Historisch Archief 1877-1940
. 3199
Zaterdag 16 Angnstns
A°, 1M.9
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ONDER REDACTIE VAN Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en H. SALOMONSON
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
t Prijs per No. f 0.20. Per 3 mnd. f2.50. Abonn. loopen per jaar | | Redactie en Administratie; Keizersgracht 333, Amsterdam | | Advertentiën omslag f 0.40 p. regel, binnenpag. f 0.50 p. regel
Men wordt beleefd verzocht
adresveranderingen zoo vroeg moge
lijk op te geren en zoowel het oude
als het niouwo adres te vermelden.
Adresveranderingen welke ons na
Donderdag bereiken, kunnen niet
meer voor het eerstvolgend nummer
behandeld worden.
INHOUD t Bladc. 1: De Erfopvolging der
Dictatoren, door y. H. Bnitenl. Overzicht:
Mensohen en Generaals,III,door dr. W. G. O. Byvanok.
Het Internationale Yakvereenigingsoongres te Am
sterdam, door J. Ondegeest. 2: Wat is Demo
cratie?, door B. Tntein Nolthenln». Ernst
Haeokel f. Krekelzang, door J. H. Speenhofi.
3: Staatsexamen, door dr. J. A. Sehröeder.
5: Voor Vronwen (red. Elis. H. Bogge) Een
bfleenkomet van leden van den Intern ationolen Vrou
wenraad (I. O. W.) te Londen, II, door E. O. v.
Dorp. Vliegen! l, door Emmy. Kleeding van
de Maand. De Vrouw op het Arnhemsohe
Middenstands Congres, door J. N. J. de Booy. Uit
d« Natuur: Op de Eilanden, I, door Jao P. ThflBse.
7: M. Leonoavallo f. door H. J. den Hertog.
Bpreekzaal: De Winkelier, Verhoogde Posttarief.door
8.?Een Tantalus-Kwelling,teekening van Qeorge v.
Baemdonok. Feuilleton: Fragmenten: Mail, door
Bartholomems Dikke. 8: Een Vredeskaait, door
prof. H. Bingmans. Een Vleugje Haagsche Wind:
Een 20-jarig Jubileum, door Ari. Batavia'sobe
Dagboekbladen, door mr. H. Q. Koster. Op den
Eeon. Uitkijk: Thans protectie?, door jhr. mr. H.
Bmiisaeit. Boekbespreking, door dr. J. Prin
sen J.Lzn. 10: Nienwe belastingen, door Sam.
Trip, met teekeningen van B. van Vlijmen Jr.
Boeketje Scfietiek, door Gerh. von D.
Leekenspiegel. Uit het Kladschrift van Jantje.
Eugelsche" Bureauoratie, door ad j. commies-titulair.
11: Honarchistische neigingen in Hongarije,
teekening van Joh. Braakensiek. Onze Poëzie.
Damrnbriek, red. K. O. de Jonge.
Bijvoegsel: Andrew Oarnegie f, teekening van
Job. Braakensiek.
DE ERFOPVOLGING
DER
DICTATUREN
Nog altijd dreigt min of meer, althans
in theorie, wat men de dictatuur heet
van het proletariaat, maar wat in waar
heid de dictatuur der Onsamenhangend
heid is. Het is die eigenaardige vorm
van samenleving, waarin allen het moeten
te zeggen hebben en dus niemand wat
te zeggen heeft, waarin ieder doen kan
wat hij wil en niemand meer wat doen
wil, waarin niemand leiding houden kan
en dus allen ten slotte de lijdende
partij zijn.
Deze dictatuur van het proletariaat
is een fantastisch woord voor een maat
schappij van ordeloosheid en van wis
pelturigheid, van onverantwoordelijkheid
en avontuurlijke invallen.
Alleen dan wanneer de menschheid
leiders weet te aanvaarden en te volgen,
die zij daarom nog wel zelve gekozen
hebben kan, wanneer zij zich bij de
onomstootelijke waarheid nederlegt dat
leiders er zijn om teugels in handen te
MENSCHEN EN GENERAALS
III
JOFFRH
Wfj hebben de generaals gehad en wQ
hebben de menschen gehad, nu moeten wij
de generaals hebben als menschen.
Een militair bevelhebber in een democra
tie, dat is altijd een van de groote
vraagen waagstukken der politiek geweest. Hier
berust het volstrekte gezag op het woord van
een enkele, daar geeft de meerderheid van
een volk of van zijn vertegenwoordigers de
beslissing. Jaurès, kort voor zijn dood, heeft
de logische tegenspraak der idee van den
veldheer en der idee van een volksregeering
in een gevleugeld woord uitgedrukt. .Over
wonnen," klaagde hij bij het dreigen van
den o«rlog, overwonnen, verliezen wij
Frankrijk, overwinnaars, de vrijheid."
In den overwinnenden generaal zag hij
den aanstaanden Napoleo».
De democratie in Frankrijk had wel vooruit
haar maatregelen getroffen.
Toen in 1911 de regeering een nieuwen
vice-president van den Oppersten Krijgsraad
moest kiezen, den generaal aan wien in
oorlogstijd het opperbevel over de legers
der republiek toekwam, kon zi] haar taak
waarlijk niet licht opvatten. 1911 is het jaar
van Agadir, een oorlog behoorde tot de
mogelijkheden; men moest tegelijkertijd zich
voorzien van een goed militair, van een
bekwaam chef van den generalen staf en
van een beproefd burger, die zich niet zou
laten vangen door den llchtglans van de
generaals uniform.
houden en dat er leiding moet zijn om
niet te verzinken in de moerassen welke
den smallen weg van den vooruitgang
flankeeren, alleen dan kan de maat
schappij een maatschappij blijven. An
ders wordt zij een hansworsterij.
Wij zijn het niet altijd gewoon ge
weest, dat zoo het hoogelied van de
orde, de maatschappelijke tucht en de
verantwoordelijke leiding te zingen viel.
Alles hangt af van den tijd en de om
standigheden. Er zijn jaren geweest,
waarin de orde juist tot overdrijving
neigde en de vrijheid in 't gedrang te
raken scheen.
Doch thans zijn de huiken verhangen.
De vrijheid slaat in alle hoeken van de
wereld tot loszinnigheid over. De heilige
Ordnung" wordt uitgelachen.
*.*
Niet overal zoo consequent als in 't
bolsjewistische Rusland en onder
deszelfs elders gevestigde filialen, wordt
die dictatuur van het proletariaat door
gevoerd. Maar in de een of andere ge
daante dringt de dictatuur van de onsa
menhangendheid toch overal naar den
voorgrond. Om een zieken aardappel
breekt in 't geordendste land der wereld
een werkstaking uit. In een hoezeer ook
verarmde samenleving is vacantie toch
de voornaamste leuze. Regeeringen moe
ten zich in alle bochten wringen om
een schijn van gehoorzaamheid te vin
den. Overal spreekt men van vergaderen,
van stemmen, van ieders recht van mee
beslissen. Maar ook de minderheid legt
zich niet langer bij de meerderheid neer,
en de meerderheid doet reeds of het zoo
hoort. Gelijkheid van stemmen is de leus.
Zoo zeker als tweemaal twee vier is,
zal deze dictatuur, wanneer er niets
tusschenbeide komt, in haar tegendeel
moeten omslaan. Achter Rousseau en
Robespierre staat Napoleon. Achter
Liebknecht, Noske. Achter Lenin, Koltschak,
enz. Telkens wanneer in de wereld de
loszinnigheid een eind te ver omhoog
gestegen is, is zij ten slotte door een
Ijzeren hand weer omlaag gehaald. Daar
van weten Rome en Athene te verhalen,
zoo goed als de wereld van latere eeuwen.
't Is of de menschheid het nooit ge
looft, totdat zij het ziet. En wannér
zij het ziet, is zij niet eens meer onge
lukkig onder de reddende tyrannie,
want dan streelt zij de reactie, die haar
als 't ware bij den kraag vat wanneer
zij reeds een eind den afgrond
afgesukkeld is en de bodem haar geheel
begeeft.
Zóis nu eenmaal de erfopvolging
der dictaturen. Een onvermijdelijk voor
uitzicht ...
... tenzij er, zeiden wij, een ander
iets tusschenbeide komt.
Eén heerscher namelijk is er, die
den Dictator der Onsamenhangendheid
onttronen kan en toch nog dien van de
Ijzeren Hand den weg afsnijdt, mits hij
maar tijdig voldoenden aanhang vindt.
Dit is de Dictatuur van de Gematigde
Macht.
***
Het is waarlijk noodig, dat in de
wereld meer de noodzakelijkheid van
macht en beslissing erkend wordt.
De intellectueelen zullen daarin voor
iimiiiiiiimiiiuiiiimiiniiiimiiiiiiiii
Joffre.die tot het rustige.intellectueele wapen
van de genie behoorde, scheen aan alle
eischen te voldoen. Zijn voorkomen teekende
den tevreden" man met een kalm vermogen
om zijn wil door te zetten. Men had hem
maar aan te zien om te begrijpen, dat zijn
geest niet gemakkelijk uit het gelid was te
brengen. Geen stoute sprongen van het genie
waren van hem te verwachten, maar ook
geen daden van onbezonnenheid. Een ver
leden van plichtsbetrachting en van nauw
lettende zorg was een waarborg dat het
leger onder zijn bestuur niet achteruit zou
gaan.
Met de politiek bemoeide hQ zich niet
meer en ook niet minder dan een burger
in een republiek verondersteld wordt zich
haar aan te trekken. Meer dan vijf jaren
actieven dienst had hij nog voor zich eer
hij den reglementalren leeftijd van vQf en
zestig zou hebben bereikt. Alles kwam dus
bijeen om de keuze op Joffre te doen vestigen,
,1e père Joffre", gelijk de troepen hem tijdens
den oorlog hebben genoemd, en die naam
van vader" geeft wel goed weer de
phisionomie van den man, met zijn autoriteit
zonder ophef.
Toch wel degelijk iemand, wien men niet
binnen de grenzen van zijn gebied moest
treden. HQ verstond dat niet, en wist heel
duidelijk te verstaan te geven, dat hQ op
zQn gezag van opperbevelhebber en van
alleen beschikker geen inbreuk duldde.
Om hem voor zich te zien, moet men
hem nemen zooals hQ zich toont den mor
gen van 3 Augustus 1914 na de oorlogs
verklaring, toen de generaals, aan wien de
bevelhebbersposten waren uitgedeeld, hem
hun opwachting kwamen maken.
Getrouw aan zQn afkeer van parlage"
begroette hQ hen met een eenvoudig: Goeden
dag, mijnheeren. Een van de/generaalswilde
de gelegenheid waarnemen om er op te wQzen
dat in den Elzas waarschijnlijk een grootere
ontplooiing van troepen zou noodig zijn,
maar Joffre vergenoegde zich met enkel
moeten gaan. Juist ook de
gedachtengang der intellectueelen heeft in de
laatste tientallen van jaren het besef
van 't nut der beslissende macht onder
mijnd. In genoegelijk gedachtenspel heb
ben zij de argumenten voor de harde
en scheeve werkelijkheid opgestapeld.
't Was alsof het vrije spel der
meenin§en alles in gang houden kon. De
moerne levensbeschouwing heeft met 't
begrip van zedelijk gezag gegoocheld,
het weggedoezeld, nagenoeg. Het begrip
van orde was tot een belachelijke prui
kerij verklaard. In den staat leidde het uit
gebreide kiesrecht regelrecht de
machtsversplintering in. Op zichzelf zou het
dit niet behoeven te doen. Doch de
ontaarding van het parlementarisme en
de theorie van de evenredige vertegen
woordiging met haar partijverbrokkeling
hebben in de meest verschillende landen
de evenwichtbewarende macht doen ver
loren gaan, en zij zijn nog steeds bezig
dien arbeid uit te breiden. Ook in de
volksopvoeding heeft de uiteenrafeling
alom doorgewerkt. Van woorden en ge
dachten heeft men haar overvuld. Maar
van de erkenning van persoonlijkheden
en hunne macht scheen geen sprake
meer te zijn. En 't eindresultaat is ge
weest, dat in alle landen de leegte aan
zulke persoonlijkheden, in de jongere
generatie's wordt gevoeld.
In de internationale samenleving is
het 't zelfde, terwijl men daar tot een
chaos is gekomen die zijn weerga zoekt,
wordt nog aan verschillende zijden, onder
de kleine mogendheden het meest, tegen
elk overwicht der grooteren gefulmineerd.
Ook op dit terrein bepleit men telkens
nog den eisch der algemeene eenstemmig
heid, der volslagen gelijkgerechtigdheid
als 't hoogste goed. Alsof daarmede in
de statenfamilie ook niet meer het
liberum veto van den Poolschen land
dag en de volslagen machteloosheid tot
verbetering hoogtij vieren zou.3J
***
De stelselmatige individualiseering.de
loswerking van bindende banden was
zeer schoon en aannemelijk in een tijd
vak, waarin de maatschappij uit zichzelve,
door vrede, welvaart en rust een
natuurlijk stelsel van stevigheid bezat.
Doch dat is thans uit.
De waarheid is, dat in een tijd als
dien wij thans beleven niets in zijn
voegen kan worden gehouden, niets tot
genezing, tot welstand, tot ontwikkeling
komen kan, dan door overwicht, door
gematigde macht.
Dit geldt voor den mensch zoo goed
als voor riet gezin, voor het volk als
voor de algeheele menschengemeenschap.
Het is niet alleen een practische waar
heid. Het is ook een diep wijsgeerig
feit, waarvan ook de denkenden de
eerste propagandisten behooren te zijn,
zij, die zich te lang en te eenzijdig in
de richting der anarchie hadden gewiegd.
Overwicht moet gewenscht en aan
vaard worden, al dient er wat individueele
eigen-gerechtigheid voor prijsgegeven.
Wanneer eenmaal Holland niet onder
zeven gewesten der Unie het (hoezeer
misgunde!) overwicht had uitgeroepen,
ware van een Nederlandschen staat
nimmer iets tot stand gebracht.
Ook nu zal dit principe onder de
ItllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHIIIIIIIIII
kortweg op te merken: C'est votre plan,
ce n'est pas Ie mien."
De ander dacht dat hQ niet goed was be
grepen en richtte nog eens zQn opmerking
in als een vraag. Maar de opperbevelhebber
onbewogen, herhaalde eenvoudig zijn ant
woord: C'est votre plan, ce n'est pas Ie
mien". HQ trad niet in discussie op een
oogenblik dat hij discussie onnoodig vond.
Die onverstoorbare kalmte heeft den ge
neraal over de eerste moeilijke tflden heen
gebracht, toen de Fransche legers een heen
komen moesten zoeken ver achter de gren
zen. Hij wees hun de plaats aan, waar zQ
zich bij de rivieren hadden te verzamelen.
Voor hem was het geen nederlaag, maareen
uitstel van overwinning. Zijn dagorder aan
het leger van 6 September, in den klassieken
eenvoud van zijn termen, die spraken van
niet te wijken voor den vijand, won het
hart van Frankrijk. Daarop kwam de victorie
aan de Marne; zij maakte de taal van den
dagorder tot een levend schild voor het
vaderland.
Sindsdien had Joffre een positie die on
aantastbaar scheen. Veel was er inderdaad
in het geheele beleid van den oorlog waar
met recht aanmerking op kon worden ge
maakt : immers in zooveel opzichten waren
er door het onverwachte van den oorlog
geen voorzieningen getroffen, en hoeveel
diensten in het leger waren slecht georga
niseerd! Maar de regeering hoopte de stor
men die van den kant van Kamer van Af
gevaardigden en Senaat dreigden, zonder
al te groote schade te ontkomen, gedekt als
zQ was door den grooten naam van den
veldheer en door de censuur die de zaken
van het leger hield bulten den gezichteinder
van het publiek.
Toch heeft er, eigenlijk reeds sinds het
begin der krQgsverrichtingen, tenminste
van December 1914 af, een quaestie van
het leger en van Joffre in FrankrQk bestaan,
die haar invloed heeft doen gevoelen op
den loop der gedachten en der gebeurtenissen.
mogendheden moeten worden aanvaard.
Er behoeft nog geen overheersching of
overmacht mee te worden ingeluid. Doch
wanneer alle leiding zou worden afge
wezen, en wanneer er niet mogen zijn
die hun leiding durven geven, blijft het
in de statenwereld katjesspel.
De intelligente kleineren mogen tegen
dit pincipe zeker 't minst als tegen iets
onheiligs boudeeren.
In den boezem der natiën op zichzelve
behooren eveneens de beginselen van
gematigde macht te worden erkend. De
macht van het inzicht, van de kennis, van
de ervaring, van de traditie, van de leiding,
van de gezeggelijkheid. De wijsbegeerte
en het politieke stelsel die op
'toogenblik met 't individualisme, het volslagen
democratisme zouden blijven
coquetteeren, voeren de gedachten der menigte
op den noodlottigen weg.
Wat zij noodig heeft, en wat haar
alleen goed kan doen, in haar eigen
belang in de eerste plaats, is de sug
gestieve indruk van rust en overwicht,
van bewuste leiding die zich niet van
haar stuk brengen laat en te beheerschen
weet, niet alleen zichzelven, maar ook
anderen.
De politieke vormen van het
oogenblik maken 't voor de ruggegraatlooze
valsche profeten nog al te gemakkelijk
en verleidelijk, bij de meerderheid in 't
gevlei te zijn. Maar het rustige, besliste
woord en het onverzettelijke, bedaarde
gebaar van dengene die niet schroomt
't op overwicht te laten aankomen, zie
daar toch alleen wat haar nog voor den
Katzenjammer behoeden kan.
De genezing moet vooral komen van
de levensbeschouwing der denkenden,
en de levenswijsheid der vooraan
staanden. Op hen rust thans de plicht,
te maken dat de menschenwereld tot
zichzelve inkeeren kan, en weer door
drongen wordt van de noodzakelijkheid
van orde en overleg, van plichtsvervulling
en verantwoordelijkheid, van onderlinge
samenhoorigheid en van maatschappelijke
zoowel als van zedelijke tucht.
Het is gemakkelijk, op de menigte af
te geven en te zeggen dat zij op het
oogenblik haar hoofd kwijt is, dat
zij door bedriegelijke profeten wordt
misleid en met de knoet moest worden
geregeerd.
Maar men vergeet dat de
grondoorzaak van alles is: dat 't gevoel voor
zedelijk overwicht en de erkenning van
gematigde macht in den druk was ge
raakt. En dat men de eerbied daarvoor
eerst weer kan opwekken, wanneer het
voorbeeld er toe gegeven en de innerlijke
waarde er van metterdaad aangetoond
wordt.
Dit alles klinkt voor den spotvogel
misschien conservatief en reactionair.
Maar het is het niet. Het is integendeel
het eenige middel om nog vooruit te
komen en niet op de zandbanken vast
te loopen. De eenige stijgbeugel om niet
uit den zadel te slaan.
Het is het eenige gezag, dat tegen de
beide waarachtige geduchte pretendenten:
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Zoo moeilijk is het democratie en leger
samen te doen gaan.
Wil men vader Joffre en de grootheid en
de zwakheden van het menschelijk karakter
kennen, dan is het niet ongevallig, de con
flicten van personen en zaken na te gaan
in de jaren 1915 en '16 totdat de opper
bevelhebber op zachte wijze werd genoopt
zQn macht neer te leggen.
Was het niet heel natuurlijk, dat er dadelijk
in het leger oppositie tegen Joffre is ontstaan?
Men heeft hem nog de eer van het plan van
den slag aan de Marne, noch de kordaatheid
van de uitvoering gegund. Het verwijt Is hem
gedaan dat hij in de moeilijkeomstandigheden
van Augustus 1914 alleen vage aanwijzingen
heeft gegeven voor het terugtrekken der
troepen en het standhouden aan de andere
bevelhebbers heeft overgelaten. Aan den
rechtervleugel van het leger heeft generaal
Sarrail zich toegeschreven dat Verdun niet
werd overgelaten aan de Duitschers en op
den linkervleugel is het generaal Gallléni
geweest, die den definltiven slag meende
te hebben toegebracht door zijn bijeentrekken
van het leger van Parijs.
Joffre heeft de verdiensten van deze gene
raals die voor henzelf zoo duidelijk waren.
niet willen inzien. Hij heeft Sarrail bulten
dienst gesteld, en, na in zijn officieel verslag
Galliéni's werkzaamheid tot den kleinsten
maat te hebben herleid, heeft hij hem geen
taak willen opdragen die overeenkwam met
zijn naam en zijn rang als veldheer.
Of hQ gelijk heeft gehad, of hQ niet te
ver is gegaan in zijn elsch dat voor het
behoud van het gezag in het leger en
van de kracht van het leger zelf nood
zakelijk was: een volstrekt samengaan
met den opperbevelhebber, daarover is het
moeilijk te oordeelen. Hij hield niet van
parlage", hij heeft zich niet over verschil
lende omstandigheden willen verklaren.
In alle geval een machtige partij in de
vertegenwoordiging van het land was niet
tevreden. Generaal Sarrail bezat zijn viienden
de dictatuur van de Uiteenval en die van
de Onderdrukking beschermen kan.
Alles wat op 't oogenblik streeft om
dien helper, de heerschappij van de ge
matigde macht te steunen, de mogend
heden, de regeeringen, de voormannen,
de geestelijke richtingen, de
menschelijke gevoelens en de praktijk der staten
welke daarop aansturen, moet worden
gesteund.
Dan wordt ook de anarchie, om te
beginnen evenzeer de innerlijke anarchie,
de klakkelooze ikkerigheid, in 't groot en
in 't klein, onderdrukt. f
Of zou een Horatius ook van deze
onomstootelijke beschouwingen nog een
maal zeggen dat 't er mee gaat als met
den koopman dieweekmoedig het
beautus ille" zingt, de lof van het landleven
in een hutje, om ten leste maar weer
zijn kas na te tellen en de rente een
half procent op te slaan?
v. H.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiimiiiiimiiii
DE BETEEKENIS VAN HET
INTER
NATIONAAL
VAKVEREENIGINGS
CONGRES TE AMSTERDAM
dOOr J. OUDEGEEST
Voorziter van het Nederland&ch Verbond
van Vakvereenlgingen
De belangrijke en dikwijls heftige debat
ten, welke gedurende de achter ons liggende
dagen in het Concertgebouw te Amsterdam
hebben plaats gevonden tusschen de voor
naamste leiders van de vakbeweging uit
Europa en Amerika hebben de aandacht
getrokken in binnen- en buitenland en het
komt ons voor te zQn dienstig, ook hier een
enkel woord over de beteekenis van dit
congres te zeggen.
Vór den ooi log kwamen iedere 2 of 3
jaar de voorzitters en secretarissen der
nationale vakverbonden bijeen, om daar
van gedachten te wisselen omtrent organi
satorische en tactische vragen betreffende de
vakbeweging en de internationale banden
werden in hoofdzaak levendig gehouden door
de persoonlijke vriendschap, welke er door
deze conferenties tusschen de voornaamste
leiders was ontstaan, terwijl verder de uit
voering der genomen besluiten was opge
dragen aan den Duitscher C. Leglen, in zijn
kwaliteit van voorzitter van het Internatio
naal Vakverbond.
in het algemeen kan men zeggen, dat door
den oorlog deze vriendschapsbanden niet
verbroken zijn. Bij hooge uitzondering waren
er nog een of twee, die minder gaarne met
het bureau te Berlijn in connectie kwamen,
doch door de instelling van het tijdelijk
bureau te Amsterdam bleven de persoon
lijke relaties, voorzoover de post- en tele
graafdienst dit toelieten, in stand.
Nadat echter Amerika in den wereldoorlog
betrokken was, ontstond daar het voornemen
een nieuwe internationale
vakvereenlgingsorganisatie te stichten, die dan in hoofdzaak
de arbeiders in de geassocieerde landen zou
omvatten. Aangezien echter Frankrijk en
Engeland blijkbaar aan dit voornemen niet
wenschten mede te werken, kon het niet tot
uitvoering komen, waardoor een breuk tus
schen het machtige Amerika en Europa voor
de toekomst werd voorkomen.
Dit is wel een der allereerste resultaten
van het pas gehouden congres, dat er hoogst
waarschijnlijk in de toekomst een veel
onder de radicaal-socialisten, die een groot
aandeel hadden In de regeering, hij voor
zich kreeg als vergoeding een onafhankelijk
of bijna onafhankelijk commando op het
Balkanschiereiland met den titel chef de
l'armée d'Orient, en Gallléni die na het
hooren van Joffre's oordeel had verklaard :
Onder de orders van dien man kan ik niet
meer dienen. Wanneer men chef wil zijn,
moet men eerst in staat wezen rechtvaardig
te zijn." Qalliéni werd tegen het einde
van 1915 Minister van Oorlog.
. Joffre zag dit alles gelaten aan, hQ was
toch van plan zijn eigen weg te volgen.
Toen de minister-president hem polste over
Galliéni's benoemingen, zelde hQ : Gallléni ?
Ik heb onder hem gediend op Madagascar
en het goed met hem kunnen vinden. H|
heeft mij altoos beste nota's gegeven". De
vrienden echter van den minister dachten
nu de gelegenheid te hebben Joffre ten val
te brengen. ZQ spraken over hem als den
man wien de Republiek de positie had ge
geven van een genie, zonder dat hij een
genie was, als den generaal die steeds op
de oude wijze voortging met frontaanvallen
en die het Fransche leger door uitputting
tot verval bracht.
Maar Qalliéni, vór alles Franschman,
ging van een andere beschouwing uit. Hij
was het eens met den minister-president
dat de oorlog alleen tot een goed einde kon
worden gebracht, wanneer de geallieerde
legers onder n commando stonden, en er
nheid was van front. Wie nu was er die
een Europeeschen naam had als Joffre ? In
plaats van zijn stelling te verminderen,
moest men haar eerder vergrooten en be
ginnen hem opperbevelhebber over alle
Fransche legers te maken. Hij heeft dat ook
loyaal uitgevoerd, en voor de Kamer gaf
hQ hem alle eer.
Daar geschiedde in 't begin van 1916 de
Dultsche aanval op Verdun.
W. G. C. BYVANCK