De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 9 augustus pagina 7

9 augustus 1919 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

9 Aug. '19. - No. 2198 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Zending nieuwe OAKLANDS gearriveerd. MOTOR voorzien van MAGNEET. - PROEFWAGEN disponibel. .inga GE. NEFKENS Filiaal AMSTERDAM Jaeob Obrechtstraat 26. - Telefoon Z. 2507 IIIIIIMIIIIIIIMIHlIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlllIltitlllliiiiiiii Nieawe Duitsche Boeken Die Erhebung." Jihrbuch für reue Dichtung und Wertung. Henusgegeben vonALFREDWOLFENSTEiN.Berlin, S. Fl&cher. V< rlag 1919. Eenige jaren vór het uitbreken van den oorlog heeft zich in sommige landen van Europa een geheel nieuwe kunstrichting ontwikkeld, die men Expressionisme" pleegt te noemen. Men begon In de schilderkunst naar nieuwe mogelijkheden van uitdrukking te zoeken, die als futurisme en cubisme" bekend zijn en wier voortbrengselen den «normalen" toeschouwer hebben ontsteld en verward. M>-n zag hier een kunst, die zoo geheel anders was dan de tradilioneele, die volstrekt had gebroken met de sinds eeuwen bekende stijlvormen. De gemiddelde toeschouwer wendde zich al spoedig met grenzenlooze verbazing af van deze zinlooze gedrochteiqkheden. Maar de theoretici der nieuwe kunst" trachtten den leek" met zwaarwichtige betoogen te overtuigen dat, men deze nieuwe kunst" onrecht aandeed, door haar zinneloos en onverstaanbaar te noemen, want, zoo zeiden zij, drze kunst wil de innerlijke bewogenheid des kunste naars onmiddellijk in kleuren en lijnen uit drukken. Zfl i* de directe expressie der emotie, niet de afbeelding eener voorstelling. In hoeverre dit nu noi iets met het gang bare begrip van kunst uitstaande heeft, was dezen aesthetici natuurlijk onverschillig en zoo hebben wij in de laatste jaren ei-n kunst" zien ontstaan, die m-1 de oorspronkelijke feitelijk alleen maar den naam gemeen had. Ook in Duit&chland hè'f t zich, zooals bekend, dit «xprrssionisme'' geopenbaard en riet alleen in de schlldetkunst, maar ook in de letterkunde. Het bovengenoemde boek nu kan een mani fest van het expressionisme" genoemd worden. lllllliiiiniillllliiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiimiiiiilmimui >" ^^fcs^v BroNfe DE TYPISTE Tooneelspel in l bedrijf *) door D. HANS Personen: Menheer, Mevrouw, De Typiste. Een elegant ingericht privé-kantoor. Uit de zaal gezien links het schrijfbureau van mijnheer, met stoel. Ter zijde van het bureau een klein tafel j:, ook met stoel bestemd voor de typiste wanneer zij de brieven die mijnheer opgeeft stenografeert. Rechts op het tooneel een wat grootere tafel, eveneens met stoel: de plaats van de typiste. Op de tafel een schrijfmachine. Op den achtergrond een deur. Bfj het opgaan van het scherm zitten mijnheer en de typiste beiden op hun plaats. Het is middag. Mijnheer zit te schrijven, de typiste tikt een brief. Hij is een jonge, krachtige man van onge veer 35jiar: zij een aardige verschijning van ruim 20. Zij werken even door. EERSTE TOONEEL Mijnheer De Typiste Menheer Juffrouw! Typiste Ja mijnheer. (Zij staat op en nadert met een blnc note in de hand; gaat zitten aan het tafeltje naast zyi bureau). Mfl n heer Voor de fi ma van den Heuvel, juffrouw. (Zij sch ijft) .Wij berichten U de ontvangst van uw geëerde van 16 dezer. In antwoord daarop deelen wij u mede.. (Hij wacht even, hijkt haar aannoudend aan tei wijl zij sch' ijft'.. dat wij u* order kunr en Uitvoeren tegen f 14075 per 100 stuks, mits de bestelling, di fiiitief voor d'n len der volgende in ons bezit komt . (Hij staat op en wandelt heen en weer, kijkt aanhoudend naar haar). Wij kum en.." (Hy wacht weer. Blijft stil staan. Kijkt haar aun. Zij ziet op en ontmoet zijn blik, slaat haar oogen weer neer). Typiste Wij kunnen.." Mijnheer Bent u gisteravond nog naar de comedie geweest, juffrouw? Typiste O Ja, mijnheer, met m'n zuster en d'r man. Prachtig was het. Ik kreeg er soms tranen van in m'n oogen. M ij n h e e r O. dat krijgen jonge mrisjes dikwijls, van geluk. En het genot dat u gisteravond hadt, was toch ook geluk, niet waar? U huilde, maar u genoot, van de kunst. Typiste E genlflk wel mijnheer, maar ik zag het verdriet van EHne Verre M ij n h e e r Een tooneelfi iuur, juffrouw. Het mcces was een boek van dertig j<ar geleden. In het leven zijn er geen Ellne Verr's meer. De moderne jonge dames te'rissen, roeien, fietsen, maar te gronde gaan aan een ziele-k waal is antiek g' worden. En vondt u het geval niet v. rschikkelijk *) Aile rechten van dit stul<je, dat door de directie van het Hofstad-tooneel is aan genomen, worden voorbehouden. Ongetwijfeld is dit werk een belangwekkend document onzer hedendaagsche geestes gesteldheid. WQ zien hier hoe eenige jonge lieden met groote energie en moed zich willen bevrijden van alle traditie en schoolschheid, de .historische belasting" en ge bondenheid te boven trachten te komen; hoe zij een geheel nieuwe geestelijke wereld willen ontdekken en een geestelijke revolutie voorbereiden, wier ware beteekenis pas door de geschiedenis kan worden bepaald. Maar zeker lijkt het mij ook, dat hun daden heel wat minder te beteekenen hebben dan hun theoritën. Bijna zonder uitzonderingen zijn de in dit boek ? gepubliceerde verzen en prozastukken van zeer geringe waarde en beteekenis. Het is veelal een geheel zinne loos en hulpeloos extatisch gestamel, een pogen om volstrekt nieuwe beelden en ge dachten te suggereer en, dat meestal geheel faalt. Als voorbeeld haal ik eerst een der m. i. beste gedichten aan van Kurt Heyntcke: Ich einsam Schreitender lm grossen Heere Die Wunder rings sind von der Nacht zerschlagen, Die Felder weinen mlt zerpeitschtem Angesicht und betend stampft der Tod aus den verbrannten Tagen. In mlr Ist unermesslich lichtlos Leere.... Dahin geworfen in das Schicksal lieg ich auf zerwünlter Erde, der Himmel fallt auf mich mit rlesenhafter Schwere und alle Stunden haben trauernde Geharde. Niemals wird meine S eleaufstehn aus den durchlebten Toden. Hernach wlrd Lachen ber Graber gehn Ich werde nutten in den F euden stehn mit irren Augen. Und alle Freude wird ja'h ein Geschoss duichschwirren.. Ich einsam Schreitender im grossen Heere Mein naher Bruder, fremd ist mir dein Angesicht. Du ferner Gott Weshalb erschossest du das Licht ? Maar de aanhef van het volgende grdlcht van Al'red Wolfenstein Iflkt mij geheel onverstaanbaar. Aus Enge schwebend ium Balkon hinaus Sein schwacher Tropfen hangt mtt mir am Haus Auf schwanken Wolken strahUn welss wie Degen Die Augen dunkler Geister mir entgegen. Illlllllllllllltlllllll NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP MotordienstvanTetenburg DAGELIJKSCHE MOTORDIENST IELFT UTRECHT LEID»DEN HUM HurtMtdufij. ItrielittchimrZI. Frijilufcl. VICt- VCftSA iiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiioiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii overdreven? Die EHne was een hoogst abnormaal meisje, juffrouw, een zieke. En er loopen meer zieken rond, al schelen ze niet alle hetzelfde. Zij had het geluk kunnen grijpen, als zij gezond was geweest . . Bent u gelukkig, juff ouw Arnie? Typiste ( Verward en zachtjes) Waarom vraagt u dat, mijnheer? Als ik zeg ja of neen zult u mij toch niet begrijpen. Wat voor den een geluk is, is hrt niet voorden ander. Ik ben tevreden mijnheer. Ik let f rustig met moeder en m'n broers en (zachter) ik heb een prettige betrekking, waar ik m'n eigen brood verdien. Mijnheer U bent tevreden. Zoo zoo. U bent tevreden. (Plotseling) Tevredenheid is geen geluk, juffrouw. Het is ten minste niet het chte geluk. Want anders zou on tevredenheid geen geluk zijn, en dat is heusch, heusch niet waar, juffrouw. Tevre denheid is iets kalms, iets voldaans, het is iets gewoons en banaal», maar geluk, dat is, dat is iets dat je opjaagt, een storm, een brand, een jubel. Tevredenheid, juffrouw, is als een kabbelend beekje, maar geluk, dat is een bergstroom, een waterval. Te vredenheid dat is iets dat je zachtjes klttelt, m»ar geluk, dat is een vlam die je schroeit. En ontevreden menschen, juffrouw, kunnen diep en diep gelukkig zijn . . u moet niet te gauw tevreden zijn. Want dat is dikwijls . . de dood voor het ware peluk. Tevredenheid is een levensspreuk, juffrouw. Een blaadje van een scheurkalender. Maar geluk is een levenswil, een stuk strijd, een passie.. Typiste Bent u bezig te probeeren, m ij n heer*, om mij te doen twijfelen aan wat ik als geluk voel..? M ij n h e e r (getroffen) : O neen. Dat wil ik heelemaal niet. IK liet me een oogen blikje gaan, omdat ik het vreemd vond dat een jong meisje als u in uw tevredenheid met een rustig leven en met een aangename betrekking uw geluk vindt. Typiste (starend): Misschien is het ook niet zoo . . Soms verlang ik ook wel eens . . naar iets anders. M ij n h e e r Ziet u wel, ziet u wel? (pauze) Mag ik u eens., iets vragen? U zit nu een jaar hier bfl me. U doet uw best . . ik heb nooit te klagen g«-had en we hebben samrn wel eens vertrouwelijk gesproken.. M>ar u bent altijd zoo rustig, zoo kalm, zoo ge lijkmatig, u bent altijd dezelfde. Ik zie u komen 's morgens en ik zie u gaan.'s middags. U bent., hfusch.. wat u daarnet zei lijkt me juist. U bent een beeld van tevredenheid, juffrouw . . En ik heb dikwijls gedacht: waarom is rij toch niet . . neemt u me niet kwalijk . . ge . . engageerd . . Dat zou mis schien . . Bent u boos dat ik het vraag . , ? Typiste (stil): O neen, mijkheer. Ik vertrouw u zoo . . en . . ik voel zooveel dank baarheid voor u . . M ij n h e e r Weer zoo'n mooi gevoel. Dankbaarheid. U is een toonbeeld van een mcnsch. Tevredenheid en dankbaarheid. Enfin gelukkig dat u niet boos bent . . zirt u, wat u mij EU daar straks zei U bent met uw zuster en uw zwager naar de komedie geweest . . waarom. . Typiste (snel)., gaat ze niet met iemand anders, bedoelt u? (pauze) Kijk u eens.. ik heb nog nooit van iemand gehouden.. nog nooit. . M ij n h e e r .. (even stil). . En iemand . . van u . . ? Typiste (zachtjes) Dat . , wel. . M ij n h e e r Dat dacht ik al. . Typiste (verbaasd) U dacht. .? M ij n h e e r (haar aanziend) Een jong meisje zoo aardig als u . . dat spreekt toch van zelf. D05TER5EEK MEUBILEERINQEN O, aufgewölbt Ins dunkle Niederwölben Die E'de weicht, Trompetenmund des gelben: Mondes geilt und taumelnde Erde ha igt AmRandderWelt, aus S;ernen welt verdraagt." Wij zien hier e«n geheel ongewone beeld spraak, te zamen met zeer ongebru kelijke subjectieve woordvormingen en associaties, die waarschijnlijk alleen voer den dichter zinvol zijn. Het belangrijkste in dit jaarboek lijken mij de theoretische verhand-lingen van Af ix Picard, Otto Flake, Kart Hilkr, Qustav Landauer en Kart Pmtus. Zij geven gezamenlijk een vrq volledige uiteenzetting van de nieuwe kunstleer, die ook wel Aktivismus" genoemd wordt. Deze jor ge menschen zijn de merst vol strekte tegi-nsta^ders van het naturalisme en impressionisme; zij vetachten de stelling l'art pour l'art." De kunst" zeggen zo, moet in de eerste pla<ts waarden scheppen." En wel waarden van ethischen aard. Hun gemeenschappelijke leuze is Umsetzung der Kunst in Werte." Deze nieuwe kunst is anli-romantisch, zij droomt niet in vage verten, zij smacht niet naar het onvervulbare, zij verheerlijkt niet het verleden, maar de molerne kunstenaar handelt en verwerkelijkt. Hij is niet meer patrlotisch en chauvinis'isch gezind, maar hij is p<c fht. Hii zo kt overal het mensen-o lijke.''^ verkondigt de universeeie broeder schap en verheerlijkt de gemeenschap in den geest." Hij haat het snobistisch aesthrtlcisme, en wil ook geen bespiegelend quietisme, maar zoekt de volle werkelijk heid en bemint het felle leven in alle vor men en ges allen. Dit zQn eenige der beginselen, die in de verschillende opstellen worden uitgesproken. Men zal nu hebben af te wachten if d<"ze nieuwe kunst levensvatbaarheid bezit. Tot nu toe geeft zi] nog niet meer dan pogingen en dlepzirriiee beweringen. Zullen deze meer dan holle frazen blijken te zijn dan zal zfl in de eerste plaats belangwekkende werken OP DE E. L. T. A. Teekenlng voor ,.ae Amsterdammer" van George van Raemdonck Fokker duikelt" miimiiniiiimmiiiiiiiimiiiiiiii iiiiimimiiiiMMiiiiiimmmniimiiiiiminiimiMiiinmiiiiiiiitiiiiiii Typiste (verward) Ojh, mijnherr. Maar waarom ..? M ij n h e e r (zedelijkhnd) En u hebt hem afgewezen? En dan durf. u nog tevreden te zijn? (ironisch). Weet u wat u doen moet? U moet een hondje koop^n, zoa'n klein, vet hondje, zoo'n tonnetj?, zuo'n honde-biggetjr, en die doet u een roze strik om zn hals, en daar gaat u mee wandelen. Aan dat snoezebeest geeft u.. Uw liffde, juffrouw. Dat is net zoo iets voor zulke tevrtden menschen. Maar., eerlijk., het zou zonde van u zijn en zonde van den man, die u., niet krijgt. Typiste (nerveus) U spot er mee, mijnheer., (heftig, plotseling). Maar u hadt het over het geluk, als een vlam, welnu, ik wil.. als de litfJe in m'n leven komt.. die zien en voelen als een vlam. Als iets groots, als iets gewf Idlgs. Dan zal ik er alles voor over hebben, alles, en het zal me niet kunnen schelen wai ik er voor moet doen, al moest ik de ruele wereld trolseeren. (hij kijkt verrast op). M ij n h e e r Z' .udt u dat werkelijk ? Typiste (hartstochtelijk) Dat zou Ik. Ik zou de menschen lachend in de oogen zien, wat ik ook deed.. als ik van iemand hield. Mijnheer Juffrouw, zó., zó., be wonder ik u. Nu valt u mij mee. Het tevre den meisje heeft., een ziel, heeft zelfs.. moed.. Nu lijkt u een vulkaantje. Typiste Maar ik trouw niet, uit ge woonte. Ik trouw niet om gcb <rgen te zijn. Ik zal, als het moet, met mijn liefde tegen den storm Ingaan, dag en nacht, maar dan moet ik ook voelen dat het een liefde is die heel mijn leven beheerscht.. Mijnheer (verrast) Wat ben ik blij... dat ik u zózie en dat ik u zóhoor.. Ik heb altijd vriendschap en genegenheid voor u gevoeld, maar nu .. Typiste (snel, verward) Och, ik ben nu o 'k te ver gegaan, mijnheer. Mijnheer (zacht) Ik vond het heerlijk zoo. Typiste Neemt u me maar niet kwalijk. Maar ik voelde dat u, in m'n tevredenheid een zekere onbeduidendheid en gevoelloos heid zocht. Nu weet u het. Ik getf m'n leventje van tegenwoordig, een goed t'huis, m'n eigen brood in een prettige betrekking, niet prijs voor Iets waaraan ik zelf twijfel. Ik wil het i fferen .. zoodra het geen i.ff«r meer is, zoodra (zachtjes) het groote geluk ook mij heeft aangeraakt. Zoolarg dat niet gebeurd is, geloof ik dat ik ook wel tevreden l zal bleven. Al zijn er soms dagen, die me een beetje grauw lijken .. War»t tusschenbeiden hoop ik ook wel eens., op wat anders.. Maar ik heb niet te klagen, mijnheer, en dat is veel waird.. En misschien, mis schien komt er dan ook voor mij wel eens een hooger geluk, dan m'n tevredenheid. Ik ben nog jong. M ij n h e e r (zacht) En mooi.. Annie l Typiste (verward, kijkt op haar aonteekentngfn): Wij kunnen"., wit verder | mijnheer?., (pauze) Ik ben nu misschien j ! te vertrouwelijk geweest.. Ma<r u vroeg j er mfl nsar.. Gian we nu voort..? | (Hij antwomdt niet. Rlljjt dicht bij haar staan, in tweestrijd S ilte) Typiste (onrustig) Toe, mijnheer, de briif voor de firma van den Heuvel. Wq kunnen.." Mijnheer U zei daar straks dat u een prettige betrekking had, juffrouw. Bedoelt u, dat u het hier., hier., in deze kamer.. prettig vindt? i Typiste (geschrokken) Och mijnheer, ' (kijkt onwillekeurig naar zijn bureau, houdt \ . den blik er op gericht. j j Mijnheer Waar kijkt u naar? j hebben voort te brengen. Tol dusverre heeft deze kunstrichting, in zooverre zij in dit boek tot uiting komt, voor ons slechts de waarde eener curiositeit. HERMAN WOLF Typiste Naar het portret van uw oudste. M Q n h e e r (heftig) Waarom zegt u dat.. nu? (zachter): Had dat een bedoeling. Typiste (ontroerd): O neen, o neen. Het kwam van zelf. 't Was net.. of ze me aankeek. M ij n h e e r: Keek ze... aan ? Typiste: Ik weet het niet. Eigenlijk keek ik naar haar. Ze is een lief kind, mijn heer, en ik houd veel van haar. Als ik wel eens stukken of brieven bij U thuis bracht, vloog ze me altijd in de gang tegemoet, of bracht me weg tot den hoek van de straat. En eergisteren toen ik jarig was, is ze 's middags hier gekomen, u was juist even beneden, en toen heeft ze me een doos bonbons gebracht, de schat, heerlijk vond ik het, heerlijk, en ik ben er dien heelen dag blij mee geweest. Ziet u menheer, in zoo'n oogenblik, voel Ik toch ook nog iets meer dan tevredenheid Zoo iets, dat geeft aan mijn betrekking hier iets prettigs. Toen was ik tevreden., en gelukkig... even Mijnheer: Ziet u nu, ziet u nu wel, dat er nog een ander soort geluk is dan tevredenheid ? (met nadruk) Maar wist U wel... hoe Eily te weten is gekomen ... dat u jarig was ? Typiste: (ontdaan) Ik had... ik had niet over dat cadeautje moeten spreken, tegen u... Mijnheer: (heftiger) Ik had haar gezegd (loopt heen en weer). Ik wilde... dat zfl caar u toe zou gaan. En ze wou zelf ook graag. Typiste: (smartelijk) Ik had natuurlijk wel vermoed dat u haar m'n verjaardag had verklapt, maar ik heb daar verder heelemaal... niet over nagedacht, ik vond het zoo heelemaal onschuldig, maar het was een fout van me om daar net over te spre ken bij dit gesprek. Toe, Mijnheer, de brief. Wij kunnen... M i] n h e e r En die doos bonbons .. ? Typiste (kijkt, zeer verschrikt hem aan) Die doos, was, van., (stilte). Mijnheer Scheelt u iets? Typiste Nu hebt u mfl verdrietig ge maakt, mijnheer.. Dat die doos niet van haar was., maar., maar. . dat vind ik heel jammer, dat doet me verdriet. M Q n h e e r (geheimzinnig) Maar weet u wel, dat smart soms de hoogste vorm van geluk kan zijn ? En voelt u zich heusch toch niet een beetje gelukkig, nu u weft, dat ik baar gezegd heb die doos te koopen voor u? Kijkt u toch niet zoo voordurend naar dat portret, juffrouw, (draait de ;oto eenlgszins ruw om.) Zie zoo, nu kijkt ze u niet meer aan. Typiste Maar wf l.. u ! M ij n h e e r (boos) Nu bent u niet aardig. Neen, nu bent u niet aardig. Is het zoo verschrikkelijk, dat ik u een klein genoegen heb wi,K-n doen ? Is het ern misdaad ge weest om u een kleine attentie te bewijzen? U zit hier al zoo lang., ik ben heusch veel.. veel genegenheid voor u .. gaan voelen. Is het nu zoo erg ? Ik had het In stilte gedaan en u was er ook dol mee. Het is nu toevallig uitgekomen, u hadt me zelf gezegd dat u jarig was.. Typiste Zonder eeuige bedoeling M ij n h e e r Precies, zonder bedoeling, toen heb ik El gezegd: de juffrouw van 't kantoor is jarig, "n zou je 't nu niet leuk vinden om., en voor ik had uitgesproken had ze al geroepen van ja, en toen hebben we die doos g«kocht. Is dat., uw verdriet? Typsste (sr/0 Ik had die genegenheid van het kind'voor mij zoo heerlijk gevonden. Mijnheer Het blijft toch genegenheid, van haar en van mij ? Dat is toch eigenlijk nog heerlijker..? Enfin als u het mij zoo kwalijk neemt.. Typiste O neen .. l Mij n heer Neen ! Ziet u wel..Goddank.. Tyoiste Ik wil u niet onaangenaam zijn. U hebt het misschien goed bedoeld en dat vind ik aardig. M ij n h e e r Dus u bent er blij om ? Typiste (zachtjes) Neen, dat toch ook weer niet.. Ik weet niet., het is., of ik het niet goed mag vinden. Ik weet het zelf niet.. Mijnheer Annie! Typiste (smartelijk) Zeg dat nu niet mijnheer! Dat vind ik verkeerd. Mijnheer En u hebt hier zoo'n pret tige betrekking..! Zij wil ijlings, tegen den onderkant van het tafeltje kloppen Hij ziet het, en een beweging van hem houdt ha >r tegen. M ij n h e e r Wat gaat u doen ? Typiste Aftcloppen. M ij n h eer Af kloppen, v. ut ? Typiste U zei op zoo'n bijzonderen toon, dat Ik hier een prettige betrekking heb. Dat is waar. Maar ik wou het afkloppen, vooral op dit oogenblik, want.. M ij n h e e r (schaterend) Malligheid juf frouw, malligheid. Afkloppen l Nu vak u mij weer tegrn Typiste (ernstig) Toe mijnheer, spot er riet mee, alst-u blieft. Dit moet u niet doen. Ik geloof er aan, cht. M ij n h e e r (met nadruk) U gelooft er aan? Waarlijk? Aan die bakvischjes-aardigheid ? U gelooft aan bijgeloof? Typiste (hartstochtelijk) Het is heele maal geen bijgeloof, mijnhter. Het is een stille natuurkracht die wij niet begrijpen, maar daarom is het geen bijgeloof. Spiri tisme heet ook van vele menschen bijgtloof, maar voor anderen is het heilige ernst. U moet niet sp>tten met iets., dat u niet begrijpt, mflnherr. Doe het niet l U moet niet alleen gelooven in datgene wat u zien tunt. M'n bro' rs spotten er ook mee (ernstig) Eergisteren nog, toen moe zei dat er van het theeservies, dat ze op haar koperen bruiloft gekregen had, nog niets gebroken was, wilde ik het ook afkloppen, maar toen hebben de jongens m'n hand vastgehouden. En toen.. M Q n h e e r (in bedwongen vrooljjkheid) En toen ? Typiste Gisteren brak het suikerpolje. M rj n h e e r En wie brak het ? Typiste Ik. Menheer O! Typiste (boos) U wilt toch niet zeggen, mijnheer, dat ik.. M ij n h e e r (zacht} Ik zeg niets, juffrouw.. Ik vind u heusch. lief in die plechtige ernst, om een gril (tikt haar tegen de wang). Nu bent u precies een mal klein meisje voor mq .. (Zij kijkt boos). En ik herhaal: U hebt hier een prettige betrekking, voor goed. Hier, bij mij. Voor goed. Typiste (wil snel tegen de tafel kloppen) Mij' heer.. (Hij grijpt haar handen en houdt die vast. Ze zien elkander recht in de oogen.) Mijnheer Juff ouw Annie l Typiste (smartelijk) Toe, mijnheer, laat u mij los. M ij n h e e r Ik zal doen als uw broers, juffrouw. Ik zal uw handen vasthouden tot u mfl belooft niet te zullen afkloppen. Typiste (staat op) Neen, neen, dat beloof ik u niet. Laat u het mij doer, mijn heer, alst j". blieft. Liat mij los. Derk u.. om de suikerpot. (Hij houdt haar vast. Zonder dat zij het merken gaat de deur open).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl