De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 2 augustus pagina 10

2 augustus 1919 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 2 Aug. '19. - No. 2197 LUCHTVERKEER BOVEN DEN HAAG IN 1920 Teekening voor ,de Amsterdammer" van B. van Vlijmen Jr. Op den Economischen Uitkijk Arbeid" aan den arbeid) (II Slot) Men heeft aan mQn vorigen uitkijk" kunnen zien, dat ik na de economische be schouwingen in vele voorafgaande nummers, nu doende ben de acfueele wetgeving wat bij te werken door aanhangige wetsontwerpen van socialen aard te behandelen. Veront schuldigingen behoef ik daarvoor niet aan te bieden, want dat ook dergelijke sociale regelingen in economisch opzicht van groot belang zijn, is wel heel duidelijk. Na de technische herziening der Onge vallenwet, die den vorigen maal hier aan de orde was, wil ik thans allereerst spreken over het ontwerp tot vrijwillige ouderdomsverzekering. Dat ook dit van gewicht is, zal blijken wanneer wij den inhoud nagaan. Om van dien Inhoud een helder overzicht te geven, moet ik beginnen met te zeggen dat hier maatregelen worden voorgesteld voor 3 categorieën van personen, onder scheiden naar hun leeftijdsgrenzen. Laat ons re stuk voor stuk behandelen. Daar is in de eerste plaats de categorie van hen, die 65 jaar of ouder zijd en die niet het staats pensioen genieten, dat aan ouden arbeiders door de bekende artt. 369 en 370 der Invaliditeitswet wordt toegekend. De Minister wil ook deze uitgestotenen in het genot van zoodanige rente (f3.?per week) stellen en decreieert dus dat deze lieden daarop recht hebben (wanneer niet zij zelven of hun echtgenooten in de RQksinkomstenbelastlng zfln aangeslagen naar een inkomen van mér dan ? 1200). Deze menschen krijgen dus eenvoudig die uitkeering, die natuurlijk geen vrijwil lige verzekering" is. Maar nu komt de tweede categorie: de lieden tusschen 35 en 65 jaar met een inkomen van niet meer dan f 2000.?en bQ deze categorie treedt het in onze wetgeving nieuwe beginsel van vrijwillige verzekering bQ een staats orgaan naar voren. Tot deze verzekering Perzische Tapijten Indien U Perzische tapijten bezit (Oostersche, Turksche,enz.), welke niet met Uw ander huiselijk interieur harmoniëren, of die U om welke reden ook wenscht te verkoopen, schrijft dan aan Y. BAZIR, Impor teur, Zoutmanstr. 61, te 's Gravenhage, Tel. 1843, welke zich door geheel Nederland laat ontbieden en die tegen zeer hooge prijzen alle soorten Perzische tapijten koopt (nieuw of gebruikt), ongeacht de afmetingen en de prijs. Bewaar dit adres. nimiiiiimiimiiiimiiiiiNimunmiiiiitwmMwimuiuMiHiii iini Royal Auction Bridge In mijn vorige artikelen heb ik doen uit komen, dat bQ het doen van een beginannonce niet alleen overwogen moet worden of het spel voldoende kracht bezit om het met de te noemen kleur als troef te spelen, maar ook of men in die kleur voldoende kan steunen als het spel in een andere kleur of met sansatout wordt gespeeld. Bfj die beglnannonce zfjn echter nog meer dingen, waarop men dient te letten. Kan de gever of wel, als deze past, zfln linkerbuurman een beginaononce doen, dan moet men ter dege rekening houden hoe de kaarten over de verschillende kleuren in het spel verdeeld zijn. Men kan toch kracht hebben in slechts n kleur, in twee kleuren of wel de kracht kan over drie of vier kleuren verdeeld zijn. In het eerste geval moet men dadelijk de volle kracht toonen, die er in de kleur zit en moet men niet aarzelen onmiddellijk twee of wel drie slagen in die kleur te bieden. Ik geef dit aan voor de beide kleu ren harten of kroonschoppen, dat zijn dus de kleuren, waarin men bQ voorkeur het spel zal spelen, dus niet voor klaveren of ruiten. In het laatste geval zal de partner trachten het spel in een van de beide hoo gere kleuren over te nemen en heeft men dan reeds een bod van b.v. drie slagen in ruiten of klaveren geannonceerd, dan moet uw partner ook dadelQk drie slagen bieden en dat zal dikwijls bezwaarlijk voor hem zfln. Een hoog bod in klaveren of ruiten zal men alleen doen als men kans ziet met die kleur als troef de manche te winnen. Om het vorenstaande te verduidelijken wil ik eens enkele voorbeelden noemen. De geAer heeft b.v. aas, vrouw, boer, zesde in harten of kroonschoppen met weinig steun In de andere kleuren, dan is het aan te raden onmiddellijk twee slagen in die kleur te wordt men toegelaten gedurende de eerste twee jaar na het in werking treden der wet. Er wordt n.l. vastgesteld, welke premie een vier-en-dertlgjarige zou moeten be talen om zich een weekrente van ? 3. van zQn 65ste jaar af te bedingen. Maar in die categorie tusschen de 35 en 65 jaar onderscheidt de wetgever twee soorten: lieden die wel en die niet vallen onderden verzekeringsplicht der Invallditeitswet. Wan neer iemand wel onder die wet valt, kan hQ de bovenbedoelde premie (bepaald naar den 34-jarigen leeftQd) bQ de RQksbank storten en hQ krijgt dan op z|n 65ste jaar een weekrente niet van ? 3.?maar van een lager bedrag, dat bepaald wordt naar het aantal premies dat hQ heeft gestort. Wanneer dus binnen de fatale twee jaar een 50-jarig man (onder de Invaliditeitswet vallend) zich voor die verzekering aanmeldt en de voor een 34-jarlge bepaalde premie geregeld stort, dan zal zQn weekrente natuurlijk veel ge ringer zijn dan ?3.?, want daarvoor moest die premie 30 jaar lang (van het 34ste tot het 65ste jaar) betaald zijn. Aan deze lieden is geen voorrecht toegekend, omdat zfl toch reeds in de Invallditeitswet voorrechten genieten (omdat voor die wet de premiën vastgesteld zijn naar den 16 jarigen leeftijd en dus de 35-jarige of oudere voor die verzekering te weinig betaalt.) Maar wél een voorrecht genieten de anderen tusschen 35 en 65 jaar, n.l. zQ die buiten de Invaliditeits wet staan. Verzekeren dezen zich binnen de fatale 2 jaar bQ de RQksbank tegen dezelfde premie (voor 34 jarigen berekend), dan krijgen zQ wél op hun 65ste jaar de volle weekrente van / 3.?. Dit is dus een buiten kansje voor ieder, die ouder dan 34 is, te grooter naarmate hQ dien leeftQd verder voorbQ is. De 50-jarige b,v. betaalt in dit geval 15 jaar de premie en krijgt een uit keering, alsof hQ 30 jaar lang dat bedrag had opgebracht. Het spreekt vanzelf dat er geld bij moet", wanneer men een ver zekering" op zulk een grondslag gaat in richten. Hoeveel hierop moet worden bijge past is natuurlQk niet vooruit te zeggen, dat hangt af van de talrijkheid der deel neming en den leeftQd der deelnemers. Die twee elementen kent men eerst als de twee jaar, waarin deze verzekering kan worden aangegaan, zQn verloopen. De Regeering waagt zich dan ook niet aan een raming van dit tekort en zegt alleen vrQ lakoniekl dat nader zal moeten worden vastgesteld op welke wQze dat tekort zal moeten worden betaald". Nu zQn wQ dan genaderd tot de groep der jongsten: van 16-35 jaar, voor wie gelegenheid tot vrQwillige verzekering wordt opengesteld. De bedoeling is, dat deze ver zekering zichzelf betaalt", d.w.z. dat de premie voldoende is voor de uitkeering, echter met dit voorbehoud, dat de admini stratiekosten van dezen dienst worden ge dragen door het Rijk. Hier is een keus van rente; niet slechts f 3.?, maar ook 4, 5 of 6 kan men zich bedingen. BQ invaliditeit behoeft de premie niet verder te worden betaald. Sterft de verzekerde na ten minste 3 jaar, dan wordt / 100.?(begrafenisgeld)' uitgekeerd. (Ook hier geldt voor de veriimiiiiiiiniitiiii bieden. Dikwijls ziet men, dat die persoon dan begint met n harten of kroonschoppen om, wanneer de tegenpart| twee slagen in een andere kleur noemt, over te gaan tot een bod van twee slagen in die kleur. Daar door maakt men zijn partner een masque. Door dat opbieden tot twee slagen zegt men toch aan zfjn partner, dat men in een andere kleur ook een vasten slag heeft. Een dergelijke handelwQze kan men wel volgen als men b.v. aas, heer, vijfde van harten heeft met een aas of heer, vrouw in een andere kleur. Men kan dan beginnen met n harten, om bQ de tweede ronde zoo noodig op te bieden tot twee harten. Daar door laat men dus aan zijn partner merken, dat de kracht in het spel over twee kleuren verdeeld is en geeft men hem inzicht in zflrt spel. HQ kan er zijn voordeel mee doen, als er voor hem sprake van is om in een andere kleur over te gaan of sansatout aan te kondigen. Al heeft men een goed spel In handen,, is het niet de zaak om het spel met de door U gewilde troef te spelen, maar om te komen tot een bod, waardoor men het meeste uit de twee spellen te samen kan halen. En dat wordt juist nog te dikwQls door de spelers vergeten. Is de kracht over drie of vier kleuren ver deeld, dan zal het als regel wel een sans atout spel zQn en kan de tegenannonce n sans-atout" zQn. Nemen wQ eens het volgende spel: S vrouw, 5, 3 H 8, 6 R heer, vrouw, boer, 10, 8, 4 K aas, 8 B S aas, heer, boer, 10,8,7,4 H vrouw, 10, 2 . R 7 . A ^ K heer vrouw S 6, 3 H 3 R aas, 9, 6, 5, 3 K 7, 6, 4, 3, 2 zekerden de inkomen-grens van / 2000.-). Ziedaar zoo ongeveer de inhoud van deze wetsvoordracht; Ik heb mQ tot de hoofdzaken bepaald. De strekking is duidelijk: naast de verplichte verzekering voor arbeiders wil men mo gelijk maken een vrijwillige verzekering voor laat mQ zeggen kleine luyden", die niet arbeiders zQn, doch in economisch opzicht met hen zijn gelijk te stellen. Naar aanleidingvan dit wets ontwerp is de vraag gesteld of aan zoodanige vrQwillige verzekering, door de overheid aan te moedigen en door een staats-orgaan uit te oefenen, in ons land behoefte bestaat, gezien de breede vlucht onzer volks- en levensverze kering; gevraagd is ook en ook niet zonder grond of die uitoefening door een staats-orgaan de beste wQze van aanmoediging door de overheid zijn zal. Misschien zullen die vra gen ook wel in de af deelingen der Tweede Kamer worden gesteld, wanneer deze aan het onderzoek van deze aan gelegenheid is toegekomen.*) Er was eerst sprake van dat dit onderzoek en liefst de geheele behandeling nog vór het zomerreces zou plaats vinden, maar achteraf heeft men de zaak tot Sep tember laten rusten. In de M. v. T. drong de Regeering op spoed aan; zij wil graag deze regeling in werking laten treden op 3 December 1919, d. w. z. tegelijk met de Invaliditeitswet. En er is natuurlQk nog wel een en ander vooraf te doen, eer deze regeling kan worden uitgevoerd. Gezwegen nu van de organisatie der vrQwillige ouderdoMsverzekering voor de groepen van 35?65 en van 16?35 jaar, is sr boven dien de rente-uitkeering aan de 65-jarlgen en ouderen. De M. v. T. geeft hierom trent een enkel cijfer: zQ zegt dat naast de 110,000 per sonen, die op 't oogenbllk rentetrekkers zijn volgens de artt. 369 en 370 der Invalldi teitswet, er nog ongeveer 220,000 personen van 65 jaar en ouder zullen komen, die krachtens dit (nieuwe) wets ontwerp de rente h f 3. per week zullen verkrijgen. Nu ik toch aan cijfers toe ben, mag ik hier nog wel iets over de kosten aan toe voegen. Er zullen dus rond 330,000 lieden zQn, die de f 3.?weekrente ontvangen zullen. Van deze weekrenten bedraagt de zoogenaamde contante waarde" zoowat 318 millioen gulden, d.w.z. wanneer men thans dit be drag op tafel legde om daar van de uitkeeringen te doen en verder daarvan interest te kweeken, dan zou wis kundig gesproken dat bedrag met den gekweekten Interest juist opgeteerd zijn als de laatste der rente trekkers stierf. Doch aangezien men mo menteel geen 318 millioen beschikbaar heeft (en dit ook niet dadelijk in zijn geheel noodig heeft), zal het Rijk 30 jaar lang f 17,683000 daarvoor bestemmen... Het zijn toch bedragen om wel even bij stil te staan. NatuurlQk zal iedereen aan alle 65 jarigen, die niet meer dan f1200.?Inkomen hebben. UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJEt^l#é&ëï?n MiiiiiiiniiiiMiiiiiiniHiimiMimiHMuiiMuiuiiiiiiHtmmmi een weekrente van f 3.?gunnen. Maar het Is toch ook wel geoorloofd er zich even rekenschap van te geven, dat dit kost: 318 millioen in eens of als men de zaak in jaarlijksche termijnen wil afdoen meer dan 17^ millioen 3t jaar lang... Over den arbeid van .Arbeid" is nog meer dan dit te zeggen. Daar is nog de wijziging der Invallditeitswet en daar is het ontwerp Utrochtscho Schlotschuitonvoor AMSTERDAM, SIHGEL 273 TEL. l H T ER C. 5181 H. Dagolfjkscho Motordionst Amsterdam - UtrecM - Zotst - DB Bilt - Huls ter Heide Bosob on Duin - Rljsonburg - Drloborgon - Doorn on*. HIIIIIIIMIIIIllllMIMIllllllllllMlllirtlllllllt llllllllllllllllimillllllllHIllllllllllllllllllllEllilllllIIIIIIIIIII S 9 H aas, heer, boer, 9, 7, 5, 4 R 2 K boer, 10, 9, 5 G annonceerde twee harten, A twee schop pen, B kan G slecht steunen in harten; zfjn ruiten zijn echter mooi en hij annonceert drie ruiten, C past. Voor G is het een moeilQ k geval; in ruiten kan hQ niet steunen en hQ liet zich verleiden om tot 3 harten op te bieden. Hierdoor gaf hQ echter aan, dat hQ behalve zQn hartenkleur ook nog een vasten slag in een van de andere kleuren had. A biedt nu drie schoppen en B, die nu alle aanleiding heeft een krachtig spel bQ zijn partner te vermoeden biedt vier harten, C past, G past; A telt zijn slagen, hQ wordt wel niet gesteund door zQn partner, doch een singleton of renonce in harten is bQ zQn partner waarschijnlijk. HQ biedt vier schop pen. Nu is B weer aan de beurt. G heeft na begonnen te zijn met twee harten, zQn bod verhoogd; hij mag dus bQ G een vasten slag onderstellen in een an dere kleur dan harten; dat kan alleen zQn, hetzQ ruitenaas of wel een klaveren kleur met heer vrouw aan het hoofd. Zelf heeft hij vrouw derde in de schoppen. Die aas en heer van die kleur kan hij onderstellen bQ A, die in die kleur alleen aan bod is geweest. In schoppen houdt hQ met zijn vrouw derde dus voldoende tegen. Heeft zfln partner rultenaas dan mag hQ rekenen op tien trekken in belde spelen samen; heeft deze heer vrouw met enkele lagere kaarten van klaveren, dan heeft hQ toch ook een goede kans. De harten van G zijn in alle gevallen goed. B besluit daarom om vier sansatout aan te kondigen, liever dan vijf harten, want het is zeer aan twijfel onder hevig, of G die, met den steun van zfln spel, zal kunnen halen. Wanneer wQ het spel spelen, waarbij C zal uitkomen met schoppen - de annonce van zQn partner dan zien wQ, dat niet tegenstaande het gunstig zitten van ruitenaas, B het spel moet verliezen. Had G wer kelijk de vaste trek in ruiten of schoppen gehad, dan was de annonce van vier sans atout gewonnen. Volgens mijne gedachtengang had G moeten passen, A had dan zeker ook drie schoppen aangekondigd; Indien B dan ge past had, dan was ervoor G nog aanleiding geweest desnoods tot vier harten op te bieden. ZQn bod van vier harten moet dan ongetwijfeld beschouwd worden als een geforceerd bod en zijn partner zou daarmede zeker rekening hebben gehouden, als A tot over- schoppen had opgeboden. B zou dan zeker niet in sansatout zQn overgegaan. Om tot vijf harten op te bieden, was te gewaagd eu B zou hebben gepast, wellicht het bod van vier schoppen hebben gedoubleerd. Ook voor A zou er aanleiding ge weest zQn in plaats van tot vier schoppen op te bieden, om de vier harten van G te doubleeren. Het zQn beide vrije doublures, want n met vier harten n met vier schoppen is de manche gewonnen. Wat A zal doen hangt af hoe hQ de spellen beoordeelt. De tegenpartij heeft harten en ruiten geboden. De harten zullen ongetwij feld goed zfln. De rultenannonce van B kan wQzen op sterke ruiten, maar het kan ook een waarschuwing van B aan G geweest zijn, dat hQ G niet kan steunen in harten en dan zou het jammer zfln om niet de kans te wagen om de manche te winnen. Wellicht zullen er spelers zijn, die liever passen op de hartenannonce van G dou bleeren en het aan den partner C willen overlaten eventueel op te bieden tot vier schoppen, maar er bestaat weinig reden, om te onderstellen dat C veel kracht in zijn spel heeft en de kans is dan groot, dat C ook past. Indien wQ onderstellen dat A tot vier IlllMIIIMlIIIIIIIIIIIlllllllllMllllllllIllllllllllMlllllIIMIIIIIIIlllllllHllllllllill |*| l S S H L. RN C H E ClCP\RETTES , MiiiimiiiininiiiiiiimmiiiiiiiiimiiiiiiimiimmiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiii Werkeloosheidverzekering-noodwet 1919" (een mooi woord voor een prijsraadsel of een charade!) Doch de maat der kroniek is weer vol. Misschien een volgend maal daarover.Vooral die werkloosheidverzekerlng is heel belangwekkend. SMISS A ERT *) Blijkens het V. V. oordeelden ver scheidene kamerleden dat aan de vrijwillige ouderdomsverzekering van staatswege (voor personen van 16-35 jaar) bQ ons geen be hoefte bestaat en dat er van de zaak wel niet veel zou terechtkomen. schoppen heeft opgeboden. komt daarna B weer aan bod. In zijn spel is de vrouw derde van schoppen een vrQ zekere slag, ook klaverenaas en wellicht een ruitenslag, terwijl hij bQ G een krachtige harten kan verwachten. In zijn geval zou ik zeker doubleeren. zooals ie reeds zeide is het een vrije doublure. Voor ik eindig moet ik nog een vergis sing herstellen in het artikel van 5 Juli. Door een mij onbekende oorzaak zfjn een paar regels onder het door mij opgegeven bridge probleem uitgevallen; er werd sansatout gespeeld en G moest uitkomen en vier trek ken maken. Het spel was als volgt verdeeld: S8 H vrouw 7 R 9 K 10 B S aas H 10. 9. 6 R 8 o __ H Raas, 7 K vrouw, 9, 6 S H boer R boer 5 K aas, 8 De oplossing is de volgende: G komt uit met ruiten 5, die door C met den aas wordt genomen. G moet ruiten naspelen, die G met den boer neemt. G ver volgt met klaveren aas. Wat A nu ook weg gooit, zQn de volgende twee slagen voor B. Indien C de eerste slag laat loopen, is B dus aan trek met ruiten 9. HQ speelt schoppen na, waarop G harten boer weg werpt. A speelt daarna harten, die door B wordt genomen. G houdt de kleur, waarvan C een kaart ecarteert en maakt de laatste twee slagen. BRIDQER

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl