De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 2 augustus pagina 8

2 augustus 1919 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

8 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 2 Aug, '19. No. 2197 -'.!.'. d i.'t 'i l l l JongensTbehulpzaam bij het opzetten van het kamp. HET VACANTIEKAMP VAN VOLKSWEERBAARHEID (17 Juli-8 Augustus) Doel: Jong Nederland meer levensgereed te maken. Wanneer de liefhebber van natuurschoon op een wandeling Vanuit het weinig mo derne Harderwijk in de schitterende omge ving plotseling stuit op een wachtpost be staande uit met stokken zwaar gewapende jongens, die even zoovele verschillende wijzen van zich kleeden demonstreeren als het aantal koppen groot is, ziet hfl tegelij kertijd een vlag uitwaaien boven de toppen der boomen voor hem en hier en daar het wit van tentzeil doorschemeren tusschen struiken en stammen, maar de eerste in druk is toch zeker niet die van de nabijheid van de woonplaats van een 250tal menschen. Inderdaad het jongenskamp bij Harderwijk ligt in een vredig oord, leuk weggeschoten met als gevolg een maximale bewegings vrijheid voor de bewoners. En wel is dit gelukkig n voor de jongens n voor de conventie-typen uit Harderwijk want hoe spoedig zou de heerlijke jolige vrijheidstoon der eersten in botsing komen met de vastgewortelde begrippen over welvoeglijkheid en deftigheid der laatsten. Maar staken we het uiten van dwalende inleidende gedachten. Wij moeten vertellen van het vacantiekamp van Volksweerbaarheid, van het kampleven, van de jongens en de leiders. De jongens komen er om hun body gezonder, steviger te maken, om hun overleg tot en uitvoering van practisch werk te vermeerderen. De leiders om paedagoschèvoorlichting te geven, maar ook om : jongens tot hun kornuiten te maken, om mee te leven in een jeugdroes. Volksweerbaarheid is wat de kampen aan gaat in de goede richting aan het werk. Z| laat, grootendeels op instignatie van den hoofdleider alles achterwege wat voor de orde en vrede in het kamp niet strikt nood zakelijk is dus wordt er geen soldaatje gespeeld en leert toch de jongens inzien dat zij vormen n groot huishouden zoo wel in als bulten het kamp. Samen uit, samen thuis, Alvorens tot de eigenlijke beschrijving van het kamp en het leven daarin over te gaan, een enkel woord over de voorbereiding, die van enkele mannen zooveel werklust en ijver vordert. Want de administratieve voor bereiding voor het kampeeren van een 250 personen is geen kleinigheid. Daar zQn circulaires op te stellen en te doen brengen in handen van jongens boven 15 jaar, wier ouders in staat zijn het kampgeld in dezen tfld overigens laag genoeg n.l. f 24.?voor 16 dagen te bekostigen, in hoofdzaak dus H.B.S.ers, leerlingen van M. U L. O. scholen enz. Daar zijn aanmtldfotmulieren te verstrekken, opgaven te registreren, leverantievoorwaarden te bedingen kortom daar valt alles te bedisselen teneinde een kwart-duizend man te herbergen en te voeden OVERHEID EN TOONEELKUNST Vooruitloopend op het rapport, dat de Rijkscommissie voor de Dramatische kunst, volgens mededeeling in de pers binnenkort zal publiceeren, lijkt het mij niet ondoel matig in het kort op den deplorabelen toe stand van het tooneel in Nederland te wijzen. Elders zei en schreef ik reeds :?wrj hebben in ons land geen tooneelkunst maar alleen toonetlbedrjjf." Ik herinner hier aan het sterkere woord van Heyermans: tooneelindustrie! Er wordt herhaaldelijk en met schoon vertoon van oprecht-vertrouwen en oprechtwillen gesproken en geschreven over de kunst-van-het-tooneel... als of daarvan bij n gezelschap sprake was. Ik wensch deze bewering niet met voor beelden te versterken, niet te tornen aan wat hier en daar is gedaan, de sporadische poging om het tooneelbedrijf tot een kunst uiting op te heffen niet ontkennen, maar de bekende zomer-zwaluw bUft nog altijd een zelvig rondfladderen tusschen de veelsoortig gepluimde tooneelvertooningen in ons land. Wat immers is de eenvoudige werkelQkheid? De exploitatie van een tooneelgezelschap; artisten, decor, costuum, schouwburg, re clame, stukken, administratie, enz. kost X duizend gulden. Dat bedrag moet dus uit de vertooningen gehaald worden, of het tekort op eenigerlei andere wijze gevonden worden. De ervaring nu leert, dat de tooneelveitooningen gemiddeld niet de kosten dek ken en slecht Y duizend gulden opbrengen, dus moet het Z-tekort worden in doublure (of trlplure) voorstellingen, bijdragen van kunstzinnigen of subsidies. Het gevolg is, dat de .pest van het tooneel" (P. Lapldoth) het doubleeren, de zuiverst mogelijke ver tooningen uitschakelt, waardoor twee of drie minderwaardige, immers niet zoo zui ver mogelijke, vertooningen ontstaan, wat in zich zelf weer het verderfelijke van niet zoo-nauw-nemen heeft en oorzaak is van gedurende een drietal weken. Behalve de zestien kampdagen worden n.l. nog vier dagen voorkamp voor het opzetten en t wee dagen nakamp tot afbraak gehouden. In deze schets zullen verder geen namen van personen voorkomen, alleen moeten worden vermeld dat de geheele voorberei ding berust bij den heer W. Speerstra Hzn. tevens hoofdleider en den heer J. Denqs, een even enthausiast als onvermoeid helper, in het kamp tevens administrateur en organisateur van den weerberichtdienst.dit laatste bestaande in het kloppen tegen het barome terglas en het waarnemen van voor of ach teruitgaande beweging van den wijzer. Gedurende de vier voorkamp-dagen wordt er door leiders en jongens gezwoegd, ge sjouwd, bij gebleken fouten opnieuw be gonnen, haringen worden geplant, scheerIQnen bevestigd, tentpalen opgezet, totdat alle 70 tenten door het Rijk in gebruik gegeven op de juiste plaats zQn opgesteld. De kampinrlchtlng volge uit onderstaande schets: koks wordt gekookt en 'dat in de cantine allerlei waren als chocolade, cigaretten, koek etc. zijn te verkrijgen. En nu het kampleven l Een eerste om wan deling in het kamp wijst al dadelijk op een hoogen graad van realisme en materialisme in de jongens. Immers de tentopschriften De kuchnood", Te min brood te veel water", De veldkonQntjes", In de emigrant", Maflust", wijzen op zucht naar eten en slapen. Andere zijn gekozen in verband met toevallige omstandigheden. K-k-k-katjangs" wijst op de aanwezigheid van Indische jongens, de Engelenbak en het Leeuwenhol op jongens Engel en Leeuwen genaamd. Het hoogtepunt van den jongenshumor wordt bereikt in de straat waar Ajax" huist. Ajax" is een aspirant van de voetbalvereeniging van dien naam over wien wrj straks nader spreken zullen. Zijn makkers hebben een afgekloven been aan een paal gehangen en op een bord geschreven Hongerlaan". Het interieur der tenten is overal hetzelfde. De koffers der jongens vormen een muurtje waarachter stroobossen en dekens liggen. Aan den tentpaal hangen jassen, capes en andere kleedingstukken. De daglndeeling brengt mee dat om half zeven de reveille wordt geblazen, om half acht ontbijt, twaalf uur koffiedrinken, half zes eten, tien uur taptoe. Dan komt de wacht in actie, waarbij lederen nacht 16 jongens, in groepen van vier elkaar om het uur aflos send, betrokken zijn. De tusschenruimten overdag worden gevuld bij goed weer met fietstochten, zwemmen in de Zuiderzee en bij slecht weer met athletiek, loopen, sprin gen, discuswerpen en kegelsstooten, gym nastiek, voetbal, korfbal, cricket en ZOG voort. Er wordt buitengewoon ijverig deelgenomen aan alle spelen en oefeningen. Op elk mo ment van den dag zal men de jongens aan het werk zien en vooral de balspelen oefe nen hunne aantrekkel|ke werking uit. Com plete stedenwedstrfjden worden georgani seerd. BQ voetbal bleek Haarlem van dit jaar het sterkst vertegenwoordigd, de boven gemelde katjangs steunden hierbij geducht. Geen wonder dat de jongens bij het voortdurend sportbeweeg alle onnoodige tjfr l i^trU v: N? i.n.in. nr x x ir TH. X Hierbij is nog opgemerkt dat in elke tentstraat een sectie jongens (36) Is inge deeld onder een leider, dat door een viertal kleed g als uit den booze beschouwen. De meesten loopen dan ook den geheelen dag in sportcostuum rond. De jersey's en shirts VACANTIE Teekening voor de Amsterdammer" van George van Raemdonck van tal van sportverenigingen zijn hier aanwezig, vandaar een bonte schakeering van kleuren, een afwisseling in dracht als zelden gevonden wordt. Daar wordt verzamelen geblazen voor het zwemmen. De fietsen worden uit de tenten gehaald, de secties stellen zich op, de stoet zet zich na enkele momenten in beweging. Een lange bonte rij vormen die 150 jongens, (de wandelaars komen wat achteraan), twee aan twee rijdend op het stalen ros De badinrichting van het kamp aan de Zuiderzee bestaat uit een wel waar de jongens zich ontkleeden, een klein plankier en verder is de zee aan het woord. Velen van de hollende, rennende, plassende, proestende, vechtende spelenden en tezamen een helsch lawaai makende jongens zouden wel willen dat de Zuiderzee ter plaatse wat natter of dieper was, wat minder modder had aangesllbd tevens, maar een ieder ver maakt zich toch enorm en lekker opgefrischt wordt de terugtocht ondernomen. Na zoo'n spartelpartrj en evenzoo na een fietstocht of spelperiode zijn de magen ge spitst op opname van voedsel. Gelukkig gaat de etensbel om halfzes en uit alle tenten naderen de hongerigen, gewapend met bord, lepel en vork. Ze komen de eetzaal binnen, zetten zich aan tafel, trappelen, schreeuwen, praten, rinkelen met de borden totdat de leider van den dag het teeken geeft voor het aanbrengen der schalen. Enorme hoe veelheden worden uit de keuken naar binnen gereikt, de leiders brengen rond en de jon gens werken reusachtig. Aan de voorste tafel in het midden zit Ajax." Unaniem is het oordeel dat Ajax eetkamploen is. Euphemistisch uitgedrukt, de jongen lust wel Iets." Dit bestaat uit zijn eigen portie, waarlijk niet weinig, verHet geheele kamp gereed voor den tocht * Hoofdleider Het kamp In aanbouw gereis en getrek, gejaag en ongewoonte met al de kunst-ontbindende gevolgen daarvan eenerzrjds, afhankelijkheid, snobisme, cen suur en wat er verder aan vast zit anderzijds. En omdat de geldelijke waardeering van de kunst-van-het-tooneel door het publiek en door de exploitanten van het publiek zoo ongelooflijk gering is dat het dagbudget niet door een vertooning gedekt kan worden, moet aan de begrooting van elke nieuwe vertooning de nauwgezette overweging vooraf gaan: kan de kas dat lijden ? De kunstenaar-tooneellelder, begeerlg de scheppings gedachte die de lezing van een nieuw werk in hem heeft opgeroepen te verwerkelijken, moet zijn enthousiasme met geweld temperen binnen de grenzen van de kas-omstandigheden. Zoolang in dezen kunst-moordenden toe stand geen radicale verandering komt, zullen w^ blijven laboreeren aan de tooneel-industrie, die straks den kunstenaar van de kunst zal hebben vervreemd als de groot-industrie den DRINKT TERWEE5 ZAANDAM iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii piiiiiiii UMI ii ambachtsman van het ambacht vervreemd heeft. Intusschen hooren wij door de besten van het volk verklaren, dat het tooneel is de belangrijkste factor in de volksopvoeding, dat geen kunst zoo grooten invloed op de moreele vorming van het volk heeft, dat het volk zijn diepste sentimenten in zijn zuiverst religieuse gevoelens alleen op het tooneel weersoiegeld ziet, enz. En deze Inzichten worden gedeeld door Rijks- en Gemeente-overheden. Het staat onaantastbaar: het tooneel Is in zfjn wezen een cultuurfactor krachtiger dan welke andere ook, m»ar even onaantasfbaar is het, dat geen enkele factor meer verontachtzaamd is. De vraag is nu maar: hoe zal het tooneel naar zijn eisch gediend, hoe zal het tooneel van het bedrijf bevrijd worden ? Zonder nu in overhelds bemoeiïng het arkanum voor de ziekte van het tooneel te zoeken, meen ik toch, dat daadwerkelQke inmenging van de Rflks- en Gemeentelijke overheden, in de zelfde mate als ten op zichte van de overige cultuur-factoren, die gezamelijk het geestelijk bezit van het volk uitmaken, zeer zeker van een zegenende invloed zou zijn. Deze overheden dienen daadwerkelijk te gaan toonen, dat zij inzien, dat ook tooneelkust beoefent en tot de begeerigen gebracht moet worden zonder ge dachten aan exploitatie, zooals In de klas sieke oudheid waarnaar zoo graag ver wezen wordt als het te pas komt het geval is geweest. Elke gemeente van eenige beteekenis i voteere zoodanige bijdragen, dat het een eigen tooneelgezelschap kan bekostigen, dat naast de gewone voor behoorlijke prijzen toegankelijke vertooningen, regelmatig min stens eens per week een volks-voorstelling en voorloopig tweemaal in de maand een schoolvoorstelling geef f, welke voorstellingen zouden kunnen aansluiten op de cursussen van de Volksuniversiteit en het schoolonderwfjs. Tevens zorgt de Gemeente dan voor een behoorlijke schouwburg. De stedelflke gezelschappen zullen het te veel" aan tooneelspelers, dat nu de hoofdsteden belaagt, tot zich trekken en de hoedanigheid van repertoire, plus de te bieden economische voorwaarden zullen het gehalte van deze gezelschappen bepalen. Het moordende reizen zal tot een aange name afwisseling kunnen worden en de mogelijkheid van rustige voorbereiding is geschapen. De gemeenten, die zich de luxe van een eigen gezelschap niet kunnen permitteeren, zouden zich, naar Duitsch voor beeld, onderling kunnen verbinden om ge zamenlijk een toneelgezelschap te bekostigen dat dan uitsluitend in deze twee of drie plaatsen zijn voorstellingen zou geven. Zoo als het Rijk bijdraagt in de kosten van ver schillende andere gemeentelijke aangelegen heden, zou het ook een deel der kosten van het gemeentelijke tooneel hebben te dragen, zoodat het begin van de Staats bemoeiing in deze systematisch ten bate van het geheele volk zou komen. illlllllllllllllllflli'llllllllllllllllllllliililllill nitil (iiiiiiiiiiimi ftA ft fW DEN MAAG KAL/UA WARMOND HOUTBOUW KANTOOR: FPEDEPIKHENDQIKLAAN 85 BUREAU ARCHITE.CT:PARKSTRAAT 87 LEVERT DE/VERLANGD IN ZEERKORTEN TUD ALLE HOUTCON/TRUCTIE/ AL/ -" PADVINDER/HUIZEN "" KENNEL/ FABRIEK/BOUW KIO/KEN-WINKEL/ C ATALOGU/OP AANVRAAG meerderd met alle resten in de schalen der aangrenzende tafels en van de borden zijner kampmakkers, alles tezamen ongetwijfeld nog eenige volle porties vertegenwoordigend. Geen wonder dat de tent-straat waar Ajax woont versierd werd met bovenvermeld onaesthetlsch afgekloven been en het epi theton ornans Hongerlaan". We verdenken overigens den ouden Hpmerischen held Ajax, die meewerkte aan Troje's val, van onrustige doorgebrachte uren in zijn grafheuvel bij het eventueel vernemen van het gebruiken van zijn naam bij een zoo puur materialis tische geschiedenis. Ongetwijfeld zou er nog veel te memoreeren zijn uit het kampleven der jongens, we meenen echter dit te kunnen overlaten aan de fantasie van den lezer en beëindi gen dit geschrift na een enkel woord over de leidersbent. Ook hier ontbreekt het niet aan humor en genoeglijkheid. In de etenstent is kun stig aangebracht een electrische schel. Langs den tentpaal loopt de geleiddraad. De gast wordt beleefd verzocht den bediende te bellen bfj gebleken behoefte aan aanvulling van een der schalen. De argelooze biedt naarstig zijn diensten, drukt op den scheiknop en de heftig slingerende klepel van de op buiten de tent hanger,de bel bewijst dat een der in het komplot zijnde gastheeren op het goede moment aan het touw, dat zijn been met de bel verbindt, heeft gerukt. De vreugde is overal als het kamp zelve, naïef, vroolfjk en frisch. H. W. VLIEGEN Iilllllliiiililllllllllllltl H. STINIS Haarlem - Kruisweg 23 TELEFOON 15O6 EXPORT IN TABAKSARTIKELEN NAAR DE GEALLIEERDE STATEN Op deze wijze zouden in ons land zeker Stedelijke gezelschappen kunnen bestaan in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht, Haarlem, 's Hertogenbosch, Maastricht, Arn hem, Zwolle en Groningen. Zonder eenig bezwaar zouden deze gezel schappen nu en dan in de omliggende gemeenten voorstellingen kunnen geven, terwijl er voor de eventueel niet stedelijke gezelschappen nog een ruim arbeidsveld zou overblijven, waar zij de concurrentie van de beter gesitueerde gezelschappen niet te vreezen zouden hebben, gelijk nu wel het geval is. Het bezwaar blijft natuurlijk voor de in woners van zoo kleine plaatsen, dat nog aan het gezamelrjk bekostigen van een tooneelgezelschap, noch aan het bouwen van een schouwburg gedacht kan worden. Zij zullen niet meer, als nu, in inferieure gelegenheden onze eerste artisten kunnen bewonderen. Maar... worden de bewoners van dtze plaatsen wél in de gelegenheid gesteld tentoonstellingen te organiseeren, leeszalen te openen, universiteiten testichten? En, ik heb het voorbeeld meer gebruikt, trekt men met de Nachtwacht" naar deze plaatsen ? Wie van deze wondere openbaring der schilderkunst wil genieten moet naar Amsterdam komen en wie dat niet kan zal zich van dat genot dienen te spenen, zooals hij zich zal hebben te spenen van de open baringen der tooneelkunst. Ook de tooneelkunst zal niet langer in dienstbaarheid tot haar onderdanen moeten gaan, als heerscheresse wachte zij de komst van wie begeerlg zijn naar haar zegeningen. Het tooneel te verlossen en te verheffen van rommelige reistroep tot cultuurinstituut, van exploitatiemiddel tot kunstinstelling zal de groote taak zijn van de Rijkscommissie voor de Dramatische kunst. Komt deze Commissie niet tot deze conclusie... dan is haar opdracht nutteloos en haar werk noodeloos geweest, dan zal zij blijk geven niet voor haar taak competent te zijn geweest. JOHAN BRANDENBURGJr

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl