De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 16 augustus pagina 8

16 augustus 1919 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 16 Aug. '19. - No. 2199 H. STINIS Haarlem - Kruisweg 23 TELEFOON 15O6 EXPORT IN TABAKSARTIKELEN NAAR DE GEALLIEERDE STATEN EEN VREDESKAART IndertQd hebben wQ melding gemaakt van de groote oorlogskaart, die de heer Battefeld het licht heeft doen zien. Die oorlogs kaart legde vast, wat duizenden toeschou wers van dag tot dag hadden zien worden, ontstaan en groeien voor de ramen van den bekenden sigarenwinkel van Hillen, hoek Weteringschans en VQzelgracht. Die oor logskaart, wier goede kwaliteiten wQ des tijds in het licht hebben gesteld, is natuurIQk reeds door de opvolgende gebeurtenissen weer achterhaald. Er was dus een nieuwe uitgave noodig; de gesloten vrede, die een einde maakte aan den oorlog, en tevens de toestanden consolideerde, was daartoe de welkome aanleiding. Zoo werd Battefelds oorlogskaart een groote vredeskaart van Europa en West-Azië, die een overzicht 'geeft van de belangrijke krQgsverrichtingen in de jaren 1914 tot 1918 en bovendien een beeld ontwerpt van Europa bQ het tot ?tand komen van den vrede. WQ hebben vroeger reeds op de nauw keurigheid en duidelQkheld van Battefeld's oorlogskaart gewezen. Dienzelfden lof kan men geven aan zQn vredeskaart, die elgenUk veel meer dan dat een oorlogskaart is. Want zQ geeft inderdaad het beeld van dezen vierjarigen oorlog p een wQte, die bet overzicht zeer vergemakkelijkt. De vorming van het groote westfront, waarom zoolang en zoo hevig is gestreden, kan men met de verschillende data op de kaart nagaan; de golving van den strijd om dat westfront, die eindigde met de volkomen terugdrijving van de Duitsche legers, kan men in bijzon derheden nalezen. DesgelQks kan men dat doen aan het groote oostfront en dat hier elgenlQk nog beter, omdat dat front zooveel bewegelQker was dan het westfront en ook zulke forsche veranderingen heeft onder gaan. Twee cartons zQn aan de groote kaart toegevoegd, een van de territoriale gesteld heid van Europa na den vrede van Versallles en een van de Duitsche koloniën. Als geheel een kaart om bQ de hand te hebben als men de geschiedenis van den grooten oorlog weer eens in bQ zonderheden wil nagaan. H. BRUGMANS Een Vleugje Haagsche Wind EEN 20-jARio JUBILEUM Het is eigenlQk dom om voor het vieren van een jubileum de jaren te tellen. Ook ten aanzien hiervan moet men het Qzer smeden, als het heet is. Noodeloos vijf jaar de jubellust van een enthousiast publiek in bedwang te houden, zou wreedaa'dig wezen. Men geeft een kind toch ook een boterham vooruit, wanneer het honger heeft, en het moet het etensuur afwachten. Daarom jubelt Willy Mullens Ie Roi des bloscopes" 29 Augustus ter gelegenheid van zQn 20jarlge loopbaan als bioscoopexploiteur. Dit jubileum is in onze dagbladen met lange artikelen aangekondigd. Want deze bioscoopkoning is in de resi dentie een buitengewoon belangrQk persoon. In de eerste plaats omdat hQ zoo uitnemend de goede smaak dient; en uit den chaos Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllll FELIX TIMMERMANS, Schemeringen van den Dood. P. N. van Kampen & Zoon, Amsterdam, z. j. Louis COUPERUS, De Verliefde Ezel, Rotterdam.NfJghenDltmar's itgeversMaatschappij, 1918. FRANS BASTIAANSE, Een Zomerdroom. Uitgevers-Maatschappij .De Zonne bloem", Apeldoorn, 1919. A. VAN COLLEM, Opstandige Liederen. C. J. A. van Dishoeck, Bussum, 1919. Luister l Is het niet of de sombere stem van Felth uit het graf u tegenklinkt: Ik bezoek dikwQls ons kerkhof. Bijzonder bQ avond. Ik vind er een vreemd genot in over de zoden te wandelen waar de dooden met een hofken van ernstige bloemen op hun lichaam en een manke krulsken boven hun hoofd, begraven liggen. Het is me dan of ik bet leven dier dooden onder mijn voeten voel trillen en zwellen en het door mijn beenen voel kruipen, het door mijn aders voel stQgen, mQn heele IQf doorzinderen en als nieuw bloed mQn hart verwarmen... Het genot de dooden te voelen t... Levend in den dood te leven!... mQ n te voelen ?et hen l... te zwemmen In het oneindige mysterie l..." On dolt juger les crits d'après leur date. Deze gemeenplaats kan het hier nog weer eens doen. Men mag nkt vergeten, dat dit boek eenige jaren vór Pallieter geschreven is, nadat de schrijver een toestand van iiitiiiiiiiiiiuimmiii DEN MAAG WARMOND PADOX HOUTBOUW . KANTOOfT.FREDERIMIENDRIMAAN 1 BUREAU ARCHITECT '.PAKKSTRAAT LEVERT DE/VERLANGD IN ZECR KORTEN TUD ALLE HOUTCONSTRUCTIE/ ALS LANDHUIZEN CLUBGEBOUWEN JACHTHUIZEN TENNI/HUI/JE/ CATALOGÜ/ OP AANVRAAG van moord en gruwel en sensatie en nonsens, die de film levert, steeds een behoorlijk intressant en toch boeiend repertoire weet te kiezen. In de tweede plaats omdat hQ steeds een hoogst belangrijke reeks actuali teiten weet te brengen, en de gebeurtenissen van den dag in den snelst mogelQken tijd voor het publiek projecteert. Doch om deze twee eigenschappen zou hij belangrijk kunnen zijn in elke plaats ter wereld. Maar in de derde plaats, en dat wordt als men hem beschouwt in ons Haagsch milieu, de eerste is hQ belangrQk omdat hij zulk een uitnemend psychiater is ten aanzien van het Haagsche publiek. Hij behaagt dat publiek, en weet er zich bemind bQ te maken, als een flirtende ten nisser bij de theeschenkende jonge meisjes. Hij flirt er mee. HQ laat zich aanbidden. HQ spreekt het hoofsch en vriendelijk toe, en causeert tijdens het draaien van lange films met schalksheid en snaaksheid. Hij is eenigszins geaffecteerd, wat w| Hagenaars zoo gaarne zien van een man, heeft coquette maniertjes met zijn armen, handen en de manchet in zQn linker mouw. HQ recipeert als het ware bQ de voorstelling, en weet half tot dankbaarheid te suggereeren voor het gebodene. HQ is een volmaakt gentleman-explicateur, met goede Haagsche hoe danigheden, zooals liefde voor het Huls van Orarje, en respect voor zQn bioscoop-graven en gravinnen, wier namen hij met een zekeren eerbied uitspreekt, als hQ ze u voorstelt. ZQn mentaliteit staat verre boven die van den liefhebber der->sensatiefilm, en een be schaafde zachte spot klinkt door zijn causerie, als er eens een keertje iets bloederigs of griezelig»in zijn repertoire voorkomt. HQ serveert een trilbeeld, zooals een bekwaam kok een eenvoudige schotel smakelijk weet voor te dienen. En zoo weet hQ alle voor oordeel tegen het goedkoope genot van bioscopen, dat vaak als een minderwaardig volksvermaak wordt beschouwt, weg te nemen, en de bezoekers te trekken uit alle rangen en standen, bezoekers die witgerokt en gedecolteerd naar de Residentiebioscoop gaan per auto; gezanten van vreemde mogendheden, Haagsche adel, hooge ambte naren, kortom, dat publiek, waarop we in onze stad zeer trotsch zQn. Hoofsch buigend treedt hij op het podium in avondtollet, wacht met den ernst van een Mengel berg achter zijn lessenaar, het oogenblik van stilte af, en kondigt dan vol eerbied aan: .Hoog geëerd publiek, de volgende pro jectie stelt u voor..." Hierop volgt een korte inleiding over de belangrijkheid van wat er op het doek zal verschijnen en vór het trilbeeld wordt ge projecteerd, besluit hQ: .Ik verzoek uwe gewaardeerde attentie." Zelfs geen predikant weet na de verkon diging van zijn tekst, waarover zQn preek zal handelen, zulk een aandacht op te wekken, als dezen koning van woord en trilbeeld, na zijn eenvoudige hoofsche inleiding. De zaal wordt daarop donker en de film draait. De muziek van de voorstrijker zingt zacht met suggestieve vioolklanken, die een muzikale interpretatie van het film drama zQn. En vriendelijk, niet onderwijzend, of expliceerend, noch doceerend of eigenwijs, maar als van den idealen opmerker, als een stem van het geboeide publiek zelf, als een critiek bijna, klinken dan de z.g. explicaties van Mullens, die in het duister met zijn hooggeëerd publiek schijnt voeling te willen houden, als gastheer, die zQn gasten niet verwaarloost. Op deze wQze maakt Mullens een bioscoop bezoek tot een beschaaf d.haast mondain genot. ledere goede Hagenaar meent elke bios coop te mogen verachten, maar Alberts Illllllllllllllllllllllllllllllll ziekelijke overprlkkeltng, van nijpende angst voor den dood had door gemaakt. Het schrijven van deze verhalen, waarvan sommige in de verte aan Poe of aan enkele van de Maupassant doen denken, moet voor hem een bevrijding zQn geweest, zooals de Werther een bevrijding voor Qoethe was, si parva licet componere magnis. Heel het luguber sentimenteele der 18e eeuw, de be angstigende visioenen van dood en eeuwig heid heeft de vader van Pallieter heel echt en intens in zQn eigen ziel doorleefd, zooals ieder mensen trouwens ze in de vage ril lingen zijner jeugd minder bewust meestal voelt trillen. Voor de kennis van zulk een zielestaat is dit boek bQ zonder interessant, maar Tim mermans miste, toen hQ dit schreef, toch nog de kracht om al wat daar ijlde en brandde in zijn hoofd en gemoed uit te teeken in vaste sublieme schoonheid. Wat als lugubere tragiek bedoeld is in het ver haal van De Keiver b.v. gaat door de lutnmelachtige onbenulligheid van den held, die in het huwelijk de zuivere kuischheid zoekt in ontwijding van de daad, over in het mal komische, al is er natuurlijk van het motief een prachtsding te maken. Het verhaal van den iQkbidder is nog het meest gaaf, maar ook het meest Poe-achtig. Het zuiverste stukje uit den bundel is De witte vaas, waar de verteller uit de woeling der wereld rustgezocht heeft in een eenzaam Trappisterklooster op de heide. Er was een zonderling naamloos gevoelen in mQ opgekomen, zoo'n onbewuste schrik voor iets dat ver van mij was en waar ik toch de tastbaarheid van vatte in mQ en alles rondom. Ik wilde het weg duwen, maar ik toog tegen mQ zelf, want dat ding zat in mQ lijk het bloed in mQn hart en 't begon zich uit te zetten, IQk de damp, die 's avonds uit de beetnden stQgt. Ik werd bang van hetgeen om mQ was. Ik voelde plots die eendlgheld van het land waarin de zoo mensch alleen verloren stond. De rosse, kale heide, slechts hier en daar met een wilde cypressenboom bevlekt, strekte zich eindeloos in de verte weg, heel, heel ver tot ze donker garsfQn afgesneden stond op de vale lucht" Dit is het begin van een en sentimenten uitbeelding volkomen zuivere pagina, die den knappen auteur van Pallieter aankondigt. Na den vreeselQken nacht zijner martelende obsessie, der gruwbare hautise van de schrik beelden zijner zieke ziel, stapt hQ den vol genden morgen in het stralende licht luid keels juichend over de helde. HQ was den dood ontsnapt. De groote beteekenis van dit boekje is dat het ons Pallieter volkomen doet begrij pen allicht, die is de uitbundige vreugde van den herleefde; hQ voelt zich ontwor steld aan de klauwen van den dood en omfrères te moeten vereeren, hoewel soms het zelfde programma gedeeltelijk te gelijkertijd of in zijn geheel een week later in een der andere bioscopen wordt vertoond. Er zfln duizende Hagenaars, die nooit een programma overslaan. Wllty Mullens heeft steeds volle zalen, of hij alleen de'Residentie biosceop exploiteert, of zooals in den zomer, ook nog de geweldige zaal van het Gebouw van Kunsten en Wetenschappen. BQ talrijke gelegenheden wordt hQ enthou siast toegejuicht, neemt hij bloemstukken en lauwerkransen in ontvangst. Steeds voelt men dat het bioscoop-publiek, vooral wan neer hQ des zomers voor de groote massa werkt, zfln rol des bloscopes" wel toejui chen, maar een werkelijke gelegenheid om uit te barsten in gloeiende vervoering is er nooit. Zou het dan ook geen wreedheid zijn, nu deze lieveling van het publiek juist twee bijzonder groote successen mocht boeken, de film De voortrekkers" en de opname van de vlucht Londen Amsterdam, en men zijn geestdrift met moeite zal kunnen in houden, het publiek nog vijf jaar te laten wachten op een gereede aanleiding om te jubelen? ARI iiiiiiiniiiiiiiiiimiiMiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiniiiii BATAVIA'SCHE DAGBOEKBLADEN Overpeinzingen van een wandelaar In Oud en Mtuw Batuvia III De Portugeesche kerk": zoo heet de oudste kerk In Batavia. 't Is een echt oud vadeilandsehe dorpskerk van bruin baksteen opgetrokken, ramen met kleine in lood ge vatte ruitjes; een ommuurd kerkhof omgeeft het gebouw. Vlak voor de deur ligt het graf van Hendrik Zwaardekroon. Ik zette mQ neer op de zerk en peinsde, uitstarend over het oude Batavia, dat ginds ligt onder palmkrulnen in een wolk van roet en smook. Hoe vreemd doet dit kerkje aan onder tro pisch hemelazuur, in het felle licht van de tropische zon. Naar dit bedehuls gingen onze voorouders-kolonisten op, in hun vaderlandsch- wereldsche, ontropische kleedQ om te dienen hun God. Hier werd, eens de dankdienst gehoud*n toen na gruwelijke marteling de samen zweerder Erberfeld was ter dood gebracht, dankdienst wijl het ontmenscht gebroed belust op Christenbloed" zijn gerechte aar dsche straf niet was ontgaan. Ik heb hier gedacht aan dien ouden com pagniestijd toen wreedheid, willekeur, heb zucht, kncvelarQ en toch, ongetwijfeld op rechte vroomheid samengingen. Wreedheid, willekeur cQn voorbij, maar ook de oude graniet-harde vroomheid is dood: de kerk Is des Zondags bijna ledig. Neen, zij waren niet onsympathiek die oude compagniesluyden, wier gebeente hier rust aan mQn voet, sterk, sensueel, moedig en vol naïeve godsvrucht, die kracht putte uit het boek Rlchteren en uit Jozua's strijd tegen de heideren die Kanaan bewoonden. Niet onsympathiek . . . retrospectief gezien; rut zou ons, twintigste eeuwers, ontmoetten wQ straks zulk een compagnie-man in levenMIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMHIIIIIIIIIMIIMIIIIIIIIIII J. A. HOETING Ho f ju weiier KOHIHGSPLEIH 11-13 Juweeleitf Paarlen, Goud' en Zilverwerk iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin kneld in jubelend juichende met zijn sterke levenskrachtige armen weer de moeder aarde, de boomen, Marleke, het heelal, alles, waarin hij de leutige levenssappen voelt brulzen. HfJ gilt uit zQn volle vreugde van te zijn. .Het motief steel ik ervoor uit Appulems Gouden Ezel" vertelt Couperus aan den Lezer." Dat is zoo. En mér misschien nog heeft hem door het hoofd gespeeld wat een ander van dit gestolen motief maakte, Shakespeare in zijn midsummernights dreatn. Maar daarom moet ge niet meenen, dat we hier niet met een boekje te doen hebben, dat geheel en volkomen Couperus is in zQn mooie oorspronkelijkheid. Voor zijn her schepping heeft hQ slechts zeer enkele mo tieven gebruikt uit de metamorphosen van den Platonischen phllosoof uit Madaura. In zijn kostelijk boekje leeft een luchtige speelsche overmoed, een vluchtige, fantastische ironie, die aan het zooveel stuggere oor spronkelijke werk vreemd zQn. En psychologie-loos, symboliek-loos? Och komt Ik meende, dat mQn ezelvorm lang genoeg mQ had omhuld, tot boete voor vele euveldaden van liefde; ik meende, dat het heilige tQdstip nu weer naderen zou, sinds ik trouw was gebleven aan mQn stralendste liefde, aan mijn heilige liefde voor Charis. Was ik ooit sedert ik ezel was, verliefd geworden op een andere vrouw of maagd? Was ik ooit op een ezelin verliefd geworden ? En in de zekerheid van mQn aanstaande belooning voor trouw en zuivere liefde, ging ik mede met de stoet tusschen de py lonen en langs de sfinxe." Was Cnarmides niet immer trouw ook aan de Ouden? .De heilige goden van Eleuris, wier gij vroom steeds waart in uw hart, gunden mij nlei te vroeg erbarmen" zegt hem de opperpriester, die hem en zijn Charis met den witten lotus de hoogste zaligheid der huwelQksmin biedt. Zoo wordt dit boekje een pleidooi voor de kuische, eerzame, godvruchtige liefde onder de hoede van het gezag. O goden van Eleuris l baden wQ in ons beider om helzing, GQ behoeddet Charis en Charmides en wij zullen ons in Eleuzis, o goden, doen wijden in uw heilig mysterie!" Zoo hetft de zwevende en fantastische Couperus met zQn verhaal de zedelijkheids medaille ver diend en de tropische lotgevallen van den ezel Charmides waren hem daarbij een ge zocht symboliek. Daar moest nu eens een Hollandsche tee kenaar mooie prentjes bij maken zooals Dulac en Rackham dat zouden kunnen, maar natuurlijk met eigen karakter. * . * De nacht is roereloos en bij den klaren luister Der sterren boven mQ, Zoek ik het samen zf n van eenzaamheid en duister Op de verlaten hei. den IQve, hij ons een ruwe plompe, dweepzieke kwant toeschijnen. De moderne ziel begrijpt ('ie 17de eeuwers niet meer: alleen in onze vlsschers, boeren en calvinistische dominees, ginds in Holland, leeft nog iets voort van dat oude stoere ras. En nu dit oude stugge kerkje met zijn graf van Zwaardekroon (zwaard en kroon prijken op den steen) dit immer leege en haast vergeten kerkje 't werd mij als een derde symbool: symbool van Java onder de Compagnie. Weltevreden Mr. H. G. KOSTER Op den Economischer! Uitkijk Thans protectie? In de tegenwoordige conjunctuur van de wereld-voortbrenglng en den wereld-handel is niets zoozeer noodig als vrijhandel, of, beter gezegd, is vrijhandel meer dan ooit te voren' noodig om de vruchten der menscheIQke krachtsinspanning, die gericht is op voortbrenging en ruil van goederen, zooveel mogelQk aan allen ten goede te doen komen. R:eds vroeger wees ik er op, dat verschil lende factoren juist in dezen tijd, na den vrede, den altijd in alle landen aanwezigen stroom door bescherming zouden kunnen versterken. Daar is allereerst het nationalistisch of chauvinistisch element, hetwelk trouwens steeds een onderstrooming in de protecti onistische bedding is geweest. De oorlog heeft de nationale gedachten verlevendigd ook in de harten van hen, die vroeger meer cosmopolistisch dachten. Bescherming kon digt zich aan als steun te verleenen aan de eigen nijverheid In haar strijd tegen de in dustrie in vreemde landen. Als zoodanig heeft zij kans instemming te vinden bQ hen, die nationaal voelen en hoe sterker dat gevoel is, des te sterker zal ook de neiging zQn om de eigen welvaart tegen bultenlandsche belagers te verdedigen. Dit psychologisch element" (als ik het zoo noemen mag) heeft zich dan ook in de oorlogsjaren krachtig doen gelden; ik herinner aan de Duitsche plannen voor een midden-Europeesche .Wirtschaftsverein" en aan de besluiten der (intergeallieerde) Economische conferentie te Par8s, op welke laatste gunstige, minder gunstige en zeer ongunstige bepalingen omtrent goederenruil vastgesteld werden onderscheldelQk ten opzichte der allies and dominions", der neutralen en van den enemy" als hoedanig deze laatste ook nog voor net te wachten vredes-tQdperk werd aangeduid. Daar is in de tweede plaats het motief van geldel ij ken aard. Met hoeveel bezorgd heid de fiscus in a'le landen staart naar den bodem der leege schatkist, neen, naar de geweldige schuldenlast als erfenis van den millioenen verkwistenden oorlog, weet ieder. In zulk een tijd is ieder middel welkom. En invoerrechten waren ook in normale tijden reeds een wel kom en vaak gebruikt middel om den fiscus ruime baten te doen toevloeien. Wie echter in normale tijden daartegen bezwaar had, zal misschien meenen die nu te moeten laten vallen met het oog op de in zoo ongekende mate nijpende nooden van den publieken dienst. Nood breekt wet", zoo zal iemand dan wellicht zeggen; hoe verwerpelijk ik dit middel ook acht, ik geef toe dat we het Dat klinkt wel heel goed, en zoo zQn er meer fragmenten aan te strepen in dezen nieuwen bundel van Frans Bastiaanse. Bastiaanse beeft een zuiver natuurgevoel, een fijn gehoor, is een gevoelig waarnemer. HQ kent zijnen stiel, zeggen ze in Vlaanderenhand. Alles wat zegbaar is bQ den dichter, wat in woorden precies kan worden uitgedrukt, bezit hij wel In voldoende mate. Maar het onzegbare? Dat mysterieuze, ont roerende, dat ons onmiddellijk aangrijpt, die geheimzinnige, fascineerende macht, die uit kan gaan van het woord des dichters, die gouden stralenden toover die zweven kan door zijn klanken? Dat vind ik hier maar hoogst zelden. ZQn werkt maakt den indruk van dat van den schilder, die 's morgens vroeg op pad gaat met het vaste voornemen er nu een frissche, aangename bultenstudie op te zet ten. En dat lukt hem ook. En we zien zijn werk met plezier. Maar er zQn zoo enorm veel van die dingen. De wanden van onze tentoonstellingszalen hangen er vol van. Soms zit hQ ook wel eens thuis voor zijn ezel te droomen en bouwt er in enkele luchtige vegen een aardige fantasie, weer spiegeling van wat leeft in zQn ziel, half geïnspireerd soms door de oude meesters. Zoo is Geenus b.v. in dit boekje bijzonder goed. Maar als ge het nu neerlegt en Van Collem's Opstandige liederen opslaat l Dan voelen we toch wel weer heel diep dat al die persoonlijke lyri'k, al dat droomen of klagen of jubrlen over eigen leed of zalig heid ons alleen dan nog kan ontroeren, als een zeer bijzondere aparte persoonlijkheid in zeer eigen vorm ons ongekende diepten van menschelQkheid weet te openbarenDe woorden uwer dichters zQn verschoold, De leuzen uwen leiders zijn vergoord, De nestor van hun denken is gelapt, ZQ gaan niet meer, zQ kruipen naar de toekomst, toornt Van Coilem. HQ voelt zich n met de massa, een blad aan den boom der ge meenschap, hQ irekt mee op in de commu nistische drommen der werkers en voelt zich de beveiligde onder hen. HQ zit niet welgevallig te turen op eigen smart en liefde zaligheden, op vrouwtjes die hem BATENBURG & FOLMER Den Haag ?:? Hyiipspark22,| SPECIALITEIT: VERHUIZINGEN ONDER GARANTIE-:- ?:? -:? -:? -:- -:- -:- ?:? BERGPLAATSEN VOOR INBOEDELS IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIII lllllllllimilllllllllllMHIHMIII: nu wel moeten aanwenden om geld te vin den. Voorstanders van protectie wijzen er dan bovendien op dat volgens hun voor stelling van den gang van zaken deze belasting geheven wordt van en gedragen door den vreemdeling, die ons het goed levert en immers voordat het onzen grens overschrijdt, tol betalen" moet. En is er nu iets fraaiers denkbaar dan dit: de vreemde fabrikant cQnsplichtig aan het land, waar heen hij zijn koopwaar zendt, daardoor dus de schatkist van dat land stQvend en tevens als 't ware een afkoopsom betalend voor de mededinging, die hQ de fabrikanten van dat land aandoet. Inderdaad zou dit fraai wezen, te fraai zelfs om waar te zQn.. maar op velen maakt dat betoog toch indruk, vooral wederom in tQden als deze, waarin men zoo angstig naar ver meerdering van 's RQks inkomsten uitziet. In de derde plaats is daar als overwe ging, die tot invoering van bescherming thans kan worden aangevoerd, de nood der nijverheid. Afgezien van chauvinistische neigingen en van voortdurende verbittering tegen den vQand-van-gister; afgezien ook van de zoo dringend noodige fiscale baten; zal men de vraag hooren stellen of stelsel matige bevordering van den nationalen ar beid niet is de allereerste eisen van natio naal zelfbehoud. Hoe wilt gQ zoo zal men vragen de hand over hand toene mende werkloosheid met kans op gunstigen uitkomst be-trijden, wanneer gQ de goede ren, die wQ b hoeden, kant en klaar uit het buitenland betrekt ? Begrijpt gij niet, dat gQ daarmede de werkeloosheid in uw eigen i land voedt en verergrrt ? Doch bovendien, het staat immers vast dat de nijverheid in oorlogstijd sterk heeft geleden; zQ moet weer op de been worden ge holpen ; in dezen buitengewonen toestand van depressie, door buitengewone omstan digheden veroorzaakt, moet men tegen het gebruiken van buitengewone middelen niet opzien. En indien gQ dus protectie be schouwt als een in normale tijden overbodig of bedenkelijk hulpmiddel, dan kunt gQ toch thans het niet ongebruikt laten. In het bovenstaande heb ik willen aan geven op welke wijze, niet in ons land alleen doch ook elders, stemming zal worden gemaakt voor het voeren van een p<otectionlstische handelspolitiek op gronden, die grootendeels schQnen te gaan buiten de totnogtoe gebezigde, doch ontleend schijnen te zQn aan de zeer buitensporige conjunc tuur na den oorlog. Opzettelijk spreek ik hier uitdrukkelijk van schijn, want de gronden, waarop de protectie voor dezen tijd als bijzonder nuttig wordt aanbevolen, zijn niet anders dan de van ouds bekende argumenten; men kan alleen zeggen dat de lieden, die ik hierboven sprekende heb in gevoerd, meenen door het buitengewone van dezen tijd buitengewone kracht aan de argumenten te zien bijgezet. ZQ, die met mQ oordeelen dat, gelijk ik in den aanhef schreef, in de tegen woordige conjunctuur vrijhandel meer dan ooit noodig is om de vruchten der allerwege te hervatten productie aan de breedst mogelijke schare van verbruikers kushandjes toezwaaien over de hei; de droomen der proletaren zijn zijn droomen geworden; al het vuil der oude maatschappQ viel van hem af en hQ begeert alleen de vlammerde schoonheid van den gemeenschapprlijken arbeid der niet-bezitters, die heerschers zQn, goden-slaven, die te zamen God werden. HQ zingt zijn lied. Het wil alleen maar zijn een goed nieuw lied, En nochtans zal het in uw oude hoofd ontsteken Reepen van licht, tot uit uw oog gaat breken Een zonnenopgang die het goud uitziet Het wil eenzijdig zQn, mQn goede lied, Het wil alleen de werkers harten raken, Het wil die ouwe kerels vreugde maken, Lachend en stralend en anders wil het niet. En nu mogen wQ Sceptici twijfelen; laat dat alles een droom zQn en niets meer, een droom, waarvan de werkelijkheid de som van de wereldsche levensvreugde met geen korrel zou vermeerderen, een zoo heilige, onwrikbare overtuiging, een zoo machtig stralend geloof, die in zulk een metalen geluid getuigen van den edelen wellust der vrQhelds- en geluks-visioenen, dieopgolven in zulke profetische vloek- en strQdzangen, zQn van een ontzettende pracht. Daar is de onzegbare ontroering. Hoe zou ik ze voor u willen aanhalen: Hebt gQ de vrouw gezien, die maatschappQ Wegstuwt over de uitgelegde straten Der wereldsteden van het Vasteland, Amerika en vroolijk Engeland; Zaagt gQ ze gaan over de wereldvloer Des voorjaars als de heuvel prachtig is En dat geweldige Slachtveld: De heengelegde lijken der soldaten ZQn aangeraakt door den goudpaarsen nacht, Er kruipen lijnen over de gelaten, Waarop de dood zijn teeken heeft gebracht. In geen jaren hebben mij moderne Hollandsche verzen zoo aangegrepen, zijn geen verzen zoo dagen lang door mQn denken en voelen getrokken met pijnigend genot, in hun fiissche, ruige pracht, hun stalen hardheid, hun fijne, teere trillingen, hun ratelenden vloek en hun schallenden jubel. J. PRINSEN J L.z. Illlinilllllllll Illllllltllllllllllll IJllllllllllllllltMIII iiiiiiiiiimuiiiiiiiiii Utrochtscho Schietschuitenveer AMSTERDAM, SINGEL 273 TEL, IMTERO. S181 H. Dagelijkscho MotordiGnst tusschen Amsterdam - Utrecht - Zeist - Da Bilt - Huls tar Holde Basah en Duin - RIfsenburg - Drieborgen - Doorn enz.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl