De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 26 juli pagina 1

26 juli 1919 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

Zaterdag 28 Juli , 1919 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ONDER REDACTIE VAN Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E, S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en H. SALOMONSON , UITGEVERS; VAN HOLKEMA & WARENDORF ^ Ti^?T -~-?- ^^^^Ü^^Ü^!T^Üi!^Ü!^!^^^Ü^TT^!^^^!^^^^^^^^^^^Ü!^ i Prijs per No. f 0.20. Per 3 mnd. f2.50. Abonn. loopen per jaar | j Redactie en Administratie; Keizersgracht 333, Amsterdam | j Advertenttën omslag f 0.40 p. regel, binnenpag. f 0.50 p. regel | ' 1 .arm L..-I_~I .. . - .... ._i_ - _ _~ 1^^T__ ^^^^^^^^'^^^^'^^7^^^^^^^^^^'^^^^^ ' --^???i ^MH?- ^_i -wBERICELT Men wordt beleefd verzocht adresveranderingen zoo vroeg moge lijk op te geven en zoowel het oude als het nieuwe adres te vermelden. Adresveranderingen welke ons na Donderdag bereiken, kunnen niet meer voor het eerstvolgend nummer behandeld worden. INHOUD i Bladz. l: De Volkerenbond, door prof. G. W. J. Brnins. Bnitenl. Overzicht: De oatasirophe der Monarchie, IV, door dr. W. G. O. Byvanok. 2: De Toekomst-adel der Duitsche Rejrabttek. teekeniug van Jordaan. Volksregeering en Volkse nderwrjs, door dr. A. de Vlettei. Krekelzarg, door 3. H. SpeenhoS. Feuilleton: Bohème, door Joh. C. P. Alberts. 3: Spreekzaal: Kan de Ex-Keizer redelijkerwijze weigeren voor de voorgestelde Rechtbank te verschijnen?, door Maffi»t>aat. Het Personeel in het H&tel- en Koffifhaiebedryf, door J. P. Verkeerde begrip pen of mislet iing, door E. van Minden. 5: Voor Vrouwen: Wat de week bracht, door Elis. M. Rogge. De Dienstbodenkwestie, door Joh. B. A. Marcus. Vloekende Dames, door Geertr. Garelsen. Zomei-Idylle, teekening van B. Ehrh rdt. Uit de Natuur: Waterwandeling, II, door Jao. P. Thrjsse. 7: Gouden' Feest van het Ned. Gymnastiek Verbond, door Na-Tnrner, met teekeningen van Is, van Mens. De HarskampCommissie, door Weerbaarheidsman. 8: Het Openlnchttooneel, door Edmond Visser. Finan ciën en Economie: TJjd-èfliires in Effecten aan de Amsterdamsohe Beurs, door J. D. Santilhano. Nieuwe Eogeleche Boeken, door W. van Doorn. 10: Correspondentie van een Dame met B. O. H., door Tante X. Wielerbaatf-Emotie, door O. F. van Dam. Leekenspiegel. Impresssie. door Melis Stoke. 't Schietpat, door Melis Stcke. 11: Llcyd George zoekende naar de Stakingebacil, teekeoing van Joh. Braakensiek. Damrnbriek, door K. C. de Jonge. Bijvoegsel: De Faculteit in de Handelswetanschappen aan de Universiteit van Amsterdam, teekening van Joh. Braakensiek. DE VOLKERENBOND door Prof. Mr. G. W. J. BRUINS Het vredesverdrag is geteekend, de rati ficatie in de betrokken landen schijnt ver zekerd. Ook in de Vereenigde Staten, waar tegenstroomingen het afzijdig Amerlcanlsme van den behoudenden vleugel der Republikeinen eenerzijds en het verzet In ethisch-democratische n kring tegen den te eenzQdigen overwinnaarspeest van het verdrag anderzijds meer dan elders aan de oppervlakte zijn gekomen. Terzijde staat alleen China tot tQd en wijle het in Parfls tot een graad van meesterschap opgevoerd vermogen tot het vinden van sol u t les _ ook hier den modus vivendi zal hebben aangewezen. Op het komend tijdvak In de wereld geschiedenis zal het vredesverdrag zijn stempel drukken gelijk de tractaten van 1815 de afgeloopen eeuw hebben beheerscht. Het Duitsche volk blijft weliswaar de in 1871 verworven rijkseenheid behouden, tot den prQs evenwel van verlies van aanzien lijk territoir, terwijl het zich tevens bezwaard ziet met finantiëele en economische lasten, die het expansievermogen van het lichame lijk en geestelrjk reeds dermate uitgeputte volk voor een menschenleeftijd zullen knot ten. Daarentegen wordt het Poolsche rijk hersteld in zijn ouden luister, hersteld tot een volk, dat vermoedelijk het huldig Frankrijk In zielental overtreffen gaat, en zal straks, wanneer naast het Duitsche vredesverdrag de verdragen met Oostenrijk en met Turkije komen te staan, blijken, dat in geheel oostelijk Europa het werk van Ween en ongedaan is gemaakt en een gansch ver anderd statenstelsel voor het oude in de plaats is getreden. Men vaaagt zich af, wat van dit alles blijvend zal zijn en met welk oog onze kindskinderen 1919 zullen bezien naast het veel gesmade 1815. Zal een beter Europa uit den huldigen chaos te voorschijn komen of zullen zQ gelijk hebben, die in de laatste maanden bij herhaling tot de te Parijs ver gaderden de vermaning hebben gericht: Gij, die vijftig jaren en langer het europiser Ie Balcan" tot leus hebt genomen, wat gfl thans doet is niet dan balcaniser l' Europel" Nog een derde opvatting is mogelijk. In het ernstig en waardig woord, waarmede SmutszQne onderteekening van het verdrag deed vergezeld gaan, heeft hij gezegd in dezen vrede niet meer te zien dan de oogenbllkkelijke en noodzakelijke liquidatie van den oorlogstoestand. De wezenlijke vrede zal slechts kunnen komen, wanneer de geest der menschen zal zijn vernieuwd en onderling vertrouwen, ootmoed en een nieuw gevoel van menscnelfjkheid voor de hartstochten van den oorlog zullen zijn in de plaats getreden. Niet de 414 artikelen van het eigenlijk vredesverdrag, vermeerderd nog met hun tal ( van annfxen, zijn bij deze opvatting de wezenlijk belangrijke, maar de sobere 26 bepalingen, die tezamen het verdrag van den Volkerenbond uitmaken en als zoodanig aan het hoofd van het Vredesverdrag zijn geplaatst. * * * De bepalingen van het Volkerenbondverdrag, waarmede de lezer bekend is, zijn in hoofdzaak van orgacisatorischen aard. Zoo kort mogelijk samengevat komen zij neer op het volgende: Lid van den Volkerenbond kunnen zijn alle vrije, .zich zelf besturende staten, dominions en koloniën, die voldoende bewijs geven van den ernstlgen wil hun interna tionale verplichtingen na te komen. Op richters zijn de geallieerde en geassocieerde staten, waarbij naast het Brltsche Rijk Canada, Australië, Zuid-Af rika, NieuwZeeland, New Foundland en Britsch-Indië een precedent voor Nederlandsen-Ind!ë? afzonderlijk zfln toegetreden. Ook Polen, het Servische-Croatisch-Slavonlsche Rijk en de Tzecho-Slovaklsche Republiek behooren tot de oprichters. Naast deze in totaal 32 staten zijn een 13-tal staten tot dadelijke toetreding ultgenoodigd, n.l. de neutraal ge bleven staten van Europa en van Zuid- en Middel-Amerika benevens Perzlë. Na een overgangstijdperk zullen ook Duitschland en de overige tegenstanders uit dezen wereldoorlog tot het lidmaatschap worden toegelaten. Ingesteld worden een Algemeene Ver gadering" van alle aangesloten staten, waarin iedere staat n stem heeft en eene speciale Raad", bestaande uit 9 leden, de 5 groote mogendheden en 4 vertegenwoor digers van de overige staten, waarvoor zijn uitgekozen België, Brazilië, Spanje en Grie kenland ; Spanje als vertegenwoordiger van de staten, die in den oorlog neutraal zijn gebleven. Uitbreiding van den Raad is mogelijk. Zoowel in de Algemeene Verga dering als in den Raad is, tenzij anders bepaald, eenstemmigheid vereischt. Ingesteld wordt verder een permanent secretariaat onder leiding van een secretaris-generaal air Erlc Drummond?en gevestigd te Oen ve. Wijziging van de plaats van vestiging is mogelijk. DE CATASTROPHE DER MONARCHIE IV De bedreiging voor de Monarchie, in deze latere oorlogsjaren, kwam uit het Zuiden. Triest dat voor het-grijpen scheen te liggen, had het den Italianen aangedaan. Generaal Cadorna richtte zijn aanvallen tegen de Isonzollnie om over den Karst de havenstad te bereiken. Eerst diende Görz vermeesterd. Cadorna was een methodisch veldheer. Hij liet zich niet door tegenspoed ontmoe digen, integendeel hij wilde er van leeren, hij oefende zijn troepen. Was een aanval mislukt, hij beproefde hem nogmaals en nogmaals. Hij moest secuur gaan, en hij hield niet op. De eene Isonzo-slag volgde op den andere. Al vorderde men slechts voet voor voet, het doel moest ten slotte worden bereikt en Triest moest hem in handen vallen.. Görz had reeds gebukt. Toen Hoetzendorf, niet langer het hoofd van den generalen staf, een commando in Tyrol had verkregen, verwachtte de Italiaansche aanvoerder een krijgsbe weging van die zijdr, en hrj'liet een flink leger tegen hem ageeren om hem in respect te houden. Conrad echter met onvoldoende troepen en weinig gesteund wist zich te weren en gaf aan Cadorna een les. Waarom wilde de Monarchie toch van zijn diensten geen gebruik maken? Zoo dikwijls Keizer Karl In Botzen kwam en met zijn lust om zich in actie te toonen verscheen de Keizer daar telkens, bracht Conrad hem onder 't oog de noodzakelijkheid om eens en voor goed het gevaar van den Zuidkant uit den weg te ruimen Het was voor zijn strategischen blik een eenvoudige zaak: een stoot tegen Cadorna's hoofdmacht bfl de Isonzo en voorbij de Isonzo, en dan om de ontreddering van het Italiaansche leger te completeeren, van Tirol uit een aanval in de flank. Dat zou vernietigend werken. Keizer Karl keek met zijn hartewinnenden lach langs Conrad heen en liet zich volstrekt niet over zijn voornemen uit. Hij was be gonnen met hem onsymphathiek te vinden; thans vond hij hem lastig. Behoefde hij dan ieder rekenschap te geven van zijn daden? Wanneer hij zijn ideeën had over de voorwaarden voor een algemeenen vrede, moest hj) dan eerst Czernin, zijn minister, raadplegen en mocht hij niet een eigen weg bedenken om zijn plannen over Elzas-Lotharingen Ingang te doen hebben l O, begreep Conrad, de Keizer heeft mij van -den generalen staf verwijderd, niet alleen om daar alles naar zrjn eigen hand te kunnen zetten, maar ook om mij uit zij n nabijheid te hebben, nu er andere machten Invloed op de staatszaken hebben gekregen; en hij speurde Italiaansche invloeden en invloed van de geestelijkheid door de be middeling van de Keizerin, hij ontdekte een begunstiging van de Czechen... Indien hij, Conrad, brj den staf was ge bleven, zou hij zich hebben verzet, ten behoeve van de discipline in het leger.... Ondertusschen ging Cadorna voort met zijn Isonzo-slagen. Conrad schreef aan Ludendorf om hem in te lichten over het aanstaande lot van Triest, en, hoewel hij hem eerst nauwelijks het oor wou leenen, vervuld als hij was met zQn plannen tegen Rusland, gaf Luden dorf ten slotte toch toe, hij stuurde Duit sche troepen tot versterking der Oostenrijksche armee, en het was een machtig leger dat werd verzameld om tegenstand te bieden bij den aanstaanden twaalfden Isonzo-slag van Cadorna. Ja, also, die Italienlsche offensive wird doch jetzt gemacht," zeide Keizer Karl bij gelegenheid van een zijner bezoeken aan Botzen; het was de manier waarop Conrad de aanneming van zijn plan vernam, zonder verder te worden ingewijd. Men weet hoe vernietigend de stoot was Voor de onderlinge verhouding van Algemeene Vergadering en Raad is moeilijk een parallel te vinden. In het Algemeen kan gezegd worden, dat de positie van den Raad belangrijk sterker is dan die welke in parlementair geregeerde landen aan de Regeering tegenover de volksvertegenwoor diging pleegt .toe te komen. Slechts in enkele gevallen zoo de toelating van nieuwe leden is de Algemeene Vergadering bij uitsluiting competent. Overigens is zij veel eer een college van beroep en berust, voor zoover niet anders bepaald, volledige han delingsbevoegdheid bij den Raad. Van een parlementaire verantwoordelijkheid tegen over de Algemeene Vergadering kan in strikten zin niet gesproken worden. Belder algemeene competentie worden in dezelfde bewoordingen geregeld: Algemeene Verga dering en Raad zijn beide bevoegd kennis te nemen van alle quaesties binnen de sfeer van werkzaamheid van den Volkerenbond of wel den wereldvrede rakende. Het blijkt dus wel, dat de bezetting van den Raad een zaak is van groot belang, en Nederland kan het slechts betreuren, dat niet ons land doch Spanje als vertegenwoor diger van de neutrale landen gekozen is. Een feit is het, dat men, elders wellicht meer dan hier te lande en in ieder geval meer dan in de quaestie van de vestigings plaats van den Volkerenbond, in dit voor bijgaan een nederlaag heeft gezien van het land van Grotius en van het Arbitragehof. *** Over de uitvoerige procedureregeling in geval van ernstig meeningsverschil tusschen de leden van den bond, slechts een enkel woord. De leden zijn verplicht in zoodanig geval een van de beide volgende wegen te kiezen: f bindende arbitrage, wat de normale weg moet zijn bQ verschil van meening over de uitlegging van een tractaat, over een punt van internationaal recht, een feitelijke vraag of het bedrag van een te betalen schade vergoeding, f voorlegging van het geschil aan den Raad van den Volkerenbond. Deze laatste brengt openbaar verslag uit. Is over eenstemming niet te verkrijgen, dan kan zoowel de Raad als n van beide partijen het geschil brengen voor de Algemeene Vergadering. De partij, die de voorgeschreven procedure niet in acht neemt of in strijd handelt met de genomen beslissing, waarvoor bQ den Raad unanimiteit vereischt is, wordt geacht tegen alle leden van den Volkerenbond een oorlogsdaad te hebben gedaan. De leden verbinden zich tot een oogenblikkelijken economischen en financieelen boycot, zoo noodlg tot gemeenacht,gelijk gewapend optreden. Zoodanig gemeenschappelijk op treden is eveneens mogelijk wanneer een staat, niet lid van den bond, een der leden aanvalt. Ook in zoodanig geval zal evenwel een poging tot regeling in der minne vooraf gaan. In verband met een en ander wordt aan den Raad opdracht gegeven een ontwerp samen te stellen voor een permanent Hof van Internationale rechtspraak en dit aan de leden van den Volkerenbond voor te leggen. Voor de hand ligt de oplossing te zoeken in een uitbouw van het bestaand, in Nederland gevestigd Arbitragehof. Zou het niet op den weg kunnen liggen van onze Nederlandsche volkenrechtsgeleerden om, zich spiegelend aan wat voor de oprichting van den volkerenbond in andere kleine landen in het openbaar aan productieven voorarbeld is verricht, te pogen aan het denkbeeld een voorloopigen concreten vorm te geven? * * * De verdere inhoud van het Volkerenbondverdrag wordt gevormd door een algemeene bepaling nopens beperking van bewapening, die op Cadorna's hoofd neerkwam. Het ging in een stortvloed. Görz werd terugveroverd, het front ingedrukt en de Italianen werden niet alleen weggedrongen uit alle plaatsen die zij hadden bezet, maar opeigen gebied konden zij den aandrang niet weerstaan. Binnen een paar dagen was het aantal van gevangenen en van genomen stukken geschut grooter dan het ooit in een paar weken zelfs tegenover de Russen was geweest. 4 November 1917 werd de Tagliamrn'o overgetrokken, 9 November stond men aan de Piave. Onder de oogen van Keizer Karl was de slag begonnen, en het was niet een neder laag voor het Italiaansche leger geworden, maar bijna een ontbinding. Wanneer thans van Tirol uit aan den bovenloop van de Piave een nieuwe stoot werd ingezet, dan was het voor goed rnet den vijand gedaan. Conrad wist dat het oogenblik van de crisis was aangebroken. De anderen mochten zich verheugen in het behaalde succes, maar hij berekende hoe kort slechts de tijd nog was die Oostenrijk was toegemeten om met eere het hoofd te kunnen ophouden. Nu moesten de uiterste krachten worden vereenigd. Hij zelf moest met macht ep het terrein verschijnen, en men had hem in Tyrol bijna zonder troepen gelaten. Men wachtte op zijn komst en hij was door zijn zwakheid gebonden. Hij vroeg om versterking, hij stuurde ver togen, hg smeekte om een paar divisies. Geen antwoord bereikte hem. Toen de Keizer door Tirol spoorde, klampte hij hem aan en hield hem een voordracht van een uur lang in den salonwagen. Hij toonde hem hoe de Oosten rij ksche dl visies opgesta peld waren tusschenTagliamento en P^ave: zij liepen elkander daar in den weg, zij vielen letterlijk over elkaar, men kon niets met hen beginnen; zij moesten uit die verwarring losgemaakt, per spoor deels en gedeeltelijk te voet naar Tyrol trekken, om van daar op den vijand te worden geworpen. En het zou nog vergeefs zrjn wanneer het niet snel geschiedde eer de engelsche en fransche hulp aanlandde voor de Italianen. In den salonwagen hoorde Keizer Karl een waarbij het beginsel als zoodanig wordt gesteld en aan den Raad opdracht wordt gegeven den leden van den Bond de noodlge voorstellen te doen toekomen; door een in hoofdzaak declaratoire bepaling tot bevorde ring van een goede wetgeving nopens den arbeid in de aangesloten landen en enkele andere punten; en ten slotte door een viertal korte doch belangrijke bepalingen, die een eerste schuchtere poging vormen de inter nationale statensamenleving aan enkele alge meene normen te binden. Artikel 18 stelt het beginsel, dat geen tractaat of andere overeenkomst, welke internationale verplichtingen medebrengt, verbindend is zonder voorafgaande publi catie en voorafgaande registratie aan het secretariaat van den Bond. Het beginsel dus van openbaarheid in het internationaal verkeer en gesanctioneerd, zij het op een wijze, waarvan het de vraag is, of zij in beslissende gevallen van veel beteekenis zal blijken. Artikel 19 bevat een bepaling die verder gaat en die dan ook wegens den inbreuk, die zij op het beginsel van de souvereinitelt der afzonderlijke staten zou kunnen maken, tot een van de hoofdpunten van den Amerikaanschen aanval is gemaakt. Toch is de redactie voorzichtig genoeg! Aan de Alge meene vergadering wordt n.l. de bevoegd heid gegeven in voorkomende gevallen de leden van den Bond uit te noodigen trac taten, die allengs moeilijk meer toe te passen zijn en in het algemeen Internationale situaties, waarvan de handhaving den wereld vrede in gevaar zou kunnen brengen, te herzien. Een bevoegdheid louter totultnoodigen, en dan nog eenstemmigheid l Teveel is het waarlijk niet l Niettemin is het be ginsel belangrijk. Artikel 20 breekt alle tractaten, die met het statuut van den Volkerenbond in strijd zijn te achten. Een bepaling, die van ver gaande en heilzame strekking zou kunnen zijn, ware het niet, dat in artikel 21 de reserve wordt gemaakt, dat internationale overeenkomsten, die tot doel hebben den vrede te handhaven, zooals bijzondere arbi trage-verdragen en ententes régionales comme la doctrine de Monroe", niet met het Bonds-statuut in strijd zijn. Hoe deze restrictie moet worden opgevat, blijkt uit het thans ter tafel liggend defensief tractaat tusschen Amerika en Engeland aan den eenen kant en Frankrijk aan den anderen l Heeft de wereldgeschiedenis ooit andere verbonden gekend dan defensieve, strek kende ter verzekering vanden wereldvrede? De slotbepaling regelt de herziening. Wijzigingen treden in werking nadat zij geratificeerd zrjn door de meerderheid der leden, waaronder alle leden van den Raad. Niet aanvaarding een er wijziging brengt mede uittreding uit den Bond. * * * Ziedaar in hoofdtrekken het verdrag van den Volkerenbond. Droeve ontnuchtering heeft het gebracht in de rijen van hen, die in naïef idealisme van den Bond de vernieuwing verwachtten van het aan gezicht der wereld. Wat is er gekomen van een wezenlijk en krachiig oppergezag boven de huidige souvereine staten, wat van het door Wilson gedroomd wereldparlement met zijne direct en door allen, zonder onderscheid van landaard of taal, gekozen vertegen woordigers, wat van de nieuwe beginselen, die het verkeer der volkeren provincies van den nieuwen wereldstaat zouden leiden in banen van eerlijkheid en wederzijdsche eerbiediging ? Hetgeen thans is ge sticht mag den naam van volkerenbond niet dragen! Een statenbond is het en a's zoodanig in zijn grondslagen veeleer een steun van de souvereiniteit der leden dan een verzwakking. In zijn angstvalligheid tot iiiiiiiiMiimiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiimii uur lang vriendelijk lachend toe; hij zou er over spreken met den chef van den gene ralen staf. Maar een antwoord kreeg Conrad niet. Eerst in December werden hem een paar vermoeide divisies toegevoerd. Daarmee zette hij den krijgstocht voort dien hij reeds op eigen hand had aange vangen. Het geluk begeleidde hem, hij hoopte nog een deel tenminste van wat hij wilde te kunnen bereiken.. Toen kwam uit het hoofdkwartier, uit Baden, *an keizer Karl het bevel om den strijd af te breken; de aanval moest ophouden. Dit heeft Conrad het zwaarste genoemd dat hem in zijn leven te dragen was gevallen. Dat niemand er aan dacht hoe hij de stra tegische plannen voor de meeste veldtochten in het Oosten had gemaakt; dat men hem den ongeluksveldheer noemde, dat alles kon hij over zich laten heengaan; maar dat men hem, In dit moment van zrjn of nletztjn der Monarchie, halt gebood, was hem een zwaar verdriet. Het maakt irmand niet vroolijk," schreef hij in die dagen, te moeten zien dat alles wat men in het leven het f t gedacht op te bouwen in het niet verzinkt." Keizer Karl had zijn eigen hulpmiddelen om de bezwaren op zijn pad te boven te komen, vrouwenhanden namen deel aan het spel, en Intriges werden aangeknoopt; aan het hof was men allijd zeker van de toe juichingen van wie zich een plaats In de zon wilden verwerven. Soms gaf het wel aanleiding tot kleine catastrophen, zooals bij het ontdekken der briefwisseling met Frankrrjk.toen een bekwaam dienaar, niemand minder dan Czernin, zijn ontslag moest nemen. Maar zulke tegenvallers drukten niet lang de gemoederen. De zon van Ludendorf was nog niet ge taand. Het geluk van de Duilsche wapenen verguldde in die eerste helft van 1918 den horizon met een va'schen glans. Het hef van Keizer Karl vertrouwde op het fortuin der Habsburgs. Conrad van Hoetzendorf wees <5en Keizer op de noodzakelijkheid, nu in het Westen misschien de laatste groote partij aan den gang was, ook van zijn kant een nieuwe het aantasten van het bestaande is het in zijn wezen geworden tot een sanctioneering van het vredesverdrag, waaraan het te kwa der uur is gekoppeld, een sanctioneering niet van het resultaat van wijs en belangloos overleg maar in te veel opzichten van zucht naar wraak en eigen winst. En dan zelfs niet een volledige ontkenning van het recht tot oorlog tusschen de eigen leden! In dit alles en het cahier de charges is nog niet uitgeput steekt veel, wat niet te ontkennen valt. Het kan moeilijk anders of de regeling moet ook hen, die hunne verwachtingen binnen enge perken hielden, teleur stellen. Toch niet om de détails der regeling gaat het in de eerste plaats. Onvolkomen werkelijkheid, de idee van den volkerenbond is werkelijkheid geworden en de groote vraag, waarop de komende jaren misschien al betrekkelijk spoedig een voorloopig ant woord zullen vermogen te geven, is thans deze, of deze werkelijkheid beschikt over vitale krachten, of een centraal punt ge schapen is, van waaruit een hoogere ge meenschapsgedachte zich verder zal kunnen ontwikkelen. Is dit het geval, dan Is het pleit gewon nen. De arbeid zal een langdurige zijn en een zware, gelijk voor alle bouwsels, die, hoe eenvoudig ook van Ifln, ten slotte hun wezenlijken steun slechts kunnen vinden in den geest der menschen. Hoe moeizaam is niet de weg geweest voor het parlementair beginsel sedert de Glorious Revolution" van 1688, en wat is een eeuw in de geschiedenis der democratie! Dat de vorm van thans onvolkomen is, is ten slotte voor wie dieper ziet, zelfs eer winst dan verlies. De mensen in zijn haast reikt naar het volkomene juist beleid wenscht den vorm niet, althans niet be langrijk, rijper dan de gedachte. En over de mate, waarin in landen als Frankrijk en de Vereenigde Staten de Volkerenbondgedachte reeds tot rijpheid is gekomen, moet men zich vooralsnog geen illusies maken. Noodzakelijk is dan echter, dat de vorm lenig zij en met de gedachte zijn groei kunne nemen, Iets, waarvoor in het Statuut is gezorgd. Aan den Volkerenbond zal de naam van Wilson voor goed ver bonden blijven. Naast hem zal echter in de toekomst wellicht lord Robert Cecll, die de feitelijke leider is geweest van de commissie voor den Volkerenbond ter Vredesconferentie, worden aangewezen als degeen, die in dit opzicht van hooger staatsmanswijsheid heett blijk gegeven. Mits en dit blijft de groote mits de Volkerenbond in zijn huldigen vorm inder daad een beginsel van levenskracht blijkt te bezitten. Zooals de zaken staan, laat het zich aanzien, dat het centrum van vitaliteit voorshands op het gebied van de recht spraak zal hebben te liggen. Weliswaar zijn ook bestuursfuncties aan den Bond reeds thans niet geheel vreemd. In zijnen naam zullen de voormalige Duitsche kolonies wor den bestuurd, hooge commissarissen van zQnentwege zullen in Dantzig en wellicht nog in enkele andere plaatsen de regeermacht uitoefenen. Het belang van den Vol kerenbond zal echter worden gediend, wanneer dit deel van zijn taak zich niet praematuur te zeer uitbreidt. Op het gebied van de rechtspraak is ten slotte de zuivere gemeenschapsgedachte, vooral onder de huidige omstandigheden, het best te ver wezenlijken. Van groot belang is het hierom, dat het nieuwe internationale gerechtshof zoo spoedig mogelijk voor zijn taak gereed z{J. G. J. W. BRUIN iiiiiiimiiiiiiiiiiiimiiiilimi IIIIIIIIIIIIIIIIIIMIII aanval tegen Italië te ondernemen. Niet dat hij op een groot succes rekende, die kans was sedert den laatsten winter verkeken, maar in allen geval zou men een deel .van den last die op den bondgenoot drukte op eigen schouders overnemen. Hij maakte het plan voor een geconcentreerd offensief. Het werd goedgekeurd, maar in dezen zin dat de onderscheiden generaals, niet meer gewoon zich aan den generalen staf te storen, het naar hun eigen opvatting uitvoerden. Elk wou meedoen. Tirol mocht niet alleen voorgaan, en een aartshertog kon niet achterblijven. Zonder orde uitgevoerd was de tocht in Juni een mislukking. Verraad kwam in het spel en daarenboven toonde zich in alle deelen van de administratie een achteruit gang. De machine door Hoetzendorf met zooveel zorg eenmaal in elkaar gezet liep niet meer. De mislukking van den aanval was mis schien nog niet zoo bijzonder groot, en de troep had zich goed gehouden, maar het verval was duidelijk geworden. Aan Conrad en Conrad's leger was geen verwijt te doen; de I_ach van den Keizer tegenover hem, toen hij door Botzen ging, bleef even genadig als voorheen; maar toen midden Juli het Parlement zou bijeen komen, begreep Keizer Karl dat er een zondebok noodig was. Hij wou voor de vergadering komen met de leus dat aan het menschenslachten een einde moest komen, daarom riep hij den maarschalk tot zich en kondigde hem aan: ,,Het spijt mij zeer maar ik neem uw verzoek om ontslag aan.'' Conrad had om geen ontslag gevraagd. Het was hem thans een verdriet dat hij vroeger riet bij zijn besluit was gebleven, toen de Keizer hem het stuur uit de hand had genomen. Nu, in den tijd van het ge vaar, had hij op zijn post willen blijven. Hfl mocht niet. Hij ging raar Villach in de eenzaamheid van vrijwillige ballingschap. Daar zag hij binnen een paar maanden het onheil uit breken over de Monarchie; door Keizer Karl vriendelijk lachend naar den ondergang geleld. W. G. C. BYVANCK

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl