De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 23 augustus pagina 2

23 augustus 1919 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND - 23 Aug. '19. - No. 2200 DEN HAAG WARMOND PADQX HOUTBOUW . 6UREAU ARCHITECT!PARKSTRAAT 87 LEVERT DE/VERLANCD IN ZEER KORTEN TUD ALLE HOUTCON/TRUCTIE/ AL/" " LANDHUIZEN CLUBGEBOUWEN JACHTHUIZEN TENNI/HUI/JE/ C ATALOCU/ OP AANVRAAG ?llliliiiiillllimlli AUTEUR EN CRITIEK In de laatste jaren gaan er telkens luider stemmen op, die vragen naar het verdwijnen van de critiek. Er zijn kunstenaars die zich terecht of ten onrechte, door de erltiek doodgedrukt gevoelen en verschillende kunst schilders en geenszins de minste zouden het heelemaal niet nadeellg voor den kunstbloei achten, als de critiek eens tien jaren vacantie nam. Wie weet, wat goeds daaruit kan voortkomen l Critiseeren is zoo veel gemakkelijker, dan het beoefenen der kunst, dat het minst geslaagde werk van kunst meer moeite heeft gekost, dan de best geslaagde critiek en juist in het gemak waarmee ze gehanteerd wordt, ligt haar gevaar. De bedoeling van critiek kan m.i. geen andere zijn dan aan den eenen kant den kunstenaar te wijzen op hetgeen hfj verkeerd deed, (maar ook wat hfj goed deed), aan den anderen kant het publiek, dat koopen wil, of zien, of leeren waardeeren, voor te lichten. Aan de hand van een concreet voorbeeld zal hier worden nagegaan, of en in welke mate de critiek daarin slaagt, althans in bet gegeven geval. En ik vrees, dat dit'geval lang niet op zichzelf staat. Ik kies een boek van mijn hand, waarvan ik den titel onver meld laat, om niet den indruk te wekken, dat ik de aandacht erop wil vestigen. Uitdrukkelijk vermeld Ik, dat geen teleur stelling over de ontvangst van het boek of verbitterdheid op critici dit artikel influenceerde. Integendeel, verreweg de groote meerderheid der beoordeelingen zoowel in de groote bladen, als in de groote tijd schriften waren geheel of gedeeltelijk waar deerend, sommige meer dan dat. De waar schuwing is, zooals blijken zal, niet over bodig: zich te herinneren, dat de hier volgende beoordeelingen eenzelfde uitgaven van hetzelde boek gelden: Gij werkt ge meent, een roman te hebben geschreven. Ge hebt van een jeugdliefde verteld. Welk een stof l Gij deedt het met gevoel, met fijnheid, met teedere soberheid en ingetogenheid, maar het grootste deel van uw arbeid is doodgewone journalistiek gebleven en verheft zich niet tot persoonlijke uiting. Is. Querido, Algemeen Handelsblad. Tegenover deze uitspraak plaatse men wat de Nieuwe Rotterdammer Crt. schreef: ... Bij Nico is zQn (?des lezers) aan dacht, bfj het levende aan en in en om dien ?IIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIII DE DIEFSTAL VAN HET HORLOGE EN DE GROENE PORTEFEUILLE I Een om begrijpelijke reden eerst nu door Watson gepubliceerd avontuur van Sherlock-Holmes Verhaal la Conan Doyle door J. BLEEKER. (Met teekenlngen van H. v. d. Velde) Om mijn serie: de avonturen van SherlockHolmes werkelijk te completeeren, moet ook de volgende historie aan de vergetelheid ... dat Holmes op onze kamer terugkwam... worden ontrukt. Het is een zeer merkwaar dig geval en de lezer zal zoo straks be grijpen, dat ik er in later jaren nog wel eens met Holmes over sprak. Hfj zelf begon er menigmaal over en zeide dan vaak la chend: Zonder deze geschiedenis was ik misschien de grootste kruk onder de de tectives gebleven." Ik voor mij herinner me dit voorval nog hél goed, en het Is op aandringen van Holmes-zelven, dat ik ook deze merkwaardige diefstal thans ga open baren. Het was dan den 26sten van het jaar 1888 des middags om drie uur, dat Holmes op onze kamer in Bakersfreet terugkwam. Hij was eenige dagen uit de stad geweest en had bf zijn bioeder Mycroft gelogeerd. Dat deed hfj meer als hfj rust noodlg had en ontspanning. Gewoonlijk kwam hij dan opgeruimder dan anders terug en zag er jonger uit. Zijn anders bleek gezicht was dan gebruind door de zon. Zoo ook ditmaal. Hfj kwam vrooltjk en opgeruimd binnen en groette mfj met on gewone vriendelijkheid. Bonjour Watson daar kom ik weer terug in het mistige, on gezonde Londen. Hé, het leven van een buitenman is toch maar je ware. Dwalen door jongen", wat toch zeker niets anders beteekent, dan dat de criticus de persoonlijke uiting heeft herkend. De eene beoordeelaar zegt dus: het ding is rond, de andere, dat het vierkant is. Nog erger maakt de volgende tegenstel ling het: Elise Soer schreef in De Tijdspiegel (Januari '16): Uit dit boek stroomt de lentelucht u tegen. Rozenknoppen, lichtgroene punten sieren de takken, teedere ranken omstrengelen elkaar". En Frits Lapidoth schreef in de Nieuwe Crt.: Het zeer klesche onderwerp Is met de uiterste fijngevoeligheid behandeld. Bovendien met veel smaak." Wat moet nu een jong auteur van zfjn werk denken en wat moet het publiek, dat eerst de critiek eens wil afwachten, wel denken, als het daarna in de Boekenschouw leest (15 Dec. '15). Het boek is onmenschelijk smerig. Het blijft een raadsel, dat in dezen tfjd nog schrijvers en uitgevers gevonden kunnen worden, die zulke vuiligheid, met hun naam bestempeld, durven uitstallen." Het is iets om te smullen voor iemand, die gedachtig aan De Hel" z|n boek graag in beslag zou zien genomen. Maar overigens, wat moet de schrflver, wat moet het publiek nu gelooven ? Ook voor de export op Indië is gezorgd voor tegenstrijdige meeningen. Ziehier: E. v. H. schreef in de Indische Gids; (=: de titel van het boek) rangschik ik onder de zeer goede lectuur, die ook in Indië welkom zijn zal." Nu kunnen ze dus in Indië aan het koopen gaan, maar wacht eens: Het Bataviaasch Handelsblad van 8 Jan. '16 moet eerst nog even aan het woord: WO voor ons vinden dit werk van den heer Van Raalte als groote-menschenroman vrij onbenullig. Als jongensboek kan het ermee door." Als de redactie van genoemd blad den schrijver van het boek om een oordeel had gevraagd, zou die geschreven hebben: Alle volwassenen moeten het boek lezen, zoodat het op zfjn minst honderd drukken beleeft, maar onvolwassenen mogen het vooral niet in handen hebben." Men ziet dus, dat de critici het niet vol komen eens zfjn met elkaar. Ook zij, die naar een zekere strekking zoeken, gaan niet geheel accoord: zoo schreef de beoordeelaar van de Delftsche Crt. (30 Oct. '15) en ongezocht heeft de paedagogische auteur gelegenheid, opvoeders te doen zien, waarop zij bfl hun kinderen In de puberteitsjaren hebben te letten. Zoo is htt niet slechts een bekorend, maar ook een nuttig boek." Natuurlijk heeft de auteur, deze vriendelijke woorden lezend, zich voorgenomen, een volgend boek op dezelfde wijze te schrijven, te meer, daar ook de Indische Gids schreef, dat het boek nuttige wenken bevat, maar Het Bataviaasch Handelsblad klaagt: En opvoedkundige strekking zochten we even eens vruchteloos." Wat nu te doen? Een auteur kan wel gaan smalen op onbevoegde critiek, als een beoordeelaar afkeurend over zfjn werk spreekt, maar daarmee is de zaak niet af gedaan. Publiek en auteur willen graag weten, waaraan ze zich te houden hebben. Houd u dan aan mij", zal de een zeggen, of aan mfj" raadt een ander aan. Doe als de molenaar met zfjn zoon en zfjn ezel en maak het iedereen, maar niet lederen ezel naar den zin". Neen", zegt een vierde tegen auteur en publiek, jelui begrijpt het verkeerd. Wfj critici beschouwen een boek als een mensch. We vinden iemand aardig, terwijl een ander hem vervelend vindt, een derde vindt hem bescheiden, een vierde verwaand, iiiiiiiintin 11111111111111 in de bosschen en daar zoeken naar allerlei insecten, met hun voor ons zoo interressant bestaan en 's avonds van vermoeienis je bijna niet meer te kunnen uitkleeden, en slapen als een os, kerel, Watson, als ik geen stadsman was in hart en nieren, ik zou voor goed bulten gaan leven". tusschen haak jes, old chap hoe maakt je kraamvrouw het en de nieuw geboren Engelsche burger ? Ik stond verbaasd. Hoe, in hemelsnaam kon Holmes weten, dat ik een paar dagen geleden geholpen had bfj de verlossing van een kraamvrouw en dat er een zoon geboren was. Ik keek hem dan ook verwonderd en vragend aan. Maar hij lachte en zei: Och als ik je nu vertel, hoe ik dat weet, is het ge heimzinnige en dus het interessante er weer af. Dan zeg je als gewoonlijk, is het dat maar ?" Neen, dit keer kan dat niet," antwoordd ik Dit keer is het juist bizonder eenvoudig, beste Watson. Luister maar. In de avond editie van de Times staat een dankbetuiging aan jouw adres voor de zorgvuldige behan deling van...". Wat, hebben ze me weer bedankt per advertentie ? Ik houd daar anders niet van dat weet j;... maar je hebt gelijk, dit is al 'n zeer bizonder eenvoudige oplossing van het raadsel dat kan een kind". Och, beste Watson, geloof me. De meest verrassende goocheltoer blijkt bij verklaring een flauwigheidje en de nauwkeurigste analyse van een misdaad... het ei van Columbus. Ik moest eigenlijk altoos doen als een goochelaar en niets vertellen...maar allo II... Wat is dat een rijtuig voor de deur een jongmensch stapt er uit een handels reiziger zie Ik... pas in Londen aangekomen... Wat zal dat weer zfjn ?". En eenige oogenblikken later kwam in een vijfde goedhartig, een zesde egoïstisch, enz. enz. Daarop heeft de auteur te antwoorden: Goed dan, ieder mag zfjn eigen oordeel hebben over mensch en boek en daar boekenbeoordeelen voor krant en tijdschrift even goed of even slecht een metier is, als klompenmaken of naaimachines repareeren, erwten lezen of een bloemperk wieden, mag ieder zfjn oordeel laten drukken. Waarom niet? Maar publiek en schrijvers, deze vooral doen verstandig zich niets, maar ook geen enkel woord aan te trekken van critiek, evenmin van goede als kwade. Critiek is geen wetenschap, het is geen kunst, het is de meest subjectieve uiting, die bestaat, het is nog niet eens zuiver een kwestie van persoonlijken smaak, maar van smaak op een bepaald oogenblik. En er bestaat geen enkele waarborg, dat de stemming die de critiek ingaf, is op gewekt door het boek zelf. De dikte van het bloed, het aantal roode bloedlichaampjes, de spijsvertering of wie weet, welke andere factoren bfj den beoordeelaar, die niets, maar ook niets met het boek te maken hebben, kunnen wie weet, wel een rol spelen bfj de beoordeeling. Ten slotte doen publiek en schrijver toch, wat hun goeddunkt en de criticus wordt dan net als de ezel in het verhaaltje door vader publiek en zoon schrijver naar de markt gedragen en daar verkocht. En daarom is de vraag gewettigd, of critiek noodig, nuttig of gewenscht is en of het niet beter zou zfjn, als boeken, kunstwerken in het algemeen uitvoerig werden aangekondigd, inplaats van beoordeeld. En nu de persoon van de criticus. Het is bekend, dat vele provinciale bladen romans enz. laten bcoordeelen door een onderwfjsman of een ander, die veel van lezen houdt. Die liefde voor lezen beteekent wel iets, maar biedt toch even weinig waarborg voor bekwame en bevoegde beoordeeling, als dat graag-vleesch-eten bekwaamheid of bevoegd heid geeft als keurmeester van vieesch op te treden. En heel wat critiek zou achter wege blfjven, of in elk geval beter overdacht worden, als het regel werd, dat beoor deelingen onderteekend werden. Uitgevers kunnen er toe meewerken, dat die maatregel genomen wordt, door alleen boeken ter beoordeeling toe te zenden aan die bladen en tijdschriften, die beoordeelingen doen onderteekener. Dat ware al veel gewonnen, zooals zonder eenigen twijfel blijken zal. FRITS VAN RAALTE OP DE EILANDEN H De geregelde verbinding tusschen Terschelllngen Ameland is van: Wes'.-Terschelling met de Kraus" naar Harlingen, dan met het treintje naar Holwerd en vandaar meth et motorbootje naar Nes op Ameland. Ook is er een veer van de Zwarte Haan in het Bildt naar Hollum, dan moet je uitstappen aan een van de Parochies. Dat lijkt allemaal mijl op zeven en als je 't rooien kan is het wel zoo goed, om in West-Terschelling een botter te huren en er een zeiltochtje van te maken, direct over het Wad van het eene IIMHIIIIlmlIIIIIIIMUIHIIIIIIIIIIIMH ... een jongmcnsch stapt er uit ... pnze kamer een net gekleed, clean-shaved bngmensch. Hfj had donker haar keurig gekapt een mager intelligent gezicht met mooie stralende bruine oogen. Hfj was zeer nerveus en naar het scheen eenigszlns verlegen. Neemt u me niet kwalijk", begon hfj, maar heb ik het genoegen hier den heer Sherlock Holmes aan te treffen ?" Holmes boog en zei: Ga zitten meneer, ga zitten. Ik zie, u rookt: mag ik u een sigaar offreeren ?... en vertel u eerst maar: gaan de zaken goed, en is de trein met welke u zooeven in Londen bent aange komen ... op tijd geweest ?"... Het jongmensch keek Holmes met groote verwonderde oogen aan. Het was weer het gewone effect, dat Holmes bfj nieuw-aan gekomen personen te voorschijn bracht. U weet"... stamelde hfj. Wel ja... Ik zag aan uw vallesje, dat dit monsters bevat van een of ander han delsartikel u bent dus vermoedelijk han delsreiziger?en aan het rijtuigje hier voor de deur zag ik, dat u direct van den trein komt het is n.l. een van de koetsjes, die daar altoos stationneeren. En wat het rooken betreft de sigarenkoker, die daar voor 'n deel uit uw zak te voorschijn komt..." Het jongmensch lachte... Maar enfin," vervolgde Holmes, vertel nu maar eens de reden van uw komst..." Het jongmensch kuchte eens en begon: Mijn naam, meneer, is William Dlckson. Ik ben een zoon van Francis Dlckson van de firma DicUson & Co. uit Manchester... Ik reis in katoenen en wollen goederen... ... en ben eenige dagen geleden op reis gegaan, 't Laatst heb ik zaken gedaan in Gr... Daarop nam ik hedenmorgen den trein naar Z... Ik nam daar mijn intrek in het hotel de Gouden Leeuw", hedenmiddag om ongeveer twaalf uur. Ik verkleede mfj en ging toen naar de restauratie-zaal om er wat te eten. Ik zal daar zoowat een tien minuten geweest zfjn, toen ik op mijn horloge wilde kijken... ik had het niet bij me. Onmiddellijk stond ik op en ging naar m'n kamer om het te halen.. waar had ik het laten liggen. Het was weg.. hoe ik ook zocht.. het was weg. Maar erger nog, ook mijn portefeuille met bankpapler was ver dwenen. U begrijpt mijn zenuwachtigheid. Ik riep den hotelhouder, wfj zochten samen... niets gevonden. De politie werd er bij ge haald .. de bedienden gefouilleerd, 't heele hotel leeggezocht... er was niets... en u weet, hoe het gaat met verloren voorwerpen bij de politie . . . men hoort er nooit meer van. En daarom besloot ik dadelijk den trein te pakken en naar u toe te gaan. Ik heb n.l. gehoord dat u... Jawel, jawel", zei Holmes met 'n af we rende handbeweging. Maar antwoord u eens even. Hoe laat kwam u in het hotel". Ongeveer twaalf uur". U ging direct van den trein naar het hotel, zonder u ergens op te houden". Direct". Had u toen het horloge nog n de por tefeuille". Ja, want ik legde ze zelf op de tafel. Maar vergat ze, toen ik mijn goede jas aaneiland naar het ander. Wij hebben dat ge daan. Dat gaat maar niet zoo heel gemak kelijk op ieder uur van den dag, want tij en wind leggen hier geducht gewicht in de schaal, maar dat maakt de zaak des te avontuurlijker. Nu viel dat in ons geval nog al goed uit, doch wfj hadden devereenigde voorspellingen van den barometer, een robbejager, vier marineofficieren en nog eenige deskundigen tegen ons. Die hadden het aan 't rechte eind, want 't slechte weer, dat zij voorspelden is gekomen, gelukkig evenwel een halven dag later en toen waren we er net doorgeslipt en badden het allermooiste, zon nigste zeiltochtje genoten dat zich laat denken, zes wondervolle uurtjes. Het ging in'teerst vlak voor wind en tij, met alle zeilen bfj en huppelende golfjes met witte koppen rondom langs het heele lange eiland van Terschelling. West met den Brandaris en de duinen, Is wel het mooiste haven- en dorpsbeeld dat in Nederland en omstreken te zien is. Dan volgden al de gehuchtjes en dorpen van het eiland, haast alle gehuld in groen, 't Aanzienlijkst Ifjkt Midsland met zfjn hoog slank torentje; verder komen Landerum, N.V. PAERELS Meubileering Mu. COMPLETE MEUBILEERING -: BETIMMEEINGEN : Rokin 128 Telef. 4541 N schen zaten we nu goed en wel op Nes, temidden van meer dan honderd badgasten, want Ameland heeft misschien nog meer vereerders dan Terschelling. Het badhuis ligt een minuut of twintig noordelijk van 't dorp, hoog op 't duin, en een wandeling daarheen alleen reeds toont u, hoe h«el anders deze duinen zijn dan die van Ter schelling en nergens groeit de blauwe zee distel in zoo grooten overvloed. Nes zelf zit vol met herinneringen aan de walvischDuinvorming Formerum, Lies, Hoorn en Oosterend. Om Hoorn zfjn uitgestrekte bosschen van zwarte elzen zeer goed uit zee te zien en 't was of de geur der kamperfoelie daaruit naar ons overwoei. Voorbij Oosterend Is ook nog bosch, een van de eendekooien en daarna is het gedaan met het groen en we varen een uur lang langs een groote zandvlakte met lage dulntjes bezet, een waardige tegen hanger van de Vliehors. West-Terschelling is nu al heelemaal weggedoken onder den horizon, alleen de hooge Brandaris komt er nog als een vermanende vinger te voorschijn. Het is nu veel helderder dan gisteren; voort durend kunnen we de Friesche kust zien, met al zfjn torens, waaronder zich al meer en meer de reus van Ferwerd doet gelden. Nu steken we het Amelander gat recht over, waar de invloed van het buitenwater, de Noordzee, zich doet gevoelen en dan zijn we onder de lij van Ameland zelf waareen eindweegs binnen de nieuwe dijken de roode daakjes van Hollum blinken en zfjn hooge zadeldaktoren. De Amelander dorpen zien er heel anders uit dan de Terschellingsche, zelfs uit zee. Op Hollum volgt Ballum en nu vermindert de vaart van ons schip, want de eb zet in en die hebben we vlak tegen. Ook gaat de wind liggen en 't is maar juist op 't nippertje dat we de pier van Nes halen. Had 't een kwartier langer geduurd dan moesten we rechts omkeerd maken en met den ebstroom mee de ligplaats bij Hollum opzoeken. Je weet op zoo'n zeiltocht nooit precies wat er met je gaat gebeuren. Intus trok, ze weer bij mfj te steken". Reisde u alleen in de coupe"? Neen, er was nog een medereiziger. Een dikke, goede meneer, met wien ik heel ge zellig heb zitten praten". Heeft deze dikke, goede meneer uw hor loge of uw portefeuille kunnen zien"? Ik heb natuurlijk 'n paar keer op m'n horloge gekeken". Had u een gouden of zilveren ketting.." Ik heb geen ketting ik draag mfjn horloge altoos aan een zwart koordje". Was het een bizonder horloge ?" Het was een zeer oud merk, meneer, een familiestuk". Romeinsche cijfers of gewone?" Romeinsche". Welk fabrieksmerk?" Er staat, voor zoover ik weet, geen fabrieksmerk op". Voor zoover ik weet l herhaalde Hol mes lachend...", dat loopt misschien jaren met een horloge en weet niet met zekerheid of er een fabrieksmerk in staat. Het ver wonderde mfj, dat u wist, dat er Romeinsche cijfers op stonden. O, er zijn een massa menschen, die dat van hun eigen horloge niet weten. Maar enfin: Vertelt u er Iets elgenaardlgs van iets, waardoor het dadelflk en op het eerste gezicht te herken nen is". Het jongmensch dacht na. Ja", zei hfj, het is ten eerste buiter ge woon groot en dik en de wijzers zfjn don kerblauw en loopen uit in een breede hartvorm. Verder zit de secondewfjzer niet beneden, maar boven aan de wijzerplaat, vlak onder de twaalf." .Prachtig," antwoordde Holmes." En nu de portefeuille. Hoe ziet die er uit?" Groen." Groot of klein ?" Ongeveer de grootte van een briefkaart iets grooter." Was er veel geld in ?" Nog al, maar.. ja, 't is vreemd, maar precies weet ik niet meer, hoeveel er in was. Ik heb toen ik thuis was zoo maar wat geld uit de kas gehaald en het zonder natellen bij me gestoken.." .Komt ook meer voor" merkte Holmes lachend op, maar nu verder. Kan uw reis genoot deze hebben gezien?".. Ja, n keer. Ik had er m'n spoorkaartje in en bfj de controle moest ik dus die portefeuille voor den dag halen. Maar dat Is maar een keer gebeurd want daarna deed ik de ticket in mijn vestjes-zak." Kon uw medereiziger toen opmerken, dat er papiergeld inzat"? Als hij er speciaal op gelet heeft., ja". Mooi. Nu nog iets. U sprak van een spoorkaartje, u bent handelsreiziger hebt u geen abonnement"? Bij deze vraag keek het jongmensch vreemd op. Het was duidelijk, dat hij naar een ant woord zocht. Eindelijk zei hij: U merkt ook alles op.. Neen - ik heb geen abonnement.. althans vaart, de meeste hekkepalen zijn niet anders dan walvischribben of brokken van walvlschkaken. Het dorp ligt aardig in 't groen, naast de elzen en populieren speelt hier, evenals op de andere eilanden, de ahorn een groote rol. Den volgenden morgen moesten we naar de Oerder duinen, dat is de verlaten Oostpunt van Ameland. Het slechte weer van den barometer was nu werkelijk ge komen en wfj hebben de vijf uren van die wandeling afgelegd in een onophoudelfjken regenstorm. Maar moeten is moeten en ten slotte is het nog bijzonder meegevallen. Eerst ging het door Buren, dat is een dorp zonder boomen; de roode hulzen met roode daken liggen kaal in de bruinige kortafgegraasde duinweide. Hier eindigt de klinkerweg en wij gingen nu langs karresporen en drasse paden naarde koorduinen, waar een paar schilderachtige boeren plaatsen liggen en een eendenkool. Hier begon de verlaten heid van de Oerder strandweide, een groote vlakte waarin van uit het Wad diepe kreeken indringen zoodat 't 't beste was, om den stuifdijk op te zoeken, die de Oerderduinen met 't eiland verbindt. Eer dit kunstwerk was aangelegd ontmoetten bij stormvloed SS B L R N C H E ClCRRETTES nu nog niet. Zooals u wel ziet ik ben jong n.l. twee en twintig jaar en ga voor 't eetst op reis bij wfjze van proef". ... keek het joogmensch vreemd op ... Dank u" zei Holmes. Kom, Watson, heb je lust mee te gaan, dan pakken we nog den trein van vier en gaan tezamen naar Z.. II In den trein zat Holmes meest voor zich uit te staren. Maar enkele vragen richtte h| zoo nu en dan tot bet jongmensch. Waar hebt u 't al zoo over gehad met uw reisgenoot"? Och over alles en nog wat". Was hfj bekend in Z"? Zeker, hij raadde mij juist aan om in de Gouden Leeuw" te gaan logeeren". Is hij inwoner van Z. ?" Neen, hij vertelde mfj, dat hij er slechts eenlge uren bleef en des avonds al weer vertrekken zou." Dan is de vogel gevlogen," zei Holmes, maar ik zag wel aan zijn gelaat, dat hij juist door deze mededeellng in z'n beste humeur was gebracht. Ten minste: Hfj wees ons op enkele gebouwen, op landschappen... hij neuriede allerlei wijsjes, enfin, hfj ge droeg zich zóal hfj altijd deed wanneer hfj dacht op 't spoor te zfjn van een misdaad. Eindelflk zei hij: Een klein... maar 'n leuk gevallet je!" Apropos l meneer Dlckson Jr zijn er meer hotels in Z." Ja, nog n althans dat de moeite waard is, n.l. het hotel de Prins van Wales." Om ongeveer 6 uur kwamen we in 't hotel de Gouden Leeuw" aan. De hotelhouder vroeg ons of wQ bleven logeeren. Neen," zei Holmes. Ik heb tot m'nspfjt met dezen meneer (op mfj wijzende) kamers besproken in het hotel de Prins van Wales", apropos, meneer, is er iets nieuws, aangaande htt geval van hier, meneer Dlckson ?" Absoluut niet. De politie meent, dat meneer Dickson z'n vermiste voorwerpen of In den trein, of onder weg naar hier ver loren heeft. En voegde hfj er aan toe dat Is ook m ij n opinie. Nog nooit meneer, is hier zoo iets in het hotel gebeurd." We zullen zien," antwoordde Sherlock Holmes. En Iaat me nu je kamer eens zien, mr. Dickson," zei Holmes...

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl