkt hebben, wanneer er niet andere oorzaken waren aan te wijzen, die den trek naar bulten belemmerd hebben. We behoeven slechts te letten op het enorme vervoer per electrlsche tram naar dat het land van God's volk en Zijn Huis verloren zouden gaan voor immer... En hij spoedde zich en vloog boven de Hlnde-van-den-Ochtend, een vuurpan in zijn hand, daalde neer op de puinhoopen van den Tempelberg, trad sidderend naar de plaats van het Altaar, nam de Goddelijke Vlam uit het vuur en hij spreidde zijn vleu gelen en vloog henen. En een parel-traan viel uit het oog van den engel en zonk sissend weg in de gloeiende asch. Het was de nige parel, dien de engel liet vallen uit den Kelk der Stomme Smart, een traan van hulpe en medelijden, omdat behouden was gebleven het overblijfsel van het GoddelQk Vuur. En de engel zweefde tusschen reine wolken, de heilige Vlam in zijn rechterhand. Hij prangde haar aan zijn hart en bracht haar naar zijn lippen. Vór hem verheugde zich de Hlnde-vanden-Ochtend; zQn hart was een bron van hoop en troost. En hij bracht de vlam naar een eenzaam eiland, en vleide haar daar neder tusschen de rotsen. Zijn treurige oogen hief hij ten hemel en zijn lippen fluisterden zachtkens: God der Barmhartigheid en der Hulpe l Laat toch niet Uw laatste kool uitdooven, tot in eeuwigheid!' En God zag naar het hart van den engel met de reine vleugelen en liet de vlam in 't leven; en Hij gebood de Hinde-van-denOchtend aldus: .Behoed, Mijn dochter, de vuurkool, dat zij niet ultdoove, zij zal U zijn als Mijn oogappel. Blijf bij haar en zie toe, wat met haar geschiedt." En de Hinde-van-den-Ochtend stelde zich aan het uitspansel tegenover de kleine vlam, van uit de hoogte lonkte zij haar toe in verre, stomme liefde en kuisch verlangen. Zij behoedde haar op het eenzame eiland, lederen ochtend bezocht zij haar met haar llllllmlIMIIIIIIllllllllllllltllUlllllllllllllllllllllllllMIIHIIIIIIIHIIHIIIIIIIII Zandvoort om te begrijpen waar de oorzaak schuilt. De verkeersmiddelen zijn slecht en duur. Zelfs al rijden er meer treinen en meer trams en worden de t hans stilliggende baan vakken (Laren?Bussum) weer bereden, dan nog is het Gooi moeielijk te bereiken en laat de verbinding onderlingalles te wenschen. Er is natuurlijk een categorie personen, die een levendiger verkeer met en door het Gooi niet zullen toejuichen. Het zijn de kunstenaars en de liefhebbers der rustige natuur, die geen heil zien in verkeersverbetering omdat het hun rust zal schaden. De goede invloed die het buitenleven op de ingespannen werkers in de groote stad kan hebben, de gelegenheid om gezonde ontspanning te zoeken op de vrije dagen, de uitbreiding der woongelegenheid die verlichting kan brengen in de nijpenden woningnood in Amsterdam zijn evenzoo vele factoren die pleiten voor verkeersverbetering naar den grooten tuin van Amsterdam. Men zal mij tegenwerpen dat het aanlei ding zal zijn voor vele kapitaalkrachtigen om forens te worden. Daar staat tegenover, dat het vertrek dier kapitaalkrachtigen de huurprijzen zal doen dalen, terwijl de gemeente in de forensenbelasting een middel kan vinden haar inkomsten van die zijde op peil te houden. Het mag in het algemeen toch als een voordeel beschouwd worden, dat een stad als Amsterdam van een deel der overbe volking ontlast wordt, zonder dat het zaken leven daarvan nadeel behoeft te ondervinden. Men heeft wel voorzien, dat het einde van den oorlog verbetering van de verkeers middelen zou moeten brengen en in ver band daarmede zijn dan ook wegen aange legd en worden de hoofdwegen aanzienlijk verbeterd. Aan die hoofdwegen worden villaparken ontworpen, waarvan het voor naamste is dat van de Maatschappij tot exploitatie van bouwterreinen op het voor malig landgoed Crailoo" gelegen ten Noor den van het bekende Laarderhoog. Deze villaparken genaamd de Eng", ge legen in de gemeente Bussum en 't Loo' in Blaricum zijn ontworpen door een tulnarchitect P. H. Wattez, zooals mij bleek uit een fraai uitgevoerd boekje, dat deze bouw maatschappij in het licht heeft gegeven. De korte inhoud van dit boekje lijkt mij het glanzend licht en wierp haar toe een straal van genade en troost. En de jonge engel met de treurige oogen vloog terug naar zQn plaats om den traan te beschermen in den Kelk der Stomme Smart, zooals h IJ vroeger gedaan had; zijn oogen, echter, waren nog dieper en treuri ger en op zijn hart en lippen schroeide een vuur, ongeneeslijke brandwonden, want daar had het Heilige Vuur hem aangeraakt, zoodat ze ongeneesbaar waren. 1) Fragment van de vertaling, welke bin nenkort in de .Zonnebloem-Serie" zal ver schijnen. 2) De Dageraad. 3) De Vuur leeuw. De Nederlandsche HandelMaatschappij in 1918 Bij de bespreking van het verslag der Nedeilandsche Handel-MaatsehappQ over 1917, schreef ik o.a.: .Aan de groote verscheidenheid vanhaar bedrflf heeft de Ned. Handel-Maatschappij het te danken, dat zij zonder onderbreking steeds het eene jaar wat meer, het andere wat minder bevredigende dividenden aan hare aandeelhouders heeft kunnen uitkeeren. Zijn, zooals thans, de omstandigheden voor het cultuurbedrijf minder gunstig, dan zal het bankbedrijf van eene krachtige instel ling daarvoor campensatie vinden in de meerdere inkomsten uit dat bedrijf". best weergegeven door eenige regels van Charles Boissevain uit een Van dag tot dag in het Handelsblad, welke luiden: Beste lezer, die nu op een kantoor zit te zwoegen, weest niet jaloersch. Ga aanstaan den Zondag naar het Gooi... ik ken daar wouden en welden en lucht, die ik niet in n opzicht achter stel bij die van Zwitserland". Behalve deze beide villaparken is een bouwplan ontworpen voor het terrein ten oosten van de weg Laren?Hilversum (de 7 bergjes) en ten zuiden van Hilversum op de Hoogt van 't Kruis aan den weg naar Utrecht. Het Is ontwijfelbaar, dat deze bouwplannen van invloed kunnen zijn op de regeling van het verkeer, doch omgekeerd geeft een goede verkeersregeling het middel de bebouwing van een streek te bepalen, naar de begin selen van schoonheid en algemeen belang die een betere maatstaf vormen, dan de particuliere belangen van een ondernemende maatschappQ, die het verkeer wil regelen op grond van haar plannen. Waar op het oogenblik de plannen dier bouwondernemingen nog in volkomen har monie zijn met de algemeene verkeersbelangen en zeer zeker met de schoonheidseischen, moet nu de tijd gunstig geacht worden te komen tot een samenwerking van provincie, gemeenten en directies van bestaande of nog te vormen ondernemingen voer publiek vervoer. Zou de Commissaris der Koningin in Nooid-Holland hier geen aanleiding voor initiatief aanwezig achten? * * * Ik twijfel niet of ook voor kleinere beurzen zullen daar tusschen heide en bosch wonin gen worden gebouwd, wanneer slechts eerst de verkeersmiddelen zijn verbeterd. Een juist gekozen verkeersweg is buiten gemeen bevorderlijk aan den bloei van een streek en het lijdt geen twijfel, of de verkeersmiddelen brengen spoedig een toe name van hulzen en bewoners. Het doen loopen van meer treinen of meer trams lijkt mij volstrekt geen afdoende verbetering. Evenals tusschen Haarlem en Amsterdam en tusschen den Haag en Rotterdam moet concurrentie worden geschapen, die de beste prikkel wordt tot verbetering. Amsterdam moet door een electrisch net van tramwegen iiiiiiiiiinunill Het thans verschenen verslag over 1918 toont in nog sterkere mate aan, dat niette genstaande de cultuur-ondernemingen in Nederlandsen-Indle slechts een kleine bij drage tot de winst leverden, het bankbe drijf zulke aanzienlijke winsten gegeven heeft, dat de totale winst ad f 12.651.297 die der voorgaande jaren belangrijk over troffen heeft. Het winst-saldo was n.ml.: In 1918 f 12651297, tegen 1917 - 8.824.121 1916 - 11.350.150 1915 - 5.941.409 1914 - 4617686 1913 - 5.057.225 1912- 5072.000 1911 - 5096000 en 1910 - 4 743.000 De onderdeden der winst- en verliesreke ning nagaande, blijkt, dat het record-winstcijfer voor 1918 bijna uitsluitend te danken Is aan het bankbedrijf en dat de cultuurondernemingen slechts f 792.288 en het Agentschap in Suriname f523.066 daartoe hebben bijgedragen. Van een bruto-winst ad f20,962,015 werd f19,645,961 ofc.a. 93£f pCt. uit het bankbedrijf (provisie- interest en wisselrekenlng) verkregen. Dank zij het winstgevende van dat bedrijf, was de Ned. Handel-MiJ. dan ook in staat niet alleen een dividend van 14 pCt. over het metf 10 mlllioen verhoogde aandeelen-kapltaal uit te keeren, maar behalve hare onkostenrekening ad f5,154,281 te dekken, ook nog f 3,156437 op verschillende hoofden af te schrijven en te reserveeren. Deze cijfers toonen echter nog niet eens ten volle het bedrag der reserveerin gen aan, daar nog bovendien uit het agio der nieuwe aandeelen-emissie een bedrag van 15 251,749 voor versterking van reserven werd aangewend, nl. f4.000,000 voor verhooging der in buitengewone reserve" herdoopte vroegere reserve voor diverse belangen" van f 13 mlllioen tot f 17 millloen, f751,749 voor reserve op vaste eigendom men, met het oog op eventueele afbraak van enkele harer gebouwen en f 500,000 voor het bouwfonds in verband met de bouw plannen. Voegt men hierbij het bedrag van f 1,830.259, dat overeenkomstig de statuten uit de over winst aan de statutaire reserve toegevoegd is, dan is over 1918 in het totaal ruim f 10 millioen gereserveerd of afgeschreven, onge twijfeld eene uiterst conservatieve mis schien wel wal al te conservatieve politiek. Hoezeer de belangen-sfeer van de Nederlandsche Handel maatschappij in den loop der jaren gewijzigd is, blijkt o. a. uit de volgende cijfers. Terwijl aanvankelijk hare diensten als verkoops- agente derregeeringsproducten uit Indië de kurk waren, waarop de Ned. Handel maatschappij dreef, is deze bron van inkomsten geleidelijk sterk ver minderd en In het afgeloopen jaar nagenoeg geheel uitgedroogd. In 1875 werd door haar 57 mlllioen voor rekening van den Staat verkocht en nog zoo kort geleden, als in 1912 en 1913, beliepen deze verkoopen nog altijd meer dan 40 millioen. In het afge loopen jaar bedroegen zij niet meer dan f 638.000.?De vraag mag gesteld worden of, bij het naderen van het honderdjarig bestaan der instelling (de Handelmpij. werd in 1824 opgericht), er niet eens aan gedacht' mag worden, de Handel maatschappij los te maken van hare verhouding tot de Regee ring, die tegenwoordig ongetwijfeld meer Nederl. Munt Hollands moest gewilde Sigaar verbonden worden met het Gooi en daarbij moet tevens het verkeer tusschen Naarden, Bussum, Hilversum, 's Graveland, Loosdrecht, Laren, Blaricum en Huizen ter hand worden genomen. ? Wanneer ik hiernevens met een schetsje aangeef hoe Ik meen, dat het verkeersnet er zou moeten uitzien en daarbij vermeld, welke belemmeringen uit den weg zouden moeten worden geruimd, dan geeft dit slechts weer de meening van een leek op het gebied van verkeerswegen. Ik hoop, dat er nu een deskundige komt, die het mij verbetert, waardoor de aandacht nog eens meer gevestigd zal worden op de schrome lijke achterlijkheid van de verkeersmiddelen In het Gooi. Er zijn gedacht vier hoofdlijnen, welke zich aan den zoogenaamdcn Abri Laarderweg even ten Zuiden van Naarden splitsen. Vanaf Amsterdam tot Naarden zal dubbel spoor worden aangelegd, welke lijn buiten om Naarden het zooeven genoemde punt zal bereiken. De vier lijnen zijn: I Station Bussum Naarden Hulzen Blaricum Crallo Crallosche brug Bussummer grintweg Walden Spiegel Station Bussum. II Naarden?Craüo?Blaricum?Laren Hilversum 's-Gravenlandscheweg Bus summer grintweg Bussum Brink Naarden. III Naarden Crallo Laren Hilver sum Hoogt van 't Kruis Hoornbok Loosdrecht 's-Gravelandsche vaart Gooische vaart Bussummer grintweg Brink Bussum Naarden. IV Hilversum (station) 's-Graveland sche weg 's Graveland Het luye gat Spiegel Bussum (Station), vlce-versa, (de bestaande paardentram verlengd). Op de verschillende lijnen zijn sneldiensten gedacht vanuit Amsterdam naar Crailo, Blaricum, Laren, Hilversum en Bussum. Een nieuwe weg Blaricum Crallo Crailosche brug Hilversum wordt benut, Loosdrecht (met de plassen en de watersport) uit zijn isolement verlost en de bestaande belangen blijven behartigd. Ook met de plannen voor een tram naar de Hoogt van 't Kruis is rekening gehouden. W. j. M. LINDEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl